Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 51/2015 van 30 april 2015 Rolnummer : 5899 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 2, 1°, derde zin, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorko Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de rechters (...)"
Uittreksel uit arrest nr. 51/2015 van 30 april 2015 Rolnummer : 5899 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 2, 1°, derde zin, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorko Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de rechters (...) Extrait de l'arrêt n° 51/2015 du 30 avril 2015 Numéro du rôle : 5899 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 2, 1°, troisième phrase, du décret de la Région flamande du 19 avril 1995 portant des mesures visant à lutter contr La Cour constitutionnelle, composée des présidents A. Alen et J. Spreutels, et des juges E. De G(...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Uittreksel uit arrest nr. 51/2015 van 30 april 2015 Extrait de l'arrêt n° 51/2015 du 30 avril 2015
Rolnummer : 5899 Numéro du rôle : 5899
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 2, 1°, derde zin, En cause : la question préjudicielle relative à l'article 2, 1°,
van het decreet van het Vlaamse Gewest van 19 april 1995 houdende troisième phrase, du décret de la Région flamande du 19 avril 1995
maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en portant des mesures visant à lutter contre et à prévenir la
verwaarlozing van bedrijfsruimten, gesteld door het Hof van Beroep te désaffectation et l'abandon de sites d'activité économique, posée par
Brussel. la Cour d'appel de Bruxelles.
Het Grondwettelijk Hof, La Cour constitutionnelle,
samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de composée des présidents A. Alen et J. Spreutels, et des juges E. De
rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Moerman, F. Daoût en T. Giet, Groot, L. Lavrysen, J.-P. Moerman, F. Daoût et T. Giet, assistée du
bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, greffier F. Meersschaut, présidée par le président A. Alen,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging I. Objet de la question préjudicielle et procédure
Bij arrest van 9 april 2014 in zake het Vlaamse Gewest tegen de nv « Par arrêt du 9 avril 2014 en cause de la Région flamande contre la SA
Braco Immobiliën », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is « Braco Immobiliën », dont l'expédition est parvenue au greffe de la
ingekomen op 8 mei 2014, heeft het Hof van Beroep te Brussel de Cour le 8 mai 2014, la Cour d'appel de Bruxelles a posé la question
volgende prejudiciële vraag gesteld : préjudicielle suivante :
« Schendt artikel 2, 1°, tweede zin, van het decreet van de Vlaamse « L'article 2, 1°, deuxième phrase, du décret du Conseil flamand du 19
Raad van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en avril 1995 portant des mesures visant à lutter contre et à prévenir la
voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, de désaffectation et l'abandon de sites d'activité économique viole-t-il
artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, in de mate dat les articles 10, 11 et 172 de la Constitution en ce que les sites
bedrijfsruimten eigendom van rechtspersonen niet kunnen genieten van d'activité économique qui appartiennent à des personnes morales ne
de uitsluiting van het decreet op grond van de aanwezigheid in de peuvent bénéficier de l'exclusion du décret sur la base de la présence
bedrijfsruimte van de niet-afsplitsbare woning van de eigenaar, die sur le site d'activité économique de l'habitation non dissociable du
nog effectief als verblijfplaats wordt benut ? ». propriétaire, qui est encore effectivement utilisée comme résidence ? ».
