← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 133/2013 van 10 oktober 2013 Rolnummer : 5500 In zake :
de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 17 en 18 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de
Arbeidsrechtbank te Brussel. Het Grondwettelijk Hof, I.
Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging"
Uittreksel uit arrest nr. 133/2013 van 10 oktober 2013 Rolnummer : 5500 In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 17 en 18 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Brussel. Het Grondwettelijk Hof, I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging | Extrait de l'arrêt n° 133/2013 du 10 octobre 2013 Numéro du rôle : 5500 En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 17 et 18 du Code judiciaire, posées par le Tribunal du travail de Bruxelles. La Cour constitutionnelle, |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 133/2013 van 10 oktober 2013 | Extrait de l'arrêt n° 133/2013 du 10 octobre 2013 |
Rolnummer : 5500 | Numéro du rôle : 5500 |
In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 17 en 18 van | En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 17 et |
het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Brussel. | 18 du Code judiciaire, posées par le Tribunal du travail de Bruxelles. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en M. Bossuyt, en de | composée des présidents J. Spreutels et M. Bossuyt, et des juges E. De |
rechters E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. | Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, |
Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût en T. | T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût et T. Giet, assistée du |
Giet, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, | greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président J. Spreutels, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging | I. Objet des questions préjudicielles et procédure |
Bij beschikking van 4 oktober 2012 in zake de vzw « Défense des | Par ordonnance du 4 octobre 2012 en cause de l'ASBL « Défense des |
Enfants - International - Belgique - Branche francophone (D.E.I. | Enfants - International - Belgique - Branche francophone (D.E.I. |
Belgique) » tegen de Belgische Staat en anderen, waarvan de expeditie | Belgique) » contre l'Etat belge et autres, dont l'expédition est |
ter griffie van het Hof is ingekomen op 11 oktober 2012, heeft de | parvenue au greffe de la Cour le 11 octobre 2012, la chambre siégeant |
kamer zitting houdende in kort geding van de Arbeidsrechtbank te | en référé du Tribunal du travail de Bruxelles a posé les questions |
Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : | préjudicielles suivantes : |
« a) Schenden de artikelen 17 en 18 van de wet van 10 oktober 1967 | « a) Les articles 17 et 18 de la loi du 10 octobre 1967 contenant le |
houdende het Gerechtelijk Wetboek, in die interpretatie dat het daarin | Code judiciaire, dans l'interprétation selon laquelle l'intérêt à agir |
vereiste belang om in rechte op te treden, voor de rechtspersonen, | qu'ils exigent ne comprend, pour les personnes morales, que ce qui |
alleen datgene omvat wat betrekking heeft op het bestaan van de | |
rechtspersoon, de vermogensgoederen en de morele rechten ervan, de | concerne l'existence de la personne morale, ses biens patrimoniaux et |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij, voor de gewone | ses droits moraux, violent-ils les articles 10 et 11 de la |
rechtscolleges, beletten dat een vereniging een vordering instelt die | Constitution en ce qu'ils font obstacle, devant les juridictions |
overeenstemt met een van haar statutaire doelen en ertoe strekt een | judiciaires, à l'introduction par une association d'une action |
einde te maken aan onmenselijke en vernederende behandelingen in de | correspondant à un de ses buts statutaires et visant à faire cesser |
zin van artikel 3 van het Europees Verdrag voor de rechten van de | des traitements inhumains et dégradants au sens de l'article 3 de la |
Convention européenne des droits de l'homme, tandis que l'article 2, | |
mens, terwijl artikel 2, 2°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 | 2°, de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle |
op het Grondwettelijk Hof niet belet dat een vereniging voor het | ne fait pas obstacle à l'introduction par une association d'un recours |
Grondwettelijk Hof een beroep tot vernietiging instelt dat dezelfde | en annulation devant la Cour constitutionnelle poursuivant les mêmes |
doelen of zelfs enkel een statutair doel nastreeft ? | fins, voire ne poursuivant qu'un simple but statutaire ? |
