← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 149/2015 van 22 oktober 2015 Rolnummer : 6090 In zake :
de prejudiciële vraag over de artikelen 12 en 14 van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke
Gewest van 23 juli 1992 betreffende de gewestbelasting ten Het Grondwettelijk
Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters (...)"
| Uittreksel uit arrest nr. 149/2015 van 22 oktober 2015 Rolnummer : 6090 In zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 12 en 14 van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 23 juli 1992 betreffende de gewestbelasting ten Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters (...) | Extrait de l'arrêt n° 149/2015 du 22 octobre 2015 Numéro du rôle : 6090 En cause : la question préjudicielle concernant les articles 12 et 14 de l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 23 juillet 1992 relative à la taxe régionale à La Cour constitutionnelle, composée des présidents J. Spreutels et A. Alen, et des juges E. De G(...) |
|---|---|
| GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
| Uittreksel uit arrest nr. 149/2015 van 22 oktober 2015 | Extrait de l'arrêt n° 149/2015 du 22 octobre 2015 |
| Rolnummer : 6090 | Numéro du rôle : 6090 |
| In zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 12 en 14 van de | En cause : la question préjudicielle concernant les articles 12 et 14 |
| ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 23 juli 1992 | de l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 23 juillet 1992 |
| betreffende de gewestbelasting ten laste van bezetters van bebouwde | relative à la taxe régionale à charge des occupants d'immeubles bâtis |
| eigendommen en houders van een zakelijk recht op sommige onroerende | et de titulaires de droits réels sur certains immeubles, tels qu'ils |
| goederen, zoals van toepassing op de aanslagjaren 1995 en 1996, | étaient applicables aux exercices d'imposition 1995 et 1996, posée par |
| gesteld door de Franstalige Rechtbank van eerste aanleg te Brussel. | le Tribunal de première instance francophone de Bruxelles. |
| Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
| samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de | composée des présidents J. Spreutels et A. Alen, et des juges E. De |
| rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Moerman, E. Derycke en F. | Groot, L. Lavrysen, J.-P. Moerman, E. Derycke et F. Daoût, assistée du |
| Daoût, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, | greffier F. Meersschaut, présidée par le président J. Spreutels, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
| I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
| Bij vonnis van 22 oktober 2014 in zake de nv « Dodder Belgium » tegen | Par jugement du 22 octobre 2014 en cause de la SA « Dodder Belgium » |
| het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, waarvan de expeditie ter griffie | contre la Région de Bruxelles-Capitale, dont l'expédition est parvenue |
| van het Hof is ingekomen op 18 november 2014, heeft de Franstalige | au greffe de la Cour le 18 novembre 2014, le Tribunal de première |
| Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag | instance francophone de Bruxelles a posé la question préjudicielle |
| gesteld : | suivante : |
| « Zijn de artikelen 12 en 14 van de ordonnantie van het Brusselse | |
| Hoofdstedelijke Gewest van 23 juli 1992 tot instelling van een | |
| belasting ten laste van bezetters van bebouwde eigendommen, in de | |
| tekst ervan die van toepassing is op de belastingjaren 1995 en 1996, | « Dans leur texte applicable aux exercices 1995 et 1996, les articles |
| 12 et 14 de l'ordonnance de la Région de Bruxelles-Capitale du 23 | |
| juillet 1992 instituant une taxe à charge des occupants d'immeubles | |
| in overeenstemming met het zekerheidsbeginsel en met de artikelen 10, | bâtis, sont-ils conformes au principe de sécurité et aux articles 10, |
| 11, 170 en 172 van de Grondwet, in zoverre de belastingplichtigen die | 11, 170 et 172 de la Constitution, en ce que les contribuables taxés |
