← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 11/2016 van 21 januari 2016 Rolnummer : 6128 In zake : de
prejudiciële vraag betreffende de artikelen 198, § 1, 10°, en 307, § 1, derde lid, van
het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen
en J. Spreutels, en de rechters (...)"
Uittreksel uit arrest nr. 11/2016 van 21 januari 2016 Rolnummer : 6128 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 198, § 1, 10°, en 307, § 1, derde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de rechters (...) | Extrait de l'arrêt n° 11/2016 du 21 janvier 2016 Numéro du rôle : 6128 En cause : la question préjudicielle relative aux articles 198, § 1 er , 10°, et 307, § 1 er , alinéa 3, du Code des impôts sur les revenus 199 La Cour constitutionnelle, composée des présidents A. Alen et J. Spreutels, et des juges E. De G(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 11/2016 van 21 januari 2016 | Extrait de l'arrêt n° 11/2016 du 21 janvier 2016 |
Rolnummer : 6128 | Numéro du rôle : 6128 |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 198, § 1, | En cause : la question préjudicielle relative aux articles 198, § 1er, |
10°, en 307, § 1, derde lid, van het Wetboek van de | 10°, et 307, § 1er, alinéa 3, du Code des impôts sur les revenus 1992, |
inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg | posée par le Tribunal de première instance d'Anvers, division Anvers. |
Antwerpen, afdeling Antwerpen. | |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de | composée des présidents A. Alen et J. Spreutels, et des juges E. De |
rechters E. De Groot, L. Lavrysen, T. MerckxVan Goey, P. Nihoul en T. | Groot, L. Lavrysen, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul et T. Giet, assistée |
Giet, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, | du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Alen, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
Bij vonnis van 8 december 2014 in zake de bvba « Untill » tegen de | Par jugement du 8 décembre 2014 en cause de la SPRL « Untill » contre |
Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is | l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le |
ingekomen op 23 december 2014, heeft de Rechtbank van eerste aanleg | 23 décembre 2014, le Tribunal de première instance d'Anvers, division |
Antwerpen, afdeling Antwerpen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : | Anvers, a posé la question préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 198, § 1, 10° WIB 92 in samenlezing met artikel 307, | « L'article 198, § 1er, 10°, du CIR 1992, combiné avec l'article 307, |
§ 1, lid 3 WIB 92 de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet en het | § 1er, alinéa 3, du CIR 1992, viole-t-il les articles 10, 11 et 172 de |
la Constitution ainsi que le principe d'égalité et de | |
daarin voorgeschreven gelijkheidsbeginsel en discriminatieverbod | non-discrimination qu'ils prescrivent en ce que cette disposition ne |
doordat deze bepaling niet als beroepskosten aanmerkt, de betalingen | considère pas comme frais professionnels les paiements qui ont été |
die rechtstreeks of onrechtstreeks zijn verricht naar Staten die in | effectués directement ou indirectement vers des Etats visés à |
artikel 307, § 1, lid 3 zijn bedoeld en die niet zijn aangegeven | l'article 307, § 1er, alinéa 3, et qui n'ont pas été déclarés |
overeenkomstig genoemd artikel 307, § 1, lid 3 | conformément audit article 307, § 1er, alinéa 3 |
- zonder dat deze bepaling het onderscheid maakt of de betalingen al | - sans que cette disposition fasse une distinction selon que les |
dan niet staan voor werkelijke en oprechte verrichtingen die | paiements ont ou non été effectués dans le cadre d'opérations réelles |
overeenkomstig alle andere bepalingen van het wetboek van de | et sincères qui représentent, conformément à toutes les autres |
inkomstenbelastingen aftrekbare beroepsuitgaven vormen en/of | dispositions du Code des impôts sur les revenus, des dépenses |
professionnelles déductibles et/ou | |
- zonder dat deze bepaling op enige wijze het tegenbewijs van de | - sans que cette disposition autorise d'une manière quelconque la |
aangenomen niet-aftrekbaarheid van de betalingen door de | preuve contraire de la non-déductibilité présumée des paiements |
belastingplichtige toelaat en/of | effectués par le contribuable et/ou |
- zonder dat aan de aangenomen niet-aftrekbaarheid van de betalingen | - sans que la présomption de non-déductibilité des paiements soit |
