Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 122/2013 van 26 september 2013 Rolnummer : 5389 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 3, 3°, tweede streepje, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, gesteld door het A Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en J. Spreutels, de rechters (...)"
Uittreksel uit arrest nr. 122/2013 van 26 september 2013 Rolnummer : 5389 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 3, 3°, tweede streepje, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie, gesteld door het A Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en J. Spreutels, de rechters (...) Extrait de l'arrêt n° 122/2013 du 26 septembre 2013 Numéro du rôle : 5389 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 3, 3°, deuxième tiret, de la loi du 26 mai 2002 concernant le droit à l'intégration sociale, posée par la Cour La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Bossuyt et J. Spreutels, des juges E. De G(...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Uittreksel uit arrest nr. 122/2013 van 26 september 2013 Extrait de l'arrêt n° 122/2013 du 26 septembre 2013
Rolnummer : 5389 Numéro du rôle : 5389
In zake : de prejudiciële vraag over artikel 3, 3°, tweede streepje, En cause : la question préjudicielle relative à l'article 3, 3°,
van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke deuxième tiret, de la loi du 26 mai 2002 concernant le droit à
integratie, gesteld door het Arbeidshof te Antwerpen. l'intégration sociale, posée par la Cour du travail d'Anvers.
Het Grondwettelijk Hof, La Cour constitutionnelle,
samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en J. Spreutels, de composée des présidents M. Bossuyt et J. Spreutels, des juges E. De
rechters E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke,
Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en F. Daoût, en, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul et F. Daoût, et, conformément à
overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 l'article 60bis de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour
op het Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter R. Henneuse, bijgestaan constitutionnelle, du président émérite R. Henneuse, assistée du
door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Bossuyt,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging I. Objet de la question préjudicielle et procédure
Bij arrest van 17 april 2012 in zake Souliman Ennasiri en Nassiba El Par arrêt du 17 avril 2012 en cause de Souliman Ennasiri et Nassiba El
Hatri tegen het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Hatri contre le centre public d'action sociale d'Anvers, dont
Antwerpen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen
op 25 april 2012, heeft het Arbeidshof te Antwerpen de volgende l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 25 avril 2012, la
prejudiciële vraag gesteld : Cour du travail d'Anvers a posé la question préjudicielle suivante :
« Schendt artikel 3, 3°, tweede streepje van de wet van 26 mei 2002 « L'article 3, 3°, deuxième tiret, de la loi du 26 mai 2002 concernant
betreffende het recht op maatschappelijke integratie de artikelen 10 le droit à l'intégration sociale viole-t-il les articles 10 et 11 de
la Constitution, dans l'interprétation selon laquelle rien ne s'oppose
en 11 van de Grondwet, in de interpretatie dat er voor de partner die à l'obtention du droit à un revenu d'intégration pour le partenaire
geen EU-onderdaan is en enkel ingeschreven is in het qui n'est pas un ressortissant de l'Union européenne et n'est inscrit
vreemdelingenregister en die een EU-onderdaan begeleidt of komt que dans le registre des étrangers et qui accompagne ou rejoint un
vervoegen geen beletsel is voor het verkrijgen van het recht op een ressortissant de l'Union européenne, alors qu'il y a un obstacle à
leefloon, terwijl er voor de partner die geen EU-onderdaan is en enkel l'obtention de ce droit à un revenu d'intégration pour le partenaire
ingeschreven is in het vreemdelingenregister en die een persoon met de qui n'est pas un ressortissant de l'Union européenne et n'est inscrit
Belgische nationaliteit komt vervoegen, er wel een beletsel is voor que dans le registre des étrangers et qui rejoint une personne de
het verkrijgen van dat recht op een leefloon ? ». nationalité belge ? ».