| ambtshalve worden belast, dat zonder termijn kunnen worden, in | |
| tegenstelling met de belastingplichtigen die worden belast op aangifte | d'office peuvent l'être sans délai, à la différence des contribuables |
| of op rechtzetting van hun aangifte ? ». | taxés sur déclaration ou sur rectification de leur déclaration ? ». |
| (...) | (...) |
| III. In rechte | III. En droit |
| (...) | (...) |
| B.1.1. Zoals zij van toepassing zijn op het voor de verwijzende | B.1.1. Tel qu'ils sont applicables au litige pendant devant le juge a |
| rechter hangende geschil, bepalen de artikelen 12 tot 14 van de | |
| ordonnantie van 23 juli 1992 « betreffende de gewestbelasting ten | quo, les articles 12 à 14 de l'ordonnance du 23 juillet 1992 « |
| laste van bezetters van bebouwde eigendommen en houders van een | relative à la taxe régionale à charge des occupants d'immeubles bâtis |
| zakelijk recht op sommige onroerende goederen » : | et de titulaires de droits réels sur certains immeubles » disposent : |
| « Art. 12.§ 1. Deze belasting wordt geheven via kohier. |
« Art. 12.§ 1er. La taxe est perçue par voie de rôle. |
| De kohieren worden vastgesteld door de ambtenaar die door de | Les rôles sont arrêtés par le fonctionnaire désigné par l'Exécutif au |
| Executieve wordt aangewezen uiterlijk 30 september volgende op het | plus tard le 30 septembre qui suit la fin de l'exercice auxquels ils |
| einde van het belastingjaar waarop zij betrekking hebben, behoudens | se rattachent, sans préjudice de la rectification prévue à l'article |
| rechtzetting bedoeld in artikel 13 of ambtshalve heffing bedoeld in | 13 ou de la taxation d'office de l'article 14; ils sont rendus |
| artikel 14; zij worden door de Executieve uitvoerbaar verklaard. | exécutoires par l'Exécutif. |
| De kohieren vermelden : | Les rôles mentionnent : |
| 1° de naam van het Gewest; | 1° le nom de la Région; |
| 2° de naam, voornamen en adres van de belastingplichtige; | 2° le nom, prénoms et adresse du redevable de la taxe; |
| 3° een verwijzing naar deze ordonnantie; | 3° une référence à la présente ordonnance; |
| 4° het bedrag van de belasting en het feit dat de opeisbaarheid rechtvaardigt; | 4° le montant de la taxe et le fait qui en justifie l'exigibilité; |
| 5° het belastingjaar; | 5° l'exercice; |
| 6° het nummer van het artikel; | 6° le numéro d'article; |
| 7° de datum van uitvoerbaarverklaring. | 7° la date du visa exécutoire. |
| § 2. Het aanslagbiljetkohieruittreksel wordt, op straffe van | § 2. L'avertissement-extrait de rôle est, à peine de forclusion, |
| uitsluiting, binnen zes maanden na de uitvoerbaarverklaring aan de | notifié au redevable dans les six mois à compter de la date du visa |
| belastingplichtige betekend. Het is gedateerd en draagt de | exécutoire. Il est daté et porte les mentions indiquées au paragraphe |
| vermeldingen aangeduid in de eerste paragraaf. | premier. |
| § 3. De belasting moet ten laatste twee maanden na de toezending van | § 3. La taxe doit être payée au plus tard dans les deux mois suivant |
| het aanslagbiljetkohieruittreksel betaald worden. | l'envoi de l'avertissement-extrait de rôle. |
Art. 13.In geval van vergissingen of onvolledigheden in de aangifte |
Art. 13.En cas d'erreur ou d'omission dans la déclaration du |
| van de belastingplichtige, gaan de ambtenaren bedoeld in artikel 11 | redevable, les fonctionnaires visés à l'article 11, procèdent à la |
| over tot de rechtzetting van de aangifte; de gemotiveerde rechtzetting | rectification de la déclaration; la rectification motivée est notifiée |
| wordt aan de belastingplichtige betekend binnen een termijn van acht | au redevable dans un délai de huit mois à compter du jour de la |
| maanden na de ontvangst van de aangifte. | réception de la déclaration. |
Art. 14.§ 1. Wanneer de belastingplichtige zijn aangifte bedoeld in |
Art. 14.§ 1er. Lorsque le redevable n'a pas remis dans les délais la |
| artikel 10 niet binnen de termijnen heeft ingediend, of de | déclaration dont question à l'article 10 ou ne s'est pas conformé aux |
| verplichtingen hem opgelegd door deze ordonnantie of in uitvoering | obligations qui lui sont imposées par la présente ordonnance ou en |
| ervan niet heeft nageleefd, gaan de ambtenaren bedoeld in artikel 11 | exécution de celle-ci, les fonctionnaires visés à l'article 11 |
| ambtshalve over tot de heffing van de door de belastingplichtige verschuldigde belasting op grond van de elementen waarover ze beschikken. § 2. Alvorens over te gaan tot de ambtshalve heffing, stellen de ambtenaren de belastingplichtigen, bij aangetekende brief, in kennis van de motieven van de ambtshalve heffing en de elementen op basis waarvan de belasting zal worden geheven. § 3. Binnen de maand volgend op de toezending van deze kennisgeving, kan de belastingplichtige zijn schriftelijke opmerkingen overmaken; de belasting mag niet worden geheven vooraleer deze termijn is verstreken. | procèdent à l'établissement d'office de la taxe due par le redevable eu égard aux éléments dont ils disposent. § 2. Avant de procéder à la taxation d'office, les fonctionnaires notifient au redevable, par lettre recommandée, les motifs de la taxation d'office et les éléments sur lesquels la taxe sera basée. § 3. Dans le mois qui suit l'envoi de cette notification, le redevable peut faire valoir ses observations par écrit; la taxe ne peut être établie avant l'expiration de ce délai. |
| § 4. Wanneer de belastingplichtige ambtshalve wordt belast, komt het | § 4. Lorsque le redevable est taxé d'office, il lui incombe, en cas de |
| hem toe, in geval van betwisting, te bewijzen dat de ambtshalve | contestation, de faire la preuve du caractère manifestement exagéré de |
| heffing kennelijk overdreven is ». | la taxation d'office ». |
| B.1.2. Tijdens de parlementaire voorbereiding preciseerde de minister | B.1.2. Au cours des travaux préparatoires, le ministre précisa que le |
| dat de in artikel 12 van de in het geding zijnde ordonnantie | délai d'enrôlement fixé à l'article 12 de l'ordonnance en cause - |
| vastgelegde termijn voor inkohiering - die neerkomt op negen maanden | équivalent à neuf mois après la clôture de l'exercice fiscal - était « |
| na de afsluiting van het belastingjaar - « redelijk » was (Parl. St., | raisonnable » (Doc. parl., Conseil de la Région de Bruxelles-Capitale, |
| Brusselse Hoofdstedelijke Raad, 1991-1992, A-183/2, p. 69). | 1991-1992, A-183/2, p. 69). |
| B.1.3. Zoals het van toepassing is op het voor de verwijzende rechter | B.1.3. Tel qu'il est applicable au litige pendant devant le juge a |
| hangende geschil, bepaalt artikel 16 van dezelfde ordonnantie : | quo, l'article 16 de la même ordonnance dispose : |
| « De vordering tot inning van de belasting, de intresten en de | « L'action en recouvrement de la taxe, des intérêts et des majorations |
| verhogingen verjaart na verloop van vijf jaar te rekenen vanaf de dag waarop ze ontstaat ». | se prescrit par cinq ans à compter du jour où elle est née ». |
| B.2.1. Artikel 5 van de ordonnantie van 17 juli 1997 « tot wijziging | B.2.1. L'article 5 de l'ordonnance du 17 juillet 1997 « modifiant la |
| van de procedure van het onderzoek, de inning en de vervolgingen | procédure de l'enquête, du recouvrement et des poursuites en matière |
| inzake gewestelijke autonome fiscaliteit » heeft artikel 12, § 1, | de fiscalité régionale autonome » remplaça l'article 12, § 1er, alinéa |
| tweede lid, van de in het geding zijnde ordonnantie vervangen door | 2, de l'ordonnance en cause par deux nouveaux alinéas qui disposaient |
| twee nieuwe leden die bepaalden : | : |
| « De kohieren worden door de ambtenaar die daartoe door de Regering | « Les rôles sont rendus exécutoires par le fonctionnaire, désigné à |
| wordt aangewezen, uitvoerbaar verklaard, uiterlijk op 30 september | cet effet par le Gouvernement, au plus tard le 30 septembre de l'année |
| volgend op het belastingjaar waarop zij betrekking hebben. | qui suit l'exercice auquel ils se rattachent. |
| In geval van ambtshalve heffing, zoals bedoeld in artikel 14, worden | Dans le cas de la taxation d'office, visée à l'article 14, les rôles |
