← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 54/2015 van 7 mei 2015 Rolnummer : 5834 In zake : het beroep
tot vernietiging van de artikelen 70, 71, 73 en 74 van de wet van 30 juli 2013 houdende diverse bepalingen
Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J.
Spreutels, en de rechters (...)"
| Uittreksel uit arrest nr. 54/2015 van 7 mei 2015 Rolnummer : 5834 In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 70, 71, 73 en 74 van de wet van 30 juli 2013 houdende diverse bepalingen Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de rechters (...) | Extrait de l'arrêt n° 54/2015 du 7 mai 2015 Numéro du rôle : 5834 En cause : le recours en annulation des articles 70, 71, 73 et 74 de la loi du 30 juillet 2013 portant des dispositions diverses La Cour constitutionnelle, composée des présidents A. Alen et J. Spreutels, et des juges E. De G(...) |
|---|---|
| GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
| Uittreksel uit arrest nr. 54/2015 van 7 mei 2015 | Extrait de l'arrêt n° 54/2015 du 7 mai 2015 |
| Rolnummer : 5834 | Numéro du rôle : 5834 |
| In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 70, 71, 73 en | En cause : le recours en annulation des articles 70, 71, 73 et 74 de |
| 74 van de wet van 30 juli 2013 houdende diverse bepalingen (wijziging | la loi du 30 juillet 2013 portant des dispositions diverses |
| van artikel 161ter van het Wetboek der successierechten), ingesteld | (modification de l'article 161ter du Code des droits de succession), |
| door de nv « Argenta Spaarbank » en anderen. | introduit par la SA « Argenta Banque d'Epargne » et autres. |
| Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
| samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de | composée des présidents A. Alen et J. Spreutels, et des juges E. De |
| rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. | Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. |
| Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. | Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet et R. Leysen, assistée |
| Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, | du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Alen, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
| I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging | I. Objet du recours et procédure |
| Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 31 januari | Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 31 |
| 2014 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 3 | janvier 2014 et parvenue au greffe le 3 février 2014, un recours en |
| februari 2014, is beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen | |
| 70, 71, 73 en 74 van de wet van 30 juli 2013 houdende diverse | annulation des articles 70, 71, 73 et 74 de la loi du 30 juillet 2013 |
| bepalingen (wijziging van artikel 161ter van het Wetboek der | portant des dispositions diverses (modification de l'article 161ter du |
| successierechten), bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 1 | Code des droits de succession), publiée au Moniteur belge du 1er août |
| augustus 2013, tweede editie, door de nv « Argenta Spaarbank », de nv | 2013, deuxième édition, a été introduit par la SA « Argenta Banque |
| « Axa Bank Europe », de nv « Bank J. Van Breda & C° », de cvba « BKCP | d'Epargne », la SA « Axa Bank Europe », la SA « Bank J. Van Breda & C° |
| », de nv « Crelan », de nv « Delta Lloyd Bank » en de nv « VDK | », la SCRL « BKCP », la SA « Crelan », la SA « Delta Lloyd Bank » et |
| Spaarbank », allen bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. P. Berger, | la SA « VDK Spaarbank », toutes assistées et représentées par Me P. |
| Mr. M. Deketelaere en Mr. I. Van Biesen, advocaten bij de balie te | Berger, Me M. Deketelaere et Me I. Van Biesen, avocats au barreau |
| Antwerpen. | d'Anvers. |
| (...) | (...) |
| II. In rechte | II. En droit |
| (...) | (...) |
| Ten aanzien van de bestreden bepalingen | Quant aux dispositions attaquées |
| B.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van de artikelen | B.1. Les parties requérantes poursuivent l'annulation des articles 70, |
| 70, 71, 73 en 74 van de wet van 30 juli 2013 houdende diverse | 71, 73 et 74 de la loi du 30 juillet 2013 portant des dispositions |
| bepalingen, die bepalen : | diverses, qui disposent : |
| « Art. 70.In artikel 161ter, 2°, van het Wetboek der |
« Art. 70.A l'article 161ter, 2 °, du Code des droits de succession, |
| successierechten, ingevoegd bij de wet van 22 juli 1993, gewijzigd bij | inséré par la loi du 22 juillet 1993, modifié par l'arrêté royal du 13 |
| het koninklijk besluit van 13 juli 2001 en bij de wetten van 5 | |
| augustus 2003, 22 december 2003 en 17 juni 2013, worden de volgende | juillet 2001 et par les lois des 5 août 2003, 22 décembre 2003 et 17 |
| wijzigingen aangebracht : | juin 2013, les modifications suivantes sont apportées : |
| 1° het tarief ' 0,0965 pct. ' wordt vervangen door het tarief ' 0,1200 | 1° le taux ' 0,0965 p.c. ' est remplacé par le taux ' 0,1200 p.c. '; |
| pct. '; 2° het tarief ' 0,0925 pct. ' wordt vervangen door het tarief ' 0,1929 | 2° le taux ' 0,0925 p.c. ' est remplacé par le taux ' 0,1929 p.c. '. |
| pct. '. Art. 71.De uiterlijk op 30 september 2013 gedane betaling door de |
Art. 71.Le paiement, fait au plus tard le 30 septembre 2013, par les |
| kredietinstellingen, van de jaarlijkse taks gevestigd bij artikel | établissements de crédit, de la taxe annuelle établie par l'article |
| 161bis van het Wetboek der successierechten en die opeisbaar is op 1 | 161bis du Code des droits de succession et exigible le 1er janvier |
| januari 2013, wordt geacht te zijn gebeurd op 31 maart 2013 wat het | 2013, est considéré avoir eu lieu le 31 mars 2013 pour la partie |
| gedeelte betreft dat onderworpen is aan de bepalingen van de wet van | |
| 17 juni 2013 houdende fiscale en financiële bepalingen en bepalingen | soumise aux dispositions de la loi du 17 juin 2013 portant des |
| dispositions fiscales et financières et des dispositions relatives au | |
| betreffende de duurzame ontwikkeling. | développement durable. |
| [...] | [...] |
Art. 73.Artikel 70, 1°, heeft uitwerking met ingang van 1 januari |
Art. 73.L'article 70, 1°, produit ses effets le 1er janvier 2013. |
| 2013. | L'article 70, 2 °, entre en vigueur le 1er janvier 2014. |
| Artikel 70, 2°, treedt in werking op 1 januari 2014. | Art. 74.L'augmentation du tarif visé à l'article 70, 1 °, est payable |
Art. 74.De tariefverhoging bepaald bij artikel 70, 1°, is betaalbaar |
|
| uiterlijk 30 september 2013 ». | au plus tard le 30 septembre 2013 ». |
| B.2. De jaarlijkse taks op de collectieve beleggingsinstellingen is | B.2. La taxe annuelle sur les organismes de placement collectif a été |
| ingevoerd door artikel 73 van de wet van 22 juli 1993 houdende fiscale | instaurée par l'article 73 de la loi du 22 juillet 1993 portant des |
| en financiële bepalingen. Sinds het koninklijk besluit van 18 november | dispositions fiscales et financières. Depuis l'arrêté royal du 18 |
| 1996 « houdende wijziging van het Wetboek der successierechten, met | novembre 1996 « modifiant le Code des droits de succession, en |
| toepassing van de artikelen 2, § 1, en 3, § 1, 2°, van de wet van 26 | application des articles 2, § 1er, et 3, § 1er, 2°, de la loi du 26 |
| juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot | juillet 1996 visant à réaliser les conditions budgétaires de la |
| deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie » is | participation de la Belgique à l'Union économique et monétaire |
| de taks eveneens verschuldigd voor kredietinstellingen die bepaalde | européenne », la taxe est également due par les établissements de |
| roerende inkomsten toekennen die zijn vrijgesteld voor de spaarders | crédit qui attribuent certains revenus mobiliers exonérés pour les |
| die die inkomsten genieten. De taks van artikel 161bis, § 4, van het | épargnants qui bénéficient de ces revenus. La taxe prévue par |
| Wetboek der successierechten (hierna : « de abonnementstaks ») is van | l'article 161bis, § 4, du Code des droits de succession (ci-après : la |
| toepassing op de kredietinstellingen die worden geregeld door de wet | taxe d'abonnement) s'applique aux établissements de crédit régis par |
| van 22 maart 1993 « op het statuut van en het toezicht op de | la loi du 22 mars 1993 « relative au statut et au contrôle des |
| kredietinstellingen », die inkomsten of dividenden toekennen als | établissements de crédit », qui attribuent des revenus ou dividendes |
| bedoeld in artikel 21, 5° en 6°, van het Wetboek van de | visés à l'article 21, 5° et 6°, du Code des impôts sur les revenus |
| inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992). De abonnementstaks is | 1992 (CIR 1992). La taxe d'abonnement est due sur une quotité du |
| verschuldigd op een quotiteit van het totaal bedrag van de in artikel | montant total, au 1er janvier de l'année d'imposition, des dépôts |
| 21, 5°, van het WIB 1992 bedoelde spaardeposito's op 1 januari van het | d'épargne visés à l'article 21, 5°, du CIR 1992, non compris les |
| aanslagjaar, de interesten voor het vorige jaar niet inbegrepen. Die | intérêts afférents à l'année précédente. Cette quotité est égale à la |
| quotiteit is gelijk aan de verhouding van het totaal van de op grond | proportion entre le total des revenus non imposables sur la base de |
| van voormeld artikel 21, 5°, niet-belastbare inkomsten (de zogenaamde | l'article 21, 5°, précité (les carnets d'épargne dits exonérés), et le |
| vrijgestelde spaarboekjes), tot het totaal van de toegekende inkomsten | total des revenus attribués pour l'année précédant l'année |
| voor het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar. | d'imposition. |
| B.3. Met betrekking tot de bestreden bepalingen, die het resultaat | B.3. Concernant les dispositions attaquées, qui résultent de |
| zijn van verschillende amendementen (Parl. St., Kamer, 2012-2013, DOC | différents amendements (Doc. parl., Chambre, 2012-2013, DOC |
| 53-2891/004, pp. 36-38), verklaarde de minister van Financiën dat « | 53-2891/004, pp. 36-38), le ministre des Finances a déclaré qu'« en ce |
| wat de abonnementstaks [...] betreft, [...] er inderdaad in een | qui concerne la taxe d'abonnement [...], une taxe bancaire |
| bijkomende heffing voor de banken [is] voorzien ». De minister noemt | supplémentaire a effectivement été prévue ». Le ministre la qualifie |
| dit evenwel « een voor de Staat neutrale operatie, als een loutere | néanmoins d'« opération neutre pour l'Etat qui constitue une simple |
| compensatie voor de minderinkomsten door de afbouw van het deposito- | compensation de la perte de recettes liée au démantèlement du fonds de |
| garantie des dépôts. De l'avis du ministre, les montants estimés, par | |
| en garantiefonds. De geschatte bedragen, bijvoorbeeld 40 miljoen euro | exemple 40 millions d'euros en 2013, restent raisonnables » (Doc. |
| in 2013, blijven volgens de minister redelijk » (Parl. St., Kamer, | |