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
B.1. De wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke B.1. La loi du 26 mai 2002 concernant le droit à l'intégration sociale
integratie heft de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het abroge la loi du 7 août 1974 instituant le droit à un minimum de
recht op een bestaansminimum op (artikel 54), vervangt dat recht door moyens d'existence (article 54), remplace celui-ci par le droit à
het recht op maatschappelijke integratie en belast de openbare centra
voor maatschappelijk welzijn ermee dat recht te verzekeren (artikel l'intégration sociale et charge les centres publics d'aide sociale
2). Zij stelt de voorwaarden van dat recht vast (artikelen 3, 4, 11, d'assurer ce droit (article 2). Elle fixe les conditions auxquelles ce
12 en 13), alsook de uitvoering van het recht op maatschappelijke droit est subordonné (articles 3, 4, 11, 12 et 13), la mise en oeuvre
integratie door tewerkstelling voor de personen jonger dan 25 jaar du droit à l'intégration sociale par l'emploi pour les jeunes de moins
(artikelen 6 tot 10), het bedrag van het leefloon volgens de de 25 ans (articles 6 à 10), le montant du revenu d'intégration en
gezinssituatie van de verschillende categorieën van rechthebbenden fonction de la situation familiale des différentes catégories de
(artikelen 14, 15 en 16), de procedure voor de toekenning van het bénéficiaires (articles 14, 15 et 16), la procédure d'octroi du droit
recht op maatschappelijke integratie en de terugvordering van het à l'intégration sociale et de recouvrement du revenu d'intégration
leefloon (artikelen 17 tot 29), de sancties (artikelen 30 en 31) en de (articles 17 à 29), les sanctions (articles 30 et 31) et le
financiering van het leefloon (artikelen 32 tot 47). financement du revenu d'intégration (articles 32 à 47).
B.2. Artikel 3 van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op B.2. L'article 3 de la loi du 26 mai 2002 concernant le droit à
maatschappelijke integratie bepaalt : l'intégration sociale dispose :
« Om het recht op maatschappelijke integratie te kunnen genieten, moet « Pour pouvoir bénéficier du droit à l'intégration sociale, la
de persoon tegelijkertijd en onverminderd de bijzondere voorwaarden personne doit simultanément et sans préjudice des conditions
die bij deze wet worden gesteld : spécifiques prévues par cette loi :
1° zijn werkelijke verblijfplaats in België hebben in de door de 1° avoir sa résidence effective en Belgique, dans le sens à déterminer
Koning te bepalen zin; par le Roi;
2° meerderjarig zijn of hiermee gelijkgesteld zijn overeenkomstig de 2° être majeure ou assimilée à une personne majeure en application des
bepalingen van deze wet; dispositions de la présente loi;
3° behoren tot één van de volgende categorieën van personen : 3° appartenir à une des catégories de personnes suivantes :
- hetzij de Belgische nationaliteit bezitten; - soit posséder la nationalité belge;
- hetzij als burger van de Europese Unie, of als lid van zijn familie - soit bénéficier en tant que citoyen de l'Union européenne, ou en
die hem begeleidt of zich bij hem voegt, genieten van een tant que membre de sa famille qui l'accompagne ou le rejoint, d'un
verblijfsrecht voor meer dan drie maanden, overeenkomstig de wet van droit de séjour de plus de trois mois, conformément à la loi du 15
15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement,
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. Deze et l'éloignement des étrangers. Cette catégorie de personnes ne
categorie van personen geniet pas na de eerste drie maanden van dit bénéficie du droit à l'intégration sociale qu'après les trois premiers
verblijf het recht op maatschappelijke integratie; mois de ce séjour;
- hetzij als vreemdeling ingeschreven zijn in het bevolkingsregister; - soit être inscrite comme étranger au registre de la population;
- hetzij staatloos zijn en onder de toepassing vallen van het Verdrag - soit être un apatride et tomber sous l'application de la Convention
betreffende de status van staatlozen, ondertekend te New-York op 28 relative au statut des apatrides, signée à New-York le 28 septembre
september 1954 en goedgekeurd bij de wet van 12 mei 1960; 1954 et approuvée par la loi du 12 mai 1960;
- hetzij vluchteling zijn in de zin van artikel 49 van de wet van 15 - soit être un réfugié au sens de l'article 49 de la loi du 15
december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen; l'éloignement des étrangers;
4° niet over toereikende bestaansmiddelen beschikken, noch er 4° ne pas disposer de ressources suffisantes, ni pouvoir y prétendre
aanspraak kunnen op maken, noch in staat zijn deze hetzij door eigen
inspanningen, hetzij op een andere manier te verwerven. Het centrum ni être en mesure de se les procurer, soit par ses efforts personnels,
berekent de bestaansmiddelen van de persoon overeenkomstig de soit par d'autres moyens. Le centre calcule les ressources de la
bepalingen van titel II, hoofdstuk II; personne conformément aux dispositions du titre II, chapitre II;
5° werkbereid zijn, tenzij dit om gezondheids- of billijkheidsredenen 5° être disposée à travailler, à moins que des raisons de santé ou
niet mogelijk is; d'équité l'en empêchent.
6° zijn rechten laten gelden op uitkeringen die hij kan genieten 6° faire valoir ses droits aux prestations dont elle peut bénéficier
krachtens de Belgische of buitenlandse sociale wetgeving ». en vertu de la législation sociale belge et étrangère ».
B.3. In het geding is meer bepaald het tweede streepje van artikel 3, B.3. La disposition en cause est plus précisément le deuxième tiret de
3°, in de interpretatie dat het enkel de niet-Belgische burgers van de l'article 3, 3°, dans l'interprétation selon laquelle il vise
Europese Unie beoogt. Het eerste streepje zou volgens de verwijzende rechter immers geen zin hebben indien het tweede streepje ook de Belgische burgers zou beogen. Het tweede streepje vermeldt echter niet alleen de burger van de Unie, maar ook de persoon die, als lid van zijn familie die hem begeleidt of zich bij hem voegt, een verblijfsrecht voor meer dan drie maanden geniet, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. Het eerste streepje bevat geen gelijksoortige toevoeging. Het verschil in behandeling van twee categorieën van vreemdelingen, naargelang zij zich bij een Belgische of een niet-Belgische burger van de Unie voegen, vormt het onderwerp van de prejudiciële vraag. Het Hof beperkt zijn onderzoek tot de hypothese waarin de Belgische burger geen gebruik heeft gemaakt van het recht van vrij verkeer overeenkomstig de Europese wetgeving. B.4. Het tweede streepje van artikel 3, 3°, luidde oorspronkelijk als volgt : « - hetzij het voordeel genieten van de toepassing van de Verordening uniquement les citoyens non belges de l'Union européenne. En effet, le premier tiret n'aurait aucun sens, selon le juge a quo, si le deuxième tiret visait également les citoyens belges. Le deuxième tiret ne mentionne toutefois pas seulement le citoyen de l'Union mais aussi la personne qui, en tant que membre de sa famille qui l'accompagne ou le rejoint, bénéficie d'un droit de séjour de plus de trois mois, conformément aux dispositions de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers. Le premier tiret ne contient aucun ajout analogue. La différence de traitement entre deux catégories d'étrangers, selon qu'ils rejoignent un citoyen belge ou un citoyen non belge de l'Union, constitue l'objet de la question préjudicielle. La Cour limite son examen à l'hypothèse dans laquelle le citoyen belge n'a pas exercé son droit à la libre circulation conformément à la législation européenne. B.4. Le deuxième tiret de l'article 3, 3°, énonçait à l'origine : « - soit bénéficier de l'application du Règlement (C.E.E.) n° 1612/68
(E.E.G.) nr. 1612/68 van 15 oktober 1968 van de Raad van de Europese du 15 octobre 1968 du Conseil des Communautés européennes relatif à la
Gemeenschappen, betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de libre circulation des travailleurs à l'intérieur de la Communauté; ».
Gemeenschap; ».