| de kohieren uitvoerbaar verklaard, uiterlijk op 30 september van het | sont rendus exécutoires au plus tard le 30 septembre de la troisième |
| derde jaar volgend op het belastingjaar waarop zij betrekking hebben | année qui suit l'exercice auquel ils se rattachent ». |
| ». Krachtens artikel 20 van de ordonnantie van 17 juli 1997 waren die | En vertu de l'article 20 de l'ordonnance du 17 juillet 1997, ces deux |
| twee leden « toepasselijk op de belastingen die betrekking hebben op | |
| het belastingjaar 1997 en op de volgende belastingjaren ». | alinéas étaient « d'application aux taxes relatives aux exercices 1997 et suivants ». |
| B.2.2. Bij artikel 36 van de ordonnantie van 21 december 2012 « tot | B.2.2. L'article 36 de l'ordonnance du 21 décembre 2012 « établissant |
| vaststelling van de fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk | la procédure fiscale en Région de Bruxelles-Capitale » a abrogé à |
| Gewest », werden de artikelen 12, 13 en 14 van de in het geding zijnde | partir de l'exercice d'imposition 2013 les articles 12, 13 et 14 de |
| ordonnantie opgeheven, vanaf het belastingjaar 2013. | l'ordonnance en cause. |
| B.3.1. Aan het Hof wordt een vraag gesteld over de bestaanbaarheid van | B.3.1. La Cour est interrogée sur la compatibilité des articles 12 et |
| de artikelen 12 en 14 van de in het geding zijnde ordonnantie met de | 14 de l'ordonnance en cause avec les articles 10, 11, 170 et 172 de la |
| artikelen 10, 11, 170 en 172 van de Grondwet alsook met het | Constitution ainsi qu'avec le principe de sécurité juridique en tant |
| rechtszekerheidsbeginsel, in zoverre de ordonnantiegever geen enkele | que le législateur ordonnanciel n'établit aucun délai pour procéder à |
| termijn vaststelt om de aanslag van een belastingplichtige ambtshalve | la taxation d'office du contribuable, à la différence de la procédure |
| te vestigen, in tegenstelling tot de procedure van aanslag van de | de taxation du contribuable sur la base de sa déclaration ou de la |
| belastingplichtige op grond van diens aangifte of een rechtzetting van | |
| diens aangifte. | rectification de sa déclaration. |
| B.3.2. Artikel 170 van de Grondwet legt het beginsel van wettigheid | B.3.2. L'article 170 de la Constitution établit le principe de |
| van de belasting vast. Uit de verwijzingsbeslissing blijkt niet in | légalité de l'impôt. La décision de renvoi ne fait pas apparaître en |
| welk opzicht de in het geding zijnde bepalingen het | quoi les dispositions en cause sont susceptibles de méconnaître le |
| wettigheidsbeginsel in fiscale zaken kunnen schenden. | principe de légalité en matière fiscale. |
| In zoverre zij betrekking heeft op artikel 170 van de Grondwet, is de | En ce qu'elle porte sur l'article 170 de la Constitution, la question |
| prejudiciële vraag niet ontvankelijk. | préjudicielle est irrecevable. |
| B.3.3. Het Hof is bovendien niet bevoegd om wettelijke normen | B.3.3. En outre, la Cour n'est pas compétente pour contrôler |
| rechtstreeks te toetsen aan algemene beginselen, zoals het | directement des normes législatives au regard de principes généraux, |
| rechtszekerheidsbeginsel. Het kan niettemin met die beginselen | comme le principe de sécurité juridique. Elle peut toutefois tenir |
| rekening houden bij de rechtstreekse grondwettigheidstoets die het ten | compte de ces principes dans le contrôle direct de constitutionnalité |
| aanzien van de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet uitvoert. | qu'elle exerce au regard des articles 10, 11 et 172 de la Constitution. |
| B.4.1. In tegenstelling tot hetgeen de Brusselse Hoofdstedelijke | B.4.1. Contrairement à ce que soutient le Gouvernement de la Région de |
| Regering beweert, zijn de in de prejudiciële vraag beoogde categorieën | Bruxelles-Capitale, les catégories de personnes visées par la question |
| van personen vergelijkbaar. De loutere omstandigheid dat de | préjudicielle sont comparables. La seule circonstance que |
| administratie de aanslag ambtshalve kan vestigen ten aanzien van de | l'administration peut procéder à la taxation d'office de la première |
