← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 174/2015 van 3 december 2015 Rolnummer : 6129 In zake :
de prejudiciële vragen over artikel 14, § 1, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht
op maatschappelijke integratie, gesteld door de Arbeidsrechtb Het
Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de rechters (...)"
Uittreksel uit arrest nr. 174/2015 van 3 december 2015 Rolnummer : 6129 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 14, § 1, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, gesteld door de Arbeidsrechtb Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de rechters (...) | Extrait de l'arrêt n° 174/2015 du 3 décembre 2015 Numéro du rôle : 6129 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 14, § 1 er , de la loi du 26 mai 2002 concernant le droit à l'intégration sociale, posées par La Cour constitutionnelle, composée des présidents A. Alen et J. Spreutels, et des juges J.-P. S(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 174/2015 van 3 december 2015 | Extrait de l'arrêt n° 174/2015 du 3 décembre 2015 |
Rolnummer : 6129 | Numéro du rôle : 6129 |
In zake : de prejudiciële vragen over artikel 14, § 1, van de wet van | En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 14, § 1er, |
26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, | de la loi du 26 mai 2002 concernant le droit à l'intégration sociale, |
gesteld door de Arbeidsrechtbank te Gent, afdeling Brugge. | posées par le Tribunal du travail de Gand, division Bruges. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de | composée des présidents A. Alen et J. Spreutels, et des juges J.-P. |
rechters J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. | Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul et R. Leysen, |
Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder | assistée du greffier F. Meersschaut, présidée par le président A. |
voorzitterschap van voorzitter A. Alen, | Alen, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
Bij vonnis van 17 december 2014 in zake Sawra Kojar tegen het openbaar | Par jugement du 17 décembre 2014 en cause de Sawra Kojar contre le |
centrum voor maatschappelijk welzijn van Oostende, waarvan de | centre public d'action sociale d'Ostende, dont l'expédition est |
expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 23 december 2014, | parvenue au greffe de la Cour le 23 décembre 2014, le Tribunal du |
heeft de Arbeidsrechtbank te Gent, afdeling Brugge, de volgende | travail de Gand, division Bruges, a posé les questions préjudicielles |
prejudiciële vragen gesteld : | suivantes : |
« Bevat artikel 14, § 1, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het | « L'article 14, § 1er, de la loi du 26 mai 2002 concernant le droit à |
recht op maatschappelijke integratie een lacune die strijdig is met | l'intégration sociale contient-il une lacune contraire aux articles 10 |
art. 10 en 11 van de Grondwet, door het ontbreken van een categorie | et 11 de la Constitution du fait de l'absence d'une catégorie entre la |
tussen de categorie ' persoon die met één of meerdere personen | catégorie ' personne cohabitant avec une ou plusieurs personnes ' et |
samenwoont ' en de categorie ' alleenstaande persoon ' en tussen de | la catégorie ' personne isolée ' et entre les montants correspondants, |
daarmee overeenstemmende bedragen, zoals die naar analogie toegepast | tels qu'ils sont appliqués par analogie ou lorsque ceux-ci doivent |
worden of wanneer die moeten toegepast worden in het kader van de | |
organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor | être appliqués dans le cadre de la loi du 8 juillet 1976 organique des |
maatschappelijk welzijn, in een feitelijke situatie die voor de helft | centres publics d'action sociale, dans une situation de fait qui est |
die van een alleenstaande en voor de helft die van een samenwonende | pour moitié celle d'un isolé et pour moitié celle d'un cohabitant, et |
