← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 164/2015 van 19 november 2015 Rolnummer : 6109 In zake :
het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 38, 1°, van de wet van 10 april 2014 tot wijziging
van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek me Het Grondwettelijk Hof, samengesteld
uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters (...)"
Uittreksel uit arrest nr. 164/2015 van 19 november 2015 Rolnummer : 6109 In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 38, 1°, van de wet van 10 april 2014 tot wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek me Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters (...) | Extrait de l'arrêt n° 164/2015 du 19 novembre 2015 Numéro du rôle : 6109 En cause : le recours en annulation partielle de l'article 38, 1°, de la loi du 10 avril 2014 modifiant certaines dispositions du Code judiciaire en vue d'instaurer une La Cour constitutionnelle, composée des présidents J. Spreutels et A. Alen, et des juges J.-P. S(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 164/2015 van 19 november 2015 | Extrait de l'arrêt n° 164/2015 du 19 novembre 2015 |
Rolnummer : 6109 | Numéro du rôle : 6109 |
In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 38, | En cause : le recours en annulation partielle de l'article 38, 1°, de |
1°, van de wet van 10 april 2014 tot wijziging van sommige bepalingen | la loi du 10 avril 2014 modifiant certaines dispositions du Code |
van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op het invoeren van een | |
nieuwe geldelijke loopbaan voor het gerechtspersoneel en van een | judiciaire en vue d'instaurer une nouvelle carrière pécuniaire pour le |
mandatensysteem voor de hoofdgriffiers en de hoofdsecretarissen, | personnel judiciaire ainsi qu'un système de mandats pour les greffiers |
ingesteld door Valérie Bonaventure en anderen. | en chef et les secrétaires en chef, introduit par Valérie Bonaventure et autres. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de | composée des présidents J. Spreutels et A. Alen, et des juges J.-P. |
rechters J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. | Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul et R. Leysen, |
Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder | assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président J. |
voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, | Spreutels, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging | I. Objet du recours et procédure |
Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 3 december | Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 3 |
2014 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 4 | décembre 2014 et parvenue au greffe le 4 décembre 2014, un recours en |
december 2014, is beroep tot gedeeltelijke vernietiging ingesteld van | |
artikel 38, 1° (opheffing van artikel 171 van de wet van 25 april | annulation partielle de l'article 38, 1° (abrogation de l'article 171 |
2007) van de wet van 10 april 2014 tot wijziging van sommige | de la loi du 25 avril 2007) de la loi du 10 avril 2014 modifiant |
bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op het invoeren | certaines dispositions du Code judiciaire en vue d'instaurer une |
van een nieuwe geldelijke loopbaan voor het gerechtspersoneel en van | nouvelle carrière pécuniaire pour le personnel judiciaire ainsi qu'un |
een mandatensysteem voor de hoofdgriffiers en de hoofdsecretarissen | système de mandats pour les greffiers en chef et les secrétaires en |
(bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 10 juni 2014) door | chef (publiée au Moniteur belge du 10 juin 2014) a été introduit par |
Valérie Bonaventure, Alain Brouillard, Marie Maillard, Stefan De | Valérie Bonaventure, Alain Brouillard, Marie Maillard, Stefan De |
Wilde, Dominiek Huys en Hans Giraldo. | Wilde, Dominiek Huys et Hans Giraldo. |
(...) | (...) |
II. In rechte | II. En droit |
(...) | (...) |
Ten aanzien van de bestreden bepaling en de context ervan | Quant à la disposition attaquée et à son contexte |