| 2012-2013, DOC 53-2891/007, p. 56). | parl., Chambre, 2012-2013, DOC 53-2891/007, p. 56). |
| Ten gronde | Quant au fond |
| Wat betreft het eerste en het tweede middel | En ce qui concerne les premier et deuxième moyens |
| B.4.1. In het eerste middel voeren de verzoekende partijen aan dat de | B.4.1. Dans le premier moyen, les parties requérantes font valoir que |
| artikelen 70, 71, 73 en 74 van de wet van 30 juli 2013 de artikelen 10 | les articles 70, 71, 73 et 74 de la loi du 30 juillet 2013 violent les |
| en 11, in samenhang gelezen met artikel 172, van de Grondwet schenden, | articles 10 et 11, combinés avec l'article 172, de la Constitution, en |
| doordat ze de financiële instellingen die zich voornamelijk | ce qu'ils préjudicieraient de manière disproportionnée les |
| financieren via depositowerving bij het grote publiek kennelijk | établissements de crédit qui se financent principalement par la |
| disproportioneel zouden benadelen in vergelijking met de financiële | sollicitation de dépôts auprès du grand public par rapport aux |
| instellingen die zich voornamelijk financieren op de kapitaalmarkt. | établissements de crédit qui se financent principalement sur le marché |
| B.4.2. Het tweede middel is afgeleid uit de schending van de artikelen | des capitaux. B.4.2. Le deuxième moyen est pris de la violation des articles 10, 11 |
| 10, 11 en 172 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de beginselen | et 172 de la Constitution, combinés avec les principes de bonne |
| van behoorlijke regelgeving, in het bijzonder het | |
| zorgvuldigheidsbeginsel, het redelijkheidsbeginsel en het | législation, en particulier le principe de prévoyance, le principe du |
| motiveringsbeginsel. | raisonnable et le principe de motivation. |
| B.4.3. Artikel 172, eerste lid, van de Grondwet vormt een bijzondere | B.4.3. L'article 172, alinéa 1er, de la Constitution constitue une |
| toepassing in fiscale aangelegenheden van het bij de artikelen 10 en | application particulière, en matière fiscale, du principe d'égalité et |
| 11 van de Grondwet gewaarborgd beginsel van gelijkheid en | de non-discrimination garanti par les articles 10 et 11 de la |
| niet-discriminatie. | Constitution. |
| Aangezien de in het tweede middel aangehaalde beginselen van | Les principes de bonne législation énoncés dans le deuxième moyen |
| behoorlijke regelgeving geen referentienormen zijn, tenzij wanneer zij | n'étant pas des normes de référence à moins d'être combinés avec les |
| in samenhang worden gelezen met de in het eerste middel aangevoerde | dispositions constitutionnelles invoquées dans le premier moyen, les |
| grondwetsbepalingen, worden beide middelen samen onderzocht. | deux moyens sont examinés conjointement. |
| B.5.1. Artikel 70 van de wet van 30 juli 2013 houdende diverse | B.5.1. L'article 70 de la loi du 30 juillet 2013 portant des |
| bepalingen wijzigt artikel 161ter, 2°, van het Wetboek der | dispositions diverses modifie l'article 161ter, 2°, du Code des droits |
| successierechten. Het tarief van 0,1929 pct., vermeld in dat artikel, | de succession. Le taux de 0,1929 %, mentionné dans cet article, |
| is van toepassing op de in artikel 161bis, § 4, van het Wetboek der | s'applique à la quotité des dépôts d'épargne visée à l'article 161bis, |
| successierechten bedoelde quotiteit van de spaardeposito's. Dat | § 4, du Code des droits de succession. Cet article 161bis, § 4, |
| artikel 161bis, § 4, bepaalt : | dispose : |
| « Wat betreft de kredietinstellingen, is de taks verschuldigd op een | « En ce qui concerne les établissements de crédit, la taxe est due sur |
| quotiteit van het totaal bedrag van de in artikel 21, 5°, van het | une quotité du montant total, au 1er janvier de l'année d'imposition, |
| Wetboek der inkomstenbelastingen 1992 bedoelde spaardeposito's op 1 | des dépôts d'épargne visés à l'article 21, 5°, du Code des impôts sur |
| januari van het aanslagjaar, de interesten voor het vorig jaar niet | les revenus 1992, non compris les intérêts afférents à l'année |
| inbegrepen. Die quotiteit is gelijk aan de verhouding van het totaal | précédente. Cette quotité est égale à la proportion entre le total des |
| van de op grond van vermeld artikel 21, 5°, niet-belastbare inkomsten, | revenus non imposables sur base dudit article 21, 5°, et le total des |
| tot het totaal van de toegekende inkomsten voor het jaar voorafgaand aan het aanslagjaar ». | revenus attribués pour l'année précédant l'année d'imposition ». |
| De « kredietinstellingen » waarvan sprake is, zijn degene die zijn | Les « établissements de crédit » dont il est question sont ceux qui |
| bepaald in artikel 161, 4°, van het Wetboek der successierechten, | sont visés à l'article 161, 4°, du Code des droits de succession, à |
| namelijk « de kredietinstellingen beheerst door de wet van 22 maart | savoir « les établissements de crédit régis par la loi du 22 mars 1993 |
| 1993 op het statuut en het toezicht op de kredietinstellingen die | relative au statut et au contrôle des établissements de crédit, qui |
| inkomsten of dividenden toekennen als bedoeld in artikel 21, 5° en 6°, | attribuent des revenus ou des dividendes visés à l'article 21, 5° et |
| van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ». | 6°, du Code des impôts sur les revenus 1992 ». |
| De wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de | La loi du 22 mars 1993 relative au statut et au contrôle des |