B.5. Bij het arrest nr. 5/2004 van 14 januari 2004 heeft het Hof die B.5. La Cour a annulé cette disposition par l'arrêt n° 5/2004 du 14
bepaling vernietigd, in zoverre het de vreemdelingen die onderdaan janvier 2004, en ce qu'il exclut du champ d'application de la loi les
zijn van een lidstaat van de Europese Unie en effectief en op étrangers ressortissants d'un Etat membre de l'Union européenne qui
regelmatige wijze op het grondgebied verblijven, maar die de résident effectivement et régulièrement sur le territoire mais qui ne
toepassing van de Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad van 15 bénéficient pas de l'application du Règlement (CEE) n° 1612/68 du
oktober 1968 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Conseil du 15 octobre 1968 relatif à la libre circulation des
Gemeenschap niet genieten, van het toepassingsgebied van de wet travailleurs à l'intérieur de la Communauté.
uitsluit. B.6. Bij artikel 80 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse B.6. Par l'article 80 de la loi du 27 décembre 2006 portant des
bepalingen (I) heeft de wetgever een nieuw artikel 3, 3°, tweede dispositions diverses (I), le législateur a inséré un nouvel article
streepje, ingevoegd, teneinde tegemoet te komen aan het voormelde 3, 3°, deuxième tiret, afin de donner suite à l'arrêt n° 5/2004,
arrest nr. 5/2004 en de bepaling in overeenstemming te brengen met de précité, et de rendre la disposition conforme aux exigences du droit
vereisten van het Unierecht : de l'Union :
« Overwegende bovendien dat de Richtlijn 2004/38/EG van het Europees « Considérant par ailleurs que la Directive 2004/38/CE du parlement
Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij européen et du Conseil du 29 avril 2004 relative au droit des citoyens
verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de de l'Union et des membres de leurs familles de circuler et de
burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van Verordening séjourner librement sur le territoire des Etats membres, modifiant le
(EEG) nr. 1612/68 en tot intrekking van de Richtlijnen 64/221/EEG, Règlement (CEE) n° 1612/68 et abrogeant les Directives 64/221/CEE,
68/360/EEG, 72/194/EEG, 73/148/EEG, 75/34/EEG, 75/35/EEG, 90/364/EEG, 68/360/CEE, 72/194/CEE, 73/148/CEE, 75/34/CEE, 75/35/CEE, 90/364/CEE,
90/365/EEG en 93/96/EEG (PB L 158 van 30 april 2004) momenteel het voorwerp uitmaakt van omzetting in ons intern recht. Naar aanleiding hiervan is het noodzakelijk de wetgeving betreffende het recht op maatschappelijke integratie aan te passen aan het Europese recht. Dienovereenkomstig dient het recht op maatschappelijke integratie uitgebreid te worden tot de burger van de Europese Unie die geniet van een verblijfsrecht van meer dan drie maanden; hetzelfde recht staat ook open voor familieleden die hem begeleiden of zich bij hem voegen. Het automatische verblijfsrecht dat uit de Richtlijn voortvloeit betekent echter niet dat het recht op steunverlening even automatisch is. Uiteraard blijven de algemene voorwaarden tot steunverlening van kracht, en dient er geval per geval een voorgaand sociaal onderzoek gevoerd te worden. 90/365/CEE et 93/96/CEE (JO L 158 du 30.04.2004) fait l'objet actuellement d'un projet de transposition dans notre droit interne. Qu'à cette occasion, il s'avère nécessaire d'adapter la législation relative au droit à l'intégration sociale au droit européen. En conséquence, le droit à l'intégration sociale doit être étendu au citoyen de l'Union européenne bénéficiaire d'un droit de séjour de plus de trois mois; ce même droit est ouvert aux membres de la famille qui l'accompagnent ou le rejoignent. Le droit de séjour automatique découlant de la Directive ne signifie aucunement que le droit à l'aide soit tout aussi automatique. Bien évidemment les conditions générales du droit à l'aide restent en vigueur, et il y a lieu de mener au cas par cas une enquête sociale préalable.
