← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 167/2014 van 13 november 2014 Rolnummer : 5755 In zake :
de prejudiciële vragen betreffende artikel 31 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12
januari 1973, gesteld door de Raad van State. Het Gron samengesteld
uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 167/2014 van 13 november 2014 Rolnummer : 5755 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 31 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, gesteld door de Raad van State. Het Gron samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J(...) | Extrait de l'arrêt n° 167/2014 du 13 novembre 2014 Numéro du rôle : 5755 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 31 des lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, posées par le Conseil d'Etat. La Cour composée des présidents A. Alen et J. Spreutels, et des juges E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Moerm(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 167/2014 van 13 november 2014 | Extrait de l'arrêt n° 167/2014 du 13 novembre 2014 |
Rolnummer : 5755 | Numéro du rôle : 5755 |
In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 31 van de wetten | En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 31 des |
op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, gesteld door | lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, posées par |
de Raad van State. | le Conseil d'Etat. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de | composée des présidents A. Alen et J. Spreutels, et des juges E. De |
rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Moerman, F. Daoût en T. Giet, | Groot, L. Lavrysen, J.-P. Moerman, F. Daoût et T. Giet, assistée du |
bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, | greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Alen, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging | I. Objet des questions préjudicielles et procédure |
Bij arrest nr. 225.384 van 7 november 2013 in zake Gerolf Annemans | Par arrêt n° 225.384 du 7 novembre 2013 en cause de Gerolf Annemans |
tegen de Belgische Staat, met als tussenkomende partijen de nv « | contre l'Etat belge, avec comme parties intervenantes la SA « Banque |
Nationale Bank van België » en Luc Coene, waarvan de expeditie ter | Nationale de Belgique » et Luc Coene, dont l'expédition est parvenue |
griffie van het Hof is ingekomen op 25 november 2013, heeft de Raad | au greffe de la Cour le 25 novembre 2013, le Conseil d'Etat a posé les |
van State de volgende prejudiciële vragen gesteld : | questions préjudicielles suivantes : |
1. « Is art. 31 van de Gecoördineerde Wetten op de Raad van State in | 1. « L'article 31 des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat est-il |
strijd met het recht op toegang tot de rechter, vervat in art. 13 van | contraire au droit d'accès au juge, inscrit à l'article 13 de la |
de Grondwet, al dan niet in samenhang met art. 6 EVRM en met art. 13 | Constitution, combiné ou non avec l'article 6 et avec l'article 13 de |
EVRM, dat tevens het recht op een daadwerkelijk rechtsmiddel voorziet, | la Convention européenne des droits de l'homme, qui prévoit en outre |
doordat art. 31 van de Gecoördineerde Wetten op de Raad van State | le droit à une voie de recours effective, en ce que l'article 31 des |
verhindert dat de verzoeker voor de Raad van State de herziening kan | lois coordonnées sur le Conseil d'Etat empêche le requérant devant le |
vorderen van een arrest waarbij één van zijn aangevoerde middelen of | Conseil d'Etat de demander la révision d'un arrêt dans lequel un des |
onderdelen van één van deze middelen - al dan niet bij vergissing - | moyens qu'il a articulés ou des branches d'un de ces moyens n'ont pas |
niet ten gronde onderzocht werd, doordat het ten onrechte als | été examinés quant au fond - par erreur ou non - parce qu'ils ont |
onontvankelijk werd afgewezen ? »; | injustement été rejetés comme étant irrecevables ? »; |
2. « Is art. 31 van de Gecoördineerde Wetten op de Raad van State in | 2. « L'article 31 des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat est-il |
strijd met de art. 10 - 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang | contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution, combinés ou non |
met art. 13 van de Grondwet, en art. 6, 13 en 14 EVRM doordat art. 31 | avec l'article 13 de la Constitution et avec les articles 6, 13 et 14 |
van de Gecoördineerde Wetten op de Raad van State aan de verzoeker het | de la Convention européenne des droits de l'homme en ce que l'article |
recht ontzegt om zich bij wege van een vordering tot herziening | 31 des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat prive le requérant du |
opnieuw tot de Raad van State te wenden om op te komen tegen het | droit de s'adresser à nouveau au Conseil d'Etat, par la voie d'un |
onterecht - al dan niet bij vergissing - onontvankelijk verklaren van | recours en révision, pour contester l'injuste déclaration - par erreur |
ou non - d'irrecevabilité d'un moyen invoqué ou d'une branche de | |
een aangevoerd middel of onderdeel ervan dat aldus niet ten gronde | celui-ci qui n'ont donc pas été examinés quant au fond, parce qu'il |
onderzocht werd, doordat het ten onrechte als onontvankelijk werd | ont injustement été rejetés comme étant irrecevables, alors que |
afgewezen, terwijl andere rechtsonderhorigen zich daarentegen wel tot | d'autres justiciables peuvent en revanche s'adresser au Conseil d'Etat |
de Raad van State kunnen wenden om de herziening te vorderen van een | pour demander la révision d'un arrêt, sur la base de la découverte |
arrest op grond van de ontdekking van een vals of achtergehouden stuk | d'une pièce fausse ou retenue, et qu'il n'existe aucune justification |
en er geen enkele redelijke rechtvaardiging is waarom art. 31 van de | raisonnable au fait que l'article 31 des lois coordonnées sur le |
Gecoördineerde Wetten op de Raad van State aan verzoeker aldus de | Conseil d'Etat prive ainsi le requérant de l'examen du bien-fondé de |
beoordeling van de gegrondheid van zijn middel ontzegt, terwijl andere | son moyen, alors que d'autres justiciables peuvent en revanche voir |
rechtsonderhorigen daarentegen wel de gegrondheid van de door hen | examiner (à nouveau) le bien-fondé des moyens ou branches (d'un) de |
aangevoerde middelen of onderdelen van (één van) deze middelen bij | |
wege van een vordering tot herziening alsnog (opnieuw) kunnen zien | ces moyens qu'ils invoquent, par la voie d'un recours en révision, |
behandelen, wanneer er sprake is van de ontdekking van een vals of achtergehouden stuk ? ». | lorsqu'une pièce fausse ou retenue a été découverte ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1. Artikel 31 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op | B.1. L'article 31 des lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 |
12 januari 1973, bepaalt : | janvier 1973, dispose : |
« Alleen arresten op tegenspraak zijn vatbaar voor herziening. Het | |
beroep tot herziening is slechts ontvankelijk indien sinds de | « Les arrêts contradictoires peuvent seuls faire l'objet de révision. |
uitspraak van het arrest doorslaggevende stukken zijn teruggevonden | Le recours en révision n'est recevable que si depuis l'arrêt il a été |
die door toedoen van de tegenpartij waren achtergehouden of indien het | recouvré des pièces décisives qui auraient été retenues par le fait de |
arrest werd gewezen op als vals erkende of vals verklaarde stukken. | l'adversaire ou si l'arrêt a été rendu sur pièces reconnues ou déclarées fausses. |
De termijn van beroep gaat in de dag waarop ontdekt wordt dat het stuk | Le délai du recours s'ouvre à partir du jour de la découverte de la |
vals is of dat het achtergehouden stuk bestaat ». | fausseté de la pièce ou de l'existence de la pièce retenue ». |
B.2. De eerste prejudiciële vraag betreft de bestaanbaarheid van die | B.2. La première question préjudicielle concerne la compatibilité de |
bepaling met artikel 13 van de Grondwet, al dan niet in samenhang | cette disposition avec l'article 13 de la Constitution, combiné ou non |
gelezen met de artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de | avec les articles 6 et 13 de la Convention européenne des droits de |
rechten van de mens, doordat zij een verzoekende partij voor de Raad | l'homme, en ce qu'il empêche une partie requérante devant le Conseil |
van State verhindert een ontvankelijk beroep tot herziening in te | d'Etat d'introduire un recours en révision au motif que le Conseil |
dienen op grond van het feit dat de Raad van State ten onrechte een | d'Etat aurait déclaré à tort l'un de ses moyens irrecevable et |
van haar middelen onontvankelijk zou hebben verklaard, en aldus niet | n'aurait donc pas examiné celui-ci quant au fond. |
ten gronde zou hebben onderzocht. | |
B.3. Tegen de arresten van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad | B.3. Les arrêts de la section du contentieux administratif du Conseil |
van State kunnen de rechtsmiddelen worden aangewend waarin de | d'Etat sont susceptibles des recours prévus dans les lois coordonnées |
gecoördineerde wetten op de Raad van State voorzien. Het gaat om de | sur le Conseil d'Etat. Il s'agit des voies de recours suivantes : |
rechtsmiddelen voorziening in cassatie - op grond van een conflict van | pourvoi en cassation - fondé sur un conflit d'attribution -, |
attributie -, verzet, derdenverzet en beroep tot herziening. | opposition, tierce opposition et recours en révision. |
Daarnaast voorziet artikel 17 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof in een beroep tot intrekking van een arrest van de Raad van State, dat kan worden ingesteld wanneer het arrest is gegrond op een wetskrachtige norm die door het Hof werd vernietigd, of op een verordening ter uitvoering ervan. B.4.1. Krachtens de in het geding zijnde bepaling is een beroep tot herziening slechts ontvankelijk indien sinds de uitspraak van het arrest doorslaggevende stukken zijn teruggevonden die door toedoen van de tegenpartij waren achtergehouden of indien het arrest werd gewezen op als vals erkende of vals verklaarde stukken. Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat de wetgever van oordeel | En outre, l'article 17 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle prévoit un recours en rétractation d'un arrêt du Conseil d'Etat, qui peut être introduit si l'arrêt est fondé sur une norme législative qui a été annulée par la Cour ou sur un règlement pris en exécution d'une telle norme. B.4.1. En vertu de la disposition en cause, un recours en révision n'est recevable que si depuis l'arrêt il a été recouvré des pièces décisives qui auraient été retenues par le fait de l'adversaire ou si l'arrêt a été rendu sur pièces reconnues ou déclarées fausses. Il ressort des travaux préparatoires que le législateur a estimé qu'il |
is geweest dat « voor de zekerheid der juridische toestanden [...] de | fallait, « pour la sécurité des situations juridiques, qu'au bout d'un |
arresten van de Raad van State na een betrekkelijk korte tijd als | laps de temps assez bref les arrêts du Conseil d'Etat puissent être |
onherroepelijk [dienen te worden] beschouwd » (Parl. St., Kamer, | considérés comme définitifs » (Doc. parl., Chambre, 1951-1952, n° 586, |
1951-1952, nr. 586, p. 2) en dat het beroep tot herziening om die | p. 2) et que le recours en révision devait, pour cette raison, « |
reden « een buitengewoon karakter » dient te behouden (ibid., p. 1). | conserver un caractère extraordinaire » (ibid., p. 1). |
De aard van de omstandigheden waarin een beroep tot herziening | La nature des circonstances dans lesquelles un recours en révision |
ontvankelijk kan worden ingesteld doet ervan blijken dat de wetgever | peut être introduit de manière recevable fait apparaître que le |
dat beroep slechts heeft willen openstellen in situaties waarin de | législateur a uniquement voulu ouvrir ce recours dans les situations |
Raad van State manifest werd misleid, ofwel door het voorleggen van | où le Conseil d'Etat avait manifestement été induit en erreur, soit |
valse stukken, ofwel door het achterhouden van stukken. | par la production de pièces fausses, soit par la rétention de pièces. |
B.4.2. Uit de rechtspraak van de Raad van State blijkt dat het beroep | B.4.2. Il ressort de la jurisprudence du Conseil d'Etat que le recours |
tot herziening restrictief moet worden opgevat, omdat het afwijkt van | en révision doit être conçu de manière restrictive parce qu'il déroge |
het grondbeginsel dat wanneer een zaak eenmaal is beslecht, de rechter | au principe de base selon lequel lorsqu'une affaire a été tranchée, le |
zijn rechtsmacht over die zaak heeft uitgeput (RvSt, 30 oktober 2012, | juge a épuisé sa juridiction dans cette affaire (C.E., 30 octobre |
nr. 221.228; 16 mei 2013, nr. 223.490). De herziening van een arrest | 2012, n° 221.228; 16 mai 2013, n° 223.490). La révision d'un arrêt |
is dan ook slechts mogelijk in de limitatief opgesomde gevallen, die | n'est dès lors possible que dans les cas énumérés de manière |
strikt moeten worden geïnterpreteerd (ibid.). | limitative, qui doivent être interprétés strictement (ibid.). |
B.5. Vermits een beroep tot herziening slechts ontvankelijk kan worden | B.5. Etant donné qu'un recours en révision ne peut être introduit de |
ingesteld in de gevallen opgesomd in de in het geding zijnde bepaling, | manière recevable que dans les cas énumérés dans la disposition en |
is het niet mogelijk dat beroep aan te wenden tegen een arrest op | |
grond van de bewering dat de Raad van State ten onrechte een middel | cause, il n'est pas possible de l'exercer au motif que le Conseil |
onontvankelijk heeft verklaard, en aldus niet ten gronde heeft | d'Etat a, à tort, déclaré un moyen irrecevable et ne l'a donc pas |
onderzocht. | examiné quant au fond. |
B.6. Artikel 13 van de Grondwet houdt een recht in op toegang tot de | B.6. L'article 13 de la Constitution implique un droit d'accès au juge |
bevoegde rechter. Dat recht wordt eveneens gewaarborgd bij artikel 6.1 | compétent. Ce droit est également garanti par l'article 6.1 de la |
van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en bij een | Convention européenne des droits de l'homme et par un principe général |
algemeen rechtsbeginsel. | de droit. |
Artikel 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens | L'article 13 de la Convention européenne des droits de l'homme |
waarborgt voor personen van wie de rechten en vrijheden vermeld in dat | garantit le droit à un recours effectif devant une instance nationale |
Verdrag zijn geschonden, een recht op een daadwerkelijk rechtsmiddel | à toute personne dont les droits et libertés mentionnés dans cette |
voor een nationale instantie. | Convention ont été violés. |
B.7.1. Het recht op toegang tot de rechter, dat een wezenlijk aspect | B.7.1. Le droit d'accès au juge, qui constitue un aspect essentiel du |
van het recht op een eerlijk proces vormt, vereist dat een beslissing | droit à un procès équitable, suppose qu'une décision d'une autorité |
van een administratieve overheid kan worden onderworpen aan de | administrative puisse être soumise au contrôle ultérieur d'un organe |
controle a posteriori van een rechtscollege met volle rechtsmacht. | juridictionnel disposant d'une compétence de pleine juridiction. |
B.7.2. Uit de rechtspraak van de Raad van State blijkt dat het hoogste | B.7.2. Il ressort de la jurisprudence du Conseil d'Etat que la plus |
administratieve rechtscollege een volwaardige jurisdictionele toetsing | haute juridiction administrative procède à un contrôle juridictionnel |
doorvoert zowel aan de wet als aan de algemene rechtsbeginselen. De | |
Raad van State gaat daarbij na of de aan zijn toezicht voorgelegde | approfondi, tant au regard de la loi qu'au regard des principes |
overheidsbeslissing de vereiste feitelijke grondslag heeft, of die | généraux de droit. Le Conseil d'Etat examine à cet égard si la |
beslissing uitgaat van correcte juridische kwalificaties en niet | décision de l'autorité soumise à son contrôle est fondée en fait, si |
kennelijk onevenredig is ten aanzien van de ermee nagestreefde | elle procède de qualifications juridiques correctes et si la mesure |
doelstellingen. Wanneer hij die beslissing vernietigt, dient de | n'est pas manifestement disproportionnée au fait établi. Lorsqu'il |
overheid zich te schikken naar het arrest van de Raad van State : | annule cette dernière, l'autorité est tenue de se conformer à l'arrêt |
indien de overheid een nieuwe beslissing neemt, mag zij de motieven | du Conseil d'Etat : si l'autorité prend une nouvelle décision, elle ne |
van het arrest dat de eerste beslissing heeft vernietigd niet negeren; | peut méconnaître les motifs de l'arrêt annulant la première décision; |
indien zij in de vernietiging berust, wordt de beslissing geacht niet | si elle s'en tient à l'annulation, la décision est réputée ne pas |
te zijn genomen. Bovendien kan de Raad van State, in de omstandigheden | avoir été prise. En outre, le Conseil d'Etat peut, dans les conditions |
bedoeld in artikel 17 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, gelasten dat de uitvoering van de beslissing wordt geschorst, in voorkomend geval door uitspraak te doen bij uiterst dringende noodzakelijkheid. B.7.3. De rechtzoekenden beschikken derhalve over een daadwerkelijke jurisdictionele waarborg, voor een onafhankelijk en onpartijdig rechtscollege, tegen een administratieve beslissing die hen rechtstreeks en ongunstig zou raken. B.8.1. Het recht op toegang tot de rechter is niet absoluut en kan worden onderworpen aan ontvankelijkheidsvoorwaarden die zijn gericht op een goede rechtsbedeling en het weren van risico's van | prévues par l'article 17 des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat, ordonner la suspension de l'exécution de la décision, le cas échéant en statuant en extrême urgence. B.7.3. Les justiciables disposent donc d'un recours effectif devant une juridiction indépendante et impartiale contre toute décision administrative qui les affecterait directement et défavorablement. B.8.1. Le droit d'accès au juge n'est pas absolu et peut être soumis à des conditions de recevabilité visant à assurer une bonne administration de la justice et à écarter les risques d'insécurité |
rechtsonzekerheid (EHRM, 19 juni 2001, Kreuz t. Polen, § 54; 11 | juridique (CEDH, 19 juin 2001, Kreuz c. Pologne, § 54; 11 octobre |
oktober 2001, Rodriguez Valin t. Spanje, § 22; 10 januari 2006, | 2001, Rodriguez Valin c. Espagne, § 22; 10 janvier 2006, Teltronic |
Teltronic CATV t. Polen, § 47). | CATV c. Pologne, § 47). |
B.8.2. Het feit dat een beroep tot nietigverklaring bij de Raad van | B.8.2. Le fait qu'un recours en annulation devant le Conseil d'Etat |
State is onderworpen aan ontvankelijkheidsvoorwaarden leidt op zich | soit soumis à des conditions de recevabilité ne conduit donc pas, en |
bijgevolg niet tot een situatie die onbestaanbaar is met het recht op | soi, à une situation incompatible avec le droit d'accès au juge. |
toegang tot de rechter. | |
B.9.1. De ontvankelijkheidsvoorwaarden mogen evenwel niet ertoe leiden | B.9.1. Les conditions de recevabilité ne peuvent toutefois avoir pour |
dat het recht op toegang tot de rechter op zodanige wijze wordt | effet de limiter le droit d'accès au juge d'une manière telle que le |
beperkt dat de kern ervan wordt aangetast; bovendien mogen de | coeur de ce droit serait affecté; en outre, les tribunaux ne peuvent |
rechtbanken de procedureregels niet op een overdreven formalistische | appliquer les règles de procédure d'une manière trop formaliste (CEDH, |
wijze toepassen (EHRM, 12 november 2002, Zvolsky en Zvolskà t. | 12 novembre 2002, Zvolsky et Zvolskà c. République Tchèque, § 47; 25 |
Tsjechische Republiek, § 47; 25 mei 2004, Kadlec en anderen t. | |
Tsjechische Republiek, § 26; 26 juli 2007, Walchli t. Frankrijk, § 29; | mai 2004, Kadlec et autres c. République Tchèque, § 26; 26 juillet |
22 juli 2010, Melis t. Griekenland, § § 27 en 28). | 2007, Walchli c. France, § 29; 22 juillet 2010, Melis c. Grèce, § § 27 |
De verenigbaarheid van ontvankelijkheidsvoorwaarden en de toepassing | et 28). La compatibilité de conditions de recevabilité et de leur application |
ervan met het recht op toegang tot een rechterlijke instantie hangt af | avec le droit d'accès à un tribunal dépend des particularités de la |
van de bijzonderheden van de in het geding zijnde procedure en wordt | procédure en cause et s'apprécie au regard de l'ensemble du procès |
beoordeeld in het licht van het proces in zijn geheel (EHRM, 24 | |
februari 2009, L'Erablière t. België, § 36; 29 maart 2011, R.T.B.F. t. | (CEDH, 24 février 2009, L'Erablière c. Belgique, § 36; 29 mars 2011, |
België, § 70). | R.T.B.F. c. Belgique, § 70). |
B.9.2. Het behoort niet tot de bevoegdheid van het Hof om op grond van | B.9.2. La Cour n'est pas compétente pour apprécier, sur la base des |
de elementen die eigen zijn aan een specifiek geschil, te beoordelen | éléments propres à un litige spécifique, si le constat |