| eerste categorie van vergeleken personen, heeft niet tot gevolg dat die categorie niet op nuttige wijze kan worden vergeleken met de belastingplichtigen wier aanslag gegrond is op hun aangifte of op de rechtzetting van hun aangifte. B.4.2. In tegenstelling tot wat het geval is voor de belastingplichtigen die worden belast op grond van hun aangifte of een rechtzetting van hun aangifte, wordt aan de gewestelijke administratie geen enkele termijn opgelegd om de heffing ambtshalve te vestigen ten aanzien van belastingplichtigen die, zoals de eisende partij voor de verwijzende rechter, hun aangifte niet binnen de voorgeschreven termijnen hebben ingediend. Het Hof moet bijgevolg nagaan of dat verschil in behandeling redelijk is verantwoord. B.5.1. Het vestigen van een aanslag in de gevallen waarin de belasting krachtens de wet verschuldigd is, vormt een verplichting voor de administratie waardoor de gelijkheid van de burgers voor de fiscale wet wordt gewaarborgd. In dat verband kan worden aangenomen dat er strengere maatregelen worden genomen ten aanzien van belastingplichtigen die hun aangifteplicht niet zijn nagekomen. B.5.2. De ordonnantiegever dient evenwel een billijk evenwicht na te streven tussen het rechtmatige belang dat gebiedt dat een verschuldigde belasting moet worden betaald en de bekommernis om de belastingplichtige niet voor onbepaalde tijd over die aanslag in het ongewisse te laten. Het ontbreken van enige aanslagtermijn heeft immers tot gevolg dat het rechtszekerheidsbeginsel wordt geschonden, aangezien de belastingplichtige voor onbepaalde tijd in het ongewisse blijft betreffende het betrokken aanslagjaar, zonder dat hij over een mogelijkheid beschikt om de procedure te bespoedigen (zie, in dat | catégorie de personnes comparées n'a pas pour conséquence qu'elle ne puisse être comparée utilement aux contribuables dont la taxation est fondée sur leur déclaration ou sur la rectification de leur déclaration. B.4.2. A la différence des contribuables taxés sur la base de leur déclaration ou d'une rectification apportée à leur déclaration, aucun délai n'est imposé à l'administration régionale pour procéder à la taxation d'office des contribuables qui, comme la partie demanderesse devant le juge a quo, n'ont pas remis leur déclaration dans les délais prescrits. La Cour doit dès lors vérifier si cette différence de traitement est raisonnablement justifiée. B.5.1. L'établissement d'une taxation dans les cas où l'impôt est dû conformément à la loi constitue, pour l'administration, une obligation qui doit permettre de garantir l'égalité des citoyens devant la loi. A cet égard, il peut être admis que des mesures plus sévères soient adoptées à l'égard des contribuables qui n'ont pas satisfait à leur obligation de déclaration. B.5.2. Il convient toutefois que le législateur ordonnanciel recherche un juste équilibre entre l'intérêt légitime qui commande que l'impôt dû soit payé et le souci de ne pas laisser indéfiniment le contribuable dans l'incertitude concernant cette imposition. En effet, l'absence de tout délai d'imposition a pour effet que le principe de la sécurité juridique est violé, puisque le contribuable demeure indéfiniment dans l'incertitude en ce qui concerne l'exercice d'imposition concerné, sans disposer de la faculté de faire accélérer |
| verband, EHRM, 3 maart 2015, Dimitrovi t. Bulgarije, § 46). | la procédure (voy., à cet égard, CEDH, 3 mars 2015, Dimitrovi c. |
| B.5.3. Overigens mag het aanvangspunt van een verjaringstermijn niet | Bulgarie, § 46). B.5.3. Par ailleurs, le point de départ d'un délai de prescription ne |
| volledig aan de willekeur van een van de partijen worden overgelaten. | peut être totalement laissé à l'arbitraire d'une des parties. Au |
| De zorg om rechtsonzekerheid te voorkomen « vereist daarentegen dat | contraire, le souci de prévenir l'insécurité juridique « exige que le |
| het aanvangspunt en het verstrijken van verjaringstermijnen duidelijk | point de départ ou d'expiration des délais de prescription [soit] |
