Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 104/2013 van 9 juli 2013 Rolnummer 5496 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 147 van de programmawet van 29 maart 2012, in zoverre het artikel 198, eerste lid, 11°, van het Wetboek van de inkomstenbe(...) Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en M. Bossuyt, de rechters (...)"
Uittreksel uit arrest nr. 104/2013 van 9 juli 2013 Rolnummer 5496 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 147 van de programmawet van 29 maart 2012, in zoverre het artikel 198, eerste lid, 11°, van het Wetboek van de inkomstenbe(...) Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en M. Bossuyt, de rechters (...) Extrait de l'arrêt n° 104/2013 du 9 juillet 2013 Numéro du rôle : 5496 En cause : le recours en annulation de l'article 147 de la loi-programme du 29 mars 2012, en ce qu'il modifie l'article 198, alinéa 1 er , 11°, du Code des im(...) La Cour constitutionnelle, composée des présidents J. Spreutels et M. Bossuyt, des juges E. De G(...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Uittreksel uit arrest nr. 104/2013 van 9 juli 2013 Extrait de l'arrêt n° 104/2013 du 9 juillet 2013
Rolnummer 5496 Numéro du rôle : 5496
In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 147 van de En cause : le recours en annulation de l'article 147 de la
programmawet (I) van 29 maart 2012, in zoverre het artikel 198, eerste loi-programme (I) du 29 mars 2012, en ce qu'il modifie l'article 198,
lid, 11°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wijzigt, alinéa 1er, 11°, du Code des impôts sur les revenus 1992, introduit
ingesteld door de vzw « Liga van belastingplichtigen ». par l'ASBL « Ligue des Contribuables ».
Het Grondwettelijk Hof, La Cour constitutionnelle,
samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en M. Bossuyt, de composée des présidents J. Spreutels et M. Bossuyt, des juges E. De
rechters E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke,
Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en F. Daoût, en, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul et F. Daoût, et, conformément à
overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 l'article 60bis de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour
op het Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter R. Henneuse, bijgestaan constitutionnelle, du président émérite R. Henneuse, assistée du
door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van emeritus greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président émérite R.
voorzitter R. Henneuse, Henneuse,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging I. Objet du recours et procédure
Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 5 oktober Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 5
2012 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 8 octobre 2012 et parvenue au greffe le 8 octobre 2012, l'ASBL « Ligue
oktober 2012, heeft de vzw « Liga van belastingplichtigen », met
maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Lensstraat 13, beroep tot des Contribuables », dont le siège social est établi à 1000 Bruxelles,
vernietiging ingesteld van artikel 147 van de programmawet (I) van 29 rue Lens 13, a introduit un recours en annulation de l'article 147 de
maart 2012 (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 6 april 2012, la loi-programme (I) du 29 mars 2012 (publiée au Moniteur belge du 6
derde editie), in zoverre het artikel 198, eerste lid, 11°, van het avril 2012, troisième édition), en ce qu'il modifie l'article 198,
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wijzigt. alinéa 1er, 11°, du Code des impôts sur les revenus 1992.
(...) (...)
II. In rechte II. En droit
(...) (...)
B.1.1. Vóór de wijziging ervan bij de bestreden wet, bepaalde artikel B.1.1. Avant sa modification par la loi attaquée, l'article 198,
198, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 alinéa 1er, du Code des impôts sur les revenus 1992 (ci-après : CIR
(hierna : WIB 1992) : 1992) disposait :
« Als beroepskosten worden niet aangemerkt : « Ne sont pas considérés comme des frais professionnels :
[...] [...]
11° onverminderd de toepassing van de artikelen 54 en 55, de betaalde 11° sans préjudice de l'application des articles 54 et 55, les
of toegekende interesten van leningen wanneer de werkelijke verkrijger intérêts d'emprunts payés ou attribués lorsque le bénéficiaire
ervan niet onderworpen is aan een inkomstenbelasting of, voor die effectif de ceux-ci n'est pas soumis à un impôt sur les revenus ou y
inkomsten, onderworpen is aan een aanzienlijk gunstigere est soumis, pour ces revenus, à un régime de taxation notablement plus
aanslagregeling dan die welke voortvloeit uit de bepalingen van gemeen avantageux que celui résultant des dispositions du droit commun
recht van toepassing in België en indien, en in de mate van die applicables en Belgique et, dans la mesure de ce dépassement, si le
overschrijding, het totale bedrag van deze leningen, andere dan montant total desdits emprunts, autres que des obligations ou autres
obligaties of andere gelijksoortige effecten uitgegeven door een titres analogues émis par appel public à l'épargne, excède sept fois
openbaar beroep op het spaarwezen, hoger is dan zeven maal de som van la somme des réserves taxées au début de la période imposable et du
de belaste reserves bij het begin van het belastbare tijdperk en het capital libéré à la fin de cette période;
gestort kapitaal bij het einde van dit tijdperk;
[...] ». [...] ».
Die bepaling werd ingevoegd bij artikel 24 van het koninklijk besluit Cette disposition avait été insérée par l'article 24 de l'arrêté royal
van 20 december 1996 « houdende diverse fiscale maatregelen, met du 20 décembre 1996 « portant des mesures fiscales diverses en
toepassing van de artikelen 2, § 1, en 3, § 1, 2° en 3°, van de wet application des articles 2, § 1er, et 3, § 1er, 2° et 3°, de la loi du
van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire 26 juillet 1996 visant à réaliser les conditions budgétaires de la
voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en participation de la Belgique à l'Union économique et monétaire
Monetaire Unie », alvorens te zijn gewijzigd bij artikel 8 van de wet européenne » avant d'être modifiée par l'article 8 de la loi du 24
van 24 december 2002 « tot wijziging van de vennootschapsregeling décembre 2002 « modifiant le régime des sociétés en matière d'impôts
inzake inkomstenbelastingen en tot instelling van een systeem van sur les revenus et instituant un système de décision anticipée en
voorafgaande beslissingen in fiscale zaken ». matière fiscale ».
Artikel 24 van het voormelde koninklijk besluit werd in het verslag L'article 24 de l'arrêté royal précité fut justifié de la manière
aan de Koning als volgt verantwoord : suivante dans le rapport au Roi :
« Om de onderkapitalisatie van bepaalde vennootschappen te bestrijden, « Pour lutter contre la sous-capitalisation de certaines sociétés, il
wordt bovendien voorgesteld de interest van leningen waarvan de est en outre proposé de taxer à l'impôt des sociétés à titre de
werkelijke verkrijger een vennootschap is die niet aan een normaal belastingstelsel is onderworpen of die voor deze inkomsten een fiscaal regime geniet dat afwijkt van het gemeen recht of van een belastingstelsel dat aanzienlijk gunstiger is dan dat welke voortvloeit uit de toepassing van het gemeen recht in België, in de vennootschapsbelasting te belasten als verworpen uitgaven (V.U.), in zoverre het schuldsaldo (waarop de desbetreffende interesten worden berekend) m.b.t. die leningen, meer bedraagt dan zeven maal de som van de belaste reserves bij het begin van het belastbare tijdperk en het gestort kapitaal bij het einde van dit tijdperk. De obligaties en andere gelijksoortige effecten uitgegeven door een openbaar beroep op dépenses non admises (DNA), les intérêts d'emprunts dont le bénéficiaire effectif est une société qui n'est pas soumise à un régime normal d'imposition ou qui bénéficie pour ces revenus d'un régime fiscal exorbitant du droit commun, ou d'un régime fiscal notablement plus avantageux que celui qui résulte de l'application du droit commun en Belgique, dans la mesure où le solde des dettes (sur lesquelles les intérêts envisagés ont été calculés) en ce qui concerne ces emprunts excède sept fois la somme des réserves taxées au début de la période imposable et du capital libéré à la fin de cette période. Les obligations et autres titres analogues émis par appel public à
het spaarwezen worden evenwel door deze maatregel niet bedoeld (art. l'épargne ne sont toutefois pas visés par cette mesure (art. 198, 11°,
198, 11°, WIB 92, in ontwerp) ». CIR 92, en projet) ».
B.1.2. Artikel 147 van de programmawet (I) van 29 maart 2012 bepaalt : B.1.2. L'article 147 de la loi-programme (I) du 29 mars 2012 dispose :
« In artikel 198 van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet « A l'article 198 du même Code, modifié en dernier lieu par la loi du
van 28 december 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 28 décembre 2011, les modifications suivantes sont apportées :
[...] [...]
2° in het eerste lid wordt het 11° vervangen als volgt : 2° dans l'alinéa 1er, le 11° est remplacé par ce qui suit :
' 11° onverminderd de toepassing van de artikelen 54 en 55, de ' 11° sans préjudice de l'application des articles 54 et 55, les
betaalde of toegekende interesten van leningen indien, en in de mate intérêts d'emprunts payés ou attribués si, et dans la mesure de ce
van die overschrijding, het totale bedrag van deze leningen, andere dépassement, le montant total desdits emprunts, autres que des
dan obligaties of andere gelijksoortige effecten uitgegeven door een obligations ou autres titres analogues émis par appel public à
openbaar beroep op het spaarwezen en andere dan leningen toegekend l'épargne et autres que les emprunts octroyés par des institutions
door instellingen bedoeld in artikel 56, § 2, 2°, hoger is dan vijf visées à l'article 56, § 2, 2°, excède cinq fois la somme des réserves
maal de som van de belaste reserves bij het begin van het belastbare taxées au début de la période imposable et du capital libéré à la fin
tijdperk en het gestort kapitaal bij het einde van dit tijdperk, wanneer de werkelijke verkrijgers ervan : de cette période, lorsque les bénéficiaires effectifs de ceux-ci :
- hetzij, niet onderworpen zijn aan een inkomstenbelasting of, voor - soit, ne sont pas soumis à un impôt sur les revenus ou y sont
die inkomsten, onderworpen zijn aan een aanzienlijk gunstigere soumis, pour ces revenus, à un régime de taxation notablement plus
aanslagregeling dan die welke voortvloeit uit de bepalingen van gemeen avantageux que celui résultant des dispositions du droit commun
recht van toepassing in België; applicables en Belgique;
- hetzij, deel uitmaken van een groep waartoe de schuldenaar behoort; - soit, font partie d'un groupe auquel appartient le débiteur; '
'; 3° het artikel wordt aangevuld met zeven leden, luidende : 3° l'article est complété par sept alinéas rédigés comme suit :
' [...] ' [...]
De term " groep " als bedoeld in het eerste lid, 11°, doelt op het Le terme " groupe " visé à l'alinéa 1er, 11°, désigne l'ensemble des
geheel van verbonden vennootschappen in de zin van artikel 11 van het Wetboek van vennootschappen. In geval van leningen gewaarborgd door een derde of leningen waarbij een derde aan de schuldeiser de nodige middelen heeft verschaft met het oog op de financiering van de leningen, en geheel of gedeeltelijk de aan de leningen verbonden risico's draagt, wordt deze derde geacht de werkelijke verkrijger van de interesten van deze lening te zijn, indien deze waarborg of dit verschaffen van middelen als hoofddoel belasting ontwijking heeft. De aftrekbeperking bedoeld in het eerste lid, 11°, is niet van toepassing op leningen aangegaan door : sociétés liées au sens de l'article 11 du Code des sociétés. En cas d'emprunts garantis par un tiers ou d'emprunts pour lesquels un tiers a procuré les moyens au créancier en vue du financement des emprunts, et qu'il subit en tout ou partiellement les risques liés aux emprunts, ce tiers est considéré être le bénéficiaire réel des intérêts de cet emprunt, lorsque cette garantie ou cette procuration de moyens a comme objectif principal l'évasion fiscale. La limite de déductibilité visée à l'alinéa 1er, 11°, n'est pas applicable aux emprunts contractés par :
- vennootschappen voor roerende leasing bedoeld in artikel 2 van het - des sociétés de leasing mobilier visées à l'article 2 de l'arrêté
koninklijk besluit nr. 55 van 10 november 1967 tot regeling van het royal n° 55 du 10 novembre 1967 organisant le statut juridique des
juridisch statuut der ondernemingen gespecialiseerd in entreprises pratiquant la location-financement, et des sociétés dont
financieringshuur, en vennootschappen waarvan de voornaamste l'activité principale consiste en factoring ou leasing immobilier, et
activiteit bestaat uit factoring of onroerende leasing en dit binnen cela au sein du secteur financier et dans la mesure du capital
de financiële sector en voor zover de ontleende kapitalen effectief emprunté effectivement utilisé pour les activités de leasing et de factoring;
dienen voor leasing- en factoringactiviteiten; - des sociétés dont l'activité principale consiste en la réalisation
- vennootschappen waarvan de voornaamste activiteit bestaat in het d'un projet de partenariat public-privé attribué suite à une mise en
uitvoeren van een project van publiek-private samenwerking gegund na
inmededingingstelling conform de reglementering inzake concurrence conformément à la législation en matière de marchés
overheidsopdrachten. publics.
Voor de belastingplichtigen die aan de vennootschapsbelasting Pour les contribuables soumis à l'impôt des sociétés, auxquels
onderworpen zijn, op wie de wet van 27 juni 1921 betreffende de s'applique la loi du 27 juin 1921 sur les associations sans but
verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen lucratif, les associations internationales sans but lucratif et les
zonder winstoogmerk en de stichtingen, van toepassing is, wordt onder
gestort kapitaal, als bedoeld in het eerste lid, 11°, de fondsen van fondations, le capital libéré, visé à l'alinéa 1er, 11°, s'entend des
de vereniging verstaan zoals blijkt uit de balans die door deze fonds associatifs, tels qu'ils ressortent du bilan établi par ces
belastingplichtigen is opgemaakt. contribuables.
Voor de toepassing van het eerste lid, 11°, moeten met belaste Pour l'application de l'alinéa 1er, 11°, doivent être considérées
reserves worden gelijkgesteld de vrijgestelde reserves die werden comme des réserves taxées, les réserves exonérées qui ont été
aangelegd naar aanleiding van een verrichting bedoeld in artikel constituées à l'occasion d'une opération visée à l'article 184bis, §
184bis, § 4, of in artikel 211, door opneming op de belaste reserves 4, ou à l'article 211, par prélèvement sur les réserves taxées ou par
of met correlatieve creatie van een negatieve belaste reserve, omwille la création corrélative d'une réserve taxée négative, en raison du
van het feit dat de overnemende of verkrijgende vennootschap aandelen fait que la société absorbante ou bénéficiaire possédait des actions
van de overgenomen of gesplitste vennootschap bezat op het ogenblik ou parts de la société absorbée ou scindée au moment de l'opération. '
van de verrichting. ' ». ».
B.1.3. Tijdens de parlementaire voorbereiding werd die bepaling als B.1.3. Au cours des travaux préparatoires, cette disposition a été
volgt verantwoord : justifiée de la manière suivante :
« De bepalingen onder 2° en 3°, vierde lid en volgende, van dit « Les dispositions aux 2° et 3°, alinéas 4 et suivants, du présent
artikel hebben als doel de maatregel weerhouden in artikel 198, eerste article ont pour objet d'adapter la disposition contenue à l'article
lid, 11°, WIB 92 die bestemd is om de gevolgen van de 198, alinéa 1er, 11°, CIR 92 qui est destinée à remédier aux
onderkapitalisatie in specifieke hypotheses te verhelpen, aan te conséquences de la sous-capitalisation dans des hypothèses
passen. particulières.
Vennootschappen gaan over tot verrichtingen van fiscale planning door Des sociétés procèdent à des opérations de planification fiscale en
intragroep leningen aan te gaan teneinde, via dat middel, de contractant des emprunts intragroupes en vue de détruire par ce biais
belastbare basis voortkomend uit hun operationele activiteiten op te la base imposable résultant de leurs activités opérationnelles.
heffen. Het merendeel van de OESO-landen bestrijdt deze methoden door La plupart des pays de l'OCDE luttent contre ces procédés par des
bepalingen van het type ' thin-cap rules ' die als gevolg hebben dat dispositions de type ' thin-cap rules ' qui ont pour conséquences
qu'une société qui dispose d'un capital anormalement bas et qui
een vennootschap die beschikt over een abnormaal laag kapitaal en die contracte des emprunts intragroupes qui sont anormalement élevés, ne
enorme intragroep leningen aangaat, de interesten van deze leningen peut pas déduire les intérêts de ces emprunts ou qu'elle ne peut les
niet kan aftrekken of maar beperkt kan aftrekken. déduire que de manière limitée.
Zulke regels beogen de bestaande onderkapitalisatie in het merendeel De telles règles visant la sous-capitalisation existent dans la
van de lidstaten van de Europese Unie, met uitzondering van plupart des Etats membres de l'Union européenne, à l'exception de
Oostenrijk, het Groothertogdom Luxemburg, Finland, Zweden en het l'Autriche, du grand-duché de Luxembourg, de la Finlande, de la Suède
Verenigd Koninkrijk. et du Royaume-Uni.
In Duitsland voorzien de recent aangenomen bepalingen een algemene En Allemagne, les dispositions adoptées récemment prévoient une
beperking van de aftrek van interesten die niet enkel toepasbaar is op limitation générale de la déduction des intérêts qui est non seulement
intragroep leningen maar ook op interesten betaald aan derden. applicable aux emprunts intragroupes mais également aux intérêts payés
Naargelang het geval varieert de coëfficiënt van onderkapitalisatie à des tiers. Selon les cas, le coefficient de sous-capitalisation varie de 1,5/1 à
van 1,5/1 tot 5/1, rekening houdend met het maximum bedrag van de 5/1, prenant en compte le montant maximum des emprunts de référence
referentieleningen ten opzichte van de eigen fondsen. par rapport aux fonds propres.
In België betreft de bestaande regel van artikel 198, eerste lid, 11°, En Belgique, la règle actuelle de l'article 198, alinéa 1er, 11°, CIR
WIB 92 enkel de interesten betaald aan verkrijgers gevestigd in fiscale paradijzen. Meer precies is de bestaande bepaling toepasbaar als de werkelijke verkrijger van de interesten niet onderworpen is aan een inkomstenbelasting of, voor die inkomsten, onderworpen is aan een aanzienlijk gunstigere aanslagregeling dan die welke voortvloeit uit de bepalingen van gemeen recht van toepassing in België en indien, en in de mate van die overschrijding, het totale bedrag van deze leningen, andere dan obligaties of andere gelijksoortige effecten uitgegeven door een openbaar beroep op het spaarwezen, hoger is dan zeven maal de som van de belaste reserves bij het begin van het belastbare tijdperk en het gestort kapitaal bij het einde van dit tijdperk. De Belgische regering meent dat deze bepaling moet worden aangepast aan de recentelijk waargenomen evolutie bij de groepen van vennootschappen. Anderzijds heeft België reeds de vorming van eigen vermogen aangemoedigd door het instellen van een stelsel van de aftrek voor 92 vise uniquement les intérêts payés à des bénéficiaires établis dans des paradis fiscaux. Plus précisément, la disposition existante s'applique lorsque le bénéficiaire effectif des intérêts n'est pas soumis à un impôt sur les revenus ou y est soumis, pour ces revenus, à un régime de taxation notablement plus avantageux que celui résultant des dispositions du droit commun applicables en Belgique et, dans la mesure de ce dépassement, si le montant total desdits emprunts, autres que des obligations ou autres titres analogues émis par appel public à l'épargne, excède sept fois la somme des réserves taxées au début de la période imposable et du capital libéré à la fin de cette période. Le Gouvernement belge estime que cette disposition doit être adaptée à l'évolution récemment observée au sein de groupes de sociétés. D'autre part, la Belgique a déjà encouragé la constitution des fonds propres en instaurant le régime de la déduction pour capital à risque,
risicokapitaal, ook wel ' notionele interestaftrek ' genoemd. aussi appelée ' déduction des intérêts notionnels '.
Maar, in het vooruitzicht van de beperking van deze aftrek die reeds Cependant, avec la perspective de la limitation de cette déduction,
deels geconcretiseerd is door de aanname van de wet van 28 december qui a déjà été concrétisée en partie par l'adoption de la loi du 28
2011 houdende diverse bepalingen en die een vervolg zal kennen in de décembre 2011 portant des dispositions diverses et qui est poursuivie
bepalingen van een ander ontwerp met het oog op het opheffen van de par les dispositions d'un autre projet visant à supprimer les
mogelijkheden tot overdracht van de niet toegekende aftrek in geval possibilités de report de la déduction non accordée en cas d'absence
van geen of onvoldoende winst voor een belastbaar tijdperk, zijn ou d'insuffisance des bénéfices d'une période imposable, sont apparues
aanwijzingen aan het licht gekomen dat een bepaald aantal grote des indications qu'un certain nombre de grandes entreprises envisagent
vennootschappen voornemens is om constructies met onderkapitalisatie de mettre en place des constructions faisant appel à la
in de plaats te stellen. sous-capitalisation.
Zoals de coëfficiënten toegepast door de andere Staten aangeven, is de Comme les coefficients appliqués par d'autres Etats l'indiquent, le
ratio tussen de eigen fondsen en de geleende referentiekapitalen, die momenteel zeven is, relatief gunstig. De Belgische regering heeft dan ook beslist om deze terug te brengen tot vijf. Bovendien verwijst de bestaande bepaling in ontwerp naar het fiscaal stelsel dat van toepassing is op de interesten in hoofde van de werkelijke verkrijger ervan. Daarnaast zal de beperking voortaan alle betaalde of toegekende interesten aan werkelijke verkrijgers behorend tot dezelfde groep als de vennootschap-schuldenaar van de interesten beogen en dit in de mate van de overschrijding, als het totaal bedrag van de aangegane leningen tussen de leden van de groep, andere dan obligaties of andere gelijksoortige effecten uitgegeven door een openbaar beroep op het spaarwezen, hoger is dan vijf maal de som van de belaste reserves bij het begin van het belastbare tijdperk en het gestort kapitaal bij het einde van dit tijdperk. ratio entre les fonds propres et les capitaux empruntés de référence qui est actuellement de sept est relativement favorable. Le Gouvernement belge a dès lors décidé de le ramener à cinq. Par ailleurs, la disposition actuelle en projet fait référence au régime fiscal applicable aux intérêts dans le chef du bénéficiaire effectif de ceux-ci. En plus, la limitation visera désormais tous les intérêts payés ou attribués à des bénéficiaires effectifs appartenant au même groupe que la société débitrice des intérêts et ce, dans la mesure du dépassement, si le montant total des emprunts contractés auprès des membres du groupe, autres que des obligations ou autres titres analogues émis par appel public à l'épargne, excède cinq fois la somme des réserves taxées au début de la période imposable et du capital libéré à la fin de cette période.
[...] [...]
Het begrip ' werkelijke verkrijger ' van de interesten bedoelt zowel La notion de ' bénéficiaire effectif ' des intérêts vise aussi bien
de directe als de indirecte betalingen van interesten. les paiements directs qu'indirects d'intérêts.
Zoals vermeld, doet artikel 198, eerste lid, 11°, WIB 92, in ontwerp, Comme il l'indique, l'article 198, alinéa 1er, 11°, CIR 92, en projet,
geen afbreuk aan de toepassing van de artikelen 54 en 55, WIB 92, die ne porte pas préjudice à l'application des articles 54 et 55, CIR 92,
lesquels contiennent également des dispositions particulières en
ook specifieke bepalingen bevatten inzake de aftrek van de interesten matière de déduction d'intérêts d'emprunts. Il va de soi que la
van leningen. Het spreekt voor zich dat de bepaling in artikel 198, disposition contenue à l'article 198, alinéa 1er, 11°, CIR 92, en
eerste lid, 11°, WIB 92, in ontwerp, evenmin een beletsel vormt voor projet, ne fait pas non plus obstacle à l'application des dispositions
de toepassing van de algemene bepalingen op het vlak van kosten en générales en matière de frais et de moyens de preuve, telles que
bewijsmiddelen, zoals deze van artikel 49 en artikel 344, WIB 92. celles de l'article 49 et de l'article 344, CIR 92.
De term ' groep ' doelt op het geheel van verbonden vennootschappen, Le terme ' groupe ' désigne l'ensemble des sociétés liées au sens de
in de zin van artikel 11 van het Wetboek van vennootschappen. l'article 11 du Code des sociétés.
Voor de toepassing van deze bepaling, wordt verwezen naar de Pour l'application de cette disposition, il est renvoyé aux termes de
bewoordingen van artikel 11 van het Wetboek van vennootschappen l'article 11 du Code des sociétés en vertu desquels on entend par :
krachtens hetwelk moet worden verstaan :
1) onder ' met een vennootschap verbonden vennootschappen ' : 1) ' sociétés liées à une société ' :
a) de vennootschappen waarover zij een controlebevoegdheid uitoefent; a) les sociétés qu'elle contrôle;
b) de vennootschappen die een controlebevoegdheid over haar b) les sociétés qui la contrôlent;
uitoefenen; c) de vennootschappen waarmee zij een consortium vormt; c) les sociétés avec lesquelles elles forment consortium;
d) de andere vennootschappen die, bij weten van haar bestuursorgaan, d) les autres sociétés qui, à la connaissance de son organe
onder de controle staan van de vennootschappen bedoeld in a), b) en c) d'administration, sont contrôlées par les sociétés visées sub a), b)
» (Parl. St., Kamer, 2011-2012, DOC 53-2081/001, pp. 95-97). et c) » (Doc. parl., Chambre, 2011-2012, DOC 53-2081/001, pp. 95-97).
Tijdens de commissiebesprekingen preciseerde de minister van Financiën Au cours des débats en commission, le ministre des Finances précisa
eveneens : encore :
« De ' thin cap '-regeling moet onderkapitalisatie van vennootschappen « Les règles ' thin cap ' sont destinées à éviter la
vermijden. De regering wil fiscale constructies binnen groepsverband sous-capitalisation des sociétés. Le gouvernement entend dissuader les
ontmoedigen die worden opgezet om de belastbare winst in België te montages fiscaux opérés au sein des groupes afin de réduire le
drukken. De voorgestelde maatregel bestaat erin dat vennootschappen bénéfice imposable en Belgique. La mesure proposée consiste en ce que
die tot een zelfde groep behoren, de intresten op leningen aangegaan les sociétés qui appartiennent à un même groupe ne peuvent désormais
bij andere leden van de groep niet meer fiscaal kunnen aftrekken voor plus déduire fiscalement les intérêts sur les prêts contractés auprès
dat deel van de leningen dat 5 maal het eigen vermogen van de d'autres membres du groupe pour la partie des prêts qui excède cinq
vennootschap overschrijdt. Deze regel geldt niet voor leasing- en fois les fonds propres de la société. Cette règle ne s'applique pas
factoringvennootschappen uit de financiële sector en voor aux sociétés de leasing et de factoring du secteur financier et aux
vennootschappen die een PPS-project uitvoeren dat gegund werd na een sociétés qui exécutent un projet PPP attribué dans le cadre d'un
overheidsopdracht » (Parl. St., Kamer, 2011-2012, DOC 53-2081/016, p. marché public » (Doc. parl., Chambre, 2011-2012, DOC 53-2081/016, p.
9). 9).
« De vennootschappen die zich onderkapitaliseren en tegelijk beroep « Les sociétés qui se sous-capitalisent tout en recourant à l'emprunt
doen op leningen die verstrekt zijn door groepsvennootschappen om zich auprès de sociétés de groupe pour se financer, constituent le groupe
te financieren, vormen de doelgroep van deze maatregel. cible de cette mesure.
Indien de groepsleningen meer bedragen dan 5 maal het eigen vermogen, Si le montant des emprunts de groupe excède cinq fois celui des fonds
wordt de fiscale aftrekbaarheid van de interesten op die leningen propres, la déductibilité fiscale des intérêts sur ces emprunts est
beperkt in verhouding tot de overschrijding » (ibid., p. 59). limitée proportionnellement au dépassement » (ibid., p. 59).
Een volksvertegenwoordiger beklemtoonde eveneens in verband met die Un député souligna également à propos de cette nouvelle disposition :
nieuwe bepaling :
« Is de voorliggende verstrenging van de onderkapitalisatieregel een « Le renforcement à l'examen de la règle de sous-capitalisation est-il
budgettaire maatregel dan wel een bijzondere antimisbruikbepaling ? une mesure budgétaire ou une disposition anti-abus particulière ? Une
Ongetwijfeld heeft een strikte onderkapitalisatieregel een positief règle de sous-capitalisation stricte a indubitablement un effet
effect voor de fiscale inkomsten. Dit artikel behoort eerder thuis in positif sur les recettes fiscales. Cet article s'inscrit plutôt dans
het kader van het bestrijden van de zogenaamde dubble dip die ontstaan le cadre de la lutte contre ledit dubble dip créé par l'instauration
is door de invoering van de aftrek voor risicokapitaal. In de la déduction pour capital à risque. Dans les structures de groupe,
groepsstructuren werd het interessant om één vennootschap sterk te il est devenu intéressant de capitaliser fortement une société afin de
kapitaliseren zodat de notionele intrest maximaal kon benut worden. pouvoir exploiter au maximum les intérêts notionnels. Cette société
Die ene vennootschap kan dan leningen verstrekken waardoor de intrest peut alors accorder des prêts, ce qui fait que les intérêts de
van de lening de belastbare basis vermindert in de andere l'emprunt diminuent la base taxable de l'autre société de groupe. La
groepsvennootschap. De onderkapitalisatieregel zoals voorzien in
artikel 139, 2°, zorgt ervoor dat er beperkingen worden gesteld aan de règle de sous-capitalisation telle que prévue à l'article 139, 2°,
optimalisatie van de notionele intrestaftrek. Die beperkingen worden permet de mettre des limites à l'optimisation de la déduction des
op basis van duidelijke en rechtszekere criteria vooropgesteld » intérêts notionnels. Ces limites sont fixées sur la base de critères
(ibid., p. 20). clairs et juridiquement sûrs » (ibid., p. 20).
B.1.4. Artikel 198 van het WIB 1992 werd nog gewijzigd bij onder meer B.1.4. L'article 198 du CIR 1992 a encore été modifié notamment par
artikel 89 van de programmawet van 22 juni 2012, dat bepaalt : l'article 89 de la loi-programme du 22 juin 2012, qui dispose :
« In artikel 198 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, « A l'article 198 du Code des impôts sur les revenus 1992, modifié par
gewijzigd bij de wetten van 28 juli 1992, 22 juli 1993, 27 december les lois des 28 juillet 1992, 22 juillet 1993, 27 décembre 1993, 6
1993, 6 juli 1994 en 20 december 1995, bij het koninklijk besluit van juillet 1994 et 20 décembre 1995, par l'arrêté royal du 20 décembre
20 december 1996 en bij de wetten van 22 december 1998, 10 maart 1999, 1996 et par les lois des 22 décembre 1998, 10 mars 1999, 4 mai 1999,
4 mei 1999, 22 mei 2001, 24 december 2002, 15 december 2004, 23 22 mai 2001, 24 décembre 2002, 15 décembre 2004, 23 décembre 2005, 25
december 2005, 25 april 2007, 22 december 2009, 23 december 2009, 28 avril 2007, 22 décembre 2009, 23 décembre 2009, 28 décembre 2011 et 29
december 2011 en 29 maart 2012, worden de volgende wijzigingen mars 2012, les modifications suivantes sont apportées :
aangebracht : 1° het eerste lid zal voortaan de § 1 vormen; 1° l'alinéa premier formera dorénavant le § 1er;
2° in de inleidende zin van § 1, 11°, worden in de Franse tekst de 2° dans la phrase liminaire du § 1er, 11°, les mots ' institutions
woorden ' institutions visées ' vervangen door de woorden ' visées ' sont remplacés par les mots ' établissements visés ' et les
établissements visés ' en worden de woorden ' wanneer de werkelijke mots ' lorsque les bénéficiaires effectifs de ceux-ci ' sont abrogés
verkrijgers ervan ' opgeheven en zij worden heringevoegd in elk et ils sont réinsérés à chaque tiret de la même disposition après le
streepje van dezelfde bepaling na het woord ' hetzij, '; mot ' soit, ';
[...] [...]
12° het artikel wordt aangevuld met een § 4, luidende : 12° l'article est complété par un § 4 rédigé comme suit :
' § 4. Voor de toepassing van § 1, 11°, tweede streepje, wat de ' § 4. Pour l'application du § 1er, 11°, deuxième tiret, en ce qui
financieringsverrichtingen die worden verricht in het kader van een concerne les opérations de financement réalisées dans le cadre d'une
raamovereenkomst voor gecentraliseerd thesauriebeheer binnen een groep convention-cadre de gestion centralisée de trésorerie d'un groupe,
betreft, wordt, in hoofde van de vennootschap belast met dat dans le chef de la société chargée de cette gestion centralisée, on
gecentraliseerd beheer, onder de betaalde of toegekende interesten van entend par intérêts d'emprunts payés ou attribués, la différence
leningen verstaan het positieve verschil tussen : positive entre :
- enerzijds, de betaalde of toegekende interesten voor de sommen die - d'une part, les intérêts payés ou attribués afférents à des sommes
haar ter beschikking worden gesteld door vennootschappen van de groep; mises à sa disposition par des sociétés du groupe;
- en anderzijds, de ontvangen of verkregen interesten voor de sommen - et, d'autre part, les intérêts reçus ou obtenus afférents à des
die effectief zijn ter beschikking gesteld aan vennootschappen van de sommes qu'elle met effectivement à la disposition de sociétés du
groep in het kader van deze raamovereenkomst voor gecentraliseerd groupe dans le cadre de cette convention-cadre de gestion centralisée
thesauriebeheer, met uitzondering van de in artikel 56, § 2, 2°, de trésorerie, à l'exception des établissements visés à l'article 56,
bedoelde instellingen, en van de vennootschappen die zijn bedoeld in § § 2, 2°, et des sociétés visées au § 3, alinéa 3, ou établies dans un
3, derde lid, of die zijn gevestigd in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte en activiteiten van gelijke aard als deze laatste uitoefenend. Voor de bepaling van het eerder genoemde positieve verschil wordt geen rekening gehouden met de ontvangen of verkregen interesten voor de sommen die de vennootschap belast met het gecentraliseerd beheer ter beschikking stelt aan vennootschappen van de groep die niet aan de vennootschapsbelasting of aan een buitenlandse belasting van gelijke aard zijn onderworpen of die gevestigd zijn in een land waar de gemeenrechtelijke bepalingen inzake belastingen aanzienlijk gunstiger zijn dan in België. Voor de toepassing van het tweede lid, worden de gemeenrechtelijke bepalingen inzake belastingen die van toepassing zijn op vennootschappen gevestigd in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte geacht niet aanzienlijk gunstiger te zijn dan in België. De vennootschap moet aantonen dat zowel de betaalde of toegekende interesten als de ontvangen of verkregen interesten betrekking hebben op het gecentraliseerd thesauriebeheer en het gevolg zijn van de raamovereenkomst voor dit gecentraliseerd thesauriebeheer. Voor de toepassing van deze paragraaf wordt verstaan onder : 1° het gecentraliseerd thesauriebeheer, het beheer van dagelijkse thesaurieverrichtingen of het thesauriebeheer op korte termijn of uitzonderlijk op langere termijn om rekening te houden met specifieke omstandigheden binnen een normaal thesauriebeheer; autre Etat membre de l'Espace économique européen et exerçant des activités analogues à ces dernières. Pour la détermination de la différence positive susmentionnée, il n'est pas tenu compte des intérêts reçus ou obtenus afférents à des sommes que la société chargée de la gestion centralisée met à la disposition de sociétés du groupe qui ne sont pas assujetties à l'impôt des sociétés ou à un impôt étranger analogue ou qui sont établies dans un pays dont les dispositions du droit commun en matière d'impôt sont notablement plus avantageuses qu'en Belgique. Pour l'application de l'alinéa 2, les dispositions du droit commun en matière d'impôts qui sont applicables aux sociétés établies dans un Etat membre de l'Espace économique européen sont censées ne pas être notablement plus avantageuses qu'en Belgique. La société doit établir que tant les intérêts payés ou attribués que les intérêts reçus ou obtenus sont afférents à la gestion centralisée de trésorerie et résultent de la convention-cadre de cette gestion centralisée de trésorerie. Pour l'application du présent paragraphe, il faut entendre par : 1° gestion centralisée de trésorerie, la gestion au jour le jour de la trésorerie ou la gestion à court terme de la trésorerie, ou exceptionnellement à plus long terme pour tenir compte des circonstances spécifiques dans le cadre de la gestion normale de trésorerie;
2° raamovereenkomst, de overeenkomst waarin de vennootschappen die 2° convention-cadre, la convention dans laquelle les sociétés qui font
deel uitmaken van een groep, duidelijkheid scheppen over het gebruikte partie d'un groupe, précisent le modèle de financement utilisé et les
financieringsmodel en de activiteiten binnen het gecentraliseerd activités au sein de la gestion centralisée de trésorerie. Cette
thesauriebeheer. Deze overeenkomst moet onder andere bepalen : convention doit définir entre autres :
a) de activiteiten die tot het dagelijkse thesauriebeheer behoren en a) les activités qui sont liées à la gestion quotidienne de la
die de vennootschap voor de leden van de groep uitvoert; trésorerie et que la société effectue pour les membres du groupe;
b) de wijze waarop uitstaande vorderingen en schulden worden verrekend b) le mode de compensation de créances et de dettes entre les sociétés
tussen de vennootschappen die zijn aangesloten bij de bovenvermelde affiliées à la susdite convention-cadre;
raamovereenkomst;
c) de modaliteiten voor de tussenkomst van de vennootschappen en de c) les modalités d'intervention des sociétés et les taux d'intérêt
gehanteerde interestvoeten. ' ». pratiqués. ».
B.2. De wijziging die bij artikel 89 van de programmawet van 22 juni B.2. La modification apportée à l'article 198 du CIR 1992 par
2012 in artikel 198 van het WIB 1992 is aangebracht, heeft geen l'article 89 de la loi-programme du 22 juin 2012 n'a pas d'incidence
weerslag op het onderhavige beroep. sur le présent recours.
Ten gronde Quant au fond
B.3. De verzoekende partij klaagt aan dat de bestreden bepaling de B.3. La partie requérante reproche à la disposition attaquée de violer
artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet schendt in zoverre de wetgever les articles 10, 11 et 172 de la Constitution en ce que le législateur
verhindert dat de interesten van bepaalde leningen als beroepskosten empêche que les intérêts de certains emprunts puissent être déduits,
kunnen worden afgetrokken door de lenende vennootschap, zonder dat au titre de frais professionnels, par la société emprunteuse, sans
enige redelijke verantwoording voor een dergelijk verschil in qu'aucune justification raisonnable ne puisse être apportée à une
behandeling kan worden aangevoerd. telle différence de traitement.
B.4. Het behoort tot de beoordelingsbevoegdheid van de wetgever te B.4. Il relève du pouvoir d'appréciation du législateur de décider à
beslissen onder welke voorwaarden de interesten van bepaalde schulden quelles conditions les intérêts de certaines dettes sont déductibles
al dan niet als beroepskosten aftrekbaar zijn. ou non au titre de frais professionnels.
Uit de parlementaire voorbereiding van de bestreden bepaling blijkt Il ressort des travaux préparatoires de la disposition attaquée que
dat artikel 198, eerste lid, 11°, van het WIB 1992 is gewijzigd l'article 198, alinéa 1er, 11°, du CIR 1992 a été modifié en vue de
teneinde de gevolgen te bestrijden die een buitensporige lutter contre les conséquences qu'une sous-capitalisation excessive de
onderkapitalisatie van de vennootschap (namelijk wanneer haar la société (soit lorsque son ratio d'endettement est au moins égal à
schuldratio minstens gelijk is aan vijf) kan hebben voor de correcte 5) peut avoir sur la perception correcte de l'impôt auquel elle est
inning van de belasting waartoe zij is gehouden, wanneer die tenue, lorsque cette sous-capitalisation est aggravée par l'octroi de
onderkapitalisatie toeneemt door het toekennen van «
intragroepsleningen ». prêts « intra-groupe ».
In tegenstelling tot wat de verzoekende partij aanvoert, wordt het Contrairement à ce que soutient la partie requérante, l'objectif du
doel van de wetgever dus duidelijk vastgesteld in de parlementaire législateur est donc clairement établi dans les travaux préparatoires
voorbereiding van de wet. B.5. Aan de wetgever komt het toe te bepalen welke doelstellingen hij op fiscaal vlak wil nastreven. Hij kan in het raam van zijn beoordelingsvrijheid beslissen om de aftrek, als beroepskosten, van de door een belastingplichtige verschuldigde interesten op verschillende wijze toe te staan volgens het soort van lening die deze is aangegaan. Bovendien moet de wetgever, wanneer hij de grondslag van een belasting bepaalt, gebruik kunnen maken van categorieën die, noodzakelijkerwijs, de verscheidenheid van toestanden slechts met een zekere graad van benadering opvangen. Het beroep op dat procedé is niet onredelijk op zich; niettemin moet worden onderzocht of hetzelfde geldt voor de wijze waarop het werd aangewend. Wat het eerste middel betreft B.6.1. In haar eerste middel klaagt de verzoekende partij aan dat de bestreden bepaling een onverantwoord verschil in behandeling invoert de la loi. B.5. Il appartient au législateur de déterminer quels sont les objectifs qu'il souhaite poursuivre en matière fiscale. Dans le cadre de son pouvoir d'appréciation, il peut décider d'autoriser la déduction, comme frais professionnels, des intérêts dus par un contribuable d'une manière différente selon le type d'emprunt qu'il a contracté. En outre, lorsqu'il établit l'assiette d'un impôt, le législateur doit pouvoir faire usage de catégories qui, nécessairement, n'appréhendent la diversité des situations qu'avec un certain degré d'approximation. Le recours à ce procédé n'est pas déraisonnable en soi; il convient néanmoins d'examiner s'il en va de même pour la manière dont le procédé a été utilisé. En ce qui concerne le premier moyen B.6.1. Dans son premier moyen, la partie requérante reproche à la disposition attaquée d'établir une différence de traitement
tussen, enerzijds, de vennootschappen die geld lenen bij de in artikel injustifiée entre les sociétés qui empruntent des fonds auprès des
56, § 2, 2°, van het WIB 1992 bedoelde instellingen of door een institutions visées à l'article 56, § 2, 2°, du CIR 1992 ou par appel
openbaar beroep op het spaarwezen en, anderzijds, de vennootschappen public à l'épargne, d'une part, et les sociétés qui se financent par
die zich met andere middelen financieren, onder meer via een « d'autres moyens, notamment par le biais d'un prêt « intra-groupe »,
intragroepslening ». Enkel de eerstgenoemde vennootschappen zouden het d'autre part. Seules les premières sociétés seraient en mesure de
geheel van de interesten die zij aan de lenende instelling déduire, en tant que frais professionnels, l'intégralité des intérêts
verschuldigd zijn, als beroepskosten kunnen aftrekken, zelfs wanneer qu'elles doivent à l'organisme prêteur, même lorsque leur endettement
hun schuldenlast hoger is dan vijfmaal de som van hun eigen vermogen. excède cinq fois la somme de leurs fonds propres.
Uit de uiteenzetting van het middel in het verzoekschrift tot Il ressort de l'exposé du moyen contenu dans la requête en annulation
vernietiging en uit de toelichtingen die daaraan in de memorie van ainsi que des développements qui y sont consacrés dans le mémoire en
antwoord van de verzoekende partij zijn gewijd, blijkt dat het tweede réponse de la partie requérante que la seconde branche de la
lid van de vergelijking in werkelijkheid hoofdzakelijk betrekking comparaison porte en réalité essentiellement sur les sociétés qui se
heeft op de vennootschappen die zich financieren bij een andere financent auprès d'une autre société du groupe auquel elles
vennootschap van de groep waartoe zij behoren. appartiennent.
B.6.2. Artikel 56 van het WIB 1992 bepaalt : B.6.2. L'article 56 du CIR 1992 dispose :
« § 1. Voor de toepassing van artikel 55 wordt geen beperking « § 1er. Pour l'application de l'article 55, aucune limitation n'est
toegepast voor sommen betaald door de kredietinstellingen onderworpen applicable en ce qui concerne les sommes payées par les établissements
aan de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de de crédit soumis à la loi du 22 mars 1993 relative au statut et au
kredietinstellingen evenals door de Nationale Bank van België en het contrôle des établissements de crédit ainsi que par la Banque
Herdisconterings- en Waarborginstituut. Nationale de Belgique et l'Institut de Réescompte et de Garantie.
§ 2. Evenmin wordt enige beperking toegepast op de sommen die zijn § 2. Aucune limitation n'est également applicable en ce qui concerne
betaald : les sommes payées :
1° op openbaar uitgegeven obligaties en andere soortgelijke effecten 1° en raison d'obligations émises publiquement et d'autres titres
van leningen; analogues constitutifs d'emprunts;
2° aan een van de volgende instellingen : 2° à l'un des établissements suivants :
a) kredietinstellingen naar Belgisch recht die zijn erkend a) les établissements de crédit de droit belge, agréés conformément à
overeenkomstig de voornoemde wet van 22 maart 1993, la loi du 22 mars 1993 précitée, les établissements de crédit relevant
kredietinstellingen die ressorteren onder een andere lidstaat van de
Europese Economische Ruimte en die, overeenkomstig de voornoemde wet du droit d'un autre Etat membre de l'Espace économique européen, et
van 22 maart 1993, gemachtigd zijn om hun activiteiten op Belgisch autorisés, conformément à la loi du 22 mars 1993 précitée, à exercer
grondgebied uit te oefenen ofwel door de vestiging van een bijkantoor, leurs activités sur le territoire belge, soit par l'établissement
ofwel in het kader van het vrij verrichten van diensten, en andere d'une succursale, soit en libre prestation de service, et les autres
kredietinstellingen die ressorteren onder een andere lidstaat van de établissements de crédit relevant du droit d'un autre Etat membre de
Europese Economische Ruimte en die in die hoedanigheid erkend zijn in l'Espace économique européen, agréés en cette qualité dans leur Etat
hun Staat van oorsprong overeenkomstig de nationale bepalingen van die d'origine conformément aux dispositions nationales de cet Etat
Staat die de Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en van de transposant la Directive 2006/48/CE du Parlement européen et du
Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van Conseil du 14 juin 2006 concernant l'accès à l'activité des
de werkzaamheden van kredietinstellingen, omzetten, en die niet actief établissements de crédit et son exercice, et non actifs sur le
zijn op Belgisch grondgebied; territoire belge;
b) de Nationale Bank van België; b) la Banque Nationale de Belgique;
c) het Herdisconterings- en Waarborginstituut; c) l'Institut de Réescompte et de Garantie;
d) ondernemingen van hypothecaire leningen onderworpen aan het d) les entreprises de prêts hypothécaires soumises à l'arrêté royal n°
koninklijk besluit nr. 255 van 7 januari 1936 tot reglementering van 225 du 7 janvier 1936 réglementant les prêts hypothécaires et
de hypothecaire leningen en tot inrichting van de controle op de organisant le contrôle des entreprises de prêts hypothécaires, ainsi
ondernemingen van hypothecaire leningen, zomede hypotheekondernemingen
onderworpen aan de wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet que les entreprises hypothécaires soumises à la loi du 4 août 1992
of ondernemingen die ressorteren onder een andere lidstaat van de relative au crédit hypothécaire ou les entreprises relevant du droit
Europese Economische Ruimte en die onder de toepassing vallen van een d'un autre Etat membre de l'Espace économique européen soumises à une
gelijkaardige wetgeving die van kracht is in een andere lidstaat van législation analogue en vigueur dans un autre Etat membre de l'Espace
de Europese Economische Ruimte; économique européen;
e) vennootschappen die uitsluitend of hoofdzakelijk de financiering e) les sociétés qui ont pour objet exclusif ou principal le
van verkopen op afbetaling ten doel hebben en die erkend zijn financement de ventes à tempérament agréées conformément à la loi du
overeenkomstig de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet, en 12 juin 1991 relatif au crédit à la consommation et les entreprises
gelijkaardige ondernemingen onderworpen aan het recht van een andere
lidstaat van de Europese Economische Ruimte die in die hoedanigheid analogues relevant du droit d'un autre Etat membre de l'Espace
erkend zijn in hun Staat van oorsprong overeenkomstig de nationale économique européen agréées en cette qualité dans leur Etat d'origine
bepalingen van die Staat tot omzetting van de Richtlijn 2008/48/EG van conformément aux dispositions nationales de cet Etat transposant la
het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 inzake Directive 2008/48/CE du Parlement européen et du Conseil du 23 avril
kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van Richtlijn 2008 concernant les contrats de crédit aux consommateurs et abrogeant
87/102/EG van de Raad; la Directive 87/102/CE du Conseil;
f) (opgeheven) f) (abrogé)
g) (opgeheven) g) (abrogé)
h) verzekeringsondernemingen naar Belgisch recht die erkend zijn h) les entreprises d'assurances de droit belge, agréées conformément à
overeenkomstig de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der la loi du 9 juillet 1975 relative au contrôle des entreprises
verzekeringsondernemingen, verzekeringsondernemingen die ressorteren d'assurances, les entreprises d'assurances relevant du droit d'un
onder een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte en die, autre Etat membre de l'Espace économique européen, et autorisées,
overeenkomstig de voornoemde wet van 9 juli 1975, gemachtigd zijn hun conformément à la loi du 9 juillet 1975 précitée, à exercer leurs
activiteiten op Belgisch grondgebied uit te oefenen, ofwel door de activités sur le territoire belge, soit par l'établissement d'une
vestiging van een bijkantoor, ofwel in het kader van het vrij
verrichten van diensten, en de andere verzekeringsondernemingen die succursale, soit en libre prestation de service, et les autres
ressorteren onder een andere lidstaat van de Europese Economische entreprises d'assurance, relevant d'un autre Etat membre de l'Espace
Ruimte en die in die hoedanigheid erkend zijn in hun Staat van économique européen, agréés en cette qualité dans leur Etat d'origine
oorsprong overeenkomstig de nationale bepalingen van die Staat tot conformément aux dispositions nationales de cet Etat transposant les
omzetting van de Europese Richtlijnen inzake erkenning van Directives européennes en matière d'agrément des entreprises
verzekeringsondernemingen, en die niet actief zijn op Belgisch d'assurance, et non actives sur le territoire belge;
grondgebied; i) de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij en de i) la Société fédérale de Participations et d'Investissement et les
gewestelijke investeringsmaatschappijen die onder de wet van 2 april sociétés régionales d'investissement régies par la loi du 2 avril 1962
1962 vallen, zomede die welke onder het Vlaams decreet van 7 mei 2004 ainsi que celles qui sont régies par le décret flamand du 7 mai 2004
betreffende de investeringsmaatschappijen van de Vlaamse overheid vallen; relatif aux sociétés d'investissement des autorités flamandes.
[...] ». [...] ».
B.6.3. In tegenstelling tot wat de verzoekende partij aanvoert, berust B.6.3. Contrairement à ce que soutient la partie requérante, la
het bekritiseerde verschil in behandeling op een objectief criterium, différence de traitement critiquée repose sur un critère objectif, à
namelijk de hoedanigheid van de kredietgever en de eventuele organieke savoir la qualité du prêteur et les éventuelles relations organiques
relaties die die laatste met de vennootschap-schuldenaar onderhoudt. que ce dernier entretient avec la société débitrice.
B.6.4. Gezien de aard zelf van de « intragroepsleningen » vermocht de wetgever van oordeel te zijn dat er een groter risico bestaat op een oneigenlijk gebruik van de regeling van de aftrekbaarheid van de interesten van leningen die zijn aangegaan door de vennootschap-schuldenaar, in het bijzonder wanneer die ondergekapitaliseerd is. Zoals in B.1.3 is opgemerkt, kunnen de organieke relaties tussen de kredietgever en de kredietnemer het hun immers mogelijk maken fiscale constructies op te zetten die een financiering via een openbaar beroep op het spaarwezen of via onafhankelijke bank- of financiële instellingen niet - of althans niet in die mate - zou toestaan. Nu de bestreden maatregel van dien aard kan zijn dat dit risico daardoor wordt voorkomen, hetgeen de verzoekende partij niet betwist, is hij niet zonder redelijke verantwoording. B.6.4. Eu égard à la nature même des prêts « intra-groupe », le législateur pouvait considérer qu'il existe un risque plus important d'usage abusif du régime de déductibilité des intérêts d'emprunts contractés par la société débitrice, spécialement lorsque celle-ci est sous-capitalisée. En effet, comme il a été relevé en B.1.3, les relations organiques qui unissent le prêteur et l'emprunteur peuvent leur permettre d'établir des montages d'ingénierie fiscale que n'autoriserait pas - ou du moins pas dans cette mesure - un financement via un appel public à l'épargne ou par le biais d'établissements bancaires ou financiers indépendants. Dès lors que la mesure attaquée peut être de nature à prévenir ce risque, ce que ne conteste pas la partie requérante, elle n'est pas dépourvue de justification raisonnable.
B.6.5. De omstandigheid dat bepaalde « intragroepsleningen » voor B.6.5. La circonstance que certains emprunts « intra-groupe » au
ondergekapitaliseerde vennootschappen mogelijk niet tot doel zouden bénéfice de sociétés sous-capitalisées pourraient, comme le soutient
hebben om de belastbare grondslag van die vennootschappen te la requérante, ne pas avoir pour objectif de diminuer la base
verminderen, zoals de verzoekende partij aanvoert, ontneemt de maatregel niet zijn verantwoording. In een dermate technische aangelegenheid is het immers niet onredelijk voor de wetgever om de verscheidenheid van toestanden slechts op vereenvoudigende wijze op te vangen. Bovendien kan hem, rekening houdend met het in B.6.4 bedoelde risico van misbruik, niet worden verweten dat hij rekening heeft gehouden met de ongunstige fiscale gevolgen die een door een ondergekapitaliseerde vennootschap aangegane intragroepslening noodzakelijkerwijs met zich meebrengt, in plaats van te hebben geprobeerd de gevallen te bepalen waarin die financiële constructie een ander doel zou hebben dan het reduceren van de belastbare grondslag van de lenende vennootschap. Hetzelfde geldt voor het bestaan van andere bepalingen die, zoals de imposable de ces sociétés n'enlève rien au caractère justifié de la mesure. En effet, dans une matière aussi technique, il n'est pas déraisonnable pour le législateur de n'appréhender la diversité des situations que de manière simplificatrice. De surcroît, il ne saurait lui être reproché, compte tenu du risque d'abus visé en B.6.4, d'avoir eu égard aux conséquences fiscales défavorables qu'emporte nécessairement un emprunt intra-groupe contracté par une société sous-capitalisée plutôt que d'avoir cherché à déterminer les hypothèses dans lesquelles ce montage financier aurait un objectif autre que la destruction de la base imposable de la société emprunteuse. Il en va de même de l'existence d'autres dispositions qui, comme les
artikelen 54 en 55 van het WIB 1992, ertoe strekken de interesten van articles 54 et 55 du CIR 1992, visent à exclure du bénéfice de la
leningen die niet met de werkelijkheid lijken overeen te stemmen of déductibilité les intérêts d'emprunts qui paraissent ne pas
waarvan het bedrag buitensporig wordt geacht ten aanzien van de correspondre à la réalité ou dont le montant est jugé excessif par
marktrentevoet, van het voordeel van de aftrekbaarheid uit te sluiten
of die, zoals artikel 344 van het WIB 1992, op algemene wijze de rapport au taux du marché ou qui, comme l'article 344 du CIR 1992,
misbruiken in fiscale zaken beogen te bestrijden. Het is immers niet onredelijk dat de wetgever een specifieke maatregel neemt die, hoewel daarmee een doel wordt nagestreefd dat soortgelijk is aan dat van de voormelde bepalingen, daarmee echter geen overlapping vormt, aangezien de toepassingsvoorwaarden ervan niet identiek zijn. B.6.6. De bekritiseerde maatregel heeft evenmin onevenredige gevolgen aangezien de wetgever een ondergekapitaliseerde vennootschap niet verbiedt zich binnen haar eigen groep te financieren, maar enkel de fiscale aftrekbaarheid van interesten beperkt ten aanzien van leningen voor meer dan vijfmaal de som van het eigen vermogen. De maatregel entendent lutter de manière générale contre les abus en matière fiscale. En effet, il n'est pas déraisonnable que le législateur adopte une mesure spécifique qui, si elle poursuit un objectif similaire à celui des dispositions précitées, ne fait toutefois pas double emploi avec celles-ci, leurs conditions d'application n'étant pas identiques. B.6.6. La mesure critiquée n'a pas davantage d'effets disproportionnés étant donné que le législateur n'interdit pas à une société sous-capitalisée de se financer au sein de son propre groupe, mais limite uniquement la déductibilité fiscale des intérêts d'emprunts excédant cinq fois la somme des fonds propres. La mesure n'empêche pas non plus cette société de déduire à titre de frais professionnels les
belet die vennootschap evenmin de interesten van de leningen die zij intérêts des emprunts qu'elle continue de contracter, pour autant
blijft aangaan, voor zover zij zulks doet via een openbaar beroep op qu'elle le fasse via un appel public à l'épargne ou auprès d'un
het spaarwezen of bij een in artikel 56, § 2, 2°, van het WIB 1992 établissement visé à l'article 56, § 2, 2°, du CIR 1992, si bien que
bedoelde instelling, als beroepskosten af te trekken, zodat de
wetgever een billijk evenwicht handhaaft tussen de bekommernis om de le législateur maintient un juste équilibre entre le souci d'assurer
correcte inning van de belasting te verzekeren, de beheersautonomie la correcte perception de l'impôt, l'autonomie de gestion au sein des
binnen de groepen van vennootschappen en de toegang tot de groupes de sociétés et l'accès au marché du crédit de sociétés
kredietmarkt van ondergekapitaliseerde vennootschappen tegen fiscaal sous-capitalisées à des conditions fiscalement avantageuses, pourvu
gunstige voorwaarden, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan. que certaines conditions soient remplies.
B.6.7. In tegenstelling tot wat de verzoekende partij aanvoert, B.6.7. Pour le surplus, contrairement à ce que soutient la partie
verbiedt de bestreden bepaling overigens een ondergekapitaliseerde requérante, la disposition attaquée n'interdit pas à une société
vennootschap niet de interesten af te trekken van leningen die zij sous-capitalisée de déduire les intérêts d'emprunts qu'elle a
niet langer is aangegaan bij een vennootschap die tot dezelfde groep contractés auprès, non plus d'une société appartenant au même groupe
als zij behoort, maar bij haar aandeelhouders of bij derden die niet qu'elle, mais de ses actionnaires ou de tiers qui ne relèvent pas
tot een van de in artikel 56, § 2, 2°, van het WIB 1992 bedoelde d'une des catégories d'établissements visées à l'article 56, § 2, 2°,
categorieën van instellingen behoren, voor zover die kredietgevers du CIR 1992, pour autant que ces prêteurs soient soumis à un impôt sur
zijn onderworpen aan een inkomstenbelasting volgens een les revenus selon un régime de taxation qui n'est pas notablement plus
aanslagregeling die niet aanzienlijk gunstiger is dan de Belgische avantageux que le régime fiscal de droit commun belge.
gemeenrechtelijke fiscale regeling. B.6.8. Le premier moyen n'est pas fondé.
B.6.8. Het eerste middel is niet gegrond. En ce qui concerne les deuxième et troisième moyens
Wat het tweede en het derde middel betreft B.7. Par ses deuxième et troisième moyens, qu'il convient d'examiner
B.7. Met haar tweede en derde middel, die samen moeten worden ensemble, la partie requérante reproche à la disposition attaquée
onderzocht, klaagt de verzoekende partij aan dat de bestreden bepaling d'instaurer une discrimination entre les sociétés emprunteuses quant à
tussen de lenende vennootschappen een discriminatie invoert wat de berekeningsmethode van hun schuldratio betreft. Enkel de leningen die bij de in artikel 56, § 2, 2°, van het WIB 1992 bedoelde instellingen of via een openbaar beroep op het spaarwezen zijn aangegaan, zouden worden uitgesloten van de berekening van de schuldratio waarboven bepaalde interesten van leningen niet meer als beroepskosten kunnen worden afgetrokken. De andere leningen, met name de « intragroepsleningen » (tweede middel), alsook de leningen die zijn aangegaan bij een financiële instelling die, hoewel zij niet in artikel 56, § 2, 2°, van het WIB 1992 wordt beoogd, ressorteert onder een Staat waarmee België overeenkomsten tot voorkoming van dubbele belasting heeft gesloten (derde middel), zouden daarentegen wel in de berekening van de schuldratio van de lenende vennootschap worden opgenomen. B.8. Volgens de Ministerraad zou de verzoekende partij geen belang hebben bij het tweede middel om reden dat daarin het bestaan van een regeling van aftrekbaarheid zou worden betwist die gunstig zou zijn voor elke vennootschap die aan de inkomstenbelasting is onderworpen. In zoverre de verzoekende partij doet blijken van het vereiste belang om de vernietiging van de bestreden bepaling te vorderen, hetgeen de Ministerraad niet uitdrukkelijk betwist, dient zij daarnaast niet te doen blijken van een belang bij de middelen die zij aanvoert. De exceptie wordt verworpen. B.9.1. De Ministerraad is eveneens van oordeel dat het derde middel feitelijke grondslag mist in zoverre de bij de bestreden bepaling opgelegde beperking voor de aftrekbaarheid van de interesten niet van toepassing zou zijn wanneer de kredietgever die niet onder artikel 56, § 2, 2°, van het WIB 1992 valt, desalniettemin is onderworpen aan een belastingregeling die niet aanzienlijk gunstiger is, en niet tot dezelfde groep als de lenende vennootschap behoort. De verzoekende partij beoogt evenwel in haar derde middel niet de categorieën van leningen die aan de bij de bestreden bepaling vastgelegde beperking van de aftrekbaarheid van de interesten worden onderworpen zodra de bij dezelfde bepaling vastgelegde schuldratio wordt bereikt, maar wel, in navolging van haar tweede middel, de categorieën van leningen die niet in aanmerking worden genomen bij de berekening van de schuldratio van de lenende vennootschap. B.9.2. Het derde middel vertrekt daarentegen van een verkeerd uitgangspunt in zoverre daarin wordt gepostuleerd dat de leningen die zijn aangegaan bij een financiële instelling die niet onder artikel 56, § 2, 2°, van het WIB 1992 valt maar niet is onderworpen aan een aanzienlijk gunstigere inkomstenbelastingregeling dan het in België van toepassing zijnde gemeen recht, in aanmerking moeten worden genomen bij de berekening van de schