← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 31/2014 van 27 februari 2014 Rolnummer : 5408 In zake :
de prejudiciële vraag over de artikelen 4.1.20 tot 4.1.22 van het decreet van het Vlaamse Gewest van
27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, geste Het Grondwettelijk
Hof, samengesteld uit emeritus voorzitter M. Bossuyt, overeenkomstig artikel (...)"
| Uittreksel uit arrest nr. 31/2014 van 27 februari 2014 Rolnummer : 5408 In zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 4.1.20 tot 4.1.22 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, geste Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit emeritus voorzitter M. Bossuyt, overeenkomstig artikel (...) | Extrait de l'arrêt n° 31/2014 du 27 février 2014 Numéro du rôle : 5408 En cause : la question préjudicielle concernant les articles 4.1.20 à 4.1.22 du décret de la Région flamande du 27 mars 2009 relatif à la politique foncière et immobilière La Cour constitutionnelle, composée du président émérite M. Bossuyt, conformément à l'article 60(...) |
|---|---|
| GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
| Uittreksel uit arrest nr. 31/2014 van 27 februari 2014 | Extrait de l'arrêt n° 31/2014 du 27 février 2014 |
| Rolnummer : 5408 | Numéro du rôle : 5408 |
| In zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 4.1.20 tot 4.1.22 | En cause : la question préjudicielle concernant les articles 4.1.20 à |
| van het decreet van het Vlaamse Gewest van 27 maart 2009 betreffende | 4.1.22 du décret de la Région flamande du 27 mars 2009 relatif à la |
| het grond- en pandenbeleid, gesteld door de Raad van State. | politique foncière et immobilière, posée par le Conseil d'Etat. |
| Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
| samengesteld uit emeritus voorzitter M. Bossuyt, overeenkomstig | composée du président émérite M. Bossuyt, conformément à l'article |
| artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | 60bis de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour |
| Grondwettelijk Hof, voorzitter J. Spreutels, en de rechters E. De | constitutionnelle, du président J. Spreutels, et des juges E. De |
| Groot, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, T. Merckx-Van Goey en F. Daoût, | Groot, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, T. Merckx-Van Goey et F. Daoût, |
| bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van | assistée du greffier F. Meersschaut, présidée par le président émérite |
| emeritus voorzitter M. Bossuyt, | M. Bossuyt, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
| I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
| Bij arrest nr. 219.345 van 14 mei 2012 in zake de nv « Villabouw | Par arrêt n° 219.345 du 14 mai 2012 en cause de la SA « Villabouw |
| Francis Bostoen » en anderen tegen het Vlaamse Gewest, waarvan de | Francis Bostoen » et autres contre la Région flamande, dont |
| expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 25 mei 2012, heeft | l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 25 mai 2012, le |
| de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : | Conseil d'Etat a posé la question préjudicielle suivante : |
| « Schenden de artikelen 4.1.20 tot 4.1.22 van het decreet grond- en | « Les articles 4.1.20 à 4.1.22 du décret flamand relatif à la |
| pandenbeleid het gelijkheids- en niet-discriminatiebeginsel, zoals | politique foncière et immobilière violent-ils le principe d'égalité et |
| vervat in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in | de non-discrimination contenu dans les articles 10 et 11 de la |
| samenhang gelezen met artikel 16 van de Grondwet en artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol E.V.R.M, nu ofschoon privé actoren en sociale huisvestingsmaatschappijen gelijkaardige verplichtingen worden opgelegd ter realisering van een sociaal woonaanbod overeenkomstig boek IV van het decreet grond- en pandenbeleid, uitsluitend privé actoren ertoe worden verplicht om sociale huurwoningen over te dragen tegen maximumprijzen, terwijl er voor sociale huisvestingsmaatschappijen geen maximumprijzen gelden, en zij de door private actoren overgedragen sociale huurwoningen kunnen verkopen aan de zittende huurder tegen venale waarde, overeenkomstig artikel 43, § | Constitution, combinés ou non avec l'article 16 de la Constitution et avec l'article 1er du Premier Protocole additionnel à la Convention européenne des droits de l'homme, dès lors que, même si les acteurs privés et les sociétés de logement social se voient imposer des obligations similaires pour la réalisation d'une offre de logements sociaux conformément au livre IV du décret précité, seuls les acteurs privés sont obligés de transférer les logements sociaux locatifs à des prix maximums, alors qu'aucun prix maximum n'est imposé aux sociétés de logement social et que, conformément à l'article 43, § 5, du Code flamand du logement, ces dernières peuvent vendre à la valeur vénale, au locataire occupant, les logements sociaux transférés par les |
| 5, van de Vlaamse Wooncode ? ». | acteurs privés ? ». |
| (...) | (...) |
| III. In rechte | III. En droit |
| (...) | (...) |
| B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op de artikelen 4.1.20 tot | B.1. La question préjudicielle concerne les articles 4.1.20 à 4.1.22 |
| 4.1.22 van hoofdstuk 3 « Sociale lasten » van titel 1 « | du chapitre 3 « Charges sociales » du titre 1er « Réalisation d'une |
| Verwezenlijking van een sociaal woonaanbod » van boek 4 « Maatregelen | offre de logements sociaux » du livre 4 « Mesures concernant le |
| betreffende betaalbaar wonen » van het decreet van het Vlaamse Gewest | |
| van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid. | logement abordable » du décret de la Région flamande du 27 mars 2009 |
| relatif à la politique foncière et immobilière. | |
| B.2. Bij zijn arrest nr. 145/2013 van 7 november 2013 heeft het Hof | B.2. Par son arrêt n° 145/2013 du 7 novembre 2013, la Cour a annulé le |
| het voormelde hoofdstuk 3 vernietigd. | chapitre 3 précité. |
| Bijgevolg is de onderhavige prejudiciële vraag zonder voorwerp geworden. | La présente question préjudicielle est dès lors devenue sans objet. |
| Om die redenen, | Par ces motifs, |
| het Hof | la Cour |
| zegt voor recht : | dit pour droit : |
| De prejudiciële vraag is zonder voorwerp. | La question préjudicielle est sans objet. |
| Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, |
| artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
| Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 27 februari 2014. | la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 27 février 2014. |
| De griffier, | Le greffier, |
| F. Meersschaut | F. Meersschaut |
| De voorzitter, | Le président, |
| M. Bossuyt | M. Bossuyt |