B.1.1. Artikel 38, 1°, van de wet van 10 april 2014 « tot wijziging | B.1.1. L'article 38, 1°, de la loi du 10 avril 2014 « modifiant |
van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek met het oog op het | certaines dispositions du Code judiciaire en vue d'instaurer une |
invoeren van een nieuwe geldelijke loopbaan voor het gerechtspersoneel | nouvelle carrière pécuniaire pour le personnel judiciaire ainsi qu'un |
en van een mandatensysteem voor de hoofdgriffiers en de | système de mandats pour les greffiers en chef et les secrétaires en |
hoofdsecretarissen » bepaalt : | chef » dispose : |
« In de wet van 25 april 2007 tot wijziging van het Gerechtelijk | « Dans la loi du 25 avril 2007 modifiant le Code judiciaire, notamment |
Wetboek inzonderheid met betrekking tot bepalingen inzake het | |
gerechtspersoneel van het niveau A, de griffiers en de secretarissen | les dispositions relatives au personnel judiciaire de niveau A, aux |
en inzake de rechterlijke organisatie, worden de volgende artikelen | greffiers et aux secrétaires ainsi que les dispositions relatives à |
opgeheven : | l'organisation judiciaire, sont abrogés : |
1° de artikelen 170 en 171 ». | 1° les articles 170 et 171 ». |
Het beroep is gericht tegen het voormelde artikel in zoverre die | Le recours est dirigé contre l'article 38, 1°, précité en ce qu'il |
bepaling het voormelde artikel 171 opheft. | abroge l'article 171 précité. |
B.1.2. Vóór de opheffing ervan bij de bestreden bepaling luidde | B.1.2. Avant son abrogation par la disposition attaquée, l'article 171 |
artikel 171 van de wet van 25 april 2007 tot « wijziging van het | de la loi du 25 avril 2007 « modifiant le Code judiciaire, notamment |
Gerechtelijk Wetboek inzonderheid met betrekking tot bepalingen inzake | les dispositions relatives au personnel judiciaire de niveau A, aux |
het gerechtspersoneel van het niveau A, de griffiers en de | greffiers et aux secrétaires ainsi que les dispositions relatives à |
secretarissen en inzake de rechterlijke organisatie » : | l'organisation judiciaire » disposait : |
« Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het tweede lid, | « Sans préjudice des dispositions de l'alinéa 2, le premier attaché, |
behouden de eerste attaché, de attaché-hoofd van dienst en de | l'attaché-chef de service et le directeur du Service de la |
directeur in de dienst documentatie en overeenstemming der teksten bij | documentation et de la concordance des textes auprès de la Cour de |
het Hof van Cassatie het voordeel van hun weddenschaal in uitdoving en | cassation conservent le bénéfice de leur échelle de traitement en |
behouden hun graad ten persoonlijken titel. | extinction ainsi que leur grade à titre personnel. |
De attachés, in dienst op het moment van de inwerkingtreding van deze | Les attachés en fonction au moment de l'entrée en vigueur de la |
wet, die bij hun beoordeling bedoeld in artikel 287quater van het | présente loi et ayant obtenu la mention ' très bon ' à leur évaluation |
Gerechtelijk Wetboek, de vermelding ' zeer goed ' hebben gekregen, | visée à l'article 287quater du Code judiciaire, peuvent être promus |
kunnen door de minister van Justitie worden bevorderd tot de | par le ministre de la Justice aux grades successifs de premier attaché |
opeenvolgende graden van eerste attaché, na minstens negen jaar | après au moins neuf années de service, d'attaché-chef de service après |
dienst, van attaché-hoofd van dienst, na minstens achttien jaar | au moins dix-huit années de service et de directeur après au moins |
dienst, en van directeur, na minstens vierentwintig jaar dienst ». | vingt-quatre années de service ». |
B.2.1. In de memorie van toelichting van de bestreden wet wordt | B.2.1. L'exposé des motifs de la loi attaquée indique : |
vermeld : « Via dit ontwerp wenst de regering een nieuwe geldelijke loopbaan | « Par le présent projet, le gouvernement souhaite mettre en place une |