b) Schenden de artikelen 17 en 18 van de wet van 10 oktober 1967 | b) Les articles 17 et 18 de la loi du 10 octobre 1967 contenant le |
houdende het Gerechtelijk Wetboek, in die interpretatie dat het daarin | Code judiciaire, dans l'interprétation selon laquelle l'intérêt à agir |
vereiste belang om in rechte op te treden, voor de rechtspersonen, | qu'ils exigent ne comprend, pour les personnes morales, que ce qui |
alleen datgene omvat wat betrekking heeft op het bestaan van de | |
rechtspersoon, de vermogensgoederen en de morele rechten ervan, de | concerne l'existence de la personne morale, ses biens patrimoniaux et |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, gecombineerd met of gelezen in het | ses droits moraux, violent-ils les articles 10 et 11 de la |
Constitution, combinés [avec] ou lus à la lumière des articles 6.1 et | |
licht van de artikelen 6.1 en 13 van het Europees Verdrag voor de | 13 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce qu'ils |
rechten van de mens, in zoverre zij, enerzijds, de verenigingen die | traitent de la même manière, alors qu'elles se trouvent dans des |
een vordering instellen die overeenstemt met een van hun statutaire | situations significativement différentes, d'une part les associations |
doelen om een einde te maken aan onmenselijke en vernederende | exerçant une action correspondant à un de leurs buts statutaires en |
vue de faire cesser des traitements inhumains et dégradants au sens de | |
behandelingen in de zin van artikel 3 van het Europees Verdrag voor de | l'article 3 de la Convention européenne des droits de l'homme et, |
rechten van de mens en, anderzijds, die welke in rechte optreden om | d'autre part, celles agissant pour ne défendre que les intérêts de |
alleen de belangen van hun leden te verdedigen of een vordering | |
instellen met betrekking tot een niet-statutair doel, of nog, tot een | leurs membres ou exerçant une action concernant un but non statutaire |
algemeen belang van minder fundamentele aard of zonder hetzelfde | ou encore un intérêt général d'ordre moins fondamental ou non revêtu |
niveau van internationale bescherming, op dezelfde manier behandelen, | |
terwijl zij zich in wezenlijk verschillende situaties bevinden ? ». | du même niveau de protection internationale ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1. De prejudiciële vragen hebben betrekking op de artikelen 17 en 18 | B.1. Les questions préjudicielles portent sur les articles 17 et 18 du |
van het Gerechtelijk Wetboek. Die artikelen bepalen : | Code judiciaire. Ces articles disposent : |
« Art. 17.De rechtsvordering kan niet worden toegelaten, indien de |
« Art. 17.L'action ne peut être admise si le demandeur n'a pas |
eiser geen hoedanigheid en geen belang heeft om ze in te dienen. | qualité et intérêt pour la former. |
Art. 18.Het belang moet een reeds verkregen en dadelijk belang zijn. |
Art. 18.L'intérêt doit être né et actuel. |
De rechtsvordering kan worden toegelaten, indien zij, zelfs tot | L'action peut être admise lorsqu'elle a été intentée, même à titre |
verkrijging van een verklaring van recht, is ingesteld om schending | déclaratoire, en vue de prévenir la violation d'un droit gravement |
van een ernstig bedreigd recht te voorkomen ». | menacé ». |
Ten aanzien van de eerste prejudiciële vraag | Quant à la première question préjudicielle |
B.2. De eerste prejudiciële vraag heeft betrekking op het verschil in | B.2. La première question préjudicielle porte sur la différence de |
behandeling dat, volgens de door de verwijzende rechter in aanmerking | traitement qui, selon l'interprétation des dispositions en cause |
genomen interpretatie van de in het geding zijnde bepalingen, zou | retenue par le juge a quo, existerait entre personnes morales suivant |
bestaan onder rechtspersonen naargelang zij bij de gewone | qu'elles introduisent devant les juridictions judiciaires une action |
rechtscolleges een rechtsvordering instellen die in overeenstemming is | en justice conformément à un de leurs buts statutaires et visant à |
met een van hun statutaire doelen en ertoe strekt een einde te maken | faire cesser des traitements inhumains et dégradants au sens de |
aan onmenselijke en vernederende behandelingen in de zin van artikel 3 | l'article 3 de la Convention européenne des droits de l'homme ou |
van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, dan wel zij bij | |
het Hof met hetzelfde doel of enkel met een statutair doel een beroep | qu'elles introduisent un recours en annulation devant la Cour dans le |
tot vernietiging instellen : de eersten zouden hun vordering | même but ou dans un simple but statutaire : les premières verraient |
onontvankelijk verklaard zien krachtens de artikelen 17 en 18 van het | leur action déclarée irrecevable en vertu des articles 17 et 18 du |
Gerechtelijk Wetboek in die interpretatie dat hun belang om in rechte | Code judiciaire dans l'interprétation selon laquelle leur intérêt à |
op te treden alleen datgene omvat wat betrekking heeft op het bestaan | agir ne comprend que ce qui concerne l'existence de la personne |
van de rechtspersoon, de vermogensgoederen en de morele rechten ervan, | morale, ses biens patrimoniaux et ses droits moraux alors que les |
terwijl de tweeden hun vordering ontvankelijk verklaard zullen kunnen | secondes pourront voir leur action déclarée recevable conformément à |
zien overeenkomstig artikel 2, 2°, van de bijzondere wet van 6 januari | l'article 2, 2°, de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour |
1989 op het Grondwettelijk Hof. | constitutionnelle. |
B.3.1. Zowel de in het geding zijnde artikelen 17 en 18 van het | B.3.1. Tant les articles 17 et 18 du Code judiciaire, en cause, que |
Gerechtelijk Wetboek als artikel 2, 2°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof leggen als voorwaarde voor ontvankelijkheid op dat een belang om in rechte te treden wordt aangetoond. Die vereiste is, zowel voor de gewone rechtscolleges als voor het Hof, het gevolg van de zorg om de actio popularis niet toe te laten. Het is aan de gewone rechtscolleges, enerzijds, en aan het Grondwettelijk Hof, anderzijds, dat de wetgever de zorg heeft toevertrouwd om, in hun respectievelijke bevoegdheidsdomeinen, de inhoud van die belangvereiste te bepalen. B.3.2.1. De in het geding zijnde bepalingen stellen het beginsel vast | l'article 2, 2°, de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle imposent, comme condition de recevabilité, la démonstration d'un intérêt à agir. Cette exigence résulte, tant devant les juridictions judiciaires que devant la Cour, du souci de ne pas permettre l'action populaire. C'est aux juridictions judiciaires, d'une part, et à la Cour constitutionnelle, d'autre part, que le législateur a confié le soin de déterminer, dans leurs sphères de compétences respectives, le contenu de cette exigence d'intérêt. B.3.2.1. Les dispositions en cause posent le principe selon lequel |
volgens hetwelk de vereiste van een belang om in rechte te treden, als | l'exigence d'un intérêt à agir s'impose, en tant que droit commun de |
gemeen recht van de gerechtelijke procedure, zowel aan de natuurlijke | la procédure judiciaire, tant aux personnes physiques qu'aux |
personen als aan de verenigingen en andere rechtspersonen wordt | associations et autres personnes morales, sans préjudice de lois que |
opgelegd, onverminderd de wetten die de wetgever zou aannemen om aan | le législateur adopterait pour confier à des associations ou à |
verenigingen of aan andere rechtspersonen een specifiek | d'autres personnes morales un droit d'action spécifique. |
vorderingsrecht toe te vertrouwen. | |
Zo staat in het verslag van de Koninklijk Commissaris voor de | Ainsi le rapport du Commissaire royal à la réforme judiciaire |
Gerechtelijke Hervorming vermeld : | indiquait-il : |
« Moest te dezer gelegenheid aan verenigingen al of niet de machtiging | « Fallait-il, à cette occasion, reconnaître ou dénier à des |
worden toegekend om in rechte op te treden tot vrijwaring van | associations le pouvoir d'ester en justice pour la défense d'intérêts |
collectieve belangen ? Sommige voorbeelden uit het vergelijkend recht | collectifs ? Certains exemples pris dans le droit comparé peuvent sans |
kunnen ongetwijfeld worden aangehaald. Zo hebben in de Verenigde | doute être retenus. C'est ainsi qu'aux Etats-Unis comme en |
Staten, evenals in Groot-Brittannië verenigingen, die opgericht zijn | Grande-Bretagne, des associations instituées dans un intérêt de |
tot bescherming of verdediging, zoals van kinderen, hun recht tot | sauvegarde et de défense, tel celui des enfants, ont pu faire admettre |
optreden kunnen doen erkennen. In Frankrijk werd daarentegen voor | leur droit à agir. En France, en revanche, une proposition avait été |