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
B.1. Artikel 2, 1°, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 19 B.1. L'article 2, 1°, du décret de la Région flamande du 19 avril 1995
april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van portant des mesures visant à lutter contre et à prévenir la
leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten (hierna : decreet van désaffectation et l'abandon de sites d'activité économique (ci-après :
19 april 1995), in de versie zoals van toepassing vóór de wijziging le décret du 19 avril 1995), dans la version applicable avant sa
ervan bij artikel 2 van het decreet van 5 juli 2013, bepaalt : modification par l'article 2 du décret du 5 juillet 2013, dispose :
« In dit decreet wordt verstaan onder : « Au sens du présent décret, il faut entendre par :
1° Bedrijfsruimte : de verzameling van alle percelen waarop zich 1° Site d'activité économique : l'ensemble de toutes les parcelles sur
minstens één bedrijfsgebouw bevindt, als één geheel te beschouwen en lesquelles se trouve au moins un bâtiment à usage professionnel, à
waar een economische activiteit heeft plaatsgevonden of plaatsvindt. considérer comme une seule entité où des activités économiques ont eu
Deze verzameling heeft een minimale oppervlakte van 5 aren. lieu ou ont lieu. Cet ensemble a une superficie minimale de 5 ares.
Uitgesloten is de bedrijfsruimte waarin de woning van de eigenaar een Est exclu, le site d'activité économique dans lequel l'habitation du
niet-afsplitsbaar onderdeel uitmaakt van het bedrijfsgebouw en dat nog propriétaire constitue une partie intégrante, ne pouvant en être
dissociée, du bâtiment à usage professionnel et est encore
effectief wordt benut als verblijfplaats. De Vlaamse regering bepaalt effectivement utilisée comme résidence. Le Gouvernement flamand fixe
onder welke voorwaarden een woning als afsplitsbaar van een les conditions dans lesquelles une habitation peut être considérée
bedrijfsgebouw kan worden beschouwd ». comme dissociable d'un bâtiment à usage professionnel ».
B.2. Het Hof wordt gevraagd of de derde zin van die bepaling - in de B.2. Il est demandé à la Cour si la troisième phrase de cette
prejudiciële vraag per vergissing aangeduid als de tweede zin - disposition - indiquée par erreur dans la question préjudicielle comme
bestaanbaar is met de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, in étant la deuxième phrase - est compatible avec les articles 10, 11 et
zoverre bedrijfsruimten die eigendom zijn van rechtspersonen niet zijn 172 de la Constitution en ce que les sites d'activité économique qui
uitgesloten van de leegstandsheffing op grond van de aanwezigheid in appartiennent à des personnes morales ne sont pas exclus de la taxe
de bedrijfsruimten van een niet-afsplitsbare woning, die nog effectief d'inoccupation au motif de l'existence, sur les sites d'activité
économique, d'une habitation non dissociable qui est encore
als verblijfplaats wordt benut. effectivement utilisée comme résidence.
B.3. De in artikel 2, 1°, van het decreet van 19 april 1995 vervatte B.3. Dans le cadre de la réglementation relative à la lutte contre et
definitie van « bedrijfsruimte » is in het kader van de regelgeving à la prévention de la désaffectation et de l'abandon de sites
betreffende de bestrijding en voorkoming van leegstand en d'activité économique, la définition de « site d'activité économique
verwaarlozing van bedrijfsgebouwen van belang doordat een », à l'article 2, 1°, du décret du 19 avril 1995, est importante en ce
leegstandsheffing wordt geheven op de bedrijfsruimten die opgenomen qu'une taxe d'inoccupation est perçue sur les sites d'activité
zijn in de inventaris van de leegstaande en verwaarloosde économique qui figurent dans l'inventaire des sites d'activité
bedrijfsruimten. Die inventaris wordt, krachtens de artikelen 3 en 4 économique désaffectés et abandonnés. En vertu des articles 3 et 4 du
van het decreet van 19 april 1995, opgemaakt door de Vlaamse décret du 19 avril 1995, cet inventaire est établi par
administratie, op basis van de door de gemeenten opgestelde lijsten l'administration flamande, sur la base des listes, établies par les
van de leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimten, gelegen op hun communes, des sites d'activité économique désaffectés et/ou
grondgebied. abandonnés, situés sur leur territoire.