voor het gerechtspersoneel, naar het voorbeeld van de geldelijke | nouvelle carrière pécuniaire pour le personnel judiciaire, à l'instar |
loopbaan voor de personeelsleden van het federaal openbaar ambt, in te | de celle instaurée pour le personnel de la fonction publique fédérale, |
stellen en op die manier het door de wetten van 10 juni 2006 [tot | et de conserver ainsi le parallélisme concrétisé par les lois des 10 |
herziening van de loopbanen en de bezoldiging van het personeel van de | juin 2006 [portant réforme des carrières et de la rémunération du |
griffies en de parketsecretariaten] en 25 april 2007 [tot wijziging | personnel des greffes et des secrétariats des parquets] et 25 avril |
van het Gerechtelijk Wetboek inzonderheid met betrekking tot | 2007 [modifiant le Code judiciaire, notamment les dispositions |
bepalingen inzake het gerechtspersoneel van het niveau A, de griffiers | relatives au personnel judiciaire de niveau A, aux greffiers et aux |
en de secretarissen en inzake de rechterlijke organisatie] tot stand | secrétaires ainsi que les dispositions relatives à l'organisation |
gebrachte parallellisme te handhaven. | judiciaire]. |
Het ontwerp van wet gaat op die manier over tot de kanteling van het | Le projet de loi procède ainsi au basculement du système des carrières |
loopbaanstelsel naar een nieuw stelsel waarin de evolutie van de | dans un nouveau système qui lie étroitement l'évolution de la carrière |
geldelijke loopbaan nauw verbonden is aan het evaluatieproces, en er | pécuniaire au processus d'évaluation et donc à la prise en compte des |
dus rekening wordt gehouden met de prestaties van de personeelsleden. | prestations des membres du personnel. La nouvelle carrière modifie |
De nieuwe loopbaan wijzigt fundamenteel de basisprincipes van het | fondamentalement les principes de base de la politique de carrière. |
loopbaanbeleid. Tot nog toe maakten de personeelsleden vooruitgang in | Jusqu'à présent, les membres du personnel progressaient dans leur |
hun loopbaan op grond van een bepaald aantal gewerkte jaren en het | carrière sur la base d'un certain nombre d'années de travail et sur la |
slagen voor de test verbonden aan de gecertificeerde opleidingen die | base de la réussite au test lié aux formations certifiées qu'ils |
zij volgden. In het nieuwe systeem zullen medewerkers veeleer | suivaient. Dans le nouveau système, ils seront davantage rémunérés sur |
bezoldigd worden op grond van hun inzet en het behalen van opgelegde | la base de leurs efforts et en fonction de l'atteinte d'objectifs qui |
doelstellingen » (Parl. St., Kamer, 2013-2014, DOC 53-3404/001, p. 4). | leur auront été fixés » (Doc. parl., Chambre, 2013-2014, DOC 53-3404/001, p. 4). |
B.2.2. De wetgever heeft in een « nieuwe oude loopbaan » voorzien « | B.2.2. Le législateur a prévu une « nouvelle ancienne carrière » « qui |
die van toepassing wordt op al wie voor 1 juli 2014 in dienst is en | s'appliquera à tous ceux qui sont en service avant le 1er juillet 2014 |
niet van niveau, klasse of statuut verandert » (ibid., p. 5) : | et qui ne changent pas de niveau, de classe ou de statut » (ibid., p. |
« Op 1 juli 2014 behoudt elk personeelslid de weddeschaal waarin het | 5) : « Au 1er juillet 2014, chaque membre du personnel garde l'échelle de |
op 30 juni 2014 bezoldigd werd en gaat het dus niet over naar de | traitement dans laquelle il était rémunéré au 30 juin 2014 et ne |
bascule donc pas dans la nouvelle carrière pécuniaire telle que | |
nieuwe geldelijke loopbaan zoals beschreven in punt B. hieronder. Wie | décrite dans le point B. ci-dessous. Il conserve également, s'il a |
slaagde voor een gecertificeerde opleiding behoudt eveneens de premie | réussi une formation certifiée, sa prime de développement des |
voor competentieontwikkeling tot het einde van de geldigheidsduur. | compétences jusqu'à la fin de la durée de validité. |
Wie op basis van het oude systeem een bevordering naar een hogere | A la fin de la durée de validité de cette formation certifiée, si sur |