dertig jaar een voorstel neergelegd dat ertoe strekte aan verenigingen met erkend openbaar nut een recht tot dagvaarding te doen toekennen : het werd afgewezen. Maar, voordat daarin werd voorzien door wetten, decreten of verordeningen, heeft men aangenomen dat, de rechtspersonen, de beroepsorden en -verenigingen in rechte kunnen optreden voor de vrijwaring van hun collectieve belangen. Of deze rechtspraak kan uitgebreid worden tot de ontvankelijkheid van vorderingen van verdedigingsverenigingen of van private beroepsgroeperingen, stelt een probleem met veel aspecten dat de regels van de rechtspleging te buiten gaat. In onze rechtspraak bestaan talrijke toepassingen van de erkenning van het recht tot optreden van verenigingen, ofwel ter verdediging van hun eigen belangen, wat vanzelf spreekt, ofwel voor de collectieve verdediging van de belangen van hun leden, zo deze laatsten individueel geschaad werden. Het Gerechtelijk Wetboek staat hun dit evenals gisteren toe, zo hun belang gerechtvaardigd is. Maar voor de beoordeling daarvan moet men zich bij het oordeel van de rechtbanken neerleggen. Hun | déposée, il y a trente ans, qui tendait à faire reconnaître aux associations reconnues d'utilité publique un droit de citation : elle avait été repoussée. Mais avant même qu'il y fût pourvu par des lois, décrets ou ordonnances, l'on a admis que les personnes morales, les ordres et compagnies professionnels peuvent ester en justice pour la sauvegarde de leurs intérêts collectifs. Que cette jurisprudence puisse s'étendre à la recevabilité des demandes formées par des associations de défense ou des groupements professionnels privés, pose un problème aux aspects multiples et qui dépasse les règles procédurales. Il existe, dans notre jurisprudence, maintes applications de la reconnaissance du droit des associations à agir, soit pour la défense de leurs intérêts propres, ce qui va sans dire, soit pour la défense collective des intérêts de leurs membres lorsque ceux-ci ont été individuellement lésés. Le Code judiciaire le leur permet, comme hier, si leur intérêt est justifié. Mais pour |
toezicht geeft de mogelijkheid de klip te omzeilen die erin bestaat | 1'appréciation de celui-ci, c'est au jugement des tribunaux qu'il faut |
dat ' verenigingen met de meest verscheiden oogmerken vrij en zonder | se confier : leur contrôle permet d'éviter l'écueil consistant en ce |
ernstige waarborgen kunnen opgericht worden ' en zich als titularis | que ' des associations aux objets les plus divers peuvent se |
van de rechten voordoen » (Parl. St., Senaat, 1963-1964, nr. 60, pp. | constituer librement, sans garanties sérieuses ' et se présenter comme |
23 en 24). | titulaires de droits » (Doc. parl., Sénat, 1963-1964, n° 60, pp. 23 et 24). |
B.3.2.2. De gewone rechtscolleges hebben van de | B.3.2.2. Les juridictions judiciaires ont fait du pouvoir |
beoordelingsbevoegdheid die hun is toegekend een gebruik gemaakt dat | d'appréciation qui leur est reconnu un usage qui est fonction du |
afhankelijk is van het contentieux waarvan zij kennis dienen te nemen, | contentieux dont elles sont appelées à connaître, tel qu'il est défini |
zoals is bepaald in de artikelen 144 en 145 van de Grondwet. | par les articles 144 et 145 de la Constitution. |
Zo heeft het Hof van Cassatie geoordeeld : | Ainsi la Cour de cassation a jugé : |
« Overwegende dat het eigen belang van een rechtspersoon alleen | « Attendu que l'intérêt propre d'une personne morale ne comprend que |
datgene omvat wat zijn bestaan, zijn materiële goederen en morele | ce qui concerne l'existence de la personne morale, ses biens |
rechten inzonderheid zijn vermogen, eer en goede naam, raakt; | patrimoniaux et ses droits moraux, spécialement son patrimoine, son |
honneur et sa réputation; | |
Dat het enkele feit dat een rechtspersoon of een natuurlijke persoon | Que le seul fait qu'une personne morale ou une personne physique |
een doel, ook al is het statutair, nastreeft, geen eigen belang doet | poursuit un but, fût-il statutaire, n'entraîne pas la naissance d'un |
ontstaan » (Cass., 19 september 1996, Arr. Cass., 1996, nr. 319). | intérêt propre » (Cass. 19 septembre 1996, Pas., 1996, n° 319). |
B.3.3. Het Grondwettelijk Hof heeft, zijnerzijds, als voorwaarde van | B.3.3. La Cour constitutionnelle a quant à elle admis, comme condition |
ontvankelijkheid van een beroep tot vernietiging aanvaard dat de | de recevabilité d'un recours en annulation, que l'exigence d'un |
vereiste van een belang die is opgenomen in artikel 2, 2°, van de | |
bijzondere wet van 6 januari 1989, overeenkomstig artikel 142, derde | intérêt inscrite à l'article 2, 2°, de la loi spéciale du 6 janvier |
lid, van de Grondwet, een vereniging of een groepering niet belet om | 1989, conformément à l'article 142, alinéa 3, de la Constitution, |
in rechte op te treden voor de verdediging van een statutair doel of | n'empêchait pas une association ou un groupement d'agir pour la |
voor de verdediging van de belangen van haar leden; het vereist dat | défense d'un but statutaire ou pour la défense des intérêts de ses |