B.4. Met het decreet van 19 april 1995 heeft de decreetgever in B.4. Par le décret du 19 avril 1995, le législateur décrétal a, en
hoofdorde « de eigenaars van leegstaande en/of verwaarloosde ordre principal, « voulu inciter les propriétaires de sites d'activité
bedrijfsruimten ertoe [willen] aanzetten om deze gebouwen te
recupereren of ze opnieuw op de markt te brengen met eerbied voor de économique désaffectés et/ou abandonnés à récupérer ces bâtiments ou à
ruimtelijke ordening van het grondgebied » (Parl. St., Vlaamse Raad, les remettre sur le marché en respectant l'aménagement du territoire »
1993-1994, nr. 591-1, p. 2). (Doc. parl., Conseil flamand, 1993-1994, n° 591-1, p. 2).
De doelstellingen die de decreetgever in dit kader met de invoering Les objectifs que le législateur décrétal a poursuivis dans ce cadre
van de leegstandsheffing heeft nagestreefd, werden in de parlementaire par l'instauration de la taxe d'inoccupation ont été définis comme
voorbereiding omschreven als volgt : suit dans les travaux préparatoires :
« De heffing dient niet beschouwd te worden als een nieuwe algemene « La taxe ne doit pas être considérée comme une nouvelle pression
fiscale druk doch als een sanctie, in eerste instantie gericht tegen fiscale générale mais comme une sanction, en premier lieu dirigée
diegenen die hun panden niet behoeden voor verdere verkrotting. contre ceux qui ne protègent pas leurs immeubles contre le
Daarnaast is de heffing ook gericht tegen speculatie en het in stand délabrement. La taxe est en outre dirigée contre la spéculation et le
houden van overcapaciteit, hetgeen nadelig is voor een goede maintien d'une surcapacité, ce qui nuit à un bon aménagement du
ruimtelijke ordening. Bovendien dient zij het op de markt brengen van territoire. Par ailleurs, elle doit stimuler la mise sur le marché des
bedoelde panden te stimuleren, waardoor het marktprijsmechanisme immeubles en question, afin de permettre au mécanisme des prix du
opnieuw op een normale wijze kan gaan functioneren, hetgeen thans om marché de retrouver un fonctionnement normal, ce qui est actuellement
speculatieve redenen geremd wordt door de kunstmatig gecreëerde freiné pour des raisons spéculatives par une pénurie créée
schaarste. Tevens dient deze heffing uitdrukkelijk gekoppeld te worden artificiellement. En outre, cette taxe doit être expressément liée à
aan de vernieuwing » (ibid., p. 4). la rénovation » (ibid., p. 4).
B.5. Krachtens de in het geding zijnde bepaling is de B.5. En vertu de la disposition en cause, la taxe d'inoccupation n'est
leegstandsheffing niet van toepassing op de « bedrijfsruimte waarin de pas applicable au « site d'activité économique dans lequel
woning van de eigenaar een niet-afsplitsbaar onderdeel uitmaakt van l'habitation du propriétaire constitue une partie intégrante, ne
het bedrijfsgebouw en dat nog effectief wordt benut als verblijfplaats pouvant en être dissociée, du bâtiment à usage professionnel et est
». encore effectivement utilisée comme résidence ».
Krachtens de laatste zin van artikel 2, 1°, van het decreet van 19 Aux termes de la dernière phrase de l'article 2, 1°, du décret du 19
april 1995 staat het aan de Vlaamse Regering om de voorwaarden te avril 1995, il appartient au Gouvernement flamand de déterminer les
bepalen waaronder een woning als afsplitsbaar van een bedrijfsgebouw conditions auxquelles une habitation peut être considérée comme
kan worden beschouwd. Volgens artikel 3, § 2, van het besluit van de dissociable d'un bâtiment à usage professionnel. En vertu de l'article
Vlaamse Regering van 1 juli 1997 « tot uitvoering van het decreet van 3, § 2, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 1er juillet 1997 «
19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van portant exécution du décret du 19 avril 1995 portant des mesures
visant à lutter contre et à prévenir la désaffectation et l'abandon de
leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten », wordt een woning als sites d'activité économique », une habitation est considérée comme «
afsplitsbaar beschouwd ten opzichte van de bedrijfsruimte indien zij distincte » par rapport à l'« immeuble à usage professionnel »
na sloping van de bedrijfsruimte als een afzonderlijke volwaardige lorsque, après démolition de celui-ci, elle peut être considérée comme
woning kan worden beschouwd die voldoet aan de bouwfysische vereisten. une habitation à part entière, satisfaisant aux normes physiques de la construction.