afbreuk wordt gedaan wanneer de administratie ingevolge een gevoerd | écartée lorsque l'administration a elle-même constaté par suite d'une |
onderzoek zelf heeft vastgesteld dat de betalingen kaderen in | enquête que les paiements ont été effectués dans le cadre d'opérations |
werkelijke en oprechte verrichtingen die overeenkomstig alle andere | réelles et sincères qui représentent, conformément à toutes les autres |
bepalingen van het wetboek van de inkomstenbelastingen aftrekbare | dispositions du Code des impôts sur les revenus, des dépenses |
beroepsuitgaven vormen en/of | professionnelles déductibles et/ou |
- zonder een onderscheid te maken naargelang de betalingen in België | - sans établir une distinction selon que les paiements peuvent ou non, |
al dan niet belastingontwijking kunnen inhouden doordat de betalingen | en Belgique, impliquer une évasion fiscale en ce que les paiements |
in hoofde van de werkelijke genieter al dan niet in België, doch in | sont ou non, dans le chef du bénéficiaire réel, imposables en |
een andere Staat belastbaar zijn ? ». | Belgique, mais dans un autre Etat ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 198, § 1, 10°, | B.1. La question préjudicielle concerne l'article 198, § 1er, 10°, du |
van het Wetboek van de inkomstenbelasting 1992 (hierna : WIB 1992), in | Code des impôts sur les revenus 1992 (ci-après : CIR 1992), combiné |
samenhang gelezen met artikel 307, § 1, derde lid, van hetzelfde | avec l'article 307, § 1er, alinéa 3 du même Code, tel qu'il était |
Wetboek, zoals van toepassing voor het aanslagjaar 2011. | applicable à l'exercice d'imposition 2011. |
B.2. Artikel 307, § 1, derde tot zesde lid, van het WIB 1992, zoals | B.2. L'article 307, § 1er, alinéas 3 à 6, du CIR 1992, inséré par |
ingevoegd bij artikel 134 van de programmawet van 23 december 2009 en | l'article 134 de la loi-programme du 23 décembre 2009, dans sa version |
zoals van toepassing voor het aanslagjaar 2011, voorziet in een | applicable à l'exercice d'imposition 2011, impose aux sociétés |
verplichting voor de vennootschappen tot aangifte van de betalingen | l'obligation de déclarer les paiements qu'elles ont effectués |
die ze rechtstreeks of onrechtstreeks hebben gedaan aan personen | directement ou indirectement à des personnes établies dans des Etats |
gevestigd in Staten die worden beschouwd als zogenaamde « belastingparadijzen », en bepaalt : | qui sont considérés comme des « paradis fiscaux » et dispose : |
« De belastingplichtigen onderworpen aan de vennootschapsbelasting of, | « Les contribuables assujettis à l'impôt des sociétés ou à l'impôt des |
overeenkomstig artikel 227, 2°, aan de belasting van niet-inwoners, | non-résidents conformément à l'article 227, 2°, sont tenus de déclarer |
zijn gehouden aangifte te doen van alle betalingen die zij | tous les paiements effectués directement ou indirectement à des |
rechtstreeks of onrechtstreeks hebben gedaan aan personen gevestigd in een Staat die : | personnes établies dans un Etat qui : |
a) ofwel gedurende het volledige belastbaar tijdperk waarin de | a) soit pour toute la période imposable au cours de laquelle le |
betaling heeft plaatsgevonden, door het Mondiaal Forum van de OESO | paiement a eu lieu, est considéré par le Forum mondial de l'OCDE sur |
inzake transparantie en uitwisseling van inlichtingen, na een grondige | la transparence et l'échange d'informations, au terme d'un examen |
beoordeling van de mate waarin de OESO-standaard op het gebied van | approfondi de la mesure dans laquelle le standard de l'OCDE d'échange |
uitwisseling van inlichtingen in deze Staat is toegepast, werd | d'informations est appliqué par cet Etat, comme un Etat n'ayant pas |
aangemerkt als een Staat die niet effectief of substantieel deze | mis substantiellement et effectivement en oeuvre ce standard; |
standaard toepast; b) ofwel voorkomt op de lijst van Staten zonder of met een lage | b) soit figure sur la liste des Etats à fiscalité inexistante ou peu |
belasting. | élevée. |
Voor de toepassing van het derde lid wordt onder Staat zonder of met | Pour l'application de l'alinéa 3, on entend par Etat à fiscalité |
een lage belasting verstaan een Staat waarvan het nominaal tarief van | inexistante ou peu élevée un Etat dont le taux nominal de l'impôt sur |
