← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 155/2015 van 29 oktober 2015 Rolnummer : 6106 In zake :
de prejudiciële vraag betreffende artikel 203, § 1, van het Wetboek van strafvordering, gesteld
door het Hof van Beroep te Brussel. Het Grondwettelijk H samengesteld uit de voorzitters
J. Spreutels en A. Alen, en de rechters E. De Groot, T. Merckx-Van (...)"
Uittreksel uit arrest nr. 155/2015 van 29 oktober 2015 Rolnummer : 6106 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203, § 1, van het Wetboek van strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Brussel. Het Grondwettelijk H samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters E. De Groot, T. Merckx-Van (...) | Extrait de l'arrêt n° 155/2015 du 29 octobre 2015 Numéro du rôle : 6106 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 203, § 1 er , du Code d'instruction criminelle, posée par la Cour d'appel de Bruxelles. La Cour composée des présidents J. Spreutels et A. Alen, et des juges E. De Groot, T. Merckx-Van Goey, P. N(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 155/2015 van 29 oktober 2015 | Extrait de l'arrêt n° 155/2015 du 29 octobre 2015 |
Rolnummer : 6106 | Numéro du rôle : 6106 |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 203, § 1, van het | En cause : la question préjudicielle relative à l'article 203, § 1er, |
Wetboek van strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te | du Code d'instruction criminelle, posée par la Cour d'appel de |
Brussel. | Bruxelles. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de | composée des présidents J. Spreutels et A. Alen, et des juges E. De |
rechters E. De Groot, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet en R. | Groot, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet et R. Leysen, assistée |
Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, | du greffier F. Meersschaut, présidée par le président J. Spreutels, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
Bij arrest van 25 november 2014 in zake het openbaar ministerie en | Par arrêt du 25 novembre 2014 en cause du ministère public et autres |
anderen tegen de nv « H. », in vereffening, waarvan de expeditie ter | contre la SA « H. », en liquidation, dont l'expédition est parvenue au |
griffie van het Hof is ingekomen op 1 december 2014, heeft het Hof van | greffe de la Cour le 1er décembre 2014, la Cour d'appel de Bruxelles a |
Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : | posé la question préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 203, § 1, van het Wetboek van strafvordering de | « L'article 203, § 1er, du Code d'instruction criminelle viole-t-il |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het het hoger beroep van | les articles 10 et 11 de la Constitution en tant qu'il subordonne à un |
de beklaagde tegen een beslissing die door een strafgerecht op | délai de quinze jours à dater du prononcé l'appel du prévenu contre |
tegenspraak is gewezen over de burgerlijke belangen naar aanleiding | une décision rendue contradictoirement par une juridiction répressive |
van een vordering tot schadevergoeding ingesteld door een burgerlijke | sur les intérêts civils suite à une demande d'indemnisation formée par |
partij, aan een termijn van vijftien dagen vanaf de uitspraak | |
onderwerpt, terwijl krachtens artikel 1051, § 1 [lees : eerste lid], | une partie civile alors qu'en vertu de l'article 1051, § 1er [lire : |
van het Gerechtelijk Wetboek, de partij die is veroordeeld tot | alinéa 1er], du Code judiciaire, la partie condamnée à l'indemnisation |
vergoeding van schade naar aanleiding van een vordering tot | d'un dommage résultant d'une demande d'indemnisation découlant des |
schadevergoeding die uit dezelfde feiten voortvloeit, over een termijn | mêmes faits dispose d'un délai d'un mois à dater de la signification |
van één maand beschikt, vanaf de betekening (of de kennisgeving) van | (ou de la notification) de la décision pour former appel de cette |
de beslissing, om tegen die laatste hoger beroep aan te tekenen ? ». | dernière ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1. Artikel 203 van het Wetboek van strafvordering, zoals het werd | |
vervangen bij artikel 2 van de wet van 31 mei 1955, en vervolgens | B.1. Tel qu'il a été remplacé par l'article 2 de la loi du 31 mai |
gewijzigd bij artikel 1 van de wet van 15 juni 1981, bepaalt : | 1955, puis modifié par l'article 1er de la loi du 15 juin 1981, |
l'article 203 du Code d'instruction criminelle dispose : | |
« § 1. Behoudens de uitzondering van artikel 205 hierna, vervalt het | « § 1er. Il y aura, sauf l'exception portée en l'article 205 ci-après, |
recht van hoger beroep, indien de verklaring van hoger beroep niet | déchéance de l'appel, si la déclaration d'appeler n'a pas été faite au |
gedaan is op de griffie van de rechtbank die het vonnis heeft gewezen, | greffe du tribunal qui a rendu le jugement, quinze jours au plus tard |
uiterlijk vijftien dagen na de dag van de uitspraak en indien het | après celui où il a été prononcé, et, si le jugement est rendu par |
vonnis bij verstek is gewezen, uiterlijk vijftien dagen na de dag van | défaut, quinze jours au plus tard après celui de la signification qui |
de betekening ervan aan de veroordeelde partij of aan haar woonplaats. | en aura été faite à la partie condamnée ou à son domicile. |
§ 2. Is het hoger beroep tegen de burgerlijke partij gericht, dan | § 2. Lorsque l'appel sera dirigé contre la partie civile, celle-ci |
beschikt deze over een bijkomende termijn van vijf dagen om hoger | aura un délai supplémentaire de cinq jours pour interjeter appel |
beroep in te stellen tegen de beklaagden en de burgerrechtelijk | contre les prévenus et les personnes civilement responsables qu'elle |
aansprakelijke personen die zij in de zaak wil doen blijven, | entend maintenir à la cause, sans préjudice de son droit de faire |
onverminderd haar recht incidenteel beroep in te stellen overeenkomstig § 4. § 3. Gedurende die termijnen en gedurende de rechtspleging in hoger beroep wordt de tenuitvoerlegging van het vonnis geschorst. De vonnissen over de strafvordering, buiten die van veroordeling, vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging, alsook de vonnissen over de burgerlijke rechtsvordering kunnen echter bij een speciaal gemotiveerde beslissing uitvoerbaar verklaard worden bij voorraad niettegenstaande hoger beroep. § 4. In alle gevallen waarin de burgerlijke rechtsvordering gebracht wordt voor de rechter in hoger beroep, kan de gedaagde bij een op de terechtzitting genomen conclusie incidenteel beroep instellen zolang de debatten in hoger beroep niet gesloten zijn ». B.2. Het Hof wordt verzocht zich uit te spreken over de | appel incident conformément au § 4. § 3. Pendant ces délais et pendant l'instance d'appel, il sera sursis à l'exécution du jugement. Toutefois, les jugements sur l'action publique autres que ceux qui portent condamnation, acquittement ou absolution et les jugements sur l'action civile peuvent être déclarés exécutoires provisoirement nonobstant appel, par une disposition spécialement motivée. § 4. Dans tous les cas où l'action civile sera portée devant la juridiction d'appel, l'intimé pourra, jusqu'à [la] clôture des débats sur l'appel, faire appel incident par conclusions prises à l'audience ». B.2. La Cour est invitée à se prononcer sur la compatibilité avec les |
bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van | articles 10 et 11 de la Constitution, de l'article 203, § 1er, du Code |
artikel 203, § 1, van het Wetboek van strafvordering in zoverre het | |
het hoger beroep van de beklaagde tegen een beslissing die door een | d'instruction criminelle, en ce qu'il soumet à un délai de quinze |
strafgerecht op tegenspraak is gewezen over de burgerlijke belangen | jours à dater du prononcé l'appel du prévenu contre une décision |
naar aanleiding van een vordering tot schadevergoeding ingesteld door | rendue contradictoirement par une juridiction répressive sur les |
een burgerlijke partij, aan een termijn van vijftien dagen vanaf de | intérêts civils à la suite d'une demande d'indemnisation formée par |
uitspraak onderwerpt, terwijl krachtens artikel 1051, eerste lid, van | une partie civile, alors qu'en vertu de l'article 1051, alinéa 1er, du |
het Gerechtelijk Wetboek, de partij die door een burgerlijk gerecht is | Code judiciaire, la partie condamnée par une juridiction civile à |
veroordeeld tot vergoeding van schade naar aanleiding van een | l'indemnisation d'un dommage résultant d'une demande d'indemnisation |
vordering tot schadevergoeding die uit dezelfde feiten voortvloeit, | découlant des mêmes faits dispose d'un délai d'un mois, à dater de la |
over een termijn van één maand beschikt, vanaf de betekening (of de | signification (ou de la notification) de la décision, pour former |
kennisgeving) van de beslissing, om tegen die laatste hoger beroep aan te tekenen. | appel de cette dernière. |
Artikel 1051, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt : | L'article 1051, alinéa 1er, du Code judiciaire dispose : |
« Onder voorbehoud van termijnen die worden voorzien in supranationale | « Sous réserve des délais prévus dans des dispositions impératives |
en internationale bepalingen, is de termijn om hoger beroep aan te tekenen één maand, te rekenen vanaf de betekening van het vonnis of de kennisgeving ervan overeenkomstig artikel 792, tweede en derde lid ». B.3. Het voor de verwijzende rechter hangende geschil heeft betrekking op het hoger beroep dat door een van de beklaagden buiten de door de in het geding zijnde bepaling vastgestelde termijn van vijftien dagen werd ingesteld, en dat enkel gericht is tegen de burgerlijke beschikkingen van een vonnis van de correctionele rechtbank, dat op tegenspraak werd gewezen en waarbij de strafvordering verjaard werd verklaard. Het Hof beperkt zijn onderzoek tot die hypothese. | supranationales et internationales, le délai pour interjeter appel est d'un mois à partir de la signification du jugement ou de la notification de celui-ci faite conformément à l'article 792, alinéas 2 et 3 ». B.3. Le litige pendant devant le juge a quo concerne l'appel formé par un des prévenus, au-delà du délai de quinze jours fixé par la disposition en cause, et uniquement dirigé contre les dispositions civiles d'un jugement du tribunal correctionnel, prononcé contradictoirement, l'action publique ayant été déclarée prescrite. La Cour limite son examen à cette hypothèse. |
B.4.1. Artikel 4 van de voorafgaande titel van het Wetboek van | B.4.1. L'article 4 du titre préliminaire du Code d'instruction |
strafvordering bepaalt : | criminelle dispose : |
« De burgerlijke rechtsvordering kan terzelfdertijd en voor dezelfde | « L'action civile peut être poursuivie en même temps et devant les |
rechters vervolgd worden als de strafvordering. Zij kan ook | mêmes juges que l'action publique. Elle peut aussi l'être séparément; |
afzonderlijk vervolgd worden; in dat geval is zij geschorst, zolang | dans ce cas l'exercice en est suspendu tant qu'il n'a pas été prononcé |
niet definitief is beslist over de strafvordering die vóór of | définitivement sur l'action publique, intentée avant ou pendant la |
gedurende de burgerlijke rechtsvordering is ingesteld. | poursuite de l'action civile. |
[...] | [...] |
Onverminderd het recht om de zaak, conform de artikelen 1034bis tot | Sans préjudice de son droit de saisir la juridiction civile |
1034sexies van het Gerechtelijk Wetboek, bij de burgerlijke rechter | conformément aux articles 1034bis à 1034sexies du Code judiciaire, |
aanhangig te maken, kan eenieder die door het strafbaar feit schade | toute personne lésée par l'infraction peut ensuite obtenir sans frais |
heeft geleden, nadien door middel van een ter griffie ingediend | que la juridiction qui a statué sur l'action publique statue sur les |
verzoekschrift, in zoveel exemplaren als er betrokken partijen zijn, | intérêts civils, sur requête déposée au greffe en autant d'exemplaires |
kosteloos verkrijgen dat het gerecht dat uitspraak heeft gedaan over | |
de strafvordering, uitspraak doet over de burgerlijke belangen. | qu'il y a de parties en cause. |
[...] | [...] |
Wanneer alleen de burgerlijke belangen bij de rechter aanhangig worden | Lorsque le juge est saisi uniquement des intérêts civils, la présence |
gemaakt, is de aanwezigheid van het openbaar ministerie op de terechtzitting niet verplicht ». | du ministère public à l'audience n'est pas obligatoire ». |
B.4.2. Krachtens artikel 4 van de voorafgaande titel van het Wetboek | B.4.2. En vertu de l'article 4 du titre préliminaire du Code |
van strafvordering kan een burgerlijke rechtsvordering hetzij voor | d'instruction criminelle, l'action civile peut soit être portée devant |
dezelfde rechters als de strafvordering worden gebracht, hetzij | les mêmes juges que l'action publique, soit être poursuivie |
afzonderlijk worden ingesteld. | séparément. |
Bij die bepaling wordt het accessoire karakter van de burgerlijke | Cette disposition consacre le caractère accessoire de l'action civile |
rechtsvordering ten opzichte van de strafvordering vastgelegd, waardoor een burgerlijke rechtsvordering die haar oorsprong vindt in strafbaar gedrag wordt geschorst zolang niet definitief is beslist over de strafvordering die vóór of gedurende de burgerlijke rechtsvordering is ingesteld. Die burgerlijke rechtsvordering kan ook autonoom zijn, in welk geval, wanneer alleen de burgerlijke belangen bij de rechter aanhangig worden gemaakt, de aanwezigheid van het openbaar ministerie op de terechtzitting niet verplicht is (artikel 4, laatste lid, van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering). Wanneer een burgerlijke rechtsvordering voor de strafrechter wordt ingesteld, wordt zij specifiek geregeld door de bepalingen van het Wetboek van strafvordering. B.5.1. Wat betreft het hoger beroep tegen de vonnissen van de | par rapport à l'action publique, l'exercice de l'action civile qui trouve son fondement dans un comportement infractionnel étant suspendu tant qu'il n'a pas été statué définitivement sur l'action publique, intentée avant ou pendant la poursuite de l'action civile. Cette action civile peut également être autonome, auquel cas, lorsque le juge est saisi uniquement des intérêts civils, la présence du ministère public à l'audience n'est pas obligatoire (article 4, dernier alinéa, du titre préliminaire du Code d'instruction criminelle). Lorsque l'action civile est portée devant le juge répressif, elle est réglée spécifiquement par les dispositions du Code d'instruction criminelle. B.5.1. En ce qui concerne l'appel des jugements du tribunal |
correctionele rechtbank, bepaalt artikel 202 van het Wetboek van | correctionnel, l'article 202 du Code d'instruction criminelle prévoit |
strafvordering dat het recht om hoger beroep in te stellen tegen de | |
vonnissen gewezen door de politierechtbanken en de correctionele | que la faculté d'appeler des jugements rendus par les tribunaux de |
rechtbanken behoort : | police et les tribunaux correctionnels appartient : |
« 1° Aan de beklaagde en aan de burgerrechtelijk aansprakelijke | « 1° aux parties prévenues ou responsables; |
partij; 2° Aan de burgerlijke partij, alleen wat haar burgerlijke belangen betreft; | 2° à la partie civile, quant à ses intérêts civils seulement; |
[...] | [...] |
4° Aan het openbaar ministerie bij het hof [dat] over het beroep uitspraak moet doen; | 4° au ministère public près la cour qui doit prononcer sur l'appel; |
[...] ». | [...] ». |
B.5.2. De in het geding zijnde bepaling voorziet erin dat, onder | B.5.2. La disposition en cause prévoit que, sous réserve de l'article |
voorbehoud van artikel 205 van het Wetboek van strafvordering, het | 205 du Code d'instruction criminelle, l'appel doit être introduit par |
hoger beroep moet worden ingesteld bij een verklaring op de griffie | une déclaration faite au greffe du tribunal qui a rendu le jugement, |
van de rechtbank die het vonnis heeft gewezen, binnen een termijn van | dans les quinze jours du prononcé d'une décision rendue |
vijftien dagen vanaf de uitspraak van een beslissing die op | contradictoirement par une juridiction de jugement. |
tegenspraak is gewezen door een vonnisgerecht. | |
Artikel 205 van hetzelfde Wetboek bepaalt : | L'article 205 du même Code dispose : |
« Het openbaar ministerie bij het hof of de rechtbank die van het | « Le ministère public près le tribunal ou la cour qui doit connaître |
beroep kennis moet nemen, moet, op straffe van verval, binnen | |
vijfentwintig dagen te rekenen van de uitspraak van het vonnis, zijn | de l'appel devra, à peine de déchéance, notifier son recours soit au |
beroep betekenen, hetzij aan de beklaagde, hetzij aan de voor het | prévenu, soit à la partie civilement responsable de l'infraction dans |
misdrijf burgerrechtelijk aansprakelijke partij. [...] ». | les vingt-cinq jours à compter du prononcé du jugement. [...] ». |
B.5.3. Uit de voormelde bepalingen volgt dat, ten opzichte van de | B.5.3. Il résulte des dispositions précitées qu'à l'égard des |
burgerlijke beschikkingen van een vonnis dat door de strafrechter op | dispositions civiles d'un jugement prononcé contradictoirement par le |
tegenspraak is gewezen, zowel de beklaagde als de burgerlijke partij | juge répressif, tant le prévenu que la partie civile disposent d'un |
over een termijn van vijftien dagen beschikken om hoger beroep aan te | délai de quinze jours pour interjeter appel, à compter du prononcé du |
tekenen, te rekenen vanaf de uitspraak van het vonnis. | jugement. Lorsque l'action civile est portée devant le juge civil par contre, le |
Wanneer de burgerlijke rechtsvordering daarentegen voor de burgerlijke | délai de droit commun est, en vertu de l'article 1051, alinéa 1er, du |
rechter wordt ingesteld, is de gemeenrechtelijke termijn, krachtens | Code judiciaire, d'un mois à dater de la signification ou de la |
artikel 1051, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, één maand, te | notification du jugement. |
rekenen vanaf de betekening of de kennisgeving van het vonnis. B.6. Het verschil in behandeling tussen bepaalde categorieën van personen dat voortvloeit uit de toepassing van verschillende procedureregels in verschillende omstandigheden, houdt op zich geen discriminatie in. Van discriminatie zou slechts sprake zijn indien het verschil in behandeling dat voortvloeit uit de toepassing van die procedureregels een onevenredige beperking van de rechten van de daarbij betrokken personen met zich zou meebrengen. B.7.1. Het recht op toegang tot de rechter, dat een onderdeel is van het recht op een eerlijk proces, kan worden onderworpen aan ontvankelijkheidsvoorwaarden, met name wat betreft het instellen van een rechtsmiddel. Die voorwaarden mogen echter niet ertoe leiden dat het recht op zodanige wijze wordt beperkt dat de kern ervan wordt aangetast. Dit zou het geval zijn wanneer de beperkingen geen wettig doel nastreven of indien er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het nagestreefde doel. De verenigbaarheid van die beperkingen met het recht op toegang tot | B.6. La différence de traitement entre certaines catégories de personnes qui découle de l'application de règles procédurales différentes dans des circonstances différentes n'est pas discriminatoire en soi. Il ne serait question de discrimination que si la différence de traitement qui découle de l'application de ces règles de procédure entraînait une limitation disproportionnée des droits des personnes concernées. B.7.1. Le droit d'accès au juge, qui constitue un aspect du droit à un procès équitable, peut être soumis à des conditions de recevabilité, notamment en ce qui concerne l'introduction d'une voie de recours. Ces conditions ne peuvent cependant aboutir à restreindre le droit de manière telle que celui-ci s'en trouve atteint dans sa substance même. Tel serait le cas si les restrictions imposées ne tendaient pas vers un but légitime et s'il n'existait pas un rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés et le but visé. |
een rechterlijke instantie hangt af van de bijzonderheden van de in | La compatibilité de ces limitations avec le droit d'accès à un |
het geding zijnde procedure en wordt beoordeeld in het licht van het | tribunal dépend des particularités de la procédure en cause et |
proces in zijn geheel (EHRM, 24 februari 2009, L'Erablière t. België, | s'apprécie au regard de l'ensemble du procès (CEDH, 24 février 2009, |
§ 36; 29 maart 2011, R.T.B.F. t. België, § 69). | L'Erablière c. Belgique, § 36; 29 mars 2011, R.T.B.F. c. Belgique, § |
B.7.2. Meer in het bijzonder zijn de regels betreffende de | 69). B.7.2. Plus particulièrement, les règles relatives aux formalités et |
vormvoorschriften en termijnen om beroep in te stellen gericht op een | délais fixés pour former un recours visent à assurer une bonne |
goede rechtsbedeling en het weren van de risico's van | administration de la justice et à écarter les risques d'insécurité |
rechtsonzekerheid. Die regels mogen de rechtzoekenden echter niet | juridique. Toutefois, ces règles ne peuvent empêcher les justiciables |
verhinderen de beschikbare rechtsmiddelen te doen gelden. | de se prévaloir des voies de recours disponibles. |
B.8. Het verschil in behandeling dat voortvloeit uit de combinatie van | B.8. La différence de traitement qui résulte de la combinaison de la |
de in het geding zijnde bepaling met artikel 1051, eerste lid, van het | disposition en cause avec l'article 1051, alinéa 1er, du Code |
Gerechtelijk Wetboek, berust op een objectief criterium, dat verbonden | judiciaire, repose sur un critère objectif, lié à la nature des |
is aan de aard van de rechtscolleges die zich moeten uitspreken. | juridictions appelées à se prononcer. |
B.9.1. Artikel 203 van het Wetboek van strafvordering legt een specifieke regeling vast voor het hoger beroep tegen een vonnis dat door een strafgerecht is uitgesproken, ongeacht of het betrekking heeft op de strafvordering dan wel op de burgerlijke vordering. Ook al moet het hoger beroep worden ingesteld binnen een termijn van vijftien dagen te rekenen vanaf de uitspraak van het op tegenspraak gewezen vonnis, wordt het ingesteld bij een eenvoudige verklaring op de griffie van de rechtbank die het vonnis heeft gewezen (het in het geding zijnde artikel 203, § 1, van het Wetboek van strafvordering); is het hoger beroep tegen de burgerlijke partij gericht, dan beschikt deze over een bijkomende termijn van vijf dagen om hoger beroep in te stellen tegen de beklaagden en de burgerrechtelijk aansprakelijke personen die zij in de zaak wil doen blijven (artikel 203, § 2, van het Wetboek van strafvordering); in alle gevallen waarin de burgerlijke rechtsvordering wordt gebracht voor de rechter in hoger beroep, kan de gedaagde bij een op de terechtzitting genomen conclusie incidenteel beroep instellen zolang de debatten in hoger beroep niet gesloten zijn (artikel 203, § 4, van het Wetboek van strafvordering); de termijnen van hoger beroep en de rechtspleging in hoger beroep hebben een schorsende werking, behoudens een speciaal gemotiveerde beslissing met betrekking tot, onder meer, een vonnis over de burgerlijke rechtsvordering (artikel 203, § 3, van het Wetboek van strafvordering). | B.9.1. L'article 203 du Code d'instruction criminelle établit un régime spécifique quant à l'appel d'un jugement prononcé par une juridiction répressive, qu'il concerne l'action publique ou l'action civile. S'il doit être formé dans les quinze jours du prononcé du jugement rendu contradictoirement, l'appel est introduit par une simple déclaration faite au greffe du tribunal qui a rendu le jugement (article 203, § 1er, en cause, du Code d'instruction criminelle); lorsque l'appel est dirigé contre la partie civile, celle-ci dispose d'un délai supplémentaire de cinq jours pour interjeter appel contre les prévenus et les personnes civilement responsables qu'elle entend maintenir à la cause (article 203, § 2, du Code d'instruction criminelle); dans tous les cas où l'action civile est portée devant la juridiction d'appel, l'intimé peut, jusqu'à la clôture des débats sur l'appel, faire appel incident par conclusions prises à l'audience (article 203, § 4, du Code d'instruction criminelle); les délais d'appel et l'instance d'appel ont un effet suspensif, sauf décision spécialement motivée, notamment en ce qui concerne le jugement sur l'action civile (article 203, § 3, du Code d'instruction criminelle). |
B.9.2. Wanneer zij voor de strafrechter wordt ingesteld, neemt de | B.9.2. Lorsqu'elle est portée devant le juge répressif, l'action |
burgerlijke rechtsvordering uitsluitend de specifieke regels van het | civile obéit exclusivement aux règles spécifiques prévues par le Code |
Wetboek van strafvordering in acht, onder meer wat de uitoefening van | d'instruction criminelle, notamment quant à l'exercice de la voie de |
het rechtsmiddel van het hoger beroep betreft. | recours qu'est l'appel. |
In de parlementaire voorbereiding van de wet van 31 mei 1955, waarbij | Les travaux préparatoires de la loi du 31 mai 1955, qui a remplacé le |
de tekst van artikel 203 van het Wetboek van strafvordering is | texte de l'article 203 du Code d'instruction criminelle, exposent |
vervangen, wordt overigens uiteengezet dat het is omdat de voor het | d'ailleurs que c'est parce que l'action civile intentée devant la |
strafgerecht ingestelde burgerlijke vordering uitsluitend onder de | juridiction répressive est exclusivement soumise aux règles instituées |
door het Wetboek van strafvordering ingestelde regels valt, dat | |
artikel 203 van hetzelfde Wetboek is gewijzigd teneinde een | par le Code d'instruction criminelle que l'article 203 du même Code a |
mogelijkheid van incidenteel beroep betreffende de burgerlijke | été modifié afin d'instaurer une possibilité d'appel incident relatif |
vordering in te voeren, door middel van conclusies, zoals dat bestaat | à l'action civile, par voie de conclusions, comme cela existe dans les |
in burgerlijke gedingen (Parl. St., Kamer, 1952-1953, nr. 129, p. 2). | instances civiles (Doc. parl., Chambre, 1952-1953, n° 129, p. 2). |
De oorspronkelijke termijn van hoger beroep van tien dagen werd op | Quant au délai d'appel initial de dix jours, il a été porté à quinze |
vijftien dagen gebracht bij artikel 1 van de wet van 15 juni 1981 « | jours par l'article 1er de la loi du 15 juin 1981 « modifiant, en |
tot wijziging van de termijnen van beroep in strafzaken en van de | matière de procédure pénale, les délais de recours et d'appel des |
termijn waarin over het hoger beroep uitspraak wordt gedaan ter | |
terechtzitting in dezelfde zaken ». | causes à l'audience ». |
B.9.3. Artikel 203 van het Wetboek van strafvordering drukt aldus de bekommernis uit om het hoger beroep betreffende de burgerlijke vordering voor de strafrechter en het hoger beroep betreffende de strafvordering op identieke wijze te regelen, waarbij het tegelijkertijd de belangen vrijwaart van de verschillende partijen die betrokken zijn bij een burgerlijke vordering die samenhangt met een strafvordering die voor de strafrechter is ingesteld. In zoverre hij de beklaagde onderwerpt aan dezelfde termijn van hoger beroep van vijftien dagen te rekenen vanaf de uitspraak van het op tegenspraak gewezen vonnis, voor zowel het hoger beroep gericht tegen de strafrechtelijke beschikkingen als het hoger beroep gericht tegen de burgerlijke beschikkingen van dat vonnis, is de in het geding zijnde maatregel pertinent in het licht van de doelstellingen van snelheid en algemeen belang, die eigen zijn aan een strafrechtelijke procedure voor de strafrechter. Hij strekt immers ertoe dat de beklaagde zijn hoger beroep tegen de burgerlijke en strafrechtelijke beschikkingen van het vonnis instelt bij eenzelfde verklaring op de griffie van de rechtbank die de beslissing heeft gewezen, en dat het hoger beroep in zijn geheel zo spoedig mogelijk wordt voorgelegd aan het rechtscollege in hoger beroep, dat zich op die manier definitief kan uitspreken over alle aspecten van het hoger beroep. B.10.1. De in het geding zijnde bepaling doet overigens niet op onevenredige wijze afbreuk aan het recht van de beklaagde op toegang tot een rechter. De in het geding zijnde bepaling is in duidelijke en voorzienbare bewoordingen opgesteld en maakt het de beklaagde mogelijk zijn verweer te organiseren, doordat hij vanaf het begin van de procedure de termijn van hoger beroep kent die van toepassing is voor een strafgerecht wanneer het vonnis op tegenspraak wordt gewezen. De beklaagde, al dan niet aanwezig op de zitting vastgesteld voor de uitspraak, kan zich van het resultaat van die zitting vergewissen en zijn recht op hoger beroep binnen de wettelijk bepaalde termijn aldus vrijwaren. Bovendien, rekening houdend met meer bepaald de vereenvoudigde vorm om het hoger beroep in te stellen, is een termijn van hoger beroep van vijftien dagen te rekenen vanaf de uitspraak niet van dien aard dat hij de uitoefening van het beschikbare rechtsmiddel, zijnde het hoger beroep, onmogelijk of overdreven moeilijk maakt. B.10.2. Daaruit volgt dat er een redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het nagestreefde doel (zie, | B.9.3. L'article 203 du Code d'instruction criminelle traduit ainsi le souci de régler de manière identique l'appel concernant l'action civile devant le juge répressif et celui concernant l'action publique, tout en sauvegardant les intérêts des différentes parties concernées par une action civile qui s'inscrit dans le contexte d'une action publique portée devant le juge répressif. En soumettant le prévenu au même délai d'appel de quinze jours à dater du prononcé du jugement rendu contradictoirement tant en ce qui concerne l'appel dirigé contre les dispositions pénales qu'en ce qui concerne l'appel dirigé contre les dispositions civiles de ce jugement, la mesure en cause est pertinente au regard des objectifs de célérité et d'intérêt général propres à la procédure pénale menée devant le juge répressif. Elle tend en effet à ce que le prévenu introduise son appel des dispositions civiles et pénales du jugement dans la même déclaration au greffe du tribunal qui a rendu la décision, et à ce que l'appel, dans sa globalité, soit déféré à bref délai à la juridiction d'appel, qui peut ainsi statuer définitivement sur tous les aspects de l'appel. B.10.1. La disposition en cause ne crée par ailleurs pas d'atteinte disproportionnée au droit d'accès au juge du prévenu. La disposition en cause est libellée en des termes clairs et prévisibles et permet au prévenu d'organiser sa défense, en connaissant, dès le début de la procédure, le délai d'appel qui s'applique devant une juridiction répressive lorsque le jugement est rendu contradictoirement. Présent ou non à l'audience fixée pour le prononcé, le prévenu peut s'informer du résultat de cette audience et ainsi préserver son droit d'appel dans le délai légal. En outre, compte tenu notamment des formes simplifiées pour introduire l'appel, un délai d'appel de quinze jours à dater du prononcé n'est pas de nature à rendre impossible ou exagérément difficile l'exercice de la voie de recours disponible qu'est l'appel. B.10.2. Il s'ensuit qu'il existe un rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés et l'objectif poursuivi |
mutatis mutandis, EHRM, beslissing, 21 november 2000, Comité des | (voy., mutatis mutandis, CEDH, décision, 21 novembre 2000, Comité des |
quartiers Mouffetard et des bords de Seine en anderen t. Frankrijk; | quartiers Mouffetard et des bords de Seine et autres c. France; |
beslissing, 23 oktober 2007, Beauseigneur t. Frankrijk). | décision, 23 octobre 2007, Beauseigneur c. France). |
B.11. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | B.11. La question préjudicielle appelle une réponse négative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
In zoverre het het hoger beroep van een beklaagde tegen de burgerlijke | En ce qu'il soumet à un délai de quinze jours à dater du prononcé |
beschikkingen van een vonnis dat op tegenspraak is gewezen door een | |
strafgerecht onderwerpt aan een termijn van vijftien dagen te rekenen | l'appel du prévenu contre les dispositions civiles du jugement rendu |
vanaf de uitspraak, schendt artikel 203, § 1, van het Wetboek van | contradictoirement par une juridiction répressive, l'article 203, § 1er, |
strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. | du Code d'instruction criminelle ne viole pas les articles 10 et 11 de |
Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel | la Constitution. Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, |
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
op 29 oktober 2015. | la Cour constitutionnelle, le 29 octobre 2015. |
De griffier, | Le greffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |
De voorzitter, | Le président, |
J. Spreutels | J. Spreutels |