haar maatschappelijk doel van bijzondere aard is en, derhalve, | membres; elle exige que leur objet social soit d'une nature |
onderscheiden van het algemeen belang, dat het collectief belang niet | particulière et, dès lors, distinct de l'intérêt général, que |
tot de individuele belangen van haar leden is beperkt, dat het | l'intérêt collectif ne soit pas limité aux intérêts individuels de |
maatschappelijk doel door de bestreden norm kan worden geraakt en dat | leurs membres, que la norme attaquée soit susceptible d'affecter |
niet blijkt dat het maatschappelijk doel niet of niet meer werkelijk | l'objet social et qu'il n'apparaisse pas que cet objet social n'est |
wordt nagestreefd. | pas ou n'est plus réellement poursuivi. |
B.3.4. Het in het geding zijnde verschil in behandeling, dat | B.3.4. La différence de traitement en cause, qui résulte de |
voortvloeit uit de autonome interpretatie van de | l'interprétation autonome des conditions de recevabilité par des |
ontvankelijkheidsvoorwaarden door rechtscolleges die in hun eigen | |
bevoegdheidssfeer optreden, wordt verantwoord door de omstandigheid | juridictions agissant dans leurs sphères de compétences propres, est |
dat de partijen in een geschil dat aan de gewone rechtscolleges is | justifiée par la circonstance que les parties dans un litige soumis |
voorgelegd zich in een situatie bevinden die wezenlijk verschillend is | aux juridictions judiciaires se trouvent dans une situation |
van die van de partijen voor het Hof : terwijl de eersten in rechte | essentiellement différente de celle des parties devant la Cour : alors |
optreden om een einde te maken aan de schending van een recht waarvan | que les premières agissent pour faire cesser la violation d'un droit |
zij beweren houder te zijn (subjectief contentieux), betwisten de | dont elles prétendent être titulaires (contentieux subjectif), les |
tweeden de geldigheid van een wetskrachtige norm (objectief | secondes contestent la validité d'une norme législative (contentieux |
contentieux); de eersten kunnen slechts een gerechtelijke beslissing | objectif); les premières ne peuvent obtenir qu'une décision |
verkrijgen met beperkte gevolgen inter partes (artikel 6 van het | juridictionnelle aux effets limités inter partes (article 6 du Code |
Gerechtelijk Wetboek), terwijl de tweeden, indien het Hof het beroep | judiciaire), tandis que les secondes peuvent obtenir, si la Cour |
gegrond acht, een beslissing met gevolgen erga omnes kunnen verkrijgen | estime le recours fondé, une décision aux effets erga omnes (article |
(artikel 9, § 1, van de bijzondere wet van 6 januari 1989). | 9, § 1er, de la loi spéciale du 6 janvier 1989). |
Aangezien de vordering die door de eersten wordt ingesteld het bestaan | Dès lors que l'action introduite par les premières suppose l'existence |
veronderstelt van een rechtstreeks verband tussen hen en het recht dat | d'un lien direct entre elles et le droit qu'elles invoquent ainsi que |
zij aanvoeren alsmede de beslissing die zij vorderen, zijn de artikelen 17 en 18 van het Gerechtelijk Wetboek niet discriminerend indien zij in die zin worden geïnterpreteerd dat zij de onontvankelijkheid van de vordering opleggen wanneer dat rechtstreeks verband niet is aangetoond. De in het geding zijnde maatregel is niet onevenredig vermits de schending van dat recht kan worden aangevochten door de rechtzoekende ten aanzien van wie het is geschonden. De eisende partij voor de verwijzende rechter, die de vordering van collectief belang die zij voor hem heeft ingesteld tracht te verdedigen, doet weliswaar gelden dat te dezen diegenen ten aanzien van wie het recht is geschonden, niet in staat zouden zijn die schending aan te vechten. Uit de elementen die zij aanvoert om dat | la décision qu'elles postulent, les articles 17 et 18 du Code judiciaire ne sont pas discriminatoires s'ils sont interprétés comme commandant l'irrecevabilité de l'action lorsque ce lien direct n'est pas établi. La mesure en cause n'est pas disproportionnée puisque la violation de ce droit peut être contestée par le justiciable dans le chef duquel il est violé. La partie demanderesse devant le juge a quo, cherchant à défendre l'action d'intérêt collectif qu'elle a introduite devant lui, fait certes valoir qu'en l'espèce, ceux dans le chef desquels le droit est violé ne seraient pas en mesure de contester cette violation. Les éléments qu'elle invoque pour défendre cette position font cependant |
standpunt te verdedigen blijkt echter dat zij betrekking hebben op | apparaître qu'ils ont trait à des dispositions qui ne font pas l'objet |
bepalingen die niet het voorwerp zijn van de prejudiciële vraag. B.3.5. De wetgever zou weliswaar, zonder de artikelen 10 en 11 van de Grondwet te schenden, bepalingen kunnen aannemen die de rechtspersonen de mogelijkheid bieden bij de gewone rechtscolleges rechtsvorderingen in te stellen zoals die welke is beschreven in B.2. De omstandigheid dat hij dat niet heeft gedaan, leidt evenwel niet ertoe ervan uit te gaan dat het in het geding zijnde verschil in behandeling discriminerend zou zijn. B.4. De eerste prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Ten aanzien van de tweede prejudiciële vraag B.5. De tweede prejudiciële vraag heeft betrekking op de gelijkheid van behandeling die, volgens de door de verwijzende rechter in aanmerking genomen interpretatie van de in het geding zijnde bepalingen, zou bestaan tussen de rechtspersonen die een vordering instellen die in overeenstemming is met een van hun statutaire doelen om een einde te maken aan onmenselijke en vernederende behandelingen | de la question préjudicielle. B.3.5. Le législateur aurait certes pu, sans violer les articles 10 et 11 de la Constitution, adopter des dispositions permettant aux personnes morales d'exercer devant les juridictions judiciaires des actions telles que celle décrite en B.2. Toutefois, la circonstance qu'il ne l'ait pas fait ne conduit pas à considérer que la différence de traitement en cause serait discriminatoire. B.4. La première question préjudicielle appelle une réponse négative. Quant à la seconde question préjudicielle B.5. La seconde question préjudicielle porte sur l'identité de traitement qui, selon l'interprétation des dispositions en cause retenue par le juge a quo, existerait entre les personnes morales exerçant une action correspondant à un de leurs buts statutaires en vue de faire cesser des traitements inhumains et dégradants au sens de |
in de zin van artikel 3 van het Europees Verdrag voor de rechten van | l'article 3 de la Convention européenne des droits de l'homme et les |
de mens, en de rechtspersonen die in rechte optreden om de belangen | personnes morales agissant pour défendre les intérêts de leurs membres |
van hun leden te verdedigen of een vordering instellen met betrekking | |
tot een niet-statutair doel, of nog, met betrekking tot een algemeen | ou exerçant une action concernant un but non statutaire ou encore un |
belang van minder fundamentele aard of zonder hetzelfde niveau van | intérêt général d'ordre moins fondamental ou non revêtu du même niveau |
internationale bescherming : de enen en de anderen zouden geen | de protection internationale : les unes et les autres ne pourraient |
vordering in rechte kunnen instellen omdat zij niet doen blijken van | introduire une action en justice faute de justifier d'un intérêt |
een belang overeenkomstig de artikelen 17 en 18 van het Gerechtelijk | conformément aux articles 17 et 18 du Code judiciaire dans |
Wetboek in die interpretatie dat hun belang om in rechte op te treden | l'interprétation selon laquelle leur intérêt à agir ne comprend que ce |
alleen datgene omvat wat betrekking heeft op het bestaan van de | |
rechtspersoon, de vermogensgoederen en de morele rechten ervan. Aan | qui concerne l'existence de la personne morale, ses biens patrimoniaux |
het Hof wordt gevraagd te onderzoeken of die gelijke behandeling | et ses droits moraux. Il est demandé à la Cour d'examiner si cette |
bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet | identité de traitement est compatible avec les articles 10 et 11 de la |
Constitution lus isolément ou en combinaison avec les articles 6.1 et | |
in samenhang gelezen met de artikelen 6.1 en 13 van het Europees | 13 de la Convention européenne des droits de l'homme. |
Verdrag voor de rechten van de mens. | |
B.6. De eiseres voor de verwijzende rechter betwist de relevantie van | B.6. La demanderesse devant le juge a quo conteste la pertinence de la |
de prejudiciële vraag, waarbij zij doet gelden dat aangezien de | question préjudicielle en faisant valoir que l'application des |
toepassing van de artikelen 17 en 18 van het Gerechtelijk Wetboek | articles 17 et 18 du Code judiciaire, étant contraire à des principes |
strijdig is met beginselen die te maken hebben met de waardigheid van | |
de personen en met het recht van toegang tot de rechter, zij krachtens | tenant à la dignité des personnes et au droit d'accès au juge, doit |
artikel 2 van het Gerechtelijk Wetboek buiten toepassing moeten worden gelaten. | être écartée en vertu de l'article 2 du Code judiciaire. |
B.7. Het is aan de verwijzende rechter dat het toekomt te beslissen | |
over de toepassing van de bepalingen die hij aan de toetsing van het | B.7. C'est au juge a quo qu'il appartient de décider de l'application |
Hof voorlegt, op het geschil dat bij hem aanhangig is gemaakt. Het Hof | au litige dont il est saisi des dispositions qu'il soumet au contrôle |
zou de relevantie van de prejudiciële vraag slechts kunnen betwisten | de la Cour. Celle-ci ne pourrait contester la pertinence de la |
indien de beoordeling van de verwijzende rechter klaarblijkelijk niet | question préjudicielle que si l'appréciation du juge a quo n'était |
verantwoord zou zijn. | manifestement pas justifiée. |
Aangezien de artikelen 17 en 18 van het Gerechtelijk Wetboek tot doel | Dès lors que les articles 17 et 18 du Code judiciaire ont pour objet |
hebben het belang te bepalen dat de partijen dienen aan te tonen om te | de déterminer l'intérêt que les parties doivent établir pour être |
worden toegelaten om voor de verwijzende rechter in rechte op te | admises à agir devant le juge a quo, la question préjudicielle dont |
treden, kan de prejudiciële vraag waarvan zij het voorwerp zijn niet | ils sont l'objet ne peut être tenue pour dépourvue de pertinence. |
als irrelevant worden beschouwd. | |
B.8. De eisende partij voor de verwijzende rechter ziet haar toegang | B.8. La partie demanderesse devant le juge a quo voit son accès aux |
tot de gewone rechtscolleges beperkt door de in het geding zijnde | juridictions judiciaires limité par les dispositions en cause |
bepalingen, geïnterpreteerd zoals in B.5 is aangegeven. Die beperking | interprétées comme il est indiqué en B.5. Cette limitation poursuit un |
streeft een wettig doel na, namelijk een goede rechtsbedeling | but légitime, à savoir assurer une bonne administration de la justice |
verzekeren door de actio popularis te weigeren en het beginsel in acht | en écartant les actions populaires et faire respecter le principe |
te doen nemen dat is uitgedrukt in het adagium « nul ne plaide par | traduit par l'adage « nul ne plaide par procureur ». |
procureur ». B.9. De wetgever heeft verscheidene wetten aangenomen waarbij hij aan | B.9. Le législateur a adopté plusieurs lois par lesquelles il attribue |
bepaalde verenigingen die een collectief belang nastreven een | un droit d'action à certaines associations qui invoquent un intérêt |
vorderingsrecht toekent, onder meer om de verenigbaarheid van de | collectif, notamment afin d'assurer la conformité de la législation |
Belgische wetgeving met de bepalingen van internationaal recht die | belge aux dispositions de droit international qui lient la Belgique. |
België binden, te verzekeren. In dat opzicht kan worden aangenomen dat | |
de artikelen 10 en 11 van de Grondwet de wetgever niet ertoe dwingen | Il peut à cet égard être admis que les articles 10 et 11 de la |
die mogelijkheid uit te breiden tot alle verenigingen. | Constitution ne contraignent pas le législateur à étendre cette |
possibilité à toutes les associations. | |
B.10. Bepaalde wetten hebben het mogelijk gemaakt bij de hoven en | B.10. Certaines lois ont permis qu'une action soit intentée devant les |
rechtbanken van de rechterlijke orde een vorderingsrecht toe te kennen | cours et tribunaux de l'ordre judiciaire pour des associations |
aan verenigingen die een collectief belang aanvoeren dat verband houdt | invoquant un intérêt collectif lié à la protection des libertés |
met de bescherming van de fundamentele vrijheden zoals zij zijn erkend | fondamentales telles qu'elles sont reconnues par la Constitution et |
in de Grondwet en in de internationale verdragen waarbij België partij | par les traités internationaux auxquels la Belgique est partie. Il en |
is. Dat geldt voor de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van | va ainsi de la loi du 30 juillet 1981 tendant à réprimer certains |
bepaalde door racisme en xenofobie ingegeven daden (artikel 32), de | actes inspirés par le racisme ou la xénophobie (article 32), de la loi |
wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, | du 23 mars 1995 tendant à réprimer la négation, la minimisation, la |
minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die | justification ou l'approbation du génocide commis par le régime |
tijdens de tweede wereldoorlog door het Duitse nationaalsocialistische | national socialiste allemand pendant la seconde guerre mondiale |
regime is gepleegd (artikel 4), de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding | (article 4), de la loi du 10 mai 2007 tendant à lutter contre |
van bepaalde vormen van discriminatie (artikel 30) en de wet van 10 | certaines formes de discrimination (article 30) et de la loi du 10 mai |
mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen | 2007 tendant à lutter contre la discrimination entre les hommes et les |
(artikel 35). | femmes (article 35). |
B.11. De rechtspersonen die, zoals te dezen, een vordering instellen | B.11. Les personnes morales qui, comme en l'espèce, exercent une |
die overeenstemt met een van hun statutaire doelen, om een einde te | |
maken aan onmenselijke en vernederende behandelingen in de zin van | action qui correspond à un de leurs buts statutaires afin de faire |
artikel 3 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, die | cesser des traitements inhumains et dégradants au sens de l'article 3 |
onontvankelijk wordt verklaard omdat zij geen betrekking heeft op het | de la Convention européenne des droits de l'homme et qui est jugée |
bestaan van de rechtspersoon, de vermogensgoederen of de morele rechten ervan, worden derhalve gediscrimineerd ten opzichte van de verenigingen bedoeld in B.10 : beiden voeren immers een collectief belang aan dat verband houdt met de bescherming van de fundamentele vrijheden. Het komt echter aan de wetgever toe te preciseren onder welke voorwaarden een vorderingsrecht kan worden toegekend aan de rechtspersonen die een vordering wensen in te stellen die overeenstemt met hun statutair doel en de bescherming beoogt van de fundamentele vrijheden zoals zij zijn erkend in de Grondwet en in de internationale verdragen waarbij België partij is. Daaruit volgt dat, in afwachting van een optreden van de wetgever in | irrecevable parce qu'elle ne porte pas sur l'existence de la personne morale, ses biens patrimoniaux ou ses droits moraux se trouvent dès lors discriminées par rapport aux associations visées en B.10 : les unes et les autres invoquent en effet un intérêt collectif lié à la protection des libertés fondamentales. C'est toutefois au législateur qu'il appartient de préciser à quelles conditions un droit d'action peut être reconnu aux personnes morales souhaitant exercer une action correspondant à leur but statutaire et visant à la protection des libertés fondamentales telles qu'elles sont reconnues par la Constitution et par les traités internationaux auxquels la Belgique est partie. Il s'ensuit que dans l'attente d'une intervention du législateur en ce |
die zin, de artikelen 17 en 18 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals de | sens, les articles 17 et 18 du Code judiciaire, tels que les |
verwijzende rechter ze interpreteert, niet discriminerend zijn. | interprète le juge a quo, ne sont pas discriminatoires. |
B.12. De combinatie van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet met de | B.12. La combinaison des articles 10 et 11 de la Constitution avec les |
artikelen 6.1 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de | articles 6.1 et 13 de la Convention européenne des droits de l'homme |
mens leidt niet tot een andere conclusie. | ne conduit pas à une autre conclusion. |
B.13. De tweede prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | B.13. La seconde question préjudicielle appelle une réponse négative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
- De artikelen 17 en 18 van het Gerechtelijk Wetboek schenden niet de | - Les articles 17 et 18 du Code judiciaire ne violent pas les articles |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen | 10 et 11 de la Constitution, lus ou non en combinaison avec les |
met de artikelen 6.1 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. | articles 6.1 et 13 de la Convention européenne des droits de l'homme. |
- De ontstentenis van een wetsbepaling waarin wordt gepreciseerd onder | - L'absence d'une disposition législative précisant à quelles |
welke voorwaarden een vorderingsrecht kan worden toegekend aan de | conditions un droit d'action peut être reconnu aux personnes morales |
rechtspersonen die een vordering wensen in te stellen die overeenstemt | souhaitant exercer une action correspondant à leur but statutaire et |
met hun statutair doel en de bescherming beoogt van de fundamentele | visant à la protection des libertés fondamentales telles qu'elles sont |
vrijheden zoals zij zijn erkend in de Grondwet en in de internationale | reconnues par la Constitution et par les traités internationaux |
verdragen waarbij België partij is, schendt de artikelen 10 en 11 van | auxquels la Belgique est partie viole les articles 10 et 11 de la |
de Grondwet. | Constitution. |
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 10 oktober 2013. | la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 10 octobre 2013. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
De voorzitter, | Le président, |
J. Spreutels | J. Spreutels |