of het oordeel van een rechter betreffende de onontvankelijkheid van | d'irrecevabilité d'un moyen par un juge est compatible avec le droit |
een middel bestaanbaar is met het recht op toegang tot de rechter. | d'accès au juge. |
Het staat evenmin aan het Hof om de bepaling die aan zulk een | Il n'appartient pas non plus à la Cour de contrôler la disposition qui |
vaststelling van onontvankelijkheid ten grondslag ligt te toetsen aan | fonde un tel constat d'irrecevabilité au regard du droit d'accès au |
het recht op toegang tot de rechter, vermits zulk een bepaling niet | juge, puisqu'une telle disposition ne fait pas l'objet de la question |
het voorwerp uitmaakt van de aan het Hof gestelde vraag. | posée à la Cour. |
B.10.1. Noch artikel 13 van de Grondwet, noch artikel 6 van het | B.10.1. Ni l'article 13 de la Constitution, ni l'article 6 de la |
Europees Verdrag voor de rechten van de mens waarborgen een recht op | Convention européenne des droits de l'homme ne garantissent un droit à |
een dubbele aanleg (EHRM, grote kamer, 26 oktober 2000, Kudla t. | un double degré de juridiction (CEDH, grande chambre, 26 octobre 2000, |
Polen, § 122; 18 december 2007, Marini t. Albanië, § 120; 17 juli | Kudla c. Pologne, § 122; 18 décembre 2007, Marini c. Albanie, § 120; |
2012, Muscat t. Malta, § 42). Behalve in strafzaken, bestaat er | 17 juillet 2012, Muscat c. Maltes, § 42). Sauf en matière pénale, il |
bovendien geen algemeen rechtsbeginsel dat het bestaan van een | n'existe en outre aucun principe général de droit qui impose |
rechtspraak in twee instanties oplegt. | l'existence d'un double degré de juridiction. |
B.10.2. De beperking van de grieven die kunnen leiden tot de | B.10.2. La limitation des griefs susceptibles d'aboutir à la révision |
herziening van een arrest van de Raad van State is bijgevolg als | d'un arrêt du Conseil d'Etat n'est pas, en tant que telle, |
dusdanig niet onbestaanbaar met het recht op toegang tot de rechter, | incompatible avec le droit d'accès au juge, même s'il s'ensuit que |
zelfs indien daaruit volgt dat bepaalde onregelmatigheden, die zouden | certaines irrégularités qui entachent cette décision ne peuvent |
zijn begaan naar aanleiding van die beslissing, niet kunnen leiden tot | aboutir à son anéantissement ou à sa révision. |
de vernietiging of de herziening ervan. Het behoort tot de logica zelf van een stelsel van rechtsmiddelen dat, wat de draagwijdte ervan betreft, rekening wordt gehouden met het bijzonder gezag van de in laatste aanleg gewezen beslissingen, die in beginsel door hogere rechtscolleges worden genomen. B.11. Gelet op het voorgaande en op het uitzonderlijk karakter van het beroep tot herziening, doet de in het geding zijnde bepaling, door erin te voorzien dat dit beroep slechts ontvankelijk kan worden ingesteld in de erin omschreven - uitzonderlijke - omstandigheden, geen afbreuk aan het recht op toegang tot de rechter, zoals gewaarborgd bij artikel 13 van de Grondwet, al dan niet in samenhang | Il est dans la logique même d'un système de voies de recours que la portée de celui-ci tienne compte de l'autorité particulière dont sont revêtues les décisions rendues en dernier ressort, lesquelles sont en principe adoptées par des juridictions supérieures. B.11. Eu égard à ce qui précède et au caractère exceptionnel du recours en révision, la disposition en cause, en prévoyant que ce recours ne peut être introduit de manière recevable que dans les circonstances - exceptionnelles - qu'elle définit, ne porte pas atteinte au droit d'accès au juge, tel qu'il est garanti par l'article |
gelezen met de artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de | 13 de la Constitution, combiné ou non avec les articles 6 et 13 de la |
rechten van de mens. | Convention européenne des droits de l'homme. |
B.12. De eerste prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | B.12. La première question préjudicielle appelle une réponse négative. |
B.13. Met betrekking tot de tweede prejudiciële vraag voert de nv « | B.13. En ce qui concerne la seconde question préjudicielle, la SA « |
Nationale Bank van België » aan dat die vraag niet neutraal is | Banque nationale de Belgique » fait valoir que cette question n'a pas |