de vennootschapsbelasting lager is dan 10 pct. De lijst van Staten zonder of met een lage belasting wordt bepaald bij een koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad. Deze lijst wordt herzien bij koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad. De in het derde lid bedoelde aangifte moet slechts worden gedaan voor zover het totaal van de betalingen die tijdens het belastbaar tijdperk werden gedaan, een minimum bedrag van 100.000 euro bereikt. De aangifte wordt gedaan op een formulier waarvan het model door de Koning wordt vastgesteld en gevoegd bij de in artikel 305, eerste lid, bedoelde aangifte ». | les sociétés est inférieur à 10 p.c. La liste des Etats à fiscalité inexistante ou peu élevée est fixée par arrêté royal délibéré en Conseil des Ministres. Cette liste est mise à jour par arrêté royal délibéré en Conseil des Ministres. La déclaration visée à l'alinéa 3 doit être faite uniquement si la totalité des paiements effectués au cours de la période imposable atteint un montant minimum de 100.000 euros. La déclaration est faite sur un formulaire dont le modèle est fixé par le Roi et est annexée à la déclaration visée à l'article 305, alinéa 1er ». |
Het in het geding zijnde artikel 198, § 1, 10°, van het WIB 1992, | L'article 198, § 1er, 10°, du CIR 1992, en cause, inséré par l'article |
zoals ingevoegd bij artikel 128 van de programmawet van 23 december | 128 de la loi-programme du 23 décembre 2009, détermine les cas dans |
2009, bepaalt in welke gevallen de betalingen aan de zogenaamde | lesquels les paiements vers des « paradis fiscaux » qui sont soumis à |
belastingparadijzen die aan de voormelde aangifteverplichting zijn | l'obligation de déclaration précitée ne sont pas admis en tant que |
onderworpen, als beroepskosten worden verworpen : | frais professionnels : |
« Als beroepskosten worden niet aangemerkt : | « Ne sont pas considérés comme des frais professionnels : |
[...] | [...] |
10° onverminderd de toepassing van artikel 219, de betalingen die | « 10° sans préjudice de l'application de l'article 219, les paiements |
rechtstreeks of onrechtstreeks zijn verricht naar Staten die in | effectués directement ou indirectement vers des Etats visés à |
artikel 307, § 1, derde lid, zijn bedoeld, en die niet zijn aangegeven | l'article 307, § 1er, alinéa 3, et qui n'ont pas été déclarés |
overeenkomstig genoemd artikel 307, § 1, derde lid, of, als ze toch | conformément audit article 307, § 1er, alinéa 3, ou, si les paiements |
aangegeven zijn, waarvoor de belastingplichtige niet door alle | ont été déclarés, pour lesquels le contribuable ne justifie pas par |
rechtsmiddelen bewijst dat zij in het kader van werkelijke en oprechte | toutes voies de droit qu'ils sont effectués dans le cadre d'opérations |
verrichtingen en die met personen andere dan artificiële constructies | réelles et sincères et avec des personnes autres que des constructions |
zijn verricht ». | artificielles ». |
Krachtens de artikelen 133 en 136 van de programmawet van 23 december | En vertu des articles 133 et 136 de la loi-programme du 23 décembre |
2009 zijn de in het geding zijnde bepalingen in werking getreden vanaf | 2009, les dispositions en cause sont entrées en vigueur à partir de |
het aanslagjaar 2010 voor de betalingen die vanaf 1 januari 2010 zijn | l'exercice d'imposition 2010 pour les paiements effectués à partir du |
gedaan. | 1er janvier 2010. |
B.3. Uit de prejudiciële vraag kan worden afgeleid dat de verwijzende | B.3. Il peut être déduit de la question préjudicielle que le juge a |
rechter het Hof ondervraagt over de bestaanbaarheid van de in het | quo interroge la Cour sur la compatibilité de la disposition en cause |
geding zijnde bepaling met de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, | avec les articles 10, 11 et 172 de la Constitution, en ce que tous les |
doordat alle betalingen die rechtstreeks of onrechtstreeks zijn | |
verricht naar Staten zoals bedoeld in artikel 307, § 1, derde lid, van | paiements qui sont effectués directement ou indirectement vers des |
het WIB 1992 en die niet zijn aangegeven overeenkomstig die bepaling, | Etats visés dans l'article 307, § 1er, alinéa 3, du CIR 1992 et qui |
als beroepskosten worden verworpen, zonder een onderscheid te maken | n'ont pas été déclarés conformément à cette disposition, sont rejetés |
naargelang de betalingen al dan niet voor werkelijke en oprechte | en tant que frais professionnels, sans faire de distinction selon que |
verrichtingen werden uitgevoerd of naargelang zij al dan niet een | les paiements ont été exécutés ou non dans le cadre d'opérations |
belastingontduiking in België kunnen inhouden. | réelles et sincères ou selon qu'ils peuvent impliquer ou non une |
B.4.1. Door het opleggen van een strikte aangifteverplichting heeft de | fraude fiscale en Belgique. B.4.1. En imposant une obligation stricte de déclaration, le |
