← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 126/2015 van 24 september 2015 Rolnummer : 6041 In zake
: de prejudiciële vraag betreffende artikel 330 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank
van eerste aanleg Namen, afdeling Namen. Het Grondwette samengesteld uit de
voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 126/2015 van 24 september 2015 Rolnummer : 6041 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 330 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen. Het Grondwette samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J(...) | Extrait de l'arrêt n° 126/2015 du 24 septembre 2015 Numéro du rôle : 6041 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 330 du Code civil, posée par le Tribunal de première instance de Namur, division Namur. La Cour constitutio composée des présidents J. Spreutels et A. Alen, et des juges E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snapp(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 126/2015 van 24 september 2015 | Extrait de l'arrêt n° 126/2015 du 24 septembre 2015 |
Rolnummer : 6041 | Numéro du rôle : 6041 |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 330 van het | En cause : la question préjudicielle relative à l'article 330 du Code |
Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg Namen, | civil, posée par le Tribunal de première instance de Namur, division |
afdeling Namen. | Namur. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de | composée des présidents J. Spreutels et A. Alen, et des juges E. De |
rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. | Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. |
Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. | Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet et R. Leysen, assistée |
Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, | du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président J. Spreutels, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
Bij vonnis van 3 september 2014 in zake S.S. tegen D.D., waarvan de | Par jugement du 3 septembre 2014 en cause de S.S. contre D.D., dont |
expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 19 september 2014, | l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 19 septembre 2014, |
heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de | le Tribunal de première instance de Namur, division Namur, a posé la |
volgende prejudiciële vraag gesteld : | question préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 330 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre het | « L'article 330 du Code civil, en ce qu'il prescrit que l'action de la |
voorschrijft dat de vordering van de moeder die partij is geweest bij | mère qui a été partie à un processus de reconnaissance paternelle pour |
een proces van vaderlijke erkenning omdat zij erin heeft toegestemd, | y avoir consenti n'est fondée à la contester que si elle démontre que |
die pas op gegronde wijze kan betwisten indien zij aantoont dat aan | son consentement a été vicié, ne viole-t-il pas notamment les articles |
haar toestemming een gebrek kleefde, niet met name de artikelen 10, 11 | 10, 11 et 22 de la Constitution, combinés ou non avec d'autres |
en 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met andere, | |
supranationale wetsbepalingen zoals het Europees Verdrag voor de | dispositions légales supranationales telle la Convention européenne |
rechten van de mens en onder meer artikel 8 daarvan, in zoverre het de | des droits de l'homme et notamment l'article 8 de cette dernière, en |
rechter op absolute wijze de mogelijkheid ontzegt rekening te houden | ce qu'il prive de manière absolue le juge de la possibilité de tenir |
met de belangen van alle betrokken partijen bij het aan hem | compte des intérêts de toutes les parties concernées par le litige de |
voorgelegde geschil inzake afstamming (en in het bijzonder met het | filiation lui soumis (et singulièrement l'intérêt nécessairement |
noodzakelijkerwijs hogere belang van het kind), in alle gevallen of | supérieur de l'enfant), dans tous les cas ou bien notamment dans les |
met name in de gevallen waarin het kind geen socioaffectieve band met | cas où il n'y a pas de réalité socio-affective vécue par l'enfant à |
zijn wettelijke vader heeft en/of er geen biologische band tussen hen | l'égard de son père légal et/ou pas de lien biologique entre ceux-ci ? |
is ? ». | ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1. Artikel 330 van het Burgerlijk Wetboek, zoals vervangen bij | B.1. L'article 330 du Code civil, tel qu'il a été remplacé par |
artikel 16 van de wet van 1 juli 2006 « tot wijziging van de | l'article 16 de la loi du 1er juillet 2006 « modifiant des |
bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het | dispositions du Code civil relatives à l'établissement de la filiation |
vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan » en aangevuld bij | et aux effets de celle-ci » et complété par l'article 370 de la loi du |
artikel 370 van de wet van 27 december 2006 « houdende diverse | 27 décembre 2006 « portant des dispositions diverses (I) » et par |
bepalingen (I) » en bij artikel 35 van de wet van 30 juli 2013 « | l'article 35 de la loi du 30 juillet 2013 « portant création d'un |
betreffende de invoering van een familie- en jeugdrechtbank » - zoals | tribunal de la famille et de la jeunesse » - tel qu'il a été remplacé, |
het vóór de inwerkingtreding ervan is vervangen bij artikel 43 van de | avant son entrée en vigueur, par l'article 43 de la loi du 8 mai 2014 |
wet van 8 mei 2014 « houdende wijziging en coördinatie van diverse | « portant modification et coordination de diverses lois en matière de |
wetten inzake justitie (I) » -, bepaalde : | Justice (I) » -, disposait : |
« § 1. Tenzij het kind bezit van staat heeft ten aanzien van degene | « § 1er. A moins que l'enfant ait la possession d'état à l'égard de |
die het heeft erkend, kan de erkenning van het moederschap worden | celle qui l'a reconnu, la reconnaissance maternelle peut être |
betwist voor de familierechtbank door de vader, het kind, de vrouw die | contestée devant le tribunal de la famille par le père, l'enfant, |
het kind heeft erkend en de vrouw die het moederschap van het kind opeist. Tenzij het kind bezit van staat heeft ten aanzien van degene die het heeft erkend, kan de erkenning van het vaderschap worden betwist voor de familierechtbank door de moeder, het kind, de man die het kind heeft erkend en de man die het vaderschap van het kind opeist. De erkenner en zij die de voorafgaande, in artikel 329bis vereiste of bedoelde toestemmingen hebben gegeven, zijn echter alleen gerechtigd de erkenning te betwisten, indien zij bewijzen dat aan hun toestemming een gebrek kleefde. De erkenning kan niet worden betwist door hen die partij zijn geweest bij de beslissing waarbij de erkenning is toegestaan overeenkomstig artikel 329bis, of bij de beslissing waarbij de krachtens dat artikel gevorderde vernietiging is afgewezen. De vordering van de vader, de moeder of de persoon die het kind erkend heeft, moet worden ingesteld binnen een jaar na de ontdekking van het feit dat de persoon die het kind erkend heeft, niet de vader of de moeder is; die van de persoon die de afstamming opeist moet worden | l'auteur de la reconnaissance et la femme qui revendique la maternité. A moins que l'enfant ait la possession d'état à l'égard de celui qui l'a reconnu, la reconnaissance paternelle peut être contestée devant le tribunal de la famille par la mère, l'enfant, l'auteur de la reconnaissance et l'homme qui revendique la paternité. Toutefois, l'auteur de la reconnaissance et ceux qui ont donné les consentements préalables requis ou visés par l'article 329bis ne sont recevables à contester la reconnaissance que s'ils prouvent que leur consentement a été vicié. La reconnaissance ne peut être contestée par ceux qui ont été parties à la décision qui l'a autorisée conformément à l'article 329bis ou à celle qui a refusé l'annulation demandée en vertu de cet article. L'action du père, de la mère ou de la personne qui a reconnu l'enfant doit être intentée dans l'année de la découverte du fait que la personne qui a reconnu l'enfant n'est pas le père ou la mère; celle de |
ingesteld binnen een jaar na de ontdekking van het feit dat hij of zij | la personne qui revendique la filiation être intentée dans l'année de |
de vader of de moeder van het kind is; die van het kind moet op zijn | la découverte qu'elle est le père ou la mère de l'enfant; celle de |
vroegst worden ingesteld op de dag waarop het de leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt en moet uiterlijk worden ingesteld op de dag waarop het de leeftijd van tweeëntwintig jaar heeft bereikt of binnen een jaar na het ontdekken van het feit dat de persoon die het erkend heeft noch zijn vader, noch zijn moeder is. § 2. Onverminderd het bepaalde in § 1, wordt de erkenning tenietgedaan, indien door alle wettelijke middelen is bewezen dat de betrokkene niet de vader of de moeder is. § 3. De vordering tot betwisting die wordt ingesteld door de persoon die beweert de biologische vader of moeder van het kind te zijn, is maar gegrond als diens vaderschap of moederschap is komen vast te staan. De beslissing welke die vordering tot betwisting inwilligt, brengt van rechtswege de vaststelling van de afstammingsband van de | l'enfant doit être intentée au plus tôt le jour où il a atteint l'âge de douze ans et au plus tard le jour où il a atteint l'âge de vingt-deux ans ou dans l'année de la découverte du fait que la personne qui l'a reconnu n'est pas son père ou sa mère. § 2. Sans préjudice du § 1er, la reconnaissance est mise à néant s'il est prouvé par toutes voies de droit que l'intéressé n'est pas le père ou la mère. § 3. La demande en contestation introduite par la personne qui se prétend le père ou la mère biologique de l'enfant n'est fondée que si sa paternité ou sa maternité est établie. La décision faisant droit à cette action en contestation entraîne de plein droit l'établissement |
verzoeker met zich. De rechtbank gaat na of aan de voorwaarden van | de la filiation du demandeur. Le tribunal vérifie que les conditions |
artikel 332quinquies is voldaan. In ontkennend geval wordt de | de l'article 332quinquies sont respectées. A défaut, l'action est |
vordering afgewezen ». | rejetée ». |
B.2.1. Uit de motieven van de verwijzingsbeslissing en uit de | B.2.1. Il ressort des motifs de la décision de renvoi et du libellé de |
bewoordingen van de prejudiciële vraag blijkt dat het Hof wordt | la question préjudicielle que la Cour est invitée à statuer sur la |
verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid van artikel 330, | compatibilité de l'article 330, § 1er, alinéa 2, du Code civil avec |
§ 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek met de artikelen 10, 11 en | les articles 10, 11 et 22 de la Constitution, lus isolément ou en |
22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van | |
het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre de in het | combinaison avec l'article 8 de la Convention européenne des droits de |
geding zijnde wetsbepaling, door de ontvankelijkheid van de vordering | l'homme, en ce que, en subordonnant la recevabilité de l'action en |
tot betwisting van een erkenning van het vaderschap die door de moeder | contestation d'une reconnaissance de paternité introduite par la mère |
is ingesteld, ondergeschikt te maken aan het bewijs dat aan haar « | à la preuve du vice de son « consentement » à cette reconnaissance, la |
toestemming » voor die erkenning een gebrek kleefde, de rechtbank | disposition législative en cause interdit au tribunal saisi de cette |
waarvoor die vordering is ingesteld, verbiedt rekening te houden met | action de tenir compte des intérêts de toutes les parties concernées |
de belangen van alle betrokken partijen bij het aan haar voorgelegde | par le litige de filiation lui soumis (et singulièrement l'intérêt de |
geschil inzake afstamming (en in het bijzonder met het belang van het | l'enfant), même dans le cas d'absence de relation socio-affective de |
kind), zelfs wanneer het kind geen socioaffectieve band met die | l'enfant avec l'auteur de cette reconnaissance. |
erkenner heeft. B.2.2. Uit de gegevens van de zaak blijkt dat het vonnis bij verstek | B.2.2. Les données de l'affaire font apparaître que le jugement a été |
is uitgesproken ten aanzien van de verweerder, dat de betwisting van | prononcé par défaut à l'égard du défendeur, que la contestation de la |
de erkenning van vaderschap - die niet zou overeenstemmen met de | reconnaissance de paternité - qui ne correspondrait pas à la réalité |
biologische werkelijkheid - binnen de vereiste termijn van één jaar | biologique - a été introduite dans le délai requis d'un an à dater de |
vanaf de geboorte van het kind is ingediend en dat er geen bezit van | la naissance de l'enfant et qu'il n'y a pas eu de possession d'état, |
staat is geweest, zodat de vereiste van het « wilsgebrek » van de | de sorte que l'exigence du vice de « consentement » de la mère est la |
moeder de enige ter discussie staande kwestie is, die de rechter zou | seule question débattue, qui empêcherait le juge de statuer. |
verhinderen zich uit te spreken. | |
B.3.1. Artikel 22 van de Grondwet bepaalt : | B.3.1. L'article 22 de la Constitution dispose : |
« Ieder heeft recht op eerbiediging van zijn privéleven en zijn | « Chacun a droit au respect de sa vie privée et familiale, sauf dans |
gezinsleven, behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden door de wet bepaald. | les cas et conditions fixés par la loi. |
De wet, het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel waarborgen de | La loi, le décret ou la règle visée à l'article 134 garantissent la |
bescherming van dat recht ». | protection de ce droit ». |
B.3.2. Artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens | B.3.2. L'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme |
bepaalt : | dispose : |
« 1. Eenieder heeft recht op eerbiediging van zijn privéleven, zijn | « 1. Toute personne a droit au respect de sa vie privée et familiale, |
gezinsleven, zijn huis en zijn briefwisseling. | de son domicile et de sa correspondance. |
2. Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan met betrekking | 2. Il ne peut y avoir ingérence d'une autorité publique dans |
tot de uitoefening van dit recht dan voor zover bij de wet is voorzien | l'exercice de ce droit que pour autant que cette ingérence est prévue |
en in een democratische samenleving nodig is in het belang van 's | par la loi et qu'elle constitue une mesure qui, dans une société |
lands veiligheid, de openbare veiligheid, of het economisch welzijn | démocratique, est nécessaire à la sécurité nationale, à la sûreté |
van het land, de bescherming van de openbare orde en het voorkomen van | publique, au bien-être économique du pays, à la défense de l'ordre et |
strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden, | à la prévention des infractions pénales, à la protection de la santé |
of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen ». | ou de la morale, ou à la protection des droits et libertés d'autrui ». |
B.3.3. De Grondwetgever heeft gestreefd naar een zo groot mogelijke | B.3.3. Le Constituant a recherché la plus grande concordance possible |
concordantie tussen artikel 22 van de Grondwet en die verdragsbepaling | entre l'article 22 de la Constitution et cette disposition |
(Parl. St., Kamer, 1992-1993, nr. 997/5, p. 2). | conventionnelle (Doc. parl., Chambre, 1992-1993, n° 997/5, p. 2). |
De draagwijdte ervan is analoog aan die van de voormelde | La portée de celle-ci est analogue à celle de la disposition |
grondwetsbepaling, zodat de waarborgen die beide bepalingen bieden, | constitutionnelle précitée, de sorte que les garanties que fournissent |
een onlosmakelijk geheel vormen. | ces deux dispositions forment un ensemble indissociable. |
B.4.1. Het recht op de eerbiediging van het privéleven en het | B.4.1. Le droit au respect de la vie privée et familiale, tel qu'il |
gezinsleven, zoals het door de voormelde bepalingen wordt gewaarborgd, | est garanti par les dispositions précitées, a pour but essentiel de |
beoogt in wezen de personen te beschermen tegen inmengingen in hun | protéger les personnes contre des ingérences dans leur vie privée et |
privéleven en hun gezinsleven. | leur vie familiale. |
Artikel 22, eerste lid, van de Grondwet en artikel 8 van het Europees | L'article 22, alinéa 1er, de la Constitution et l'article 8 de la |
Verdrag voor de rechten van de mens sluiten een overheidsinmenging in | Convention européenne des droits de l'homme n'excluent pas une |
het recht op eerbiediging van het privé- en gezinsleven niet uit, maar | ingérence d'une autorité publique dans le droit au respect de la vie |
vereisen dat die inmenging wordt toegestaan door een voldoende | privée et familiale mais ils exigent que cette ingérence soit |
precieze wettelijke bepaling, dat zij een wettig doel nastreeft en dat | autorisée par une disposition législative suffisamment précise, |
zij noodzakelijk is in een democratische samenleving. Die bepalingen | qu'elle poursuive un but légitime et qu'elle soit nécessaire dans une |
houden voor de overheid bovendien de positieve verplichting in om | société démocratique. Ces dispositions engendrent de surcroît |
maatregelen te nemen die een daadwerkelijke eerbiediging van het | l'obligation positive pour l'autorité publique de prendre des mesures |
privéleven en het gezinsleven verzekeren, zelfs in de sfeer van de | qui assurent le respect effectif de la vie privée et familiale, même |
onderlinge verhoudingen tussen individuen (EHRM, 27 oktober 1994, | dans la sphère des relations entre les individus (CEDH, 27 octobre |
Kroon e.a. t. Nederland, § 31; grote kamer, 12 november 2013, Söderman | 1994, Kroon et autres c. Pays-Bas, § 31; grande chambre, 12 novembre |
t. Zweden, § 78; 3 april 2014, Konstantinidis t. Griekenland, § 42). | 2013, Söderman c. Suède, § 78; 3 avril 2014, Konstantinidis c. Grèce, |
B.4.2. De procedures met betrekking tot het vaststellen of betwisten | § 42). B.4.2. Les procédures relatives à l'établissement ou à la contestation |
van de vaderlijke afstamming raken het privéleven omdat de materie van | de la paternité concernent la vie privée, parce que la matière de la |
de afstamming belangrijke aspecten van iemands persoonlijke identiteit | filiation englobe d'importants aspects de l'identité personnelle d'un |
omvat (EHRM, 28 november 1984, Rasmussen t. Denemarken, § 33; 24 | individu (CEDH, 28 novembre 1984, Rasmussen c. Danemark, § 33; 24 |
november 2005, Shofman t. Rusland, § 30; 12 januari 2006, Mizzi t. | novembre 2005, Shofman c. Russie, § 30; 12 janvier 2006, Mizzi c. |
Malta, § 102; 16 juni 2011, Pascaud t. Frankrijk, §§ 48-49; 21 juni | Malte, § 102; 16 juin 2011, Pascaud c. France, §§ 48-49; 21 juin 2011, |
2011, Kruskovic t. Kroatië, § 20; 22 maart 2012, Ahrens t. Duitsland, | Kruskovic c. Croatie, § 20; 22 mars 2012, Ahrens c. Allemagne, § 60; |
§ 60; 12 februari 2013, Krisztissn Barnabsss Tóth t. Hongarije, § 28). | 12 février 2013, Krisztissn Barnabsss Tóth c. Hongrie, § 28). |
De in het geding zijnde regeling voor het betwisten van de erkenning | Le régime en cause de contestation d'une reconnaissance paternelle |
van het vaderschap valt derhalve onder de toepassing van artikel 22 | relève donc de l'application de l'article 22 de la Constitution et de |
van de Grondwet en van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de | l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme. |
rechten van de mens. | |
B.4.3. De wetgever beschikt bij de uitwerking van een regeling die een | B.4.3. Le législateur, lorsqu'il élabore un régime qui entraîne une |
overheidsinmenging in het privéleven inhoudt, over een | ingérence de l'autorité publique dans la vie privée, jouit d'une marge |
appreciatiemarge om rekening te houden met een billijk evenwicht | d'appréciation pour tenir compte du juste équilibre à ménager entre |
tussen de tegenstrijdige belangen van het individu en de samenleving | les intérêts concurrents de l'individu et de la société dans son |
in haar geheel (EHRM, 26 mei 1994, Keegan t. Ierland, § 49; 27 oktober | ensemble (CEDH, 26 mai 1994, Keegan c. Irlande, § 49; 27 octobre 1994, |
1994, Kroon e.a. t. Nederland, § 31; 2 juni 2005, Znamenskaya t. | Kroon et autres c. Pays-Bas, § 31; 2 juin 2005, Znamenskaya c. Russie, |
Rusland, § 28; 24 november 2005, Shofman t. Rusland, § 34; 20 december | § 28; 24 novembre 2005, Shofman c. Russie, § 34; 20 décembre 2007, |
2007, Phinikaridou t. Cyprus, §§ 51 tot 53; 25 februari 2014, Ostace | Phinikaridou c. Chypre, §§ 51 à 53; 25 février 2014, Ostace c. |
t. Roemenië, § 33). | Roumanie, § 33). |
Die appreciatiemarge van de wetgever is evenwel niet onbegrensd : om | Cette marge d'appréciation du législateur n'est toutefois pas |
te oordelen of een wettelijke regeling verenigbaar is met het recht op | illimitée : pour apprécier si une règle législative est compatible |
de eerbiediging van het privéleven, moet worden nagegaan of de | avec le droit au respect de la vie privée, il convient de vérifier si |
wetgever een billijk evenwicht heeft gevonden tussen alle rechten en | le législateur a trouvé un juste équilibre entre tous les droits et |
belangen die in het geding zijn. Zulks vereist dat de wetgever niet | intérêts en cause. Pour cela, il ne suffit pas que le législateur |
alleen een afweging maakt tussen de belangen van het individu | ménage un équilibre entre les intérêts concurrents de l'individu et de |
tegenover die van de samenleving in haar geheel, maar tevens tussen de | la société dans son ensemble mais il doit également ménager un |
tegenstrijdige belangen van de betrokken personen (EHRM, 6 juli 2010, | équilibre entre les intérêts contradictoires des personnes concernées |
Backlund t. Finland, § 46; 15 januari 2013, Laakso t. Finland, § 46; | (CEDH, 6 juillet 2010, Backlund c. Finlande, § 46; 15 janvier 2013, |
29 januari 2013, Röman t. Finland, § 51). | Laakso c. Finlande, § 46; 29 janvier 2013, Röman c. Finlande, § 51). |
Bij het uitwerken van een wettelijke regeling inzake afstamming dient | Lorsqu'il élabore un régime légal en matière de filiation, le |
de wetgever de bevoegde overheden in beginsel de mogelijkheid te | législateur doit en principe permettre aux autorités compétentes de |
bieden om in concreto een afweging te maken tussen de belangen van de | procéder in concreto à la mise en balance des intérêts des différentes |
verschillende betrokken personen, op gevaar af anders een maatregel te | personnes concernées, sous peine de prendre une mesure qui ne serait |
nemen die niet evenredig zou zijn met de nagestreefde wettige | pas proportionnée aux objectifs légitimes poursuivis. |
doelstellingen. | |
Zowel artikel 22bis, vierde lid, van de Grondwet als artikel 3, lid 1, | Tant l'article 22bis, alinéa 4, de la Constitution que l'article 3, |
van het Verdrag inzake de rechten van het kind verplichten de | paragraphe 1, de la Convention relative aux droits de l'enfant |
rechtscolleges om in de eerste plaats het belang van het kind in | imposent aux juridictions de prendre en compte, de manière |
aanmerking te nemen in de procedures die op het kind betrekking | primordiale, l'intérêt de l'enfant dans les procédures le concernant. |
hebben. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft | La Cour européenne des droits de l'homme a précisé que, dans la |
verduidelijkt dat, bij het afwegen van de in het geding zijnde | balance des intérêts en jeu, il y a lieu de faire prévaloir les |
belangen, de belangen van het kind dienen te primeren (EHRM, 5 | intérêts de l'enfant (CEDH, 5 novembre 2002, Yousef c. Pays-Bas, § 73; |
november 2002, Yousef t. Nederland, § 73; 26 juni 2003, Maire t. | 26 juin 2003, Maire c. Portugal, §§ 71 et 77; 8 juillet 2003, |
Portugal, §§ 71 en 77; 8 juli 2003, Sommerfeld t. Duitsland, §§ 64 en | Sommerfeld c. Allemagne, §§ 64 et 66; 28 juin 2007, Wagner et J.M.W.L. |
66; 28 juni 2007, Wagner en J.M.W.L. t. Luxemburg, § 119; 6 juli 2010, | c. Luxembourg, § 119; 6 juillet 2010, Neulinger et Shuruk c. Suisse, § |
Neulinger en Shuruk t. Zwitserland, § 135; 22 maart 2012, Ahrens t. Duitsland, § 63). Hoewel het belang van het kind de eerste overweging dient te zijn, heeft het geen absoluut karakter. Bij de afweging van de verschillende op het spel staande belangen, neemt het belang van het kind een bijzondere plaats in door het feit dat het kind de zwakke partij is in de familiale relatie. Uit die bijzondere plaats volgt evenwel niet dat met de belangen van de andere in het geding zijnde partijen geen rekening zou kunnen worden gehouden. B.5. De rust der families en de rechtszekerheid van de familiale banden, enerzijds, en het belang van het kind, anderzijds, zijn | 135; 22 mars 2012, Ahrens c. Allemagne, § 63). Si l'intérêt de l'enfant doit être une considération primordiale, il n'a pas un caractère absolu. Dans la mise en balance des différents intérêts en jeu, l'intérêt de l'enfant occupe une place particulière du fait qu'il représente la partie faible dans la relation familiale. Il ne ressort pas de cette place particulière que les intérêts des autres parties en présence ne pourraient pas être pris en compte. B.5. La paix des familles et la sécurité juridique des liens familiaux, d'une part, et l'intérêt de l'enfant, d'autre part, constituent des buts légitimes dont le législateur peut tenir compte |
legitieme doelstellingen waarvan de wetgever kan uitgaan om de | pour limiter les cas de contestation de la reconnaissance de |
gevallen van betwisting van de erkenning van het vaderschap te | |
beperken. In dat opzicht is het pertinent om de biologische | paternité. A cet égard, il est pertinent de ne pas laisser prévaloir a |
werkelijkheid niet a priori te laten prevaleren op de socioaffectieve | priori la réalité biologique sur la réalité socio-affective de la |
werkelijkheid van het vaderschap. | paternité. |
B.6.1. De regel die is opgenomen in de in het geding zijnde | B.6.1. La règle inscrite dans la disposition législative en cause, |
wetsbepaling, volgens welke de vordering tot betwisting van de | selon laquelle l'action en contestation de la reconnaissance |
erkenning van het vaderschap ingesteld door de erkenner of door de | paternelle introduite par l'auteur de la reconnaissance ou par la mère |
moeder die in die erkenning heeft toegestemd, pas ontvankelijk is | qui a consenti à cette reconnaissance n'est recevable que si celui-ci |
indien die laatste aantoont dat aan zijn of haar toestemming een | ou celle-ci prouve que son consentement a été vicié, était déjà |
gebrek kleefde, was reeds opgenomen in artikel 330, § 1, tweede lid, | formulée par l'article 330, § 1er, alinéa 2, du Code civil, tel qu'il |
van het Burgerlijk Wetboek, zoals vervangen bij artikel 38 van de wet | |
van 31 maart 1987 « tot wijziging van een aantal bepalingen | avait été remplacé par l'article 38 de la loi du 31 mars 1987 « |
betreffende de afstamming ». | modifiant diverses dispositions légales relatives à la filiation ». |
De aanneming van die regel drukte de wil uit om de betwisting van de | L'adoption de cette règle exprimait la volonté de limiter la |
erkenning van een kind te beperken tot « zeer uitzonderlijke gevallen | contestation d'une reconnaissance d'enfant aux « cas fort |
», teneinde « inzake erkenning [...] een zo groot mogelijk | exceptionnels », afin d'assurer un « parallélisme aussi parfait que |
parallellisme met het vaderschap binnen het huwelijk » te verzekeren, | possible entre la question de la reconnaissance et celle de la |
zodat « een zelfde stabiliteit als deze die bestaat ten aanzien van | paternité dans le mariage », permettant d'atteindre « une stabilité |
een kind dat binnen het huwelijk wordt geboren » kan worden bereikt | aussi grande que celle dont bénéficie l'enfant né dans le mariage » |
(Parl. St., Senaat, 1984-1985, nr. 904-2, p. 101). | (Doc. parl., Sénat, 1984-1985, n° 904-2, p. 101). |
Het is in die context dat de wetgever heeft beslist de erkenner het | C'est dans ce contexte que le législateur a décidé de refuser à |
recht te weigeren om die erkenning te betwisten « wanneer hij met | l'auteur de la reconnaissance le droit de contester celle-ci, « s'il a |
kennis van zaken heeft gehandeld, ook [...] wanneer hij niet de vader | agi en connaissance de cause et même s'il n'est pas le père de |
van dat erkende kind is », zonder daarom een dergelijke betwisting uit | l'enfant », sans exclure pour autant une telle contestation dans le |
te sluiten wanneer zou vaststaan dat « aan de toestemming een gebrek | cas où il serait établi que le « consentement est entaché d'un vice » |
kleeft » (ibid., pp. 101 en 102). | (ibid., pp. 101 et 102). |
De wetgever heeft ervoor gekozen om alle personen die bij de | L'option du législateur a été de traiter de la même manière toutes les |
erkenningsprocedure zijn betrokken, op dezelfde wijze te behandelen | personnes impliquées dans la procédure de reconnaissance, en leur |
door hun het recht op betwisting te ontzeggen, « tenzij er een gebrek | refusant le droit de contestation, « à moins qu'il n'y ait eu vice de |
is bij de toestemming » (ibid., p. 102). Er werd gepreciseerd : « Zo | consentement » (ibid., p. 102). Il a été précisé : « Si la mère a |
de moeder haar toestemming heeft gegeven voor de erkenning, kan zij | consenti à la reconnaissance, elle ne peut plus la contester par la |
deze achteraf niet meer betwisten » (ibid., p. 103). | suite » (ibid., p. 103). |
B.6.2. Die maatregel werd behouden bij de aanneming van de wet van 1 | B.6.2. Cette mesure fut maintenue lors de l'adoption de la loi du 1er |
juli 2006, die verschillende wijzigingen van de regeling voor de | juillet 2006 qui contenait plusieurs modifications du régime de la |
betwisting van de afstamming bevatte teneinde « de regels inzake | contestation de la filiation dans le but « de rapprocher les règles de |
betwisting van het [vermoeden van] vaderschap van de echtgenoot en | la contestation de la [présomption de] paternité du mari et de la |
betwisting van de afstamming door erkenning, nader tot elkaar te | contestation de la filiation établie par la reconnaissance », |
brengen », wijzigingen die als volgt zijn becommentarieerd : | modifications commentées comme suit : |
« De wet van 1987 heeft de meeste vormen van discriminatie tussen | « La loi de 1987 avait supprimé la plupart des discriminations entre |
kinderen wat de gevolgen van de afstamming betreft, weggewerkt. Nu is | les enfants quant aux effets de la filiation. L'objectif est à présent |
het de bedoeling om de verschillen in behandeling weg te werken met | de supprimer les différences de traitement à propos de la remise en |
betrekking tot het betwisten van een afstamming die niet met de | |
werkelijkheid overeenstemt. Alle kinderen worden zo op dezelfde manier | cause d'une filiation non conforme à la réalité. Tous les enfants sont |
behandeld. De wet van 1987 behoudt het recht om het vaderschap van de | ainsi mis sur le même pied. La loi de 1987 réserve le droit de |
echtgenoot te betwisten voor aan de moeder, de echtgenoot (of de | contester la paternité du mari à la mère, au mari (ou à l'ancien mari) |
vorige echtgenoot) en het kind. De erkenning kan daarentegen door | et à l'enfant. En revanche, la contestation de la reconnaissance est |
iedere belanghebbende worden betwist (artikel 330). Artikel 318 van | ouverte à tout intéressé (article 330). L'article 318 du projet |
het ontwerp bepaalt dat het vermoeden van vaderschap van de echtgenoot | indique que la présomption de paternité du mari a les mêmes effets |
dezelfde gevolgen heeft als de erkenning. Het nieuwe artikel 330 legt | qu'une reconnaissance. Le nouvel article 330 rend identiques les |
voor de betwisting van beide dezelfde voorwaarden op. In beide | conditions de contestation de l'une et de l'autre. Dans tous les cas, |
gevallen kan de afstamming worden betwist door de ouder ten aanzien | la filiation pourra être contestée par celui des auteurs de l'enfant |
van wie de afstamming al is vastgesteld (meestal : de moeder), door de | dont la filiation est déjà établie (le plus souvent : la mère), par le |
echtgenoot (of de vorige echtgenoot), door de kandida(a)t(e) voor | mari (ou le précédent mari), par le ou la candidate à la |
erkenning en door het kind » (Parl. St., Senaat, 2005-2006, nr. | reconnaissance et par l'enfant » (Doc. parl., Sénat, 2005-2006, n° |
3-1402/7, p. 4). | 3-1402/7, p. 4). |
B.6.3. Artikel 329bis, § 2, van het Burgerlijk Wetboek, zoals | B.6.3. L'article 329bis, § 2, du Code civil, tel qu'il a été inséré |
ingevoegd bij artikel 15 van de wet van 1 juli 2006 en gewijzigd bij | par l'article 15 de la loi du 1er juillet 2006 et modifié par |
artikel 11 van de wet van 17 maart 2013, bepaalt : | l'article 11 de la loi du 17 mars 2013, dispose : |
« Indien het kind minderjarig en niet ontvoogd is, is de erkenning | « Si l'enfant est mineur non émancipé, la reconnaissance n'est |
alleen ontvankelijk mits de ouder ten aanzien van wie de afstamming | recevable que moyennant le consentement préalable du parent à l'égard |
vaststaat of, indien de erkenning voor de geboorte van het kind | duquel la filiation est établie, ou de la mère si la reconnaissance |
gebeurt, de moeder, vooraf daarin toestemt. | est faite avant la naissance de l'enfant. |
Bovendien is de voorafgaande toestemming van het kind vereist, indien | Est en outre requis, le consentement préalable de l'enfant s'il a |
het de volle leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt. Deze toestemming is niet vereist indien de rechtbank, op grond van feiten die vastgesteld zijn in een met redenen omkleed proces-verbaal, oordeelt dat het kind geen onderscheidingsvermogen heeft. Bij gebreke van die toestemmingen dagvaardt degene die het kind wil erkennen de personen wier toestemming vereist is voor de rechtbank. De partijen worden in raadkamer gehoord. De rechtbank poogt ze te verzoenen. Indien de rechtbank de partijen tot verzoening brengt, ontvangt zij de nodige toestemmingen. Bij gebreke van verzoening wordt het verzoek verworpen als vaststaat dat de verzoeker niet de biologische vader of moeder is. Als het verzoek een kind betreft dat op het tijdstip van de indiening van het verzoek een jaar of ouder is, | douze ans accomplis. Ce consentement n'est pas requis de l'enfant dont le tribunal estime, en raison d'éléments de fait constatés par procès-verbal motivé, qu'il est privé de discernement. A défaut de ces consentements, le candidat à la reconnaissance cite les personnes dont le consentement est requis devant le tribunal. Les parties sont entendues en chambre du conseil. Le tribunal tente de les concilier. S'il concilie les parties, le tribunal reçoit les consentements nécessaires. A défaut de conciliation, la demande est rejetée s'il est prouvé que le demandeur n'est pas le père ou la mère biologique. Lorsque la demande concerne un enfant âgé d'un an ou plus au moment de l'introduction de la demande, le tribunal peut en outre |
kan de rechtbank bovendien de erkenning weigeren als ze kennelijk | refuser la reconnaissance si elle est manifestement contraire à |
strijdig is met de belangen van het kind. | l'intérêt de l'enfant. |
Indien tegen degene die het kind wil erkennen een strafvordering is | Si une action publique est intentée contre le candidat à la |
ingesteld wegens een in artikel 375 van het Strafwetboek bedoeld feit | reconnaissance, du chef d'un fait visé à l'article 375 du Code pénal, |
dat gepleegd is op de persoon van de moeder tijdens de wettelijke | commis sur la personne de la mère pendant la période légale de |
periode van verwekking, kan de erkenning niet plaatsvinden en wordt de | conception, la reconnaissance ne peut avoir lieu et le délai d'un an |
in het vierde lid bedoelde termijn van één jaar opgeschort tot de | visé à l'alinéa 4 est suspendu jusqu'à ce que la décision sur l'action |
beslissing over de strafvordering in kracht van gewijsde is gegaan. | publique soit coulée en force de chose jugée. Si le candidat à la |
Als degene die het kind wil erkennen op grond daarvan schuldig wordt | reconnaissance est reconnu coupable de ce chef, la reconnaissance ne |
verklaard, kan de erkenning niet plaatsvinden en wordt het verzoek om | peut avoir lieu et la demande d'autorisation de reconnaissance est |
toestemming tot erkenning verworpen ». | rejetée ». |
In de parlementaire voorbereiding betreffende die bepaling wordt | Les travaux préparatoires de cette disposition mentionnent : |
vermeld : « De regels voor de erkenning door de vader en door de moeder zijn | « Les règles de la reconnaissance paternelle et maternelle ont été |
eenvormig gemaakt. Ze staan vervat in het nieuwe artikel 329bis. [...] | unifiées. Elles sont contenues dans le nouvel article 329bis. [...] Si |
Als het kind minderjarig is, is de toestemming vereist van de ouder | |
van wie de afstamming vaststaat (alsook de toestemming van het kind | l'enfant est mineur, le consentement de l'auteur dont la filiation est |
zelf indien het ouder is dan 12 jaar). Mocht er onenigheid zijn, kan | déjà établie (ainsi que celui de l'enfant s'il a plus de 12 ans) sont |
de persoon die de erkenning aanvraagt een gerechtelijke procedure | requis, mais en cas de désaccord une procédure judiciaire peut être |
opstarten » (Parl. St., Senaat, 2005-2006, nr. 3-1402/7, pp. 2-3). | entamée par le candidat à la reconnaissance » (Doc. parl., Sénat, 2005-2006, n° 3-1402/7, pp. 2-3). |
B.7.1. Het Hof moet nagaan of objectief en redelijk kan worden | B.7.1. La Cour doit vérifier s'il peut se justifier objectivement et |
verantwoord dat de vordering tot betwisting van de erkenning van het | raisonnablement que l'action en contestation de la reconnaissance de |
vaderschap die is ingesteld door de moeder die in die erkenning heeft | paternité, introduite par la mère qui a consenti à cette |
toegestemd, alleen ontvankelijk is indien die persoon aantoont dat aan | reconnaissance, ne soit recevable que si cette personne prouve que son |
zijn toestemming een gebrek kleefde en of de in het geding zijnde | consentement a été vicié et si en faisant de l'existence d'un vice de |
bepaling, door van het bestaan van een wilsgebrek een voorwaarde voor | |
de ontvankelijkheid van de vordering te maken, geen afbreuk doet aan | consentement une condition de recevabilité de l'action, la disposition |
de positieve verplichting voor de overheid om maatregelen te nemen die | en cause ne porte pas atteinte à l'obligation positive qui incombe à |
de daadwerkelijke eerbiediging van het privé- en gezinsleven | l'autorité de prendre des mesures qui assurent le respect effectif de |
verzekeren, zelfs binnen de sfeer van de onderlinge verhoudingen | la vie privée et familiale, même dans la sphère des relations entre |
tussen individuen, die voortvloeit uit artikel 22 van de Grondwet en | les individus, qui résulte de l'article 22 de la Constitution et de |
artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, zoals | l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme, tels |
gepreciseerd in B.3 tot B.5. | qu'ils ont été précisés en B.3 à B.5. |
B.7.2. Uit de in B.6.1 aangehaalde parlementaire voorbereiding blijkt | B.7.2. Il ressort des travaux préparatoires cités en B.6.1 que le |
dat de wetgever de mogelijkheden om de erkenning van een kind te | législateur a voulu limiter les possibilités de contester la |
betwisten, heeft willen beperken omwille van de rechtszekerheid, en | reconnaissance d'un enfant dans un but de sécurité juridique et qu'il |
dat hij rekening ermee heeft gehouden dat de erkenner uitdrukkelijk | a pris en compte le fait que l'auteur de la reconnaissance a |
heeft ingestemd met die erkenning. Hetzelfde geldt voor de ouder ten | expressément consenti à cette reconnaissance. Il en va de même du |
aanzien van wie de afstamming vaststaat - namelijk meestal de moeder - | parent à l'égard duquel la filiation est établie - soit le plus |
of voor de moeder wanneer de erkenning plaatsvindt vóór de geboorte, | souvent la mère - ou de la mère lorsque la reconnaissance a lieu avant |
van wie de toestemming bij artikel 329bis, § 2, van het Burgerlijk | la naissance, dont le consentement est requis par l'article 329bis, § |
Wetboek is vereist, indien de erkenning een minderjarig kind betreft. | 2, du Code civil, si la reconnaissance vise un enfant mineur. Ce n'est |
Alleen in de gevallen waarin aan die toestemming een gebrek kleefde, | donc que dans les cas où ce consentement a été vicié que ces personnes |
wordt die personen dus toegestaan het vaderschap te betwisten en aldus | sont admises à agir en contestation de paternité et à revenir ainsi |
terug te komen op de gegeven toestemming. | sur le consentement donné. |
B.7.3. In tegenstelling tot de vaststelling van de afstamming van een | B.7.3. Contrairement à l'établissement de la filiation d'un enfant né |
kind dat binnen het huwelijk is geboren, die voortvloeit uit het | dans le mariage, qui découle de la présomption de paternité de l'époux |
vermoeden van vaderschap van de echtgenoot (artikel 315 van het | (article 315 du Code civil), la reconnaissance d'un enfant mineur par |
Burgerlijk Wetboek), veronderstelt de erkenning van een minderjarig | un homme suppose que celui-ci exprime sa volonté de manière explicite, |
kind door een man dat die laatstgenoemde zijn wil uitdrukkelijk uit, | |
en dat de moeder erin toestemt overeenkomstig artikel 329bis, § 2, van | et que la mère y consente conformément à l'article 329bis, § 2, du |
het Burgerlijk Wetboek. Ofschoon door die erkenning een | Code civil. Bien que cette reconnaissance fasse naître un lien de |
afstammingsband tot stand komt, is het niet uitgesloten dat de | filiation, il n'est pas exclu que l'intéressé reconnaisse un enfant et |
betrokkene een kind erkent en dat de moeder erin toestemt terwijl zij | que la mère y consente tout en sachant tous deux qu'il n'existe entre |
beiden weten dat er tussen hen geen biologische band bestaat. | eux aucun lien biologique. |
B.7.4. De niet-naleving van een voorwaarde van ontvankelijkheid van | B.7.4. Le non-respect d'une condition de recevabilité d'une action en |
een rechtsvordering belet de rechter in beginsel het geschil ten | justice empêche en principe le juge d'examiner le fond du litige et |
gronde te onderzoeken en dus de belangen af te wegen. Te dezen verhindert de in het geding zijnde bepaling evenwel niet dat de moeder die in de erkenning van haar kind heeft toegestemd omdat zij ertoe werd gedwongen door bedreigingen - waarvan de werkelijkheid door alle wettelijke middelen kan worden aangetoond -, die erkenning door een man die niet de biologische vader is en geen socioaffectieve relatie met zijn kind heeft gehad, betwist : in dat geval dient immers te worden aangenomen dat haar toestemming tot de erkenning gebrekkig was. Wanneer de betrokkene een kind erkent in de wetenschap dat er tussen hen geen biologische band bestaat of de moeder vrij toestemt in die erkenning waarvan zij weet dat zij leugenachtig is, is zulks niet het geval. In die hypothese vermocht de wetgever er rekening mee te houden | donc de procéder à la balance des intérêts. La disposition en cause n'empêche toutefois pas que la mère qui a consenti à la reconnaissance de son enfant parce qu'elle y était contrainte par des menaces - dont la réalité peut être établie par toutes voies de droit - conteste cette reconnaissance par un homme qui n'est pas le père biologique et n'a entretenu aucune relation socio-affective avec son enfant : il faut en effet admettre, dans ce cas, que son consentement à la reconnaissance était vicié. Tel n'est pas le cas lorsque l'intéressé reconnaît un enfant tout en sachant qu'il n'existe entre eux aucun lien biologique, ou que la mère consent librement à cette reconnaissance qu'elle sait mensongère. Dans cette hypothèse, le législateur a pu tenir compte du fait que l'auteur |
dat de erkenner en de moeder vrij en weloverwogen hebben gehandeld. | de la reconnaissance et la mère ont agi de manière libre et éclairée. |
B.7.5. De voorwaarde van ontvankelijkheid waarin de in het geding | B.7.5. Par ailleurs, la condition de recevabilité prévue par la |
zijnde bepaling voorziet, geldt overigens niet in de gevallen waarin | disposition en cause ne vaut pas dans les hypothèses où l'action en |
de vordering tot betwisting van de erkenning van het vaderschap zou | contestation de la reconnaissance de paternité serait introduite par |
zijn ingesteld door het erkende kind of door een andere man die het | l'enfant reconnu ou par un autre homme qui revendique la paternité de |
vaderschap van dat kind opeist. De wetgever maakt het in die gevallen | ce dernier. Dans ces cas, le législateur permet donc au juge |
de rechter dus mogelijk de grond van de betwisting van het vaderschap | d'examiner le fondement de la contestation de paternité et de mettre |
te onderzoeken en de belangen van de verschillende betrokken personen | en balance in concreto les intérêts des différentes personnes |
in concreto af te wegen. | concernées. |
B.8. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | B.8. La question préjudicielle appelle une réponse négative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
Artikel 330, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek schendt niet | L'article 330, § 1er, alinéa 2, du Code civil ne viole pas les |
de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang | articles 10, 11 et 22 de la Constitution, lus isolément ou en |
gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de | combinaison avec l'article 8 de la Convention européenne des droits de |
mens, in zoverre het bepaalt dat de vordering tot betwisting van de | l'homme, en ce qu'il dispose que l'action en contestation de la |
erkenning van het vaderschap ingesteld door de moeder, slechts | reconnaissance paternelle introduite par la mère n'est recevable que |
ontvankelijk is indien zij aantoont dat aan haar toestemming een | si elle prouve que son consentement a été vicié. |
gebrek kleefde. | |
Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel | Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, |
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
op 24 september 2015. | la Cour constitutionnelle, le 24 septembre 2015. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
De voorzitter, | Le président, |
J. Spreutels | J. Spreutels |