weddeschaal zou hebben gekregen, geniet op het einde van de | la base de l'ancien système il obtenait la promotion barémique vers |
geldigheidsduur van de gecertificeerde opleiding eveneens die | une échelle de traitement barémique supérieure, il bénéficie également |
bevordering in weddeschaal. Er wordt ook voorzien in die regel voor de | de cette promotion barémique. La même règle est prévue pour le A11 qui |
A11 die A12 wordt zodra hij 6 jaar dienstanciënniteit in de | devient A12 dès qu'il compte une ancienneté de service de 6 ans dans |
weddeschaal A11 telt. | l'échelle de traitement A11. |
Voor de personeelsleden van wie de geldigheidsduur verstrijkt vóór 1 | Pour les membres du personnel dont la durée de validité expire avant |
januari 2017, maar die geen bevordering in weddeschaal kunnen krijgen, | le 1er janvier 2017, mais qui ne peuvent pas obtenir de promotion |
wordt de premie voor competentieontwikkeling verder betaald tot 31 december 2016. | barémique, la prime de développement des compétences continue d'être payée jusqu'au 31 décembre 2016. |
Behalve de hierboven vermelde hypothese, gaat het personeelslid, in | A l'exception de l'hypothèse citée plus haut, le membre du personnel |
het nieuwe systeem, niet meer over naar een hogere weddeschaal. In | ne passe plus, dans le nouveau système, à une échelle de traitement |
plaats daarvan worden er bonificaties toegekend. De eerste bonificatie | supérieure. En lieu et place, des bonifications sont accordées. La |
wordt toegekend na 3 evaluaties met de vermelding ' voldoet aan de | première bonification interviendra après 3 évaluations ' répond aux |
verwachtingen ' of na 2 opeenvolgende evaluaties met de vermelding ' | attentes ' ou 2 évaluations consécutives ' exceptionnel ', et pour |
uitzonderlijk ', voor zover het personeelslid sinds 1 juli 2014 een | autant que l'agent compte depuis le 1er juillet 2014 une ancienneté |
geldelijke anciënniteit van 2 en een half jaar of anderhalf jaar | pécuniaire de 2 ans et demi ou de 1 an et demi. Concrètement, un |
heeft. Concreet betekent dat dat het de eerste bonificatie kan krijgen | membre du personnel pourra obtenir la première bonification au 1er |
op 1 januari 2016 (bij 2 vermeldingen ' uitzonderlijk ') of op 1 | janvier 2016 (si 2 mentions ' exceptionnel ') ou au 1er janvier 2017 |
januari 2017 (bij 3 vermeldingen ' voldoet aan de verwachtingen '). | (si 3 mentions ' répond aux attentes '). L'attribution des mentions ' |
Door een vermelding ' te verbeteren ' of ' onvoldoende ' wordt de | à améliorer ' ou ' insuffisant ' aura pour effet de retarder l'octroi |
toekenning van de bonificatie vertraagd » (ibid., pp. 5 en 6). | de la bonification » (ibid., pp. 5 et 6). |
B.2.3. Artikel 38 van de bestreden wet « heft sommige bepalingen van | B.2.3. L'article 38 de la loi attaquée « abroge certaines dispositions |
de wet van 25 april 2007 op die niet langer gegrond zijn, rekening | de la loi du 25 avril 2007 qui ne se justifient plus compte tenu des ' |
houdend met de ' nieuwe oude loopbanen ' die in hoofdstuk 5 inzake de | nouvelles anciennes carrières ' instaurées par le chapitre 5 consacré |
overgangsbepalingen zijn ingevoerd » (ibid., p. 20). | aux mesures transitoires » (ibid., p. 20). |
B.2.4. De commentaar bij de artikelen 45 en 46 van de wet vermeldt : | B.2.4. Le commentaire des articles 45 et 46 de la loi indique : |
« De ' nieuwe oude loopbanen ' worden niet langer georganiseerd | « Les ' nouvelles anciennes carrières ' ne sont plus organisées selon |
volgens weddeschalen. Met andere woorden : de personeelsleden zullen | des échelles de traitement. En d'autres termes, les membres du |
op 1 januari 2014 [lees : 1 juli 2014] hun oude weddeschaal (oude | personnel vont, au 1er juillet 2014, conserver leur ancienne échelle |
weddeschaal voortgekomen uit de vorige hervorming of een andere oude | de traitement (ancienne échelle de traitement issue de la précédente |
specifieke weddeschaal) behouden. Er is dus geen kanteling naar de | réforme ou autre ancienne échelle de traitement spécifique). Il n'y a |