geformuleerd, omdat daarin ervan wordt uitgegaan dat « er geen enkele | été formulée de manière neutre, en ce qu'elle part de l'idée que la |
redelijke rechtvaardiging is » voor het erin bedoelde verschil in | différence de traitement qu'elle vise n'est pas raisonnablement |
behandeling. Zij verzoekt om een herformulering van die vraag. | justifiée. Elle demande une reformulation de cette question. |
B.14. De partijen voor het Hof vermogen niet de inhoud van de | B.14. Les parties devant la Cour ne peuvent modifier ou faire modifier |
prejudiciële vragen te wijzigen of te doen wijzigen. | le contenu des questions préjudicielles. |
B.15. De omstandigheid dat een vraag op tendentieuze wijze zou zijn geformuleerd, is niet van dien aard dat zij het Hof belet zijn toetsing uit te oefenen op de bepaling die het voorwerp ervan uitmaakt, tenzij de vraag het niet mogelijk maakt te bepalen in welk opzicht die bepaling ongrondwettig zou zijn. Zulks is te dezen niet het geval. Bovendien doen de memories van de partijen voor het Hof ervan blijken dat de wijze waarop de prejudiciële vraag is geformuleerd, die partijen niet heeft verhinderd een standpunt in te nemen omtrent het al dan niet voorhanden zijn van een redelijke verantwoording voor het in die vraag bedoelde verschil in behandeling. De tweede prejudiciële vraag dient te worden begrepen in die zin dat het Hof wordt gevraagd of de in het geding zijnde bepaling bestaanbaar | B.15. La circonstance qu'une question serait formulée de manière tendancieuse n'est pas de nature à empêcher la Cour d'exercer son contrôle sur la disposition qui en fait l'objet, à moins que la question ne permette pas de déterminer en quoi cette disposition serait inconstitutionnelle. Tel n'est pas le cas en l'espèce. Les mémoires des parties devant la Cour font de surcroît apparaître que la formulation de la question préjudicielle n'a pas empêché ces parties de développer leur point de vue quant au caractère raisonnablement justifié ou non de la différence de traitement soulevée dans la question. La seconde question préjudicielle doit être interprétée en ce sens qu'il est demandé à la Cour d'établir si la disposition en cause est |
is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang | compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés ou |
gelezen met artikel 13 ervan, en met de artikelen 6, 13 en 14 van het | non avec l'article 13 de la Constitution, et avec les articles 6, 13 |
Europees Verdrag voor de rechten van de mens, doordat zij een verschil | et 14 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce qu'elle |
in behandeling in het leven roept tussen, enerzijds, personen die een | |
arrest van de Raad van State willen laten herzien omdat zij van | fait naître une différence de traitement entre, d'une part, les |
oordeel zijn dat dat rechtscollege ten onrechte een middel | personnes qui veulent faire réviser un arrêt du Conseil d'Etat parce |
onontvankelijk heeft verklaard, en aldus niet ten gronde heeft | qu'elles estiment que cette juridiction a injustement déclaré un moyen |
onderzocht en, anderzijds, personen die een arrest willen laten | irrecevable et n'a donc pas examiné celui-ci quant au fond et, d'autre |
herzien omdat sinds de uitspraak van het arrest doorslaggevende | part, les personnes qui veulent faire réviser un arrêt parce que |
stukken zijn teruggevonden die door toedoen van de tegenpartij waren | depuis le prononcé de cet arrêt il a été recouvré des pièces décisives |
achtergehouden of omdat het arrest werd gewezen op als vals erkende of | qui auraient été retenues par le fait de l'adversaire ou parce que |
vals verklaarde stukken, zonder dat daarbij a priori ervan dient te | l'arrêt a été rendu sur pièces reconnues ou déclarées fausses, sans |
worden uitgegaan dat er voor dat verschil in behandeling « geen enkele | qu'il faille supposer a priori, que la différence de traitement n'est |
redelijke rechtvaardiging is ». | pas raisonnablement justifiée. |
B.16. Artikel 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens | B.16. L'article 14 de la Convention européenne des droits de l'homme |