wetgever zich willen verzekeren van de effectieve medewerking van de | législateur a voulu s'assurer de la collaboration effective des |
belastingplichtigen. De belastingplichtige loopt een sanctie op - de | contribuables. Le contribuable est sanctionné - par le refus de la |
weigering van de aftrek als beroepskosten - indien hij de bijzondere | déduction à titre de frais professionnels - s'il ne respecte pas |
aangifteverplichting niet naleeft en aldus de fiscus verhindert na te | l'obligation particulière de déclaration et empêche ainsi le fisc de |
gaan of de betrokken betalingen passen in het kader van « werkelijke | vérifier que les paiements concernés s'inscrivent dans le cadre d'« |
en oprechte verrichtingen » met personen die geen « artificiële | opérations réelles et sincères » avec des personnes qui ne sont pas |
constructies » zijn. | des « constructions artificielles ». |
De aangifteverplichting past in het kader van de strijd tegen fiscale | |
fraude, in het bijzonder tegen de toevlucht door belastingplichtigen | L'obligation de déclaration s'inscrit dans le cadre de la lutte contre |
tot zogenaamde belastingparadijzen om in België belasting te | la fraude fiscale, en particulier contre le recours des contribuables |
ontduiken, en heeft tot doel de belastingcontroles naar de | aux « paradis fiscaux » en vue d'éluder l'impôt en Belgique, et a pour |
werkelijkheid en de legitimiteit van de bedoelde betalingen efficiënter te maken. B.4.2. Het niet aangeven van de betalingen naar de zogenaamde belastingparadijzen overeenkomstig artikel 307, § 1, derde lid, van het WIB 1992 is in beginsel een voldoende aanleiding om de aftrek als beroepskosten te verwerpen. De wet legt, in geval van niet-aangifte, geen verband tussen de aftrek als beroepskosten en de werkelijkheid van de betalingen. Bovendien is een frauduleuze intentie niet vereist. Het is slechts indien de belastingplichtige de bedoelde betalingen naar de zogenaamde belastingparadijzen heeft aangegeven overeenkomstig | but de rendre plus efficaces les contrôles fiscaux de la réalité et de la légitimité des paiements concernés. B.4.2. Le fait de ne pas déclarer, conformément à l'article 307, § 1er, alinéa 3 du CIR 1992, les paiements effectués vers les « paradis fiscaux » constitue en principe un motif suffisant pour que la déduction à titre de frais professionnels soit refusée. En cas de non-déclaration, la loi n'établit aucun lien entre la déduction des frais professionnels et la réalité des paiements. De plus, il n'est pas nécessaire qu'il y ait intention frauduleuse. Ce n'est que si le contribuable a déclaré les paiements concernés vers les paradis fiscaux, conformément à l'article 307, § 1er, alinéa 3 du |
artikel 307, § 1, derde lid, van het WIB 1992, dat een dergelijk | CIR 1992, qu'un tel lien est établi entre la déduction à titre de |
verband wordt gelegd tussen de aftrek als beroepskosten en de | frais professionnels et la réalité des paiements : en vertu de |
werkelijkheid van de betalingen : krachtens artikel 198, § 1, 10°, van | l'article 198, § 1er, 10°, du CIR 1992, la déduction à titre de frais |
het WIB 1992 wordt de aftrek als beroepskosten enkel aanvaard indien | professionnels n'est admise que si le contribuable prouve par toute |
de belastingplichtige door alle rechtsmiddelen bewijst dat de | voie de droit que les paiements déclarés s'inscrivent dans le cadre |
aangegeven betalingen passen in het kader van « werkelijke en oprechte | d'« opérations réelles et sincères » avec des personnes autres que des |
verrichtingen » met personen andere dan « artificiële constructies ». | « constructions artificielles ». |
B.4.3. Het Hof moet onderzoeken of de maatregel redelijk is | B.4.3. La Cour doit vérifier si la mesure est raisonnablement |
verantwoord doordat hij, in geval van niet-aangifte, geldt op een | |
dermate algemene en absolute wijze. De eisende partij voor de | justifiée en tant qu'elle s'applique, en cas de non-déclaration, d'une |
verwijzende rechter, op wier verzoek de prejudiciële vraag is gesteld, | manière aussi générale et absolue. La partie demanderesse devant le |
beweert in dat verband dat de aftrek als beroepskosten, in het geval | juge a quo, à la demande de laquelle la question préjudicielle a été |
dat de bedoelde betalingen aan belastingparadijzen niet worden | posée, soutient à ce propos qu'au cas où les paiements en question, |
aangegeven overeenkomstig artikel 307, § 1, derde lid, van het WIB | effectués vers des paradis fiscaux, n'ont pas été déclarés |