| kredietinstellingen is inmiddels opgeheven door de wet van 25 april | établissements de crédit a entre-temps été abrogée par la loi du 25 |
| 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen. Een « | avril 2014 relative au statut et au contrôle des établissements de |
| kredietinstelling » is thans, volgens artikel 1, § 3, van de wet van | |
| 25 april 2014 « een Belgische of buitenlandse onderneming waarvan de | crédit. L'article 1er, § 3, de la loi du 25 avril 2014 définit à |
| werkzaamheden bestaan in het van het publiek in ontvangst nemen van | l'heure actuelle un « établissement de crédit » comme étant une |
| gelddeposito's of van andere terugbetaalbare gelden en het verlenen | entreprise belge ou étrangère « dont l'activité consiste à recevoir du |
| public des dépôts d'argent ou d'autres fonds remboursables et à | |
| van kredieten voor eigen rekening ». | octroyer des crédits pour [son] propre compte ». |
| B.5.2. De artikelen 71, 73 en 74 van de bestreden wet van 30 juli 2013 | B.5.2. Les articles 71, 73 et 74 de la loi attaquée du 30 juillet 2013 |
| bevatten, enerzijds, een overgangsregeling voor de bijzondere situatie | comprennent, d'une part, un régime transitoire pour la situation |
| voor het jaar 2013 en, anderzijds, inwerkingtredingsbepalingen. | particulière de l'année 2013 et, d'autre part, des dispositions |
| Tijdens de parlementaire voorbereiding is dienaangaande opgemerkt dat | d'entrée en vigueur. Au cours des travaux préparatoires, il a été |
| in principe de taks, ingesteld bij artikel 161bis van het Wetboek der | observé à ce sujet que la taxe, instaurée par l'article 161bis du Code |
| successierechten, door de kredietinstellingen moet worden betaald | des droits de succession, doit en principe être payée par les |
| uiterlijk op 31 maart 2013. Omdat de taks voor de kredietinstellingen | établissements de crédit au plus tard le 31 mars 2013. La taxe pour |
| les établissements de crédit ayant toutefois été augmentée en 2013 par | |
| in 2013 evenwel werd verhoogd bij de wet van 17 juni 2013, kunnen de | la loi du 17 juin 2013, ceux-ci peuvent s'acquitter de la taxe au plus |
| kredietinstellingen de taks voldoen op uiterlijk 30 september 2013 | tard le 30 septembre 2013 (Doc. parl., Chambre, 2012-2013, DOC |
| (Parl. St., Kamer, 2012-2013, DOC 53-2891/004, p. 38). | 53-2891/004, p. 38). |
| B.6. De verzoekende partijen bekritiseren in hoofdzaak de gelijke | B.6. Les parties requérantes critiquent à titre principal l'identité |
| behandeling van kredietinstellingen die zich voornamelijk financieren | de traitement, sans justification raisonnable, des établissements de |
| via depositowerving bij het grote publiek en kredietinstellingen die | crédit qui se financent principalement par la sollicitation de dépôts |
| zich voornamelijk financieren op de kapitaalmarkt, terwijl er voor de | auprès du grand public et des établissements de crédit qui se |
| gelijke behandeling geen redelijke verantwoording bestaat. Beide | financent principalement sur le marché des capitaux. Les deux |
| categorieën van kredietinstellingen zouden zich in wezenlijk | catégories d'établissements de crédit se trouveraient dans des |
| verschillende situaties bevinden. | situations essentiellement différentes. |
| B.7. Het komt de wetgever toe de grondslag en het tarief van de belasting vast te stellen. Hij beschikt ter zake over een ruime beoordelingsbevoegdheid. Fiscale maatregelen maken immers een wezenlijk deel uit van het sociaaleconomisch beleid. Zij zorgen niet alleen voor een substantieel deel van de inkomsten die de verwezenlijking van dat beleid mogelijk moeten maken; zij laten de wetgever ook toe om sturend en corrigerend op te treden en op die manier het sociale en economische beleid vorm te geven. De maatschappelijke keuzen die bij het inzamelen en het inzetten van middelen moeten worden gemaakt, behoren derhalve tot de beoordelingsbevoegdheid van de wetgever. Dienvolgens komt het de wetgever toe te oordelen of een bepaalde taks dient te worden gehandhaafd of verhoogd. Het feit dat kredietinstellingen zich voornamelijk financieren via depositowerving bij het grote publiek en de andere kredietinstellingen zich voornamelijk financieren op de kapitaalmarkt, verhindert niet dat de wetgever ze beide onderwerpt aan dezelfde abonnementstaks, voor zover die gelijke behandeling berust op een redelijke verantwoording. B.8.1. Door de abonnementstaks te verhogen, beogen de bestreden bepalingen, volgens de Ministerraad, de kredietinstellingen aan te sporen meer te investeren in de reële economie, aangezien de financiële instellingen er belang bij hebben hun klanten niet langer te sturen in de richting van deposito's maar in de richting van andere financiële producten. Daarnaast betekent de verhoging van de abonnementstaks, volgens de | B.7. Il appartient au législateur de fixer la base et le taux de l'impôt. Il dispose en la matière d'un large pouvoir d'appréciation. En effet, les mesures fiscales constituent un élément essentiel de la politique socioéconomique. Elles assurent non seulement une part substantielle des recettes qui doivent permettre la réalisation de cette politique, mais elles permettent également au législateur d'orienter certains comportements et d'adopter des mesures correctrices afin de donner corps à la politique sociale et économique. Les choix sociaux qui doivent être réalisés lors de la collecte et de l'affectation des ressources relèvent par conséquent du pouvoir d'appréciation du législateur. En conséquence, il appartient au législateur d'apprécier