B.6. Uit de verwijzingsbeslissing blijkt dat het verwijzende B.6. Il ressort de la décision de renvoi que la juridiction a quo
rechtscollege de in het geding zijnde bepaling in die zin interprète la disposition en cause en ce sens que l'exclusion de la
interpreteert dat de erin vervatte uitsluiting van de taxe d'inoccupation qu'elle contient s'applique uniquement lorsqu'une
leegstandsheffing enkel geldt wanneer de van de bedrijfsruimte habitation indissociable du site d'activité économique est
niet-afsplitsbare woning effectief als verblijfplaats wordt benut door effectivement utilisée comme résidence par le propriétaire du site
de eigenaar van de bedrijfsruimte en niet wanneer die woning als d'activité économique et non lorsque cette habitation est utilisée
verblijfplaats wordt benut door een derde. Die interpretatie brengt comme résidence par un tiers. Cette interprétation implique que les
met zich mee dat rechtspersonen de uitsluiting van de personnes morales ne peuvent bénéficier de l'exclusion de la taxe
leegstandsheffing bedoeld in de in het geding zijnde bepaling niet d'inoccupation visée dans la disposition en cause.
kunnen genieten.
B.7.1. De geïntimeerde voor het verwijzende rechtscollege voert aan B.7.1. L'intimée devant la juridiction a quo fait valoir que
dat de voormelde interpretatie van de in het geding zijnde bepaling l'interprétation précitée de la disposition en cause est erronée. Elle
verkeerd is. Zij meent dat die bepaling dient te worden estime que cette disposition doit être interprétée en ce sens que
geïnterpreteerd in die zin dat de uitsluiting van de leegstandsheffing l'exclusion de la taxe d'inoccupation s'applique également lorsque
ook geldt wanneer de niet-afsplitsbare woning als verblijfplaats wordt l'habitation indissociable est utilisée comme résidence par un tiers.
benut door een derde.
Zij leidt dit af uit de wetshistoriek van de in het geding zijnde Elle déduit ce qui précède de la genèse de la disposition en cause.
bepaling. Zij wijst meer bepaald erop dat er in de oorspronkelijke Elle relève plus précisément que, dans la version originaire de cette
versie van die bepaling sprake was van « bedrijfsruimten waarin de disposition, il était question de « sites d'activité économique dans
woning van de eigenaar(s) een niet-opsplitsbaar onderdeel uitmaakt van lesquels l'habitation du (des) propriétaire(s) fait partie intégrante
het gebouw en door deze laatste(n) zelf nog effectief benut wordt als du bâtiment et est encore utilisée comme résidence principale par ces
hoofdverblijfplaats » en dat artikel 77 van het decreet van 20 derniers » et que l'article 77 du décret du 20 décembre 1996 «
december 1996 « houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting
1997 » die bepaling heeft vervangen door een bepaling waarin de contenant diverses mesures d'accompagnement du budget 1997 » a
woorden « door deze laatste(n) zelf » niet meer voorkomen. remplacé cette disposition par une disposition qui ne reprend plus les termes « par ces derniers ».
B.7.2. Het staat in de regel aan de verwijzende rechter om de B.7.2. Il appartient en règle au juge a quo d'interpréter les
bepalingen die hij toepast te interpreteren, onder voorbehoud van een dispositions qu'il applique, sous réserve d'une lecture manifestement
kennelijk verkeerde lezing van de in het geding zijnde bepaling. erronée de la disposition en cause.