Het verblijfsrecht van meer dan drie maanden dient zowel voor de Le droit de séjour de plus de trois mois s'inscrit tant pour le
burger van de Europese Unie als voor de leden van zijn familie die hem citoyen de l'Union européenne que pour les membres de sa famille qui
begeleiden of zich bij hem voegen gelezen te worden conform de l'accompagnent ou le rejoignent, conformément aux dispositions de la
bepalingen van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour,
het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van l'établissement, et l'éloignement des étrangers.
vreemdelingen.
Er dient gesignaleerd te worden [dat] deze bepaling een striktere Il y a lieu de signaler que la présente disposition mène à une
interpretatie met zich brengt dan in huidige situatie mogelijk is interprétation plus stricte que celle possible à l'heure actuelle
doordat een verblijf van minimum 3 maanden zal vereist worden » (Parl. puisqu'un séjour de trois mois sera exigé » (Doc. parl., Chambre,
St., Kamer, 2006-2007, DOC 51-2760/001, p. 65). 2006-2007, DOC 51-2760/001, p. 65).
Bij artikel 21 van de programmawet van 28 juni 2013 heeft de wetgever Par l'article 21 de la loi-programme du 28 juin 2013, le législateur a
aan artikel 3, 3°, tweede streepje, de voorwaarde toegevoegd dat de ajouté, à l'article 3, 3°, deuxième tiret, la condition selon laquelle
personen van de betrokken categorie pas na de eerste drie maanden van les personnes de la catégorie concernée ne bénéficient du droit à
hun verblijf het recht op maatschappelijke integratie genieten. l'intégration sociale qu'après les trois premiers mois de leur séjour.
B.7. Zoals reeds werd uiteengezet, betreft de prejudiciële vraag geen verschil in behandeling tussen vreemdelingen en Belgen, maar een verschil in behandeling tussen twee categorieën van vreemdelingen. In het geding is derhalve niet het recht op leefloon van de Belgische burger die samenwoont met een vreemdeling, maar het recht op leefloon van de vreemdeling die, als lid van de familie van de Belgische burger, hem begeleidt of zich bij hem voegt. B.8. Bij het bepalen van zijn beleid in sociaaleconomische aangelegenheden beschikt de wetgever over een ruime beoordelingsbevoegdheid. Wat het recht op maatschappelijke integratie en inzonderheid het bedrag en de toekenningsvoorwaarden van het leefloon betreft, dient de B.7. Ainsi qu'il a déjà été exposé, la question préjudicielle ne concerne pas une différence de traitement entre des étrangers et des Belges mais une différence de traitement entre deux catégories d'étrangers. Ce n'est dès lors pas le droit au revenu d'intégration du citoyen belge cohabitant avec un étranger qui est en cause, mais le droit au revenu d'intégration de l'étranger qui, en tant que de la famille du citoyen belge, accompagne ou rejoint celui-ci. B.8. Le législateur dispose d'un pouvoir d'appréciation étendu pour déterminer sa politique dans les matières socio-économiques. En ce qui concerne le droit à l'intégration sociale et en particulier le montant et les conditions d'octroi du revenu d'intégration, le
wetgever rekening te houden met artikel 23 van de Grondwet, dat législateur doit tenir compte de l'article 23 de la Constitution qui
eenieder het recht waarborgt een menswaardig leven te leiden. garantit à chacun le droit à une vie conforme à la dignité humaine.