si une taxe déterminée doit être maintenue ou augmentée. Le fait que des établissements de crédit se financent principalement par la sollicitation de dépôts auprès du grand public et que les autres établissements de crédit se financent principalement sur le marché des capitaux n'empêche pas que le législateur les soumette tous à la même taxe d'abonnement, pour autant que cette identité de traitement repose sur une justification raisonnable. B.8.1. En augmentant la taxe d'abonnement, les dispositions attaquées ont pour objectif, selon le Conseil des ministres, d'inciter les établissements de crédit à investir davantage dans l'économie réelle, puisque les institutions financières ont intérêt à ne plus orienter leurs clients vers des dépôts mais vers d'autres produits financiers. En outre, l'augmentation de la taxe d'abonnement représente, selon le |
| wetgever, een compensatie voor de minderinkomsten door de afbouw van | législateur, une compensation pour la perte de recettes liée au |
| het deposito- en garantiefonds (Parl. St., Kamer, 2012-2013, DOC | démantèlement du fonds de garantie des dépôts (Doc. parl., Chambre, |
| 53-2891/007, p. 56). | 2012-2013, DOC 53-2891/007, p. 56). |
| De te dezen door de wetgever nagestreefde doelstellingen houden | Les objectifs poursuivis en l'espèce par le législateur sont dès lors |
| bijgevolg verband met het bereiken van een begrotingsevenwicht en met | liés à la réalisation d'un équilibre budgétaire et à l'orientation de |
| het sturen van het sociale en economische beleid hetgeen hij vermag na | la politique socioéconomique qu'il est habilité à poursuivre en |
| te streven bij het nemen van fiscale maatregelen. De beleidskeuze om | adoptant des mesures fiscales. Le choix politique d'inciter, par une |
| de kredietinstellingen aan te sporen meer te investeren in de reële | augmentation du taux de la taxe d'abonnement, les établissements de |
| economie via een verhoging van het tarief van de abonnementstaks | crédit à investir davantage dans l'économie réelle relève dès lors de |
| behoort derhalve tot de beoordelingsvrijheid van de wetgever. | la liberté d'appréciation du législateur. |
| Rekening houdend met die doelstellingen van de wetgever is het niet | Compte tenu de ces objectifs du législateur, l'augmentation de la taxe |
| zonder redelijke verantwoording om de abonnementstaks op | d'abonnement sur les dépôts d'épargne réglementés n'est pas dénuée de |
| gereglementeerde spaardeposito's te verhogen, voor zover die taks geen | justification raisonnable, pour autant que cette taxe n'ait pas |
| onevenredige gevolgen heeft. | d'effets disproportionnés. |
| B.8.2. Het tarief van de abonnementstaks, dat bij de bestreden | B.8.2. Le taux de la taxe d'abonnement, que les dispositions attaquées |
| bepalingen wordt verhoogd, is voor alle kredietinstellingen identiek. Alhoewel de relatieve impact van die verhoging groter is voor de kredietinstellingen die zich voornamelijk financieren via depositowerving, kan niet worden volgehouden dat die taks onevenredig is met de vooropgestelde doelstellingen. Gelet op de doelstelling van de wetgever om de kredietinstellingen aan te sporen meer te investeren in de reële economie, zijn de bestreden verhogingen niet onevenredig met het vooropgestelde doel. B.9. Het eerste en het tweede middel zijn niet gegrond. Wat betreft het derde middel B.10. In het derde middel voeren de verzoekende partijen aan dat de | ont pour objet d'augmenter, est identique pour tous les établissements de crédit. Bien que l'incidence relative de cette augmentation soit plus importante pour les établissements de crédit qui se financent principalement par la sollicitation de dépôts, il ne saurait être soutenu que cette taxe est disproportionnée aux objectifs poursuivis. Eu égard à l'objectif du législateur consistant à inciter les établissements de crédit à investir davantage dans l'économie réelle, les augmentations attaquées ne sont pas disproportionnées à l'objectif poursuivi. B.9. Les premier et deuxième moyens ne sont pas fondés. En ce qui concerne le troisième moyen B.10. Dans le troisième moyen, les parties requérantes font valoir que |
| artikelen 70, 1°, 71, 73, eerste lid, en 74 van de wet van 30 juli | les articles 70, 1°, 71, 73, alinéa 1er, et 74 de la loi du 30 juillet |
| 2013 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met | 2013 violent les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec |
| het rechtszekerheidsbeginsel, met het beginsel van | le principe de la sécurité juridique, avec le principe de la |
| niet-retroactiviteit van de wet en met artikel 1 van het Eerste | non-rétroactivité des lois et avec l'article 1er du Premier Protocole |
| Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de | additionnel à la Convention européenne des droits de l'homme, au motif |
| mens, schenden, omdat de verhoging van de abonnementstaks van | que l'augmentation de la taxe d'abonnement s'appliquerait au montant |
| toepassing zou zijn op het bedrag van de spaardeposito's op 31 | des dépôts d'épargne au 31 décembre 2012 et serait exigible au 1er |
| december 2012 en opeisbaar zou zijn op 1 januari 2013. | janvier 2013. |
| B.11.1. Een fiscaalrechtelijke regel kan slechts als retroactief | B.11.1. Une règle de droit fiscal ne peut être qualifiée de |
| worden gekwalificeerd wanneer hij van toepassing is op feiten, | rétroactive que si elle s'applique à des faits, actes et situations |
| handelingen en toestanden die definitief waren voltrokken op het | qui étaient définitifs au moment où elle a été publiée. |
| ogenblik dat hij werd bekendgemaakt. | |
| B.11.2. Volgens artikel 73 van de wet van 30 juli 2013 heeft de | B.11.2. Selon l'article 73 de la loi du 30 juillet 2013, |
| verhoging van het tarief van de abonnementstaks tot 0,1200 pct. | l'augmentation du taux de la taxe d'abonnement à 0,1200 % a sorti ses |
| uitwerking gehad vanaf 1 januari 2013. De abonnementstaks wordt, | effets à partir du 1er janvier 2013. La taxe d'abonnement est |
| overeenkomstig artikel 161bis, § 4, van het Wetboek der | prélevée, conformément à l'article 161bis, § 4, du Code des droits de |
| successierechten, geheven op « een quotiteit van het totaal bedrag van | succession, sur « une quotité du montant total, au 1er janvier de |
| de in artikel 21, 5°, van het Wetboek der inkomstenbelastingen 1992 bedoelde spaardeposito's op 1 januari van het aanslagjaar ». | l'année d'imposition, des dépôts d'épargne visés à l'article 21, 5°, du Code des impôts sur les revenus 1992 ». |
| B.11.3. De verhoging van het tarief van de abonnementstaks vanaf 1 | B.11.3. L'augmentation du taux de la taxe d'abonnement au 1er janvier |
| januari 2013 is van toepassing op een toestand die definitief | 2013 s'applique à une situation qui est devenue définitive. Le montant |
| voltrokken is. Het totaalbedrag van de in artikel 21, 5°, van het | |
| Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bedoelde spaardeposito's ligt | total des dépôts d'épargne visés à l'article 21, 5°, du CIR 1992 est |
| immers reeds vast op die datum. | en effet déjà établi à cette date. |
| B.11.4. Overigens blijkt uit de parlementaire voorbereiding van | B.11.4. Par ailleurs, il ressort des travaux préparatoires de |
| artikel 71 van de wet van 30 juli 2013 houdende diverse bepalingen, | l'article 71 de la loi du 30 juillet 2013 portant des dispositions |
| dat bij wijze van overgangsregel een betaling van de jaarlijkse taks | diverses qu'un paiement de la taxe annuelle au plus tard le 30 |
| op uiterlijk 30 september 2013 gelijkschakelt met een betaling op 31 | septembre 2013 est assimilé, à titre transitoire, à un paiement |
| maart 2013, dat de wetgever zich ervan bewust was dat de | réalisé le 31 mars 2013, le législateur s'étant rendu compte que |
| tariefverhoging dateerde van na het ogenblik waarop de taks betaald | l'augmentation du taux était postérieure au moment où la taxe devait |
| moest zijn. | être payée. |
| In de parlementaire voorbereiding werd inderdaad het volgende vermeld : | En effet, les travaux préparatoires mentionnent ce qui suit : |
| « De eerste overgangsbepaling regelt de bijzondere situatie voor het | « La première mesure transitoire règle la situation particulière |
| jaar 2013 : in principe moet de taks, gevestigd door artikel 161bis | propre à 2013. En principe, la taxe, établie par l'article 161bis du |
| van het Wetboek der successierechten, door de kredietinstellingen | Code droits de succession, doit être payée par les établissements de |
| worden betaald uiterlijk op 31 maart van dit jaar. Aangezien de taks | crédit au plus tard le 31 mars de l'année d'imposition. La loi du 17 |
| voor de kredietinstellingen dit jaar werd verhoogd bij wet van 17 juni | |
| 2013 (B.S. 28 juni 2013) kunnen de kredietinstellingen de taks voldoen | juin 2013 précitée (M.B. 28 juin 2013) ayant majoré la taxe due par |
| les établissements de crédit pour 2013, ceux-ci peuvent compléter le | |
| op uiterlijk 30 september 2013 » (Parl. St., Kamer, 2012-2013, DOC | paiement au plus tard le 30 septembre 2013 » (Doc. parl., Chambre, |
| 53-2891/004, p. 38). | 2012-2013, DOC 53-2891/004, p. 38). |
| B.11.5. Het bestreden artikel 73, eerste lid, van de wet van 30 juli | B.11.5. L'article 73, alinéa 1er, attaqué, de la loi du 30 juillet |
| 2013 verleent bijgevolg terugwerkende kracht aan het bestreden artikel | 2013 confère dès lors un effet rétroactif à l'article 70, 1°, attaqué, |
| 70, 1°, van die wet. | de cette loi. |
| B.12. De niet-retroactiviteit van wetten is een waarborg ter | B.12. La non-rétroactivité des lois est une garantie qui a pour but de |
| voorkoming van rechtsonzekerheid. Die waarborg vereist dat de inhoud van het recht voorzienbaar en toegankelijk is, zodat de rechtzoekende in redelijke mate de gevolgen van een bepaalde handeling kan voorzien op het tijdstip dat die handeling wordt verricht. De terugwerkende kracht kan enkel worden verantwoord wanneer zij onontbeerlijk is voor de verwezenlijking van een doelstelling van algemeen belang. B.13. Het algemeen belang kan vereisen dat een door de wetgever noodzakelijk geachte fiscale maatregel met terugwerkende kracht uitwerking heeft waardoor het voor de belastingplichtigen onmogelijk wordt om door anticiperend gedrag de beoogde gevolgen van de maatregel te verminderen. | prévenir l'insécurité juridique. Cette garantie exige que le contenu du droit soit prévisible et accessible, de sorte que le justiciable puisse prévoir, dans une mesure raisonnable, les conséquences d'un acte déterminé au moment où cet acte est accompli. La rétroactivité peut uniquement être justifiée lorsqu'elle est indispensable pour réaliser un objectif d'intérêt général. B.13. L'intérêt général peut exiger qu'une mesure fiscale que le législateur considère comme nécessaire ait un effet rétroactif, à la suite duquel il est impossible pour les contribuables de réduire par anticipation les effets poursuivis par la mesure. |
| Zoals is vermeld in B.8.1 is het doel van de verhoging van de | Comme il est dit en B.8.1, l'objectif de l'augmentation de la taxe |