| vastliggen en verbonden zijn aan concrete en objectieve feiten » (zie | clairement définis et liés à des faits concrets et objectifs » (voy. |
| EHRM, 6 november 2008, Kokkinis t. Griekenland, §§ 34 en 35). | CEDH, 6 novembre 2008, Kokkinis c. Grèce, §§ 34 et 35). |
| De gecombineerde lezing van de artikelen 14 en 16 van de in het geding | Or, la lecture combinée des articles 14 et 16 de l'ordonnance en cause |
| aboutit à ce que le point de départ du délai de prescription de | |
| zijnde ordonnantie laat het aanvangspunt van de verjaringstermijn van | l'action en recouvrement de l'administration fiscale, visée à |
| de in artikel 16 van de ordonnantie beoogde vordering tot inning van | l'article 16 de l'ordonnance, soit conditionné par le seul moment où |
| de belastingadministratie echter uitsluitend afhangen van het tijdstip | cette administration décide d'enrôler la taxation d'office à charge du |
| waarop die administratie beslist ambtshalve een aanslag te vestigen | |
| ten laste van de belastingplichtige, waarbij dat tijdstip voor | contribuable, ce moment pouvant être indéfiniment retardé. |
| onbepaalde duur kan worden uitgesteld. | |
| B.6. Artikel 5 van de voormelde ordonnantie van 17 juli 1997 heeft een | B.6. L'article 5 de l'ordonnance du 17 juillet 1997 précitée a |
| termijn ingevoerd om over te gaan tot de in het geding zijnde | instauré un délai pour procéder à la taxation d'office en cause afin |
| ambtshalve heffing, teneinde « de rechtszekerheid van de | |
| belastingplichtige [te verhogen] » (Parl. St., Brusselse | d'« augmente [r] la sécurité juridique du contribuable » (Doc. parl., |
| Hoofdstedelijke Raad, 1996-1997, nr. 148/2, p. 3). Op dezelfde wijze | Conseil de la Région de Bruxelles-Capitale, 1996-1997, n° 148/2, p. |
| wordt bij de ordonnantie van 21 december 2012 « tot vaststelling van | 3). De même, l'ordonnance du 21 décembre 2012 « établissant la |
| de fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest », die de | procédure fiscale en Région de Bruxelles-Capitale », qui abroge les |
| in het geding zijnde bepalingen opheft, een termijn vastgelegd | dispositions en cause, fixe un délai dans lequel l'administration peut |
| waarbinnen de administratie kan overgaan tot een ambtshalve heffing | procéder à la taxation d'office en ce qui concerne les diverses taxes |
| van de verschillende gewestbelastingen (artikel 10, § 1, derde lid). | régionales (article 10, § 1er, alinéa 3). |
| B.7. In tegenstelling tot hetgeen de Brusselse Hoofdstedelijke | B.7. Contrairement à ce que soutient le Gouvernement de la Région de |
| Regering aanvoert, vormt de mogelijkheid dat gedurende een latere | Bruxelles-Capitale, l'éventualité qu'au cours d'une procédure |
| gerechtelijke procedure, de termijn waarbinnen de belastingplichtige | judiciaire ultérieure, le délai mis pour taxer d'office le |
| ambtshalve is belast onredelijk wordt verklaard, geen voldoende | contribuable puisse être jugé comme déraisonnable ne constitue pas une |
| waarborg. | garantie suffisante. |
| Het Hof heeft weliswaar aangenomen, in zijn arrest nr. 158/2009 van 20 | Certes, la Cour a admis, dans son arrêt n° 158/2009, du 20 octobre |
| oktober 2009, dat een belastingheffende overheid, door het vestigen | 2009, que l'autorité taxatrice puisse remédier, par l'établissement |
| van een subsidiaire aanslag, een onregelmatigheid kan verhelpen - | d'une cotisation subsidiaire, à une irrégularité - autre que celle |
| behoudens die betreffende de verjaring - tijdens het geding waarin | relative à la prescription - pendant l'instance au cours de laquelle |
| uitspraak wordt gedaan over de nietigheid van de initiële aanslag. Het | il est statué sur la nullité de la cotisation initiale. La Cour |
| Hof onderstreepte niettemin in dat verband dat, aldus, de | souligna toutefois à cet égard que, ce faisant, l'administration |
| belastingadministratie ertoe gehouden bleef de subsidiaire aanslag te | fiscale demeurait tenue d'établir la cotisation subsidiaire dans un |
| vestigen binnen een bepaalde termijn, namelijk vóór het sluiten van de | délai déterminé, à savoir avant la fin de la clôture des débats devant |
