Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 111/2016 van 14 juli 2016 Rolnummer : 6264 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 2 van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 22 december 1994 betreffende de onroerende voorheffing, gestel Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de recht(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 111/2016 van 14 juli 2016 Rolnummer : 6264 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 2 van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 22 december 1994 betreffende de onroerende voorheffing, gestel Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de recht(...) Extrait de l'arrêt n° 111/2016 du 14 juillet 2016 Numéro du rôle : 6264 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 2 de l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 22 décembre 1994 relative au précompte immobilier, posée La Cour constitutionnelle, composée des présidents J. Spreutels et E. De Groot, et des juges L. (...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Uittreksel uit arrest nr. 111/2016 van 14 juli 2016 Extrait de l'arrêt n° 111/2016 du 14 juillet 2016
Rolnummer : 6264 Numéro du rôle : 6264
In zake : de prejudiciële vraag over artikel 2 van de ordonnantie van En cause : la question préjudicielle concernant l'article 2 de
het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 22 december 1994 betreffende l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 22 décembre 1994
de onroerende voorheffing, gesteld door de Franstalige Rechtbank van relative au précompte immobilier, posée par le Tribunal de première
eerste aanleg te Brussel. instance francophone de Bruxelles.
Het Grondwettelijk Hof, La Cour constitutionnelle,
samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de composée des présidents J. Spreutels et E. De Groot, et des juges L.
rechters L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T.
Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet et R. Leysen, assistée
Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président J. Spreutels,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging I. Objet de la question préjudicielle et procédure
Bij vonnis van 9 september 2015 in zake de Publiekrechtelijke Par jugement du 9 septembre 2015 en cause de la Société publique
Maatschappij voor het beheren van de Brusselse Schoolgebouwen tegen de d'administration des bâtiments scolaires bruxellois contre l'Etat
Belgische Staat, FOD Financiën, waarvan de expeditie ter griffie van belge, SPF Finances, dont l'expédition est parvenue au greffe de la
het Hof is ingekomen op 29 september 2015, heeft de Franstalige Cour le 29 septembre 2015, le Tribunal de première instance
Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag francophone de Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante :
gesteld : « Schendt artikel 2 van de ordonnantie van 22 december 1994 « L'article 2 de l'ordonnance du 22 décembre 1994 relative au
betreffende de onroerende voorheffing de artikelen 10, 11 en 24 van de précompte immobilier viole-t-il les articles 10, 11 et 24 de la
Grondwet, in zoverre : Constitution, en ce que:
- het inhoudt dat de vrijstelling van de onroerende voorheffing voor - il implique que l'immunisation du précompte immobilier pour les
de gebouwen bestemd voor het onderwijs, eigendom van de Gemeenschappen bâtiments affectés à l'enseignement, propriété des Communautés ou des
of van de publiekrechtelijke personen die eronder ressorteren, wordt beperkt tot 28 pct., personnes de droit public qui en dépendent, est limitée à 28 %,
- terwijl de gebouwen die zijn bestemd voor het vrij onderwijs of - alors que les bâtiments affectés à l'enseignement libre ou relevant
behoren tot het gesubsidieerd officieel onderwijs, waarvan de de l'enseignement officiel subventionné, dont les propriétaires ne
eigenaars noch de Gemeenschappen zijn, noch de publiekrechtelijke sont ni les Communautés ni les personnes de droit public qui en
personen die eronder ressorteren, een gehele vrijstelling van de dépendent, bénéficient quant à eux d'une immunisation totale du
onroerende voorheffing genieten ? ». précompte immobilier ? ».