is, en dus in een ongelijke feitelijke situatie ten opzichte van | donc dans une situation de fait inégale par rapport aux personnes se |
personen in een feitelijke leefsituatie van ofwel die van een | trouvant de fait dans les conditions de vie soit d'un isolé soit d'un |
alleenstaande ofwel die van een samenwonende, terwijl deze persoon | cohabitant, alors que cette personne est néanmoins traitée de manière |
toch op gelijke wijze als deze van één van beide situaties wordt | égale par rapport aux personnes se trouvant dans une des deux |
behandeld en in één van beide categorieën moet worden ondergebracht en | situations et qu'elle doit être rangée dans une des deux catégories et |
het dienovereenkomstig bedrag moet ontvangen ? | recevoir le montant correspondant ? |
Is de ontstentenis - in art. 14, § 1, van de wet van 26 mei 2002 | L'absence - dans l'article 14, § 1er, de la loi du 26 mai 2002 |
betreffende het recht op maatschappelijke integratie - van een | concernant le droit à l'intégration sociale - d'une catégorie de |
categorie gerechtigden op leefloon, die de situatie benadert tussen | bénéficiaires du revenu d'intégration qui appréhende la situation |
deze van een ' persoon die met één of meerdere personen samenwoont ' | intermédiaire entre celle d'une ' personne cohabitant avec une ou |
en deze van een ' alleenstaande persoon ', een schending van art. 10 | plusieurs personnes ' et celle d'une ' personne isolée ' viole-t-elle |
en 11 van de Grondwet ? ». | les articles 10 et 11 de la Constitution ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1. De prejudiciële vragen hebben betrekking op artikel 14, § 1, van | B.1. Les questions préjudicielles portent sur l'article 14, § 1er, de |
de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke | la loi du 26 mai 2002 concernant le droit à l'intégration sociale, qui |
integratie, dat bepaalt : | dispose : |
« Het leefloon bedraagt : | « Le revenu d'intégration s'élève à : |
1° 4 955,60 EUR voor elke persoon die met één of meerdere personen | 1° 4 955,60 EUR pour toute personne cohabitant avec une ou plusieurs |
samenwoont. | personnes. |
Onder samenwoning wordt verstaan het onder hetzelfde dak wonen van | Il faut entendre par cohabitation le fait que des personnes vivent |
personen die hun huishoudelijke aangelegenheden hoofdzakelijk | sous le même toit et règlent principalement en commun leurs questions |
gemeenschappelijk regelen. | ménagères. |
2° 7 433,40 EUR voor een alleenstaande persoon en voor een dakloze die | 2° 7 433,40 EUR pour une personne isolée ainsi que pour toute personne |
recht heeft op een in de artikelen 11, §§ 1 en 3, en 13, § 2, bedoeld | sans abri qui bénéficie d'un projet individualisé d'intégration |
geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie. | sociale visé à l'article 11, §§ 1er et 3 ainsi qu'à l'article 13, § 2. |
3° 9 911,21 EUR voor een persoon die samenwoont met een gezin te zijnen laste. Dit recht wordt geopend van zodra er ten minste één minderjarig ongehuwd kind aanwezig is. Het dekt meteen het recht van de eventuele echtgeno(o)t(e) of levenspartner. Onder gezin ten laste wordt verstaan, de echtgenoot, de levenspartner, het ongehuwd minderjarig kind of meerdere kinderen onder wie minstens één ongehuwd minderjarig kind. De levenspartner is de persoon met wie de aanvrager een feitelijk gezin vormt. De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, in welke mate de echtgenoot of de levenspartner de in | 3° 9 911,21 EUR pour une personne vivant avec une famille à sa charge. Ce droit s'ouvre dès qu'il y a présence d'au moins un enfant mineur non marié. Il couvre également le droit de l'éventuel conjoint ou partenaire de vie. Par famille à charge, on entend le conjoint, le partenaire de vie, l'enfant mineur non marié ou plusieurs enfants parmi lesquels au moins un enfant mineur non marié. Par partenaire de vie, on entend la personne avec qui le demandeur constitue un ménage de fait. Le Roi détermine, par arrêté délibéré en Conseil des ministres, dans quelle mesure le conjoint ou le partenaire de vie doit répondre aux |