voegt niets toe aan het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie, | n'ajoute rien au principe d'égalité et de non-discrimination garanti |
gewaarborgd in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Het dient niet | par les articles 10 et 11 de la Constitution. Il n'y a pas lieu de |
in het onderzoek van het Hof te worden betrokken. | l'inclure dans l'examen opéré par la Cour. |
Vermits naar aanleiding van de eerste prejudiciële vraag reeds werd | Etant donné qu'il a déjà été constaté, à l'occasion de la première |
vastgesteld dat de in het geding zijnde bepaling bestaanbaar is met | question préjudicielle, que la disposition en cause était compatible |
artikel 13 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de | avec l'article 13 de la Constitution, combiné ou non avec les articles |
artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de | 6 et 13 de la Convention européenne des droits de l'homme, il ne reste |
mens, dient nog enkel te worden onderzocht of die bepaling bestaanbaar | qu'à examiner si cette disposition est compatible avec les articles 10 |
is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. | et 11 de la Constitution. |
B.17. Zoals in herinnering is gebracht in B.4.1, is de wetgever van oordeel geweest dat het beroep tot herziening een uitzonderlijk karakter dient te behouden en heeft hij het willen beperken tot situaties waarin de Raad van State manifest werd misleid. Gelet op die doelstelling en rekening houdend met het feit dat het beroep tot herziening afwijkt van het beginsel dat de rechter zijn rechtsmacht over een zaak uitput wanneer die zaak door hem is beslecht, met het feit dat er geen algemeen recht op een dubbele aanleg bestaat en met het feit dat het rechtszekerheidsbeginsel vereist dat een geschil op een gegeven ogenblik wordt beëindigd, is het niet zonder redelijke verantwoording dat het beroep tot herziening slechts kan worden aangewend wanneer doorslaggevende stukken door de tegenpartij werden achtergehouden of wanneer het arrest werd gewezen op als vals erkende of vals verklaarde stukken, en niet wanneer de betrokkene van oordeel is dat de Raad van State ten onrechte een middel onontvankelijk zou hebben verklaard. B.18. De tweede prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof | B.17. Ainsi qu'il a été rappelé en B.4.1, le législateur a estimé que le recours en révision devait conserver un caractère exceptionnel et il a voulu limiter celui-ci aux situations dans lesquelles le Conseil d'Etat a manifestement été induit en erreur. Eu égard à cet objectif et compte tenu de ce que le recours en révision déroge au principe selon lequel le juge épuise sa juridiction dans une affaire lorsqu'il tranche celle-ci, du fait qu'il n'existe pas de droit général à un double degré de juridiction et de ce que le principe de sécurité juridique exige qu'un litige ne dure pas indéfiniment, il n'est pas dénué de justification raisonnable que le recours en révision ne puisse être utilisé que lorsque des pièces décisives ont été recouvrées par la partie adverse ou lorsqu'un arrêt a été rendu sur des pièces reconnues ou déclarées fausses, et non lorsque la personne concernée estime que le Conseil d'Etat aurait, à tort, déclaré un moyen irrecevable. B.18. La seconde question préjudicielle appelle une réponse négative. Par ces motifs, la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
Artikel 31 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 | L'article 31 des lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier |
januari 1973, schendt niet de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, | 1973, ne viole pas les articles 10, 11 et 13 de la Constitution, |
al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6, 13 en 14 van het | combinés ou non avec les articles 6, 13 et 14 de la Convention |
Europees Verdrag voor de rechten van de mens. | européenne des droits de l'homme. |
Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel | Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, |
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
op 13 november 2014. | la Cour constitutionnelle, le 13 novembre 2014. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
De voorzitter, | Le président, |
A. Alen | A. Alen |