| abonnementstaks tweeledig : enerzijds, het verlies aan | d'abonnement est double : d'une part, compenser la perte de moyens |
| begrotingsmiddelen compenseren en, anderzijds, kredietinstellingen | budgétaires et, d'autre part, inciter les établissements de crédit à |
| aansporen te investeren in de reële economie. | investir dans l'économie réelle. |
| Noch uit de parlementaire voorbereiding, noch uit de memorie van de | Ni les travaux préparatoires, ni le mémoire du Conseil des ministres |
| Ministerraad blijkt evenwel waarom het onontbeerlijk was om, voor het | ne font toutefois apparaître pourquoi il était indispensable, pour |
| bereiken van die doelstellingen, aan de bestreden verhoging | atteindre ces objectifs, de conférer un effet rétroactif à |
| terugwerkende kracht te verlenen. De tweede doelstelling kan overigens | l'augmentation attaquée. Le second objectif ne peut du reste valoir |
| alleen gelden voor de toekomst, en niet voor het verleden. | que pour l'avenir et non pour le passé. |
| B.14. Uit hetgeen voorafgaat volgt dat de retroactiviteit van de | B.14. Il découle de ce qui précède que la rétroactivité des |
| bestreden bepalingen niet is verantwoord. | dispositions attaquées n'est pas justifiée. |
| B.15. Het derde middel is gegrond. | B.15. Le troisième moyen est fondé. |
| Wat betreft het vierde middel | En ce qui concerne le quatrième moyen |
| B.16. In het vierde middel voeren de verzoekende partijen aan dat de | B.16. Dans le quatrième moyen, les parties requérantes font valoir que |
| artikelen 70, 71, 73 en 74 van de wet van 30 juli 2013 de artikelen 10 | les articles 70, 71, 73 et 74 de la loi du 30 juillet 2013 violent les |
| en 11 van de Grondwet schenden, in samenhang gelezen met de vrijheid van handel en nijverheid, omdat daardoor de universele grootbanken, die vooral een beroep doen op de kapitaalmarktfinanciering, aantrekkelijkere marktvoorwaarden zouden kunnen aanbieden dan de gewone spaarbanken. B.17. De vrijheid van handel en nijverheid kan niet als een absolute vrijheid worden opgevat. Zij belet niet dat de wet de economische bedrijvigheid van personen en ondernemingen regelt. De wetgever zou pas onredelijk optreden indien hij de vrijheid van handel en nijverheid zou beperken zonder dat daartoe enige noodzaak bestaat of | articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec la liberté de commerce et d'industrie, au motif que les grandes banques universelles, qui recourent surtout au financement sur le marché des capitaux, pourraient proposer grâce à ces dispositions des conditions de marché plus attrayantes que les banques d'épargne ordinaires. B.17. La liberté de commerce et d'industrie ne peut être conçue comme une liberté absolue. Elle ne fait pas obstacle à ce que la loi règle l'activité économique des personnes et des entreprises. Le législateur n'interviendrait de manière déraisonnable que s'il limitait la liberté de commerce et d'industrie sans aucune nécessité ou si cette |
| indien die beperking onevenredig zou zijn met het nagestreefde doel. | limitation était disproportionnée au but poursuivi. |
| B.18. Door het verhogen van het tarief van de abonnementstaks heeft de | B.18. En augmentant le taux de la taxe d'abonnement, le législateur |
| wetgever onder meer beoogd de kredietinstellingen aan te sporen meer | voulait notamment inciter les établissements de crédit à investir |
| te investeren in de reële economie. Die maatregel, die van toepassing | davantage dans l'économie réelle. Cette mesure, applicable à tous les |
| is op alle kredietinstellingen, is niet zonder redelijke verantwoording. | établissements de crédit, n'est pas sans justification raisonnable. |
| B.19. Het vierde middel is niet gegrond. | B.19. Le quatrième moyen n'est pas fondé. |
| Wat betreft het vijfde middel | En ce qui concerne le cinquième moyen |
| B.20. In het vijfde middel voeren de verzoekende partijen een | B.20. Les parties requérantes allèguent dans le cinquième moyen une |
| schending aan van artikel 16 van de Grondwet, al dan niet in samenhang | violation de l'article 16 de la Constitution, combiné ou non avec |
| gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het | l'article 1er du Premier Protocole additionnel à la Convention |
| Europees Verdrag voor de rechten van de mens, omdat het totale bedrag | européenne des droits de l'homme, au motif que le montant global de la |
| van de abonnementstaks op willekeurige wijze zou zijn vastgesteld en | taxe d'abonnement aurait été fixé arbitrairement et constituerait une |
| een onredelijke inbreuk op de individuele vermogenssituatie van de | atteinte déraisonnable à la situation patrimoniale individuelle des |
| verzoekende partijen zou vormen. | parties requérantes. |
| B.21.1. Artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees | B.21.1. L'article 1er du Premier Protocole additionnel à la Convention |
| Verdrag voor de rechten van de mens heeft een draagwijdte die analoog | européenne des droits de l'homme ayant une portée analogue à celle de |