artikel 3 bedoelde voorwaarden moet vervullen ». | conditions d'octroi visées à l'article 3 ». |
B.2.1. De verwijzende rechter vraagt of de in het geding zijnde | B.2.1. Le juge a quo demande si la disposition en cause viole les |
bepaling strijdig is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in | articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'elle ne prévoit pas, |
zoverre zij, tussen de categorie « persoon die met één of meerdere | entre la catégorie « personne cohabitant avec une ou plusieurs |
personen samenwoont » en de categorie « alleenstaande persoon », niet | personnes » et la catégorie « personne isolée », une catégorie de |
voorziet in een categorie van rechthebbenden op een leefloon, van wie | bénéficiaires du revenu d'intégration dont la situation de fait est |
de feitelijke situatie voor de helft die van een alleenstaande en voor | pour moitié celle d'une personne isolée et pour moitié celle d'une |
de helft die van een samenwonende is (eerste prejudiciële vraag), of | personne cohabitante (première question préjudicielle) ou une |
in een categorie die zulk een situatie benadert (tweede prejudiciële | catégorie qui se rapproche d'une telle situation (seconde question |
vraag). | préjudicielle). |
B.2.2. Het Hof onderzoekt beide prejudiciële vragen samen. | B.2.2. La Cour examine les deux questions préjudicielles ensemble. |
B.2.3. Uit de motieven van de verwijzingsbeslissing blijkt dat de | B.2.3. Il ressort des motifs de la décision de renvoi que le juge a |
verwijzende rechter van mening is dat de eisende partij zich in een | quo estime que la partie demanderesse se trouvait dans une situation |
feitelijke situatie bevond die deels die van een samenwonende persoon, | de fait qui est partiellement celle d'une personne cohabitante et |
deels die van een alleenstaande persoon is wegens feitelijke elementen | partiellement celle d'une personne isolée, en raison d'éléments de |
die de relatie tussen twee personen betreffen en die het mogelijk | fait qui concernent la relation entre deux personnes et permettent de |
maken deels te besluiten tot een samenwoning en deels tot een | conclure pour partie à une cohabitation et pour partie à une |
niet-samenwoning. | non-cohabitation. |
B.3. Bij zijn arrest nr. 176/2011 van 10 november 2011, waaraan zowel | B.3. Par son arrêt n° 176/2011 du 10 novembre 2011, évoqué tant par le |
de verwijzende rechter als de Ministerraad refereren, heeft het Hof geoordeeld : | juge a quo que par le Conseil des ministres, la Cour a jugé : |
« B.1. De prejudiciële vragen hebben betrekking op artikel 14, § 1, | « B.1. Les questions préjudicielles concernent l'article 14, § 1er, |
1°, tweede lid, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op | 1°, alinéa 2, de la loi du 26 mai 2002 concernant le droit à |
maatschappelijke integratie. Het voormelde artikel 14, § 1, stelt het | l'intégration sociale. L'article 14, § 1er, précité fixe le montant du |
bedrag van het leefloon vast. Dat bedrag varieert volgens de | revenu d'intégration. Ce montant varie selon la situation personnelle |
persoonlijke situatie van de rechthebbende. Het bedraagt 8 800 euro op | du bénéficiaire. Il est de 8 800 euros sur une base annuelle pour une |
jaarbasis voor een persoon die samenwoont met een gezin te zijnen | personne vivant avec une famille à sa charge, de 6 600 euros pour une |
laste, 6 600 euro voor een alleenstaande persoon en 4 400 euro voor | personne isolée et de 4 400 euros pour une ' personne cohabitant avec |
een ' persoon die met één of meerdere personen samenwoont '. Het recht | une ou plusieurs personnes '. Le droit au revenu d'intégration est |
op het leefloon is geïndividualiseerd, zodat niet is voorzien in een | individualisé, de sorte qu'il n'est pas prévu de montant pour un |
bedrag voor een paar. In voorkomend geval, wanneer twee personen een | couple. Le cas échéant, si deux personnes formant un ménage satisfont |
huishouden vormen en voldoen aan de voorwaarden om recht te hebben op | aux conditions pour être bénéficiaires du revenu d'intégration, elles |
het leefloon, verkrijgen zij beiden een bedrag van 4 400 euro. | obtiennent chacune un montant de 4 400 euros. |
De in het geding zijnde bepaling preciseert het begrip ' samenwoning ' : | La disposition en cause précise la notion de ' cohabitation ' : |
' Onder samenwoning wordt verstaan het onder hetzelfde dak wonen van | ' Il faut entendre par cohabitation le fait que des personnes vivent |
personen die hun huishoudelijke aangelegenheden hoofdzakelijk | sous le même toit et règlent principalement en commun leurs questions |
gemeenschappelijk regelen '. | ménagères '. |
B.2.1. Avant son abrogation par l'article 54 de la loi du 26 mai 2002, | |
B.2.1. Artikel 2 van de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het | l'article 2 de la loi du 7 août 1974 instituant le droit à un minimum |
recht op een bestaansminimum onderscheidde, vóór het werd opgeheven | |
bij artikel 54 van de wet van 26 mei 2002, vier categorieën van | de moyens d'existence distinguait quatre catégories de bénéficiaires : |
gerechtigden : ' samenwonende echtgenoten ', ' een persoon die enkel | ' les conjoints vivant sous le même toit ', ' une personne qui |
samenwoont met hetzij een minderjarig ongehuwd kind te zijnen laste, | cohabite uniquement soit avec un enfant mineur non marié qui est à sa |
hetzij meerdere kinderen, onder wie minstens één ongehuwd minderjarig | charge, soit avec plusieurs enfants, parmi lesquels au moins un enfant |
kind te zijnen laste ', ' een alleenstaand persoon ' en ' elke andere | mineur non marié qui est à sa charge ', ' une personne isolée ' et ' |
persoon die met één of meerdere personen samenwoont, onverschillig of | toute autre personne cohabitant avec une ou plusieurs personnes, peu |
zij al dan niet bloed- of aanverwant zijn '. Die bepaling liet, in | importe qu'il s'agisse ou non de parents ou d'alliés '. Cette |
tegenstelling tot de in het geding zijnde bepaling, na het begrip ' | disposition négligeait, contrairement à la disposition en cause, de |
samenwoning ' nader te omschrijven. Het kwam bijgevolg aan de hoven en | définir plus précisément la notion de ' cohabitation '. Par |
rechtbanken toe te bepalen of er sprake was van ' samenwonende | conséquent, il revenait aux cours et tribunaux de déterminer s'il |
echtgenoten ' of van een ' persoon die met één of meerdere personen | était question de ' conjoints vivant sous le même toit ' ou d'une ' |
samenwoont '. | personne cohabitant avec une ou plusieurs personnes '. |
B.2.2. Uit de parlementaire voorbereiding van de wet van 26 mei 2002 | B.2.2. Il ressort des travaux préparatoires de la loi du 26 mai 2002 |
blijkt dat de wetgever zich deze rechtspraak heeft willen eigen maken. | que le législateur a souhaité s'approprier cette jurisprudence. |
Ondervraagd over de draagwijdte van het begrip samenwoning, heeft de | Interrogé sur la portée de la notion de ' cohabitation ', le ministre |
minister het volgende verklaard : | a déclaré ce qui suit : |
' De definitie van " samenwonende " in artikel 14, § 1, 1° van het | ' La définition de la notion de " cohabitant ", telle qu'elle figure à |
ontwerp stemt overeen met de interpretatie van het Hof van Cassatie. | l'article 14, § 1er, 1°, du projet, correspond à l'interprétation de |
Het is belangrijk hier niet af te wijken daar deze interpretatie | la Cour de cassation. Il importe de ne pas déroger en l'occurrence à |
inmiddels bevestigd werd door de arbeidsrechtbanken en -hoven, op | cette interprétation, qui a entre-temps été confirmée par les |
wiens vaste rechtspraak de OCMW's zich kunnen steunen bij het nemen | tribunaux et les cours du travail, sur la jurisprudence constante |