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 2 van de B.1. La question préjudicielle porte sur l'article 2 de l'ordonnance
ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 22 december de la Région de Bruxelles-Capitale du 22 décembre 1994 relative au
1994 betreffende de onroerende voorheffing, dat bepaalt : précompte immobilier, qui dispose :
« In afwijking van artikel 253 van het Wetboek van de « Par dérogation à l'article 253 du Code des impôts sur les revenus
Inkomstenbelastingen 1992, wordt geen vrijstelling verleend als het 1992, il n'y a pas d'exonération lorsque l'immeuble appartient, en
onroerend goed in eigendom of medeëigendom toebehoort aan : propriété ou en copropriété :
1° ofwel een Gemeenschap, een Gewest of een publiekrechtelijke persoon 1° soit à une Communauté, à une Région ou à une personne de droit
die onder een zodanige instelling ressorteert; public qui dépend d'une telle institution;
2° ofwel de federale overheid, een federale instelling van openbaar 2° soit à l'autorité fédérale, à un organisme fédéral d'intérêt public
nut of een federaal autonoom overheidsbedrijf, uitsluitend inzake de ou à une entreprise fédérale, publique autonome, uniquement en ce qui
eigendommen bedoeld in artikel 63, § 2, tweede lid, van de bijzondere concerne les propriétés visées à l'article 63, § 2, alinéa 2, de la
wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des
Gemeenschappen en de Gewesten ». Communautés et des Régions ».
Artikel 253 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna : L'article 253 du Code des impôts sur les revenus 1992 (ci-après : CIR
WIB 1992) bepaalt : 1992) dispose :
« Van de onroerende voorheffing wordt het kadastraal inkomen « Est exonéré du précompte immobilier, le revenu cadastral :
vrijgesteld : 1° van de in artikel 12, § 1, vermelde onroerende goederen of delen 1° des biens immobiliers ou des parties de biens immobiliers visés à
van onroerende goederen; l'article 12, § 1er;
2° van de in artikel 231, § 1, 1°, vermelde onroerende goederen; 2° des biens immobiliers visés à l'article 231, § 1er, 1°;
3° van onroerende goederen die de aard van nationale domeingoederen 3° des biens immobiliers qui ont le caractère de domaines nationaux,
hebben, op zichzelf niets opbrengen en voor een openbare dienst of sont improductifs par eux-mêmes et sont affectés à un service public
voor een dienst van algemeen nut worden gebruikt; de vrijstelling is ou d'intérêt général : l'exonération est subordonnée à la réunion de
van de drie voorwaarden samen afhankelijk ». ces trois conditions ».
De in artikel 12, § 1, van hetzelfde Wetboek bedoelde goederen zijn : Les biens visés à l'article 12, § 1er, du même Code sont :
« [...] onroerende goederen of delen van onroerende goederen gelegen « [...] les [...] biens immobiliers ou [...] parties de biens
in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte die een immobiliers sis dans un Etat membre de l'Espace économique européen
belastingplichtige of een bewoner zonder winstoogmerk heeft bestemd qu'un contribuable ou un occupant a affectés sans but de lucre à
voor het openbaar uitoefenen van een eredienst of van de vrijzinnige l'exercice public d'un culte, ou de l'assistance morale laïque, à
morele dienstverlening, voor onderwijs, voor het vestigen van l'enseignement, à l'installation d'hôpitaux, de cliniques, de
hospitalen, klinieken, dispensaria, rusthuizen, vakantiehuizen voor dispensaires, de maisons de repos, de homes de vacances pour enfants
kinderen of gepensioneerden, of van andere soortgelijke ou personnes pensionnées, ou d'autres oeuvres analogues de
weldadigheidsinstellingen ». bienfaisance ».