1992, zou moeten worden toegestaan indien blijkt dat zij passen in het | conformément à l'article 307, § 1er, alinéa 3, du CIR 1992, leur |
kader van werkelijke en oprechte verrichtingen of indien die | déduction à titre de frais professionnels devrait être autorisée s'ils |
betalingen niet kunnen leiden tot Belgische belastingontduiking. | s'inscrivent dans le cadre d'opérations réelles et sincères ou si ces |
B.5.1. Het is gewettigd dat de wetgever ernaar streeft de fiscale | paiements ne peuvent pas entraîner une fraude fiscale en Belgique. |
fraude te voorkomen en de belangen van de Schatkist te vrijwaren, | B.5.1. Il est légitime que le législateur veille à prévenir la fraude |
vanuit de zorg voor gerechtigheid en om de taken van algemeen belang | fiscale et à préserver les intérêts du Trésor, par souci de justice et |
waarmee hij is belast, zo goed mogelijk te vervullen. | pour remplir au mieux les tâches d'intérêt général dont il a la |
De verplichting voor de vennootschappen om de betalingen naar de | charge. L'obligation pour les sociétés de déclarer les paiements effectués |
zogenaamde belastingparadijzen aan te geven, strekt ertoe de | vers des paradis fiscaux vise à rendre plus efficaces les contrôles |
belastingcontroles in verband met die betalingen efficiënter te maken | fiscaux relatifs à ces paiements : grâce à cette obligation de |
: door die aangifteplicht zullen de controlediensten zich meer kunnen | déclaration, les services de contrôle pourront se concentrer davantage |
concentreren op het onderzoek van die betalingen dan op het opsporen | sur l'examen de ces paiements plutôt que sur leur recherche (Doc. |
ervan (Parl. St., Kamer, 2009-2010, DOC 52-2278/001, p. 71). De | parl., Chambre, 2009-2010, DOC 52-2278/001, p. 71). La mesure est |
maatregel is pertinent ten aanzien van de doelstelling van de wetgever | pertinente au regard des objectifs du législateur puisqu'elle permet |
aangezien hij het mogelijk maakt de fiscale fraude te bestrijden. | de combattre la fraude fiscale. |
B.5.2. Aannemen dat de bedoelde betalingen niet als beroepskosten | B.5.2. Admettre que les paiements en cause ne pourraient pas être |
zouden mogen worden verworpen wanneer de belastingplichtige de aangifteverplichting niet heeft nageleefd maar toch blijkt dat die betalingen passen in het kader van werkelijke en oprechte verrichtingen of geen Belgische belastingontduiking inhouden, zou de sanctie van de verwerping van de aftrek als beroepskosten haar slagkracht ontnemen en zou het ontradende effect wegnemen dat de wetgever heeft beoogd. De belastingplichtige zal immers, in die omstandigheden, niet ertoe worden aangezet zijn medewerking aan de fiscus te verlenen. Bovendien is het bijzonder moeilijk, zo niet nagenoeg onmogelijk, na te gaan of de nalatige belastingplichtige te goeder trouw heeft gehandeld. | rejetés à titre de frais professionnels lorsque le contribuable n'a pas respecté l'obligation de déclaration mais qu'il s'avère toutefois que ces paiements s'inscrivent dans le cadre d'opérations réelles et sincères ou n'impliquent pas une fraude fiscale en Belgique ôterait à la sanction de rejet de la déduction à titre de frais professionnels son efficacité et l'effet dissuasif visé par le législateur. En effet, le contribuable ne sera pas incité, dans ces circonstances, à collaborer avec le fisc. Il est en outre particulièrement difficile, sinon presque impossible, de vérifier si le contribuable négligent a agi de bonne foi. |
B.6. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | B.6. La question préjudicielle appelle une réponse négative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
Artikel 198, § 1, 10°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen | L'article 198, § 1er, 10°, du Code des impôts sur les revenus 1992, |
1992, in samenhang gelezen met artikel 307, § 1, derde lid, van | combiné avec l'article 307, § 1er, alinéa 3, du même Code, tel qu'il |
hetzelfde Wetboek, zoals van toepassing voor het aanslagjaar 2011, | était applicable à l'exercice d'imposition 2011, ne viole pas les |
schendt de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet niet. | articles 10, 11 et 172 de la Constitution. |
Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel | Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, |
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
op 21 januari 2016. | la Cour constitutionnelle, le 21 janvier 2016. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
De voorzitter, | Le président, |
A. Alen | A. Alen |