| debatten voor het rechtscollege. | la juridiction. |
| De belastingplichtige zou daarentegen niet kunnen worden opgelegd om | Le contribuable ne pourrait, en revanche, être contraint d'intenter |
| een gerechtelijke vordering in te stellen louter om na te gaan of de | une action en justice à la seule fin de vérifier si l'autorité |
| belastingheffende overheid binnen een redelijke termijn heeft | taxatrice a agi dans un délai raisonnable, alors que le législateur |
| gehandeld, terwijl de ordonnantiegever geen termijn heeft bepaald | ordonnanciel s'est abstenu de déterminer le délai dans lequel il y |
| waarbinnen de belasting ambtshalve moest worden gevestigd. In zulk een | avait lieu de procéder à l'imposition d'office. Dans un tel cas, en |
| geval kan de administratie immers discretionair beslissen over de | effet, l'administration peut décider de manière discrétionnaire du |
| termijn die wordt gehanteerd voor de procedure van ambtshalve heffing | délai applicable à la procédure de taxation d'office et procéder à une |
| en kan zij buiten elke vooraf bepaalde termijn overgaan tot een | telle taxation en dehors de tout délai prédéterminé. |
| dergelijke heffing. B.8. Daaruit volgt dat het ontbreken, in de in het geding zijnde | B.8. Il s'ensuit que l'absence, dans les dispositions en cause, d'un |
| bepalingen, van een termijn die aan de gewestelijke administratie | délai imposé à l'administration régionale pour procéder à la taxation |
| wordt opgelegd om over te gaan tot de ambtshalve heffing waarin | |
| artikel 14 van de in het geding zijnde ordonnantie voorziet, namelijk | d'office prévue par l'article 14 de l'ordonnance en cause, à savoir le |
| de termijn voor ambtshalve heffing vermeld in B.2.1, een onverantwoord | délai prévu en cas de taxation d'office comme il est indiqué en B.2.1, |
| verschil in behandeling doet ontstaan tussen de door de prejudiciële | établit une différence de traitement injustifiée entre les catégories |
| vraag beoogde categorieën van belastingplichtigen. | de contribuables visées par la question préjudicielle. |
| B.9. Aangezien de in B.8. gedane vaststelling van de lacune is | B.9. Dès lors que le constat de la lacune qui a été fait en B.8 est |
| uitgedrukt in voldoende nauwkeurige en volledige bewoordingen die | exprimé en des termes suffisamment précis et complets qui permettent |
| toelaten de in het geding zijnde bepalingen toe te passen met | l'application des dispositions en cause dans le respect des normes de |
| inachtneming van de referentienormen op grond waarvan het Hof zijn | référence sur la base desquelles la Cour exerce son contrôle, il |
| toetsingsbevoegdheid uitoefent, staat het aan de verwijzende rechter | appartient au juge a quo de mettre fin à la violation de ces normes. |
| een einde te maken aan de schending van die normen. | |
| Om die redenen, | Par ces motifs, |
| het Hof | la Cour |
| zegt voor recht : | dit pour droit : |
| De artikelen 12 en 14 van de ordonnantie van het Brusselse | Les articles 12 et 14 de l'ordonnance de la Région de |
| Hoofdstedelijke Gewest van 23 juli 1992 « betreffende de | Bruxelles-Capitale du 23 juillet 1992 « relative à la taxe régionale à |
| gewestbelasting ten laste van bezetters van bebouwde eigendommen en | charge des occupants d'immeubles bâtis et de titulaires de droits |
| houders van een zakelijk recht op sommige onroerende goederen », zoals | réels sur certains immeubles », tels qu'ils étaient applicables aux |
| zij van toepassing waren op de aanslagjaren 1995 en 1996, schenden de | exercices d'imposition 1995 et 1996, violent les articles 10, 11 et |
| artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet. | 172 de la Constitution. |
| Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel | Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, |
| 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
| op 22 oktober 2015. | la Cour constitutionnelle, le 22 octobre 2015. |
| De griffier, | Le greffier, |
| F. Meersschaut | F. Meersschaut |
| De voorzitter, | Le président, |
| J. Spreutels | J. Spreutels |