weddeschalen van de nieuwe loopbanen. | donc pas de basculement dans les échelles de traitement des nouvelles |
carrières. Ces anciennes échelles de traitement sont regroupées dans deux annexes | |
Deze oude schalen worden in twee verschillende bijlagen bij het | distinctes jointes au projet de loi. La première regroupe les ' |
ontwerp van wet gevoegd. De eerste bijlage omvat de ' oude | anciennes échelles de traitement ' telles que définies aux articles |
weddeschalen ', zoals bepaald in de artikelen 370 en 372 van het | 370 et 372 du Code judiciaire et à l'annexe III de l'arrêté royal du |
Gerechtelijk Wetboek en in bijlage III van het koninklijk besluit van | |
10 november 2006 betreffende het statuut, de loopbaan en de | 10 novembre 2006 portant statut, carrière et statut pécuniaire du |
bezoldigingsregeling van het gerechtspersoneel, zoals zij van | personnel judiciaire, telles qu'applicables avant le 1er juillet 2014. |
toepassing zijn voor 1 juli 2014. De tweede bijlage omvat de ' oude | La deuxième annexe regroupe les ' anciennes échelles de traitement |
specifieke weddeschalen ', zoals bepaald in de artikelen 171, 174 tot | spécifiques ' telles que définies aux articles 171, 174 à 178 de la |
178 van de wet van 25 april 2007 tot wijziging van het Gerechtelijk | loi du 25 avril 2007 modifiant le Code judiciaire, notamment les |
Wetboek, inzonderheid de bepalingen inzake het gerechtspersoneel van | dispositions relatives au personnel judiciaire de niveau A, aux |
niveau A, de griffiers en de secretarissen en inzake de rechterlijke | greffiers et aux secrétaires ainsi que les dispositions relatives à |
organisatie, en in bijlagen IV, VI en VII van voornoemd koninklijk | l'organisation judiciaire, et dans les annexes IV, VI et VII de |
besluit van 10 november 2006, zoals zij van toepassing zijn voor 1 | l'arrêté royal du 10 novembre 2006 précité, telles qu'applicables |
juli 2014, alsook de weddeschalen bepaald in bijlage III van het | avant le 1er juillet 2014, ainsi que celles définies dans l'annexe III |
koninklijk besluit van 19 maart 1996 houdende vereenvoudiging van de | de l'arrêté royal du 19 mars 1996 portant simplification de la |
loopbaan en vaststelling van de bezoldigingsregeling van sommige | carrière et fixation du statut pécuniaire de certains membres du |
personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht bijstaan » | personnel des services qui assistent le pouvoir judiciaire » (ibid., |
(ibid., p. 23). | p. 23). |
B.2.5. Tijdens de commissiebespreking heeft de minister gepreciseerd : | B.2.5. Lors de la discussion en commission, la ministre a précisé : |
« In dat nieuwe systeem wordt meer belang gehecht aan de evaluatie | « Dans ce nouveau système, davantage d'importance est accordée à |
doordat de overgang naar een hogere weddeschaal gekoppeld wordt aan | l'évaluation, dès lors que le passage à une échelle de traitement |
supérieure est subordonné à l'obtention d'un certain nombre | |
het behalen van een aantal positieve evaluaties. Die bevorderingen | d'évaluations positives. Ces promotions pourront intervenir plus |
zullen, ten opzichte van de bestaande regeling, versneld kunnen worden | rapidement que dans la réglementation existante. La ministre précise à |
gedaan. De minister preciseert in dat verband dat het niet behalen van | cet égard que la non-obtention d'une évaluation positive aura pour |
een positieve evaluatie ertoe leidt dat het betrokken personeelslid | effet que la personne concernée ne pourra bénéficier d'une |
niet van een verhoogde weddeschaal kan genieten en ' blijft hangen ' » | augmentation d'échelle de traitement et qu'elle ' restera bloquée ' » |
(Parl. St., Kamer, 2013-2014, DOC 53-3404/003, p. 4). | (Doc. parl., Chambre, 2013-2014, DOC 53-3404/003, p. 4). |
Ten aanzien van het enige middel | Quant au moyen unique |
B.3. Het enige middel is afgeleid uit de schending van de artikelen 10 | B.3. Le moyen unique est pris de la violation des articles 10 et 11 de |