B.7.3. Gelet op de in de in het geding zijnde bepaling vervatte B.7.3. Eu égard aux mots « habitation du propriétaire », contenus dans
woorden « woning van de eigenaar », en gelet op het feit dat het woord la disposition en cause, et vu que le mot « propriétaire » doit, selon
« eigenaar » volgens artikel 2, 9°, van het decreet van 19 april 1995, l'article 2, 9°, du décret du 19 avril 1995, dans la version
in de versie ervan zoals van toepassing op de feiten van de zaak die applicable aux faits de l'affaire pendante devant la juridiction a
hangende is voor het verwijzende rechtscollege, dient te worden quo, être pris au sens de celui qui est en mesure de faire valoir « un
begrepen als « diegene die een [...] eigendomsrecht kan laten gelden droit de [...] propriété [...] sur le bien immobilier en question »,
op het betrokken onroerend goed », blijkt de prejudiciële vraag niet il apparaît que la question préjudicielle ne procède pas d'une lecture
uit te gaan van een kennelijk verkeerde lezing van die bepaling. manifestement erronée de cette disposition.
B.7.4. De wijziging die bij artikel 77 van het voormelde decreet van B.7.4. La modification qui a été apportée au texte originaire de la
20 december 1996 in de oorspronkelijke tekst van de in het geding disposition en cause par l'article 77 du décret précité du 20 décembre
zijnde bepaling werd aangebracht, leidt niet tot een andere conclusie. 1996 ne conduit pas à une autre conclusion. Cet article 77 a remplacé
Bij dat artikel 77 werden alle in artikel 2 van het decreet van 19 toutes les définitions contenues dans l'article 2 du décret du 19
april 1995 vervatte definities vervangen. avril 1995.
De parlementaire voorbereiding vermeldt dienaangaande : Les travaux préparatoires mentionnent à cet égard :
« De definities worden herwerkt teneinde duidelijker te zijn en aldus « Les définitions sont remaniées dans un souci de clarté, afin de
het decreet te verduidelijken en de werkbaarheid te verhogen. Niet préciser ainsi le décret et d'en augmenter l'efficacité. Toutes les
alle definities werden gewijzigd, de definitie van Inventaris, Eigenaar en Kadastraal Inkomen is niet gewijzigd, maar teneinde de leesbaarheid te verhogen werd het volledig artikel aangepast. De definitie van bedrijfsruimte wordt aangepast. In tegenstelling tot de vorige bepaling wordt nu enkel rekening gehouden met de goederen die effectief deel uitmaken van de bedrijfsruimte. Onroerende goederen die tot dezelfde eigenaar behoren, doch essentieel geen deel uitmaken van het eigenlijke bedrijf komen niet meer in aanmerking voor opname in de Inventaris. Het is immers onrechtvaardig om een onroerend goed, zoals bijvoorbeeld een stuk landbouwgrond dat nooit effectief heeft deel uitgemaakt van een bedrijf, bij een leegstaand of verwaarloosd bedrijf op te nemen en over te gaan tot opname in de Inventaris. Het kan enkel maar de bedoeling zijn om verwaarloosde en/of verlaten bedrijfsruimten die men kan beschouwen als één geheel en waar de economische activiteit heeft plaatsgevonden of nog plaatsvinden op te nemen in de Inventaris » définitions n'ont pas été modifiées, la définition d'inventaire, de propriétaire et de revenu cadastral n'a pas été modifiée. Mais pour des raisons de lisibilité, l'article a été entièrement adapté. La définition de site d'activité économique est adaptée. Contrairement à la disposition précédente, il est à présent uniquement tenu compte des biens qui font effectivement partie du site d'activité économique. Les biens immobiliers qui appartiennent au même propriétaire, mais qui ne font pas partie intégrante de l'entreprise proprement dite n'entrent plus en considération pour être repris dans l'inventaire. En effet, il est injuste d'incorporer dans une entreprise désaffectée ou abandonnée un bien immobilier qui est par exemple une parcelle de terrain agricole qui n'a jamais effectivement fait partie d'une entreprise, et de procéder à l'inventoriage de ce bien. Le but peut uniquement consister à reprendre dans l'inventaire des sites d'activité économique abandonnés et/ou désaffectés qui peuvent être considérés comme un seul ensemble et où l'activité économique s'est déroulée ou se déroule encore » (Doc. parl., Parlement flamand,
(Parl. St., Vlaams Parlement, 1996-1997, nr. 428-1, p. 27). 1996-1997, n° 428-1, p. 27).