B.9. Bovendien, wanneer hij, zoals te dezen, de wetgeving met B.9. De plus, lorsqu'il entend, comme en l'espèce, adapter la
betrekking tot het recht op maatschappelijke integratie wil aanpassen législation concernant le droit à l'intégration sociale au droit de
aan het Europees Unierecht, in het bijzonder aan de bepalingen van de l'Union européenne, en particulier aux dispositions de la Directive
in B.6 bedoelde Richtlijn 2004/38/EG, blijft de wetgever gehouden tot 2004/38/CE visée en B.6, le législateur reste tenu au respect des
de inachtneming van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Wanneer een articles 10 et 11 de la Constitution. En effet, lorsqu'une disposition
wetsbepaling een verschil in behandeling tussen personen die zich in législative impose une différence de traitement entre des personnes
een analoge situatie bevinden oplegt, kan de loutere omstandigheid dat dans des situations analogues, la seule circonstance que cette
die bepaling het voor de Staat mogelijk maakt zijn internationale disposition permet à l'Etat de respecter ses engagements
verbintenissen na te komen, immers niet volstaan om het bekritiseerde internationaux ne peut suffire à justifier la différence de traitement
verschil in behandeling te verantwoorden (zie in die zin EHRM, 6 critiquée (voy. en ce sens, CEDH, 6 novembre 2012, Hode et Abdi c.
november 2012, Hode en Abdi t. Verenigd Koninkrijk, § 55). Royaume-Uni, § 55).
B.10.1. Het staat derhalve aan het Hof erop toe te zien dat de regels B.10.1. Il appartient dès lors à la Cour de veiller à ce que les
die de wetgever aanneemt wanneer hij het recht van de Europese Unie règles que le législateur adopte, lorsqu'il transpose le droit de
omzet, niet ertoe leiden verschillen in behandeling in het leven te l'Union européenne, n'aboutissent pas à créer des différences de
roepen die niet redelijk verantwoord zouden zijn. traitement qui ne seraient pas raisonnablement justifiées.
B.10.2. Wanneer de wetgever de voorwaarden voor toekenning van het B.10.2. Toutefois, lorsque le législateur règle les conditions
recht op maatschappelijke integratie regelt die van toepassing zijn op
categorieën van personen waarvan een categorie, in tegenstelling met d'octroi du droit à l'intégration sociale qui s'appliquent à des
de andere, onder het Unierecht valt, kan hij echter niet ertoe worden catégories de personnes, dont l'une relève du droit de l'Union, à la
gehouden strikt identieke regels in te stellen, gelet op het feit dat différence de l'autre, il ne peut pas être tenu d'établir une stricte
de Richtlijn 2004/38/EG tot doel heeft de verwezenlijking mogelijk te identité de règles, compte tenu de ce que la Directive 2004/38/CE a
maken van een van de fundamentele doelstellingen van de Unie, namelijk pour objet de permettre la réalisation de l'un des objectifs
dat het vrije verkeer op het grondgebied van de lidstaten wordt fondamentaux de l'Union, à savoir que la libre circulation sur le
uitgeoefend onder objectieve voorwaarden van vrijheid en waardigheid territoire des Etats membres soit exercée dans des conditions
(overwegingen 2 en 5). objectives de liberté et de dignité (considérants 2 et 5).
Het feit dat de wetgever, ten aanzien van een categorie van personen, Le fait que le législateur transpose la réglementation de l'Union
de regelgeving van de Unie omzet, zou het beginsel van gelijkheid en européenne à l'égard d'une catégorie de personnes ne saurait violer le
niet-discriminatie niet kunnen schenden om de enkele reden dat de principe d'égalité et de non-discrimination au seul motif que le
wetgever ze niet tevens doet gelden voor een categorie van personen législateur n'en étend pas simultanément l'application à une catégorie
die niet aan die regelgeving van de Unie is onderworpen, te dezen de de personnes non soumise à cette réglementation européenne, en
vreemdelingen die zich bij een Belgische burger voegen die geen l'espèce les étrangers qui rejoignent un citoyen belge n'ayant pas
gebruik heeft gemaakt van zijn recht van vrij verkeer en wiens exercé son droit à la libre circulation et dont la situation ne
situatie aldus niet het aanknopingspunt met het Unierecht vertoont présente dès lors pas l'élément de rattachement au droit de l'Union
dat, voor de personen bedoeld in artikel 3, 3°, tweede streepje, van qui est indispensable pour que les personnes visées à l'article 3, 3°,
de wet van 26 mei 2002, onontbeerlijk is om een recht op deuxième tiret, de la loi du 26 mai 2002 puissent obtenir un droit à
maatschappelijke integratie op grond van die bepaling te verkrijgen. l'intégration sociale en vertu de cette disposition.
Dat verschil in behandeling moet echter redelijk kunnen worden Cette différence de traitement doit toutefois pouvoir être
verantwoord om bestaanbaar te zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. raisonnablement justifiée pour être compatible avec les articles 10 et
B.11. De in het geding zijnde bepaling behandelt de vreemdelingen die 11 de la Constitution.
zich bij een Belgische burger voegen die geen gebruik heeft gemaakt B.11. La disposition en cause traite les étrangers qui rejoignent un
van zijn recht van vrij verkeer, anders dan de vreemdelingen die zich citoyen belge n'ayant pas exercé son droit à la libre circulation
bij een burger van de Unie voegen, bedoeld in artikel 3, 3°, tweede autrement que les étrangers qui rejoignent un citoyen de l'Union visé
streepje, van de wet van 26 mei 2002. Dat verschil in behandeling à l'article 3, 3°, deuxième tiret, de la loi du 26 mai 2002. Cette
berust op een objectief criterium. différence de traitement repose sur un critère objectif.
Het Hof dient evenwel nog te onderzoeken of dat verschil in La Cour doit toutefois encore examiner si cette différence de
behandeling op een relevant criterium is gegrond en of het geen traitement est fondée sur un critère pertinent et si elle n'emporte
onevenredige gevolgen met zich meebrengt. pas des effets disproportionnés.
B.12.1. De relevantie van de maatregel kan worden beoordeeld in het B.12.1. La pertinence de la mesure peut être appréciée à la lumière du
licht van de overweging 10 van de voormelde Richtlijn 2004/38/EG, die considérant 10 de la Directive 2004/38/CE précitée, qui indique :
stelt : « Personen die hun recht van verblijf uitoefenen mogen evenwel tijdens « Il convient cependant d'éviter que les personnes exerçant leur droit
het begin van hun verblijfsperiode geen onredelijke belasting vormen de séjour ne deviennent une charge déraisonnable pour le système
voor het socialebijstandsstelsel van het gastland. Daarom dient het d'assistance sociale de l'Etat membre d'accueil pendant une première
recht van verblijf van een burger van de Unie en zijn familieleden période de séjour. L'exercice du droit de séjour des citoyens de
l'Union et des membres de leur famille, pour des périodes supérieures
voor perioden van meer dan drie maanden aan bepaalde voorwaarden te à trois mois, devrait, dès lors, rester soumis à certaines conditions
zijn verbonden ». ».
Artikel 14 van dezelfde richtlijn preciseert dat « burgers van de Unie L'article 14 de la même directive précise que « les citoyens de
l'Union et les membres de leur famille ont un droit de séjour tel que
en hun familieleden [...] het verblijfsrecht volgens artikel 6 prévu à l'article 6 tant qu'ils ne deviennent pas une charge
[behouden] zolang zij geen onredelijke belasting vormen voor het déraisonnable pour le système d'assistance sociale de l'Etat membre
socialebijstandsstelsel van het gastland ». In zulk een hypothese kan d'accueil ». Dans une telle hypothèse, le droit de séjour peut leur
hun verblijfsrecht worden ingetrokken. être retiré.
B.12.2. Er kan daarentegen niet worden uitgesloten dat het recht op B.12.2. En revanche, il ne saurait être exclu que le droit au respect
eerbiediging van het gezinsleven, verankerd in artikel 22 van de de la vie familiale, consacré par les articles 22 de la Constitution
Grondwet en artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de et 8 de la Convention européenne des droits de l'homme, impose aux
mens, aan de overheden de verplichting oplegt om, zelfs in een
dergelijke situatie, geen einde te maken aan het verblijf van de autorités de ne pas mettre un terme, même dans une telle situation, au
echtgenoot of partner van de Belgische burger die legaal op het séjour du conjoint ou du partenaire du citoyen belge qui réside
Belgische grondgebied verblijft. légalement sur le territoire.
B.12.3. De mogelijkheid, voor de Belgische overheid, om, met inachtneming van het recht van de Europese Unie, een einde te maken aan het verblijf van Europese burgers en van hun familieleden wanneer hun aanwezigheid op het grondgebied een onredelijke belasting vormt voor het socialebijstandsstelsel - mogelijkheid die niet in eenzelfde mate kan worden overwogen voor Belgische burgers en hun familieleden -, is een omstandigheid die toelaat de pertinentie van het in het geding zijnde verschil in behandeling te verantwoorden in het licht van het doel dat erin bestaat het budgettaire evenwicht van de niet-contributieve regeling van het recht op maatschappelijke integratie te waarborgen. Ten aanzien van de partner van een Belg striktere voorwaarden van toekenning van de in het geding zijnde voordelen opleggen dan ten aanzien van de partner van een niet-Belgische Europese burger blijkt dus ten opzichte van die doelstelling een relevante maatregel. B.13. Ten slotte is de in het geding zijnde maatregel niet onevenredig aangezien de vreemdelingen die geen recht hebben op een leefloon en die behoeftig zijn of onvoldoende middelen van bestaan hebben, krachtens artikel 1 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn recht hebben op maatschappelijke dienstverlening. Die heeft tot doel eenieder in de B.12.3. La possibilité pour les autorités belges de mettre fin au séjour des citoyens européens et des membres de leur famille, dans le respect du droit de l'Union européenne, lorsque leur présence sur le territoire représente une charge déraisonnable pour le système d'assistance sociale, possibilité qui n'est pas envisageable dans une mesure identique à l'égard des citoyens belges et des membres de leur famille, est une circonstance qui permet de justifier la pertinence de la différence de traitement en cause au regard de l'objectif d'assurer l'équilibre budgétaire du régime non-contributif du droit à l'intégration sociale. Imposer des conditions d'octroi des avantages en cause plus strictes à l'égard du partenaire d'un Belge qu'à l'égard du partenaire d'un citoyen européen non belge apparaît donc comme une mesure pertinente au regard de cet objectif. B.13. Enfin, la mesure en cause n'est pas disproportionnée dès lors que les étrangers qui n'ont pas droit à un revenu d'intégration et qui se trouvent dans le besoin ou dont les moyens d'existence sont insuffisants ont droit à l'aide sociale, en vertu de l'article 1er de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d'action
mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de sociale. L'aide sociale a pour but de permettre à chacun de mener une
menselijke waardigheid. Elke persoon heeft in principe recht erop, vie conforme à la dignité humaine. Toute personne y a droit en
ongeacht de nationaliteit, en dus ook vreemdelingen die op legale principe, sans égard à la nationalité, et donc aussi les étrangers qui
wijze op het grondgebied verblijven. séjournent légalement sur le territoire.
B.14. Het in het geding zijnde verschil in behandeling is niet zonder B.14 La différence de traitement en cause n'est pas sans justification
redelijke verantwoording. raisonnable.
Om die redenen, Par ces motifs,
het Hof la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
Artikel 3, 3°, tweede streepje, van de wet van 26 mei 2002 betreffende L'article 3, 3°, deuxième tiret, de la loi du 26 mai 2002 concernant
het recht op maatschappelijke integratie schendt de artikelen 10 en 11 le droit à l'intégration sociale ne viole pas les articles 10 et 11 de
van de Grondwet niet. la Constitution.
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française,
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 26 september 2013. la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 26 septembre 2013.
De griffier, Le greffier,
P.-Y. Dutilleux P.-Y. Dutilleux
De voorzitter, Le président,
M. Bossuyt M. Bossuyt
^