van hun beslissingen. | desquels les CPAS se fondent pour prendre leurs décisions. |
Deze definitie is overigens dezelfde als deze voorzien in art. 59 van | Cette définition est d'ailleurs identique à celle prévue à l'article |
het ministerieel besluit van 26.01.1991 houdende toepassingsregelen | 59 de l'arrêté ministériel du 26 janvier 1991 portant les règles |
van de werkloosheidsreglementering ' (Parl. St., Kamer, 2001-2002, DOC | d'application de la réglementation relative au chômage ' (Doc. parl., |
50-1603/004, pp. 55-56). | Chambre, 2001-2002, DOC 50-1603/004, pp. 55 et 56). |
In zijn advies bij het voorontwerp van wet dat tot de in het geding | Dans son avis sur l'avant-projet de loi qui a conduit à la disposition |
zijnde bepaling heeft geleid, overweegt de afdeling wetgeving van de | en cause, la section de législation du Conseil d'Etat a considéré que |
Raad van State dat de definitie van het begrip ' samenwonen ' in | la définition de la notion de ' cohabitation ', visée à l'article 14, |
artikel 14, § 1, 1°, tweede lid, van de wet van 26 mei 2002, | § 1er, 1°, alinéa 2, de la loi du 26 mai 2002, correspond à celle que |
overeenstemt met de gebruikelijke invulling ervan in het sociale | l'on donne d'ordinaire à la notion de cohabitation dans le droit de la |
zekerheidsrecht (Parl. St., Kamer, 2001-2002, DOC 50-1603/001, p. 82). | sécurité sociale (Doc. parl., Chambre, 2001-2002, DOC 50-1603/001, p. 82). |
B.2.3. In een arrest van 8 oktober 1984 heeft het Hof van Cassatie | B.2.3. Dans un arrêt du 8 octobre 1984, la Cour de cassation a jugé |
geoordeeld dat met de termen ' persoon die met één of meerdere | que par les termes ' personne cohabitant avec une ou plusieurs |
personen samenwoont ' in de zin van artikel 2 van de wet van 7 | personnes ' au sens de l'article 2 de la loi du 7 août 1974, il faut |
augustus 1974 wordt bedoeld een persoon die met een of meer personen | entendre une personne qui vit avec une ou plusieurs personnes, sous le |
onder hetzelfde dak samenleeft en met hen een gemeenschappelijke | même toit, en faisant ménage commun avec elles (Pas., 1985, I, p. |
huishouding heeft (Arr. Cass., 1984, p. 219). Volgens het Hof van Cassatie heeft het Arbeidshof wettig kunnen oordelen dat er sprake was van samenwoning wanneer de aanvrager - in vergelijking met een alleenstaande -, meer materiële voordelen genoot en minder financiële lasten droeg. Uit hetzelfde arrest blijkt dat er sprake kan zijn van samenwoning op grond van de materiële voordelen die een uitkeringsgerechtigde geniet door het feit dat hij met één of meer personen onder hetzelfde dak samenleeft, in casu doordat hij kosteloos mocht wonen en de maaltijden mocht gebruiken. Het is niet vereist dat de persoon met wie de aanvrager samenwoont over eigen inkomsten beschikt. | 188). La Cour de cassation a considéré que la Cour du travail avait légitimement pu estimer qu'il était question de cohabitation lorsque le demandeur, par comparaison avec une personne isolée, bénéficie de plus d'avantages matériels et supporte moins de charges financières. Il ressort du même arrêt qu'il peut être question de cohabitation en se basant sur les avantages matériels dont un allocataire social bénéficie en raison du fait qu'il cohabite avec une ou plusieurs personnes, en l'espèce en ce qu'il pouvait habiter gratuitement et prendre ses repas. Il n'est pas requis que la personne avec laquelle |
B.3. In de memorie van toelichting van de in het geding zijnde | le demandeur cohabite dispose de revenus propres. |
bepaling wordt aangegeven dat het bedrag van het leefloon toegekend | B.3. L'exposé des motifs de la disposition en cause indique que le |
aan de ' categorie " alleenstaande " [...] hoger [is] dan dat van de | taux du revenu d'intégration octroyé à la ' catégorie [isolé] est plus |
categorie " samenwonende ", rekening houdend met het feit dat de | élevé que [celui de] la catégorie cohabitant compte tenu du fait que |