B.2. Het Hof wordt verzocht de bestaanbaarheid van artikel 2 van de B.2. La Cour est invitée à contrôler la compatibilité avec les
voormelde ordonnantie met de artikelen 10, 11 en 24 van de Grondwet te articles 10, 11 et 24 de la Constitution, de l'article 2 de
onderzoeken in zoverre het een verschil in behandeling tussen twee l'ordonnance précitée en ce qu'il créerait une différence de
categorieën van schoolgebouwen zou doen ontstaan. Enkel de gebouwen traitement entre deux catégories de bâtiments scolaires. Seuls, en
die zijn bestemd voor het vrij onderwijs of die behoren tot het effet, les bâtiments affectés à l'enseignement libre ou relevant de
gesubsidieerd officieel onderwijs zouden immers een gehele l'enseignement officiel subventionné bénéficieraient d'une
vrijstelling van de onroerende voorheffing genieten, terwijl de immunisation totale du précompte immobilier tandis que l'immunisation
vrijstelling van de onroerende voorheffing van de gebouwen bestemd du précompte immobilier des bâtiments affectés à l'enseignement,
voor het onderwijs, eigendom van de Franse Gemeenschap of van de propriété de la Communauté française ou des personnes de droit public
publiekrechtelijke personen die eronder ressorteren, tot 28 pct. zou qui en dépendent, serait limitée à 28 % .
zijn beperkt. B.3. Volgens alle tussenkomende partijen voor het Hof zou de B.3. D'après l'ensemble des parties intervenantes devant la Cour, la
prejudiciële vraag op een verkeerde interpretatie van de in het geding question préjudicielle reposerait sur une interprétation erronée de la
zijnde bepaling berusten, aangezien artikel 2 van de in het geding zijnde ordonnantie niet van toepassing zou zijn op de schoolgebouwen die eigendom zijn van de Franse Gemeenschap of van de publiekrechtelijke personen die eronder ressorteren. B.4.1. De interpretatie die de verwijzende rechter geeft aan de bepalingen die hij ter toetsing aan het Hof voorlegt, wordt in de regel door het Hof in aanmerking genomen, tenzij zij kennelijk onjuist blijkt te zijn. B.4.2. De in het geding zijnde bepaling is van toepassing op alle gebouwen die in eigendom of in medeëigendom toebehoren aan een gemeenschap, een gewest of een publiekrechtelijke persoon die onder een zodanige instelling ressorteert, zonder onderscheid naar gelang van de functie of bestemming ervan. disposition en cause dès lors que l'article 2 de l'ordonnance en cause ne serait pas applicable aux bâtiments scolaires qui sont la propriété de la Communauté française ou de personnes de droit public qui en dépendent. B.4.1. L'interprétation retenue par le juge a quo des dispositions qu'il soumet au contrôle de la Cour est celle qui, en règle, est prise en compte par la Cour, à moins qu'elle n'apparaisse comme manifestement erronée. B.4.2. La disposition en cause est applicable à tous les bâtiments qui appartiennent en propriété ou en copropriété à une communauté, une région ou une personne de droit public qui dépend d'une telle institution, sans distinction selon leur fonction ou leur affectation.
Aangezien die bepaling uitdrukkelijk afwijkt van artikel 253 van het WIB 1992, is de vrijstelling van onroerende voorheffing van de onroerende goederen die door een belastingplichtige zonder winstoogmerk zijn bestemd voor onderwijs, waarin die bepaling, in samenhang met artikel 12, § 1, van het WIB 1992, voorziet, niet van toepassing op de schoolgebouwen die in eigendom of in medeëigendom toebehoren aan een gemeenschap, een gewest of een publiekrechtelijke persoon die onder een zodanige instelling ressorteert. De in het geding zijnde bepaling ligt aan de oorsprong van het verschil in behandeling waarover de verwijzende rechter het Hof ondervraagt. B.5.1. Er is geen verantwoording voor het verschil in behandeling tussen, enerzijds, schoolgebouwen die « toebehoren aan een Gemeenschap, een Gewest of een publiekrechtelijke persoon die onder een zodanige instelling ressorteert », en, anderzijds, schoolgebouwen die toebehoren aan een andere openbare overheid of aan een private eigenaar. Etant donné que cette disposition déroge expressément à l'article 253 du CIR 1992, l'immunisation du précompte immobilier pour les biens immobiliers qu'un contribuable a affectés sans but de lucre à l'enseignement, ce que prévoit cette disposition, combinée avec l'article 12, § 1er, du CIR 1992, n'est pas applicable aux bâtiments scolaires qui appartiennent en propriété ou en copropriété à une communauté, une région ou à une personne de droit public qui dépend d'une telle institution. La disposition en cause est à l'origine de la différence de traitement sur laquelle le juge a quo interroge la Cour. B.5.1. Il n'y a pas de justification à la différence de traitement entre, d'une part, les bâtiments scolaires « qui appartiennent à une communauté, une région ou une personne de droit public qui dépend d'une telle institution », et, d'autre part, les bâtiments scolaires qui appartiennent à une autre autorité publique ou à un propriétaire privé.