en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 2 | la Constitution, lus ou non en combinaison avec l'article 2 du Code |
van het Burgerlijk Wetboek en met de beginselen van rechtszekerheid en | civil et avec les principes de la sécurité juridique et de la |
niet-retroactiviteit. De verzoekende partijen voeren aan dat de | non-rétroactivité. Les parties requérantes soutiennent que la |
bestreden bepaling, in die zin geïnterpreteerd dat zij de attachés op | disposition attaquée, interprétée comme empêchant les attachés au |
de dienst documentatie en overeenstemming der teksten van het Hof van | service de la documentation et de la concordance des textes de la Cour |
Cassatie, in dienst op het ogenblik van de inwerkingtreding van de wet | de cassation, en fonction au moment de l'entrée en vigueur de la loi |
van 25 april 2007, belet te worden bevorderd in de rang van eerste | du 25 avril 2007, d'être promus au rang de premier attaché, |
attaché, attaché-hoofd van dienst en directeur, de aangevoerde | d'attaché-chef de service et de directeur, viole les dispositions et |
bepalingen en beginselen schendt. | principes invoqués. |
B.4. De Ministerraad is van mening dat de verzoekende partijen de | B.4. Le Conseil des ministres considère que les parties requérantes |
groep van burgers die zich bevinden in een situatie die met de hunne | n'indiquent pas de manière suffisamment précise le groupe de citoyens |
vergelijkbaar is, onvoldoende nauwkeurig aangeven. Hij is derhalve van | qui se trouve dans une situation comparable à la leur. Il estime dès |
mening dat het middel vaag is en niet kan worden onderzocht. | lors que le moyen est obscur et ne peut être examiné. |
In ondergeschikte orde is de Ministerraad van mening dat het enige | A titre subsidiaire, le Conseil des ministres estime que le moyen |
middel ongegrond moet worden verklaard wegens de | unique doit être déclaré non fondé en raison de la non-comparabilité |
niet-vergelijkbaarheid van de in het verzoekschrift tot vernietiging | des situations visées par la requête en annulation. |
beoogde situaties. B.5.1. Om te voldoen aan de vereisten van artikel 6 van de bijzondere | B.5.1. Pour satisfaire aux exigences de l'article 6 de la loi spéciale |
wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof moeten de middelen van het verzoekschrift te kennen geven welke van de regels waarvan het Hof de naleving waarborgt, zouden zijn geschonden, alsook welke de bepalingen zijn die deze regels zouden schenden, en uiteenzetten in welk opzicht die regels door de bedoelde bepalingen zouden zijn geschonden. Bovendien moet, wanneer een schending van het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie wordt aangevoerd, in de regel worden gepreciseerd welke categorieën van personen met elkaar moeten worden vergeleken en in welk opzicht de bestreden bepalingen een verschil in behandeling teweegbrengen dat discriminerend zou zijn. Die vereisten zijn ingegeven, onder meer, door de zorg om aan de andere partijen in het geding de mogelijkheid te bieden op de argumenten van de verzoekende partij te repliceren, waartoe een | du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, les moyens de la requête doivent faire connaître, parmi les règles dont la Cour garantit le respect, celles qui seraient violées ainsi que les dispositions qui violeraient ces règles et exposer en quoi ces règles auraient été transgressées par ces dispositions. En outre, lorsqu'est invoquée une violation du principe d'égalité et de non-discrimination, il faut en règle générale préciser quelles catégories de personnes doivent être comparées et en quoi les dispositions attaquées créeraient une différence de traitement discriminatoire. Ces exigences sont dictées notamment par le souci d'offrir aux autres parties au procès la possibilité de répliquer aux arguments de la |
duidelijke en ondubbelzinnige uiteenzetting van de middelen | partie requérante, en sorte qu'il est indispensable de disposer d'un |
onontbeerlijk is. | exposé clair et univoque des moyens. |
B.5.2. Wanneer een verzoekende partij, in het kader van een beroep tot | B.5.2. Lorsqu'une partie requérante dénonce, dans le cadre d'un |
vernietiging, de schending aanvoert van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met andere bepalingen of met algemene rechtsbeginselen die een fundamentele waarborg bevatten, bestaat het middel erin dat zij van oordeel is dat een verschil in behandeling wordt ingesteld doordat die fundamentele waarborg haar wordt ontnomen door de bepaling die zij met het beroep bestrijdt, terwijl die waarborg voor andere rechtsonderhorigen onverminderd geldt. Het middel wordt dus op voldoende duidelijke wijze uiteengezet. Uit de memorie en de memorie van wederantwoord van de Ministerraad blijkt overigens dat die het middel goed heeft begrepen en dus een dienstig verweer heeft kunnen voeren. Bovendien gaat het om vergelijkbare categorieën. B.5.3. De excepties worden verworpen. B.6. Door het in B.1.2 aangehaalde artikel 171 van de wet van 25 april 2007 op te heffen, maakt de bestreden bepaling voor de toekomst een einde aan het stelsel van de vlakke loopbaan dat het personeel van de dienst documentatie en overeenstemming der teksten bij het Hof van Cassatie bleef genieten en onderwerpt zij dat personeel, zoals het geheel van het gerechtspersoneel, aan een nieuwe geldelijke loopbaan, naar het voorbeeld van die welke voor het personeel van het federaal openbaar ambt is ingevoerd. Uit de in B.2.1 aangehaalde parlementaire voorbereiding blijkt dat de wetgever de evolutie van de geldelijke loopbaan van het gerechtspersoneel nauw heeft willen verbinden aan het evaluatieproces en aan de inaanmerkingneming van de prestaties van de personeelsleden ten aanzien van de vastgestelde doelstellingen. Aangezien de nieuwe loopbaan de basisbeginselen van het loopbaanbeleid fundamenteel wijzigt, vermocht de wetgever redelijkerwijs te oordelen dat het niet was verantwoord om voor de personeelsleden van een dienst binnen het gerechtspersoneel een afwijkend loopbaanstelsel in stand te houden. De verzoekende partijen tonen daarenboven niet aan dat andere leden van het gerechtspersoneel een afwijkende loopbaanregeling zouden hebben behouden. B.7. De wetgever vermag, zonder het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie te schenden, de geldelijke loopbaan van het gerechtspersoneel te wijzigen naar het voorbeeld van de hervormingen die met betrekking tot de geldelijke loopbaan van de federale ambtenaren werden doorgevoerd. De omstandigheid dat personeelsleden van de rechterlijke orde niet zonder meer met federale ambtenaren kunnen worden gelijkgesteld, belet niet dat de wetgever zich kan inspireren op de regels die op de laatstgenoemden van toepassing zijn teneinde die welke op de eerstgenoemden van toepassing zijn, uit te werken, voor zover hij daardoor geen inbreuk maakt op de normen waarvan het Hof de inachtneming dient te verzekeren. Een dergelijke inbreuk wordt niet aangetoond, rekening houdend met hetgeen in B.6 is vermeld en met het feit dat de wetgever, in hoofdstuk 5 van de bestreden wet, in overgangsbepalingen heeft voorzien voor de personeelsleden die vóór 1 juli 2014 in dienst waren en die niet van niveau, klasse of statuut veranderen, zodat voor die personen in een « nieuwe oude loopbaan » wordt voorzien, zoals in de in B.2.2 aangehaalde parlementaire voorbereiding wordt gepreciseerd. B.8. De bestreden bepaling is daarenboven niet van dien aard dat zij op discriminerende wijze afbreuk doet aan de beginselen van rechtszekerheid en niet-retroactiviteit. Het is het gewone gevolg van elke wettelijke regel dat hij wordt geacht van onmiddellijke toepassing te zijn niet alleen op feiten die zich voordoen na zijn inwerkingtreding, maar ook op rechtsgevolgen van voordien voorgevallen feiten. Een regel kan slechts als retroactief worden gekwalificeerd wanneer hij van toepassing is op feiten, handelingen en toestanden die definitief waren voltrokken op het ogenblik dat hij in werking is getreden. Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep. Aldus gewezen in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, op 19 november 2015. De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, | recours en annulation, la violation des articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec d'autres dispositions ou avec des principes généraux du droit contenant une garantie fondamentale, le moyen consiste en ce que cette partie estime qu'une différence de traitement est établie, parce que la disposition qu'elle attaque dans le recours la prive de cette garantie fondamentale, alors que celle-ci vaut sans restriction pour d'autres justiciables. Le moyen est donc exposé de façon suffisamment claire. Il ressort du reste du mémoire et du mémoire en réplique du Conseil des ministres que celui-ci a bien compris le moyen et a donc été en mesure de mener une défense utile. En outre, il s'agit de catégories comparables. B.5.3. Les exceptions sont rejetées. B.6. En abrogeant l'article 171 de la loi du 25 avril 2007 cité en B.1.2, la disposition attaquée met fin pour l'avenir au système de carrière plane dont le personnel du service de la documentation et de la concordance des textes auprès de la Cour de cassation continuait de bénéficier et soumet ce personnel, comme l'ensemble du personnel judiciaire, à une nouvelle carrière pécuniaire, à l'instar de celle instaurée pour le personnel de la fonction publique fédérale. Il ressort des travaux préparatoires cités en B.2.1 que le législateur a voulu lier étroitement l'évolution de la carrière pécuniaire du personnel judiciaire au processus d'évaluation et à la prise en compte des prestations des membres du personnel au regard des objectifs fixés. Dès lors que la nouvelle carrière modifie fondamentalement les principes de base de la politique de carrière, le législateur a pu raisonnablement considérer qu'il ne se justifiait pas de maintenir un système de carrière dérogatoire pour les membres du personnel d'un service au sein du personnel judiciaire. Les parties requérantes n'établissent pas, par ailleurs, que d'autres membres du personnel judiciaire auraient conservé un régime de carrière dérogatoire. B.7. Le législateur peut, sans violer le principe d'égalité et de non-discrimination, modifier la carrière pécuniaire du personnel judiciaire en suivant l'exemple des réformes qui ont été opérées s'agissant de la carrière pécuniaire des agents fédéraux. La circonstance que les membres du personnel de l'ordre judiciaire ne peuvent être assimilés purement et simplement aux agents fédéraux n'empêche pas que le législateur puisse s'inspirer des règles applicables aux seconds pour élaborer celles applicables aux premiers, pour autant que, ce faisant, il ne porte pas atteinte aux normes dont la Cour est chargée d'assurer le respect. Une telle atteinte n'est pas établie, compte tenu de ce qui est dit en B.6 et de ce qu'au chapitre 5 de la loi attaquée, le législateur a prévu des dispositions transitoires pour les membres du personnel en service avant le 1er juillet 2014, qui ne changent pas de niveau, de classe ou de statut, de manière à prévoir pour ces personnes une « nouvelle ancienne carrière », comme le précisent les travaux préparatoires cités en B.2.2. B.8. La disposition attaquée n'est, par ailleurs, pas de nature à porter atteinte, de manière discriminatoire, aux principes de la sécurité juridique et de la non-rétroactivité. C'est l'effet ordinaire de toute règle de nature législative de s'appliquer immédiatement non seulement aux faits survenant après son entrée en vigueur mais également aux effets juridiques de faits antérieurs à cette entrée en vigueur. Une règle ne peut être qualifiée de rétroactive que si elle s'applique à des faits, actes et situations qui étaient définitifs au moment où elle est entrée en vigueur. Par ces motifs, la Cour rejette le recours. Ainsi rendu en langue française, en langue néerlandaise et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, le 19 novembre 2015. Le greffier, P.-Y. Dutilleux Le président, |
J. Spreutels | J. Spreutels |