alleenstaande alleen moet instaan voor de vaste kosten (woning, | l'isolé doit supporter seul certaines charges fixes (logement, |
meubilering,...) ' (Parl. St., Kamer, 2001-2002, DOC 50-1603/001, p. | ameublement,...) ' (Doc. parl., Chambre, 2001-2002, DOC 50-1603/001, |
20). De minister voegde eraan toe dat ' wie echt alleen woont, [...] | p. 20). Le ministre ajouta qu'' une personne vraiment isolée doit |
immers zwaardere lasten [draagt] dan wie de lasten met een ander kan | supporter des charges plus importantes qu'une personne qui peut |
delen ' en dat ' om die reden [...] inzake samenwoning het individuele | partager ces charges avec quelqu'un ' et ' c'est pourquoi une |
recht [wordt] bijgestuurd ' (Parl. St., Kamer, 2001-2002, DOC | correction est apportée au droit individuel en cas de cohabitation ' |
50-1603/004, p. 54). Hieruit kan worden afgeleid dat het lagere bedrag | (Doc. parl., Chambre, 2001-2002, DOC 50-1603/004, p. 54). Il peut en |
van het tarief ' samenwonende ' ten opzichte van het tarief ' | être déduit que le montant moindre du taux cohabitant par rapport au |
alleenstaande ' is verantwoord door de overweging dat de | taux isolé est justifié par la considération que l'allocataire social |
uitkeringsgerechtigde uit de samenwoning een economisch-financieel | tire un avantage économico-financier de la cohabitation, du fait qu'il |
voordeel haalt, doordat hij minder financiële lasten van het | doit supporter moins de charges financières relatives au ménage, soit |
huishouden moet dragen, hetzij doordat hij bepaalde kosten kan delen, | parce qu'il peut partager certains frais, soit parce qu'il bénéficie |
hetzij doordat hij bepaalde materiële voordelen geniet. | de certains avantages matériels. |
B.4. Bij de toekenning van het leefloon primeert de feitelijke | B.4. En matière d'octroi du revenu d'intégration, c'est la situation |
situatie van de aanvrager (Parl. St., Kamer, 2001-2002, DOC | de fait du demandeur qui prime (Doc. parl., Chambre, 2001-2002, DOC |
50-1603/004, p. 55). De ontstentenis van inkomsten van de aanvrager | 50-1603/004, p. 55). L'absence de ressources du demandeur du revenu |
van het leefloon en, in voorkomend geval, de vermogenstoestand van de | d'intégration et, le cas échéant, la situation patrimoniale de la |
persoon met wie hij onder één dak woont, moeten op individuele wijze | personne avec laquelle il vit sous le même toit doivent être |
worden vastgesteld door het sociaal onderzoek dat door de bevoegde | constatées de manière individuelle par l'enquête sociale que doivent |
diensten van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn moet | effectuer les services compétents du centre public d'action sociale |
worden gevoerd met toepassing van artikel 19 van de wet van 26 mei | par application de l'article 19 de la loi du 26 mai 2002. Sur la base |
2002. Op basis van dat onderzoek en van de vaststelling of de | de cette enquête et du constat selon lequel le demandeur du revenu |
aanvrager van het leefloon uit de samenwoning een | d'intégration tire un avantage économico-financier de la cohabitation, |
economisch-financieel voordeel haalt, beslist het OCMW om een leefloon | le CPAS décide d'octroyer un revenu d'intégration d'isolé ou de |
van alleenstaande, dan wel van samenwonende toe te kennen. Bij | cohabitant. En cas de litige, l'affaire peut être soumise aux |
betwisting kan de zaak worden voorgelegd aan de arbeidsgerechten ». | juridictions du travail ». |
B.4. Bij de wet van 26 mei 2002 wil de wetgever onder bepaalde | B.4. Par la loi du 26 mai 2002, le législateur entend accorder, sous |
voorwaarden een leefloon toekennen aan personen die niet over | certaines conditions, un revenu d'intégration à des personnes ne |
voldoende middelen beschikken, teneinde hen in staat te stellen een | disposant pas de ressources suffisantes, pour leur permettre de mener |
menswaardig leven te leiden. | une vie conforme à la dignité humaine. |