B.5.2. Door de in artikel 12, § 1, van het WIB 1992 bedoelde B.5.2. En immunisant du précompte immobilier les biens immobiliers
onroerende goederen van de onroerende voorheffing vrij te stellen, visés dans l'article 12, § 1er, du CIR 1992, le législateur vise
beoogt de wetgever de bestemming van gebouwen tot dergelijke l'affectation d'immeubles à de telles destinations par des autorités
doeleinden door openbare overheden en private eigenaren die daarbij publiques et des propriétaires privés qui ne poursuivent aucun but de
geen winstoogmerk nastreven. Die doelstelling geldt ongeacht welke lucre à cet égard. Cet objectif s'applique indépendamment de
overheid de eigenaar van die gebouwen is. l'autorité qui est propriétaire de ces bâtiments.
B.5.3. Artikel 2 van de ordonnantie van 22 december 1994 betreffende B.5.3. L'article 2 de l'ordonnance du 22 décembre 1994 relative au
de onroerende voorheffing is niet bestaanbaar met het beginsel van précompte immobilier n'est pas compatible avec le principe d'égalité
gelijkheid en niet-discriminatie, in zoverre het de schoolgebouwen die et de non-discrimination, dans la mesure où il soumet les bâtiments
toebehoren aan « een Gemeenschap, een Gewest of een publiekrechtelijke scolaires appartenant « à une communauté, à une région ou à une
persoon die onder een zodanige instelling ressorteert », aan een personne de droit public qui dépend d'une telle institution » à un
minder gunstige fiscale regeling onderwerpt dan de schoolgebouwen die régime fiscal moins favorable que les bâtiments scolaires qui
toebehoren aan andere openbare overheden of aan particulieren. appartiennent à d'autres autorités publiques ou à des particuliers.
B.5.4. Bijgevolg is het niet noodzakelijk de in het geding zijnde B.5.4. Par conséquent, il n'est pas nécessaire d'examiner la
bepaling aan artikel 24 van de Grondwet te toetsen. disposition en cause au regard de l'article 24 de la Constitution.
B.6. De prejudiciële vraag dient bevestigend te worden beantwoord. B.6. La question préjudicielle appelle une réponse affirmative.
Om die redenen, Par ces motifs,
het Hof la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
Artikel 2 van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest L'article 2 de l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 22
van 22 december 1994 betreffende de onroerende voorheffing schendt de décembre 1994 relative au précompte immobilier viole les articles 10
artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het de schoolgebouwen et 11 de la Constitution en ce qu'il soumet les bâtiments scolaires
die toebehoren aan « een Gemeenschap, een Gewest of een appartenant « à une communauté, à une région ou à une personne de
publiekrechtelijke persoon die onder een zodanige instelling droit public qui dépend d'une telle institution » à un régime fiscal
ressorteert », aan een minder gunstige fiscale regeling onderwerpt dan moins favorable que les bâtiments scolaires qui appartiennent à
de schoolgebouwen die toebehoren aan andere openbare overheden of aan d'autres autorités publiques ou à des particuliers.
particulieren.
Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise,
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
op 14 juli 2016. la Cour constitutionnelle, le 14 juillet 2016.
De griffier, Le greffier,
P.-Y. Dutilleux P.-Y. Dutilleux
De voorzitter, Le président,
J. Spreutels J. Spreutels
^