Daaruit blijkt dat de decreetgever de definitie van bedrijfsruimte Il apparaît que le législateur décrétal a adapté la définition du site
heeft aangepast om, enerzijds, aan te geven dat enkel rekening wordt d'activité économique afin, d'une part, d'indiquer qu'il est
gehouden met de goederen die effectief deel uitmaken van « het uniquement tenu compte des biens qui font effectivement partie de «
eigenlijke bedrijf » en, anderzijds, de leesbaarheid van de betrokken l'entreprise proprement dite » et, d'autre part, d'augmenter la
bepaling te verhogen. Uit de vervanging van de in het geding zijnde lisibilité de la disposition concernée. Le remplacement de la
bepaling bij artikel 77 van het voormelde decreet van 20 december 1996 disposition en cause par l'article 77 du décret précité du 20 décembre
kan niet eenduidig worden afgeleid dat de decreetgever de draagwijdte 1996 ne permet pas d'en déduire avec certitude que le législateur
van de in het geding zijnde bepaling heeft willen wijzigen in die zin décrétal aurait voulu modifier la portée de la disposition en cause en
dat niet langer is vereist dat de woning door de eigenaar van de ce sens qu'il ne serait plus requis que l'habitation soit utilisée
bedrijfsruimte wordt benut als verblijfplaats. comme résidence par le propriétaire du site d'activité économique.
B.8. De artikelen 10 en 11 van de Grondwet waarborgen het beginsel van B.8. Les articles 10 et 11 de la Constitution consacrent le principe
gelijkheid en niet-discriminatie. Artikel 172, eerste lid, van de d'égalité et de non-discrimination. L'article 172, alinéa 1er, de la
Grondwet vormt, in fiscale aangelegenheden, een bijzondere toepassing van dat beginsel. B.9.1. In de interpretatie van het verwijzende rechtscollege roept de in het geding zijnde bepaling een verschil in behandeling in het leven tussen eigenaars van bedrijfsruimten, naargelang zij natuurlijke personen dan wel rechtspersonen zijn. Vermits een rechtspersoon niet kan « wonen » in een van de bedrijfsruimte deel uitmakende « woning », kan de in die bepaling vervatte uitsluiting van de leegstandsheffing enkel toepassing vinden wanneer de eigenaar een natuurlijke persoon is. Constitution constitue une application particulière, en matière fiscale, de ce principe. B.9.1. Dans l'interprétation du juge a quo, la disposition en cause établit une différence de traitement entre les propriétaires de sites d'activité économique, selon qu'ils sont des personnes physiques ou des personnes morales. Etant donné qu'une personne morale ne peut « habiter » dans une « habitation » faisant partie du site d'activité économique, l'exclusion de la taxe d'inoccupation contenue dans cette disposition ne peut s'appliquer que lorsque le propriétaire est une personne physique.
B.9.2. Dat verschil in behandeling is gebaseerd op een objectief B.9.2. Cette différence de traitement est fondée sur un critère
criterium, meer bepaald de juridische aard - natuurlijke persoon, dan objectif, plus précisément la nature juridique - personne physique ou
wel rechtspersoon - van de eigenaar van de bedrijfsruimte. morale - du propriétaire du site d'activité économique.