B.5. Het forfaitaire karakter van het leefloon en het grote aantal | B.5. Le caractère forfaitaire du revenu d'intégration et la |
individuele situaties van de rechthebbenden verklaren waarom de | multiplicité des situations individuelles des bénéficiaires expliquent |
wetgever gebruik maakt van categorieën die de verscheidenheid aan | que le législateur recoure à des catégories qui, forcément, ne |
situaties noodzakelijkerwijs slechts met een zekere graad van | traduisent la diversité des situations qu'avec un certain degré |
benadering opvangen. Wanneer de wetgever de categorieën van | d'approximation. Néanmoins, lorsqu'il établit les catégories de |
rechthebbenden op het leefloon vaststelt volgens hun situatie, zou | bénéficiaires du revenu d'intégration en fonction de leur situation, |
hij, zonder de artikelen 10 en 11 van de Grondwet te schenden, | le législateur ne pourrait, sans violer les articles 10 et 11 de la |
niettemin geen criteria van onderscheid mogen hanteren die irrelevant | Constitution, adopter des critères de distinction qui se révéleraient |
zouden blijken te zijn. | dépourvus de pertinence. |
B.6. De in het geding zijnde bepaling voorziet in drie categorieën van | B.6. La disposition en cause prévoit trois catégories de bénéficiaires |
rechthebbenden op een leefloon, waarvan te dezen enkel de eerste twee | du revenu d'intégration, dont les deux premières sont les seules à |
in aanmerking dienen te worden genomen, namelijk de samenwonenden en | devoir être prises en considération en l'espèce, à savoir les |
de alleenstaanden. | cohabitants et les isolés. |
De samenwonenden, bedoeld in artikel 14, § 1, 1°, van de wet van 26 | Les cohabitants, au sens de l'article 14, § 1er, 1°, de la loi du 26 |
mei 2002, zijn de personen die « onder hetzelfde dak wonen [en] hun | mai 2002, sont les personnes qui « vivent sous le même toit et règlent |
huishoudelijke aangelegenheden hoofdzakelijk gemeenschappelijk regelen ». | principalement en commun leurs questions ménagères ». |
Zoals het Hof bij zijn voormeld arrest nr. 176/2011 heeft geoordeeld, | Comme l'a jugé la Cour par son arrêt n° 176/2011 précité, la notion de |
vereist het begrip « samenwoning » bedoeld in artikel 14, § 1, 1°, van | « cohabitation » visée à l'article 14, § 1er, 1°, de la loi du 26 mai |
de wet van 26 mei 2002 dat de aanvrager van een leefloon uit het onder | 2002 exige que le fait de vivre sous le même toit que l'autre personne |
één dak wonen met de andere persoon een economisch-financieel voordeel | procure au demandeur du revenu d'intégration un avantage |
haalt. Dit laatste kan erin bestaan dat de samenwonende over inkomsten | économico-financier. Ce dernier peut consister en ce que le cohabitant |
beschikt, die hem toelaten bepaalde kosten te delen, maar ook dat de | dispose de revenus lui permettant ainsi de partager certains frais |
aanvrager door de samenwoning bepaalde materiële voordelen kan | mais également en ce que le demandeur peut bénéficier de certains |
genieten waardoor hij minder uitgaven heeft. | avantages matériels en raison de la cohabitation et a de ce fait moins |
Daaruit volgt dat de in de prejudiciële vragen beoogde situatie die | de dépenses. Il s'ensuit que la situation soumise au juge a quo et envisagée par |
aan de verwijzende rechter is voorgelegd, zoals ze is gepreciseerd in | les questions préjudicielles, telle qu'elle a été précisée en B.2.3, |
B.2.3, enkel in artikel 14, § 1, 1°, van de wet van 26 mei 2002 wordt | n'est visée par l'article 14, § 1er, 1°, de la loi du 26 mai 2002 que |
beoogd indien de eisende partij onder hetzelfde dak leeft als de | si la partie demanderesse vit sous le même toit que l'autre personne |
andere persoon en vanwege de samenwoning een economisch-financieel | et peut bénéficier d'un avantage économico-financier en raison de la |
voordeel kan genieten, doordat zij minder uitgaven heeft. | cohabitation, parce qu'elle a moins de dépenses. |