| is met die van artikel 16 van de Grondwet, waardoor de erin vervatte waarborgen een onlosmakelijk geheel vormen met diegene die zijn ingeschreven in die grondwetsbepaling, zodat het Hof, bij zijn toetsing van de bestreden bepalingen, rekening houdt met die verdragsbepaling. B.21.2. Artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol biedt niet alleen bescherming tegen een onteigening of een eigendomsberoving (eerste alinea, tweede zin), maar ook tegen elke verstoring van het genot van eigendom (tweede alinea). Een belasting houdt in beginsel een inmenging in het recht op ongestoord genot van de eigendom in. Bovendien vermeldt artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol dat de bescherming van het eigendomsrecht « echter op geen enkele wijze het recht [aantast] dat een Staat heeft om die wetten toe te passen welke hij noodzakelijk oordeelt om toezicht uit te oefenen op het gebruik van eigendom in overeenstemming met het algemeen belang of om de betaling van belastingen of andere heffingen en boeten te verzekeren ». Dienaangaande dient te worden opgemerkt dat, ook al beschikt de fiscale wetgever over een ruime beoordelingsbevoegdheid, een belasting onevenredig kan zijn en op onverantwoorde wijze afbreuk kan doen aan het ongestoord genot van iemands eigendom indien zij het billijk evenwicht verbreekt tussen de vereisten van het algemeen belang en de bescherming van het recht op het ongestoord genot van eigendom (EHRM, | l'article 16 de la Constitution, les garanties qu'il contient forment un ensemble indissociable avec celles qui sont inscrites dans cette disposition constitutionnelle, de sorte que la Cour tient compte de cette disposition conventionnelle lors de son contrôle des dispositions attaquées. B.21.2. L'article 1er du Premier Protocole additionnel offre une protection non seulement contre une expropriation ou une privation de propriété (premier alinéa, deuxième phrase) mais également contre toute ingérence dans le droit au respect des biens (deuxième alinéa). Un impôt constitue, en principe, une ingérence dans le droit au respect des biens. En outre, aux termes de l'article 1er du Premier Protocole additionnel, la protection du droit de propriété « ne [porte] pas atteinte au droit que possèdent les Etats de mettre en vigueur les lois qu'ils jugent nécessaires pour réglementer l'usage des biens conformément à l'intérêt général ou pour assurer le paiement des impôts ou d'autres contributions ou des amendes ». A ce sujet, il convient d'observer que, même si le législateur fiscal dispose d'un pouvoir d'appréciation étendu, un impôt peut revêtir un caractère disproportionné et porter une atteinte injustifiée au respect des biens s'il rompt le juste équilibre entre les exigences de l'intérêt général et celles de la protection du droit au respect des |
| 31 januari 2006, Dukmedjian t. Frankrijk, § § 52-54; beslissing, 15 | biens (CEDH, 31 janvier 2006, Dukmedjian c. France, § § 52-54; |
| december 2009, Tardieu de Maleissye t. Frankrijk). | décision, 15 décembre 2009, Tardieu de Maleissye c. France). |
| B.22. De noodzaak om het verlies aan begrotingsmiddelen te | B.22. La nécessité de compenser la perte de moyens budgétaires, qui |
| compenseren, dat het gevolg is van de nakende afbouw van het | résulte du prochain démantèlement du Fonds de protection des dépôts et |
| Beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten, en de | des instruments financiers, et la volonté d'inciter les établissements |
| wil om kredietinstellingen aan te sporen te investeren in de reële | de crédit à investir dans l'économie réelle sont des objectifs |
| economie, zijn oogmerken van algemeen belang. Dergelijke oogmerken | d'intérêt général. De tels objectifs peuvent justifier l'augmentation |
| kunnen verantwoorden dat de bestreden taks wordt verhoogd. | de la taxe attaquée. |
| Bovendien is het bedrag van de taks afhankelijk van het gedeelte van | En outre, le montant de la taxe dépend de la quotité des dépôts |
| de gereglementeerde spaardeposito's die elke kredietinstelling heeft | d'épargne réglementés dans les encours de chaque établissement de |
| uitstaan. Dit criterium is pertinent om de vooropgestelde doelstelling | crédit. Ce critère est pertinent pour atteindre l'objectif envisagé, |
| te bereiken, namelijk om de kredietinstellingen aan te sporen meer te | qui est d'inciter les établissements de crédit à investir davantage |
| investeren in de reële economie. | dans l'économie réelle. |
| Een tarief van 0,1929 pct. (vanaf 1 januari 2014) kan niet als | Un taux de 0,1929 % (à partir du 1er janvier 2014) ne peut pas être |
| onredelijk worden beschouwd, omdat het niet van die aard is dat op | considéré comme déraisonnable, parce qu'il n'est pas de nature à |
| onevenredige wijze afbreuk wordt gedaan aan het recht van een | affecter de manière disproportionnée le droit d'une catégorie de |
| categorie van personen op het ongestoord genot van hun eigendom. | personnes au respect de leurs biens. |
| B.23. Het vijfde middel is niet gegrond. | B.23. Le cinquième moyen n'est pas fondé. |
| Om die redenen, | Par ces motifs, |
| het Hof | la Cour |
| - vernietigt de artikelen 70, 1°, 73, eerste lid, en 74 van de wet van | - annule les articles 70, 1°, 73, alinéa 1er, et 74 de la loi du 30 |
| 30 juli 2013 houdende diverse bepalingen; | juillet 2013 portant des dispositions diverses; |
| - verwerpt het beroep voor het overige. | - rejette le recours pour le surplus. |
| Aldus gewezen in het Nederlands, het Frans en het Duits, | Ainsi rendu en langue néerlandaise, en langue française et en langue |
| overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op | allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier |
| het Grondwettelijk Hof, op 7 mei 2015. | 1989 sur la Cour constitutionnelle, le 7 mai 2015. |
| De griffier, | Le greffier, |
| P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
| De voorzitter, | Le président, |
| A. Alen | A. Alen |