B.10.1. De parlementaire voorbereiding van het decreet van 19 april B.10.1. Les travaux préparatoires du décret du 19 avril 1995
1995 vermeldt : « De bedrijfsruimten waarin de woning van de eigenaar(s) een niet-afsplitsbaar onderdeel uitmaakt en door deze laatste(n) zelf nog effectief wordt gebruikt als hoofdverblijfplaats, vallen buiten de toepassing van de door dit ontwerp-decreet ingestelde heffingen. Deze beperking is ingegeven vanuit sociale overwegingen. Dit ontwerp-decreet beoogt niet de uitdrijving van de zittende eigenaars. Indien het woongedeelte van de bedrijfsruimte of een deel ervan verhuurd is, of de woning die nog door de eigenaar(s) gebruikt wordt als hoofdverblijfplaats, losstaat van de andere gebouwen van de bedrijfsruimte, geldt deze sociale beperking niet » (Parl. St., mentionnent : « Les sites d'activité économique sur lesquels l'habitation du ou des propriétaires constitue un élément non dissociable et est encore effectivement utilisée comme résidence principale par ce ou ces derniers n'entrent pas dans le champ d'application des taxes instaurées par ce projet de décret. Cette limitation est dictée par des considérations d'ordre social. Ce projet de décret ne vise pas à expulser les propriétaires qui occupent le bien. Si la partie résidentielle d'un site d'activité économique ou une partie en est mise en location, ou si l'habitation qui est encore utilisée comme résidence principale par le ou les propriétaires est indépendante des autres bâtiments du site d'activité économique, cette restriction sociale ne s'applique pas » (Doc. parl., Conseil flamand, 1993-1994,
Vlaamse Raad, 1993-1994, nr. 591-1, p. 7). n° 591-1, p. 7).
« Op vraag van zowel de SERV als de Raad van State werd in het ontwerp « Tant à la demande du SERV (Conseil socio-économique de Flandre) que
van decreet in de definities omschreven wat dient verstaan te worden du Conseil d'Etat, dans le projet de décret, il a été précisé dans les
définitions ce qu'il y a lieu d'entendre par activité économique,
onder een economische activiteit, geheel of gedeeltelijke leegstand en désaffectation totale ou partielle et abandon total ou partiel (dans
geheel of gedeeltelijke verwaarlozing (in het voorontwerp werd dit l'avant-projet, cette précision était laissée aux arrêtés d'exécution
omwille van een soepele bijsturing overgelaten aan de pour pouvoir apporter des corrections de manière souple). Il fallait
uitvoeringsbesluiten). Dientengevolge diende ook een sociale correctie par conséquent aussi prévoir un correctif social : exonération des
ingeschreven te worden : vrijstelling voor eigenaars die zelf een propriétaires qui occupent eux-mêmes une partie ne pouvant
technisch niet afsplitsbaar deel van de bedrijfsruimte bewonen » techniquement être dissociée du site d'activité économique » (Doc.
(Parl. St., Vlaamse Raad, 1993-1994, nr. 591-3, p. 5). parl., Conseil flamand, 1993-1994, n° 591-3, p. 5).
B.10.2. Daaruit blijkt dat de decreetgever de in het geding zijnde B.10.2. Il apparaît de ce qui précède que le législateur décrétal a
bepaling heeft opgevat als een sociale correctie op de conçu la disposition en cause comme un correctif social à la taxe
leegstandsheffing en dat hij met die bepaling heeft willen voorkomen d'inoccupation et qu'il a voulu, par cette disposition, éviter que le
dat het recht op wonen van de eigenaars van wie de woning een droit au logement des propriétaires dont l'habitation constitue une
niet-afsplitsbaar onderdeel van de bedrijfsruimte vormt, zou worden partie indissociable du site d'activité économique soit soumis à une
onderworpen aan een bijkomende heffing. Die doelstelling is legitiem. taxe supplémentaire. Cet objectif est légitime.