B.7. Aangezien artikel 14, § 1, 1°, van de wet van 26 mei 2002 moet | B.7. Etant donné que l'article 14, § 1er, 1°, de la loi du 26 mai 2002 |
worden geïnterpreteerd zoals aangegeven in B.6, kan de keuze van de | doit être interprété comme il est indiqué en B.6, le choix du |
wetgever om in een tarief « samenwonende » te voorzien dat lager is | législateur de prévoir un taux « cohabitant » moins élevé que le taux |
dan het tarief « alleenstaande », redelijkerwijze - zoals het Hof | « isolé » peut être raisonnablement justifié, comme la Cour l'a jugé |
heeft geoordeeld bij zijn arrest nr. 176/2011 - worden verantwoord | par son arrêt n° 176/2011, par la considération que l'allocataire |
door de overweging dat de uitkeringsgerechtigde uit de samenwoning een | social retire un avantage économico-financier de la cohabitation, du |
economisch-financieel voordeel haalt, doordat hij minder financiële | fait qu'il doit supporter moins de charges financières relatives au |
lasten van het huishouden moet dragen, hetzij doordat hij bepaalde | ménage, soit parce qu'il peut partager certains frais, soit parce |
kosten kan delen, hetzij doordat hij bepaalde materiële voordelen | qu'il bénéficie de certains avantages matériels. La Cour a également |
geniet. Het Hof heeft tevens erop gewezen dat bij de toekenning van | souligné qu'en matière d'octroi du revenu d'intégration, c'est la |
het leefloon de feitelijke situatie van de aanvrager primeert en dat | situation de fait du demandeur qui prime et que le CPAS décide |
het OCMW op basis van het onderzoek van zijn diensten en van de | d'octroyer un revenu d'intégration de cohabitant ou d'isolé sur la |
vaststelling of de aanvrager van het leefloon uit de samenwoning een economisch-financieel voordeel haalt, beslist om een leefloon van alleenstaande, dan wel van samenwonende toe te kennen. Bijgevolg kan de wetgever niet worden verweten dat hij niet in een afzonderlijke categorie van rechthebbenden op een leefloon heeft voorzien ten aanzien van de personen wier feitelijke situatie tussen die van een samenwonende en van een alleenstaande is gesitueerd. Die personen kunnen immers, gelet op hun concrete feitelijke situatie, ofwel als samenwonende ofwel als alleenstaande worden beschouwd, op grond van de criteria die in het voormelde arrest nr. 176/2011 zijn aangegeven. | base de l'enquête effectuée par ses services et du constat que le demandeur du revenu d'intégration retire ou non un avantage économico-financier de la cohabitation. Il ne peut dès lors être reproché au législateur de ne pas avoir prévu une catégorie distincte de bénéficiaires du revenu d'intégration pour les personnes dont la situation de fait se situe entre celle d'un cohabitant et celle d'un isolé. En effet, compte tenu de leur situation de fait concrète, ces personnes peuvent être considérées soit comme des cohabitants, soit comme des isolés, sur la base des critères indiqués dans l'arrêt précité n° 176/2011. |
B.8. Rekening houdend met wat is vermeld in B.6, dienen de | B.8. Compte tenu de ce qui est dit en B.6, les questions |
prejudiciële vragen ontkennend te worden beantwoord. | préjudicielles appellent une réponse négative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
Rekening houdend met wat is vermeld in B.6, schendt artikel 14, § 1, | Compte tenu de ce qui est dit en B.6, l'article 14, § 1er, de la loi |
van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke | du 26 mai 2002 concernant le droit à l'intégration sociale ne viole |
integratie de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. | pas les articles 10 et 11 de la Constitution. |
Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel | Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, |
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
op 3 december 2015. | la Cour constitutionnelle, le 3 décembre 2015. |
De griffier, | Le greffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |
De voorzitter, | Le président, |
A. Alen | A. Alen |