B.11. Rekening houdend met de - in B.4 aangehaalde - algemene B.11. Compte tenu des objectifs généraux - cités en B.4 - qui sont
doelstellingen die met de regelgeving betreffende de leegstand en poursuivis par la réglementation relative à la désaffectation et à
verwaarlozing van bedrijfsruimten worden nagestreefd, is het niet l'abandon de sites d'activité économique, il n'est pas dénué de
zonder redelijke verantwoording dat de in de in het geding zijnde justification raisonnable que l'exclusion de la taxe d'inoccupation,
bepaling vervatte uitsluiting van de leegstandsheffing is onderworpen contenue dans la disposition en cause, soit soumise à des conditions
aan strikte voorwaarden. Vermits de decreetgever met die uitsluiting het recht op wonen van de eigenaars van wie de woning een niet-afsplitsbaar onderdeel van de bedrijfsruimte vormt, heeft willen vrijwaren, is het redelijk verantwoord dat die uitsluiting niet geldt voor rechtspersonen. Bovendien vermocht de decreetgever van oordeel te zijn dat de nagestreefde doestelling om speculatie met leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten tegen te gaan, in het gedrang zou kunnen komen, indien de uitsluiting van de leegstandsheffing zou worden uitgebreid tot situaties waarin een van een bedrijfsruimte deel uitmakende woning wordt verhuurd aan een derde. Vermits de leegstandsheffing slechts verschuldigd is wanneer de bedrijfsruimte strictes. Etant donné que le législateur décrétal a voulu, par cette exclusion, préserver le droit au logement des propriétaires dont l'habitation constitue une partie indissociable du site d'activité économique, il est raisonnablement justifié que cette exclusion ne s'applique pas aux personnes morales. Par ailleurs, le législateur décrétal a pu considérer que le but poursuivi consistant à lutter contre la spéculation portant sur des sites d'activité économique désaffectés et abandonnés pourrait être compromis si l'exclusion de la taxe d'inoccupation était étendue aux situations où une habitation faisant partie d'un site d'activité économique est donnée en location à un tiers. Etant donné que la taxe d'inoccupation n'est due que
leegstaat of is verwaarloosd in de zin zoals omschreven in het decreet lorsque le site d'activité économique est désaffecté ou abandonné au
van 19 april 1995, heeft het in het geding zijnde verschil in sens du décret du 19 avril 1995, la différence de traitement en cause
behandeling evenmin onevenredige gevolgen. n'a pas davantage de conséquences disproportionnées.
B.12. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. B.12. La question préjudicielle appelle une réponse négative.
Om die redenen, Par ces motifs,
het Hof la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
Artikel 2, 1°, derde zin, van het decreet van het Vlaamse Gewest van L'article 2, 1°, troisième phrase, du décret de la Région flamande du
19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van 19 avril 1995 portant des mesures visant à lutter contre et à prévenir
leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, in de versie zoals van la désaffectation et l'abandon de sites d'activité économique, dans la
toepassing vóór de wijziging ervan bij artikel 2 van het decreet van 5 version applicable avant sa modification par l'article 2 du décret du
juli 2013, schendt de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet niet. 5 juillet 2013, ne viole pas les articles 10, 11 et 172 de la
Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel Constitution. Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française,
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
op 30 april 2015. la Cour constitutionnelle, le 30 avril 2015.
De griffier, Le greffier,
F. Meersschaut F. Meersschaut
De voorzitter, Le président,
A. Alen A. Alen
^
Etaamb.be maakt gebruik van cookies
Etaamb.be gebruikt cookies om uw taalvoorkeur te onthouden en om beter te begrijpen hoe etaamb.be gebruikt wordt.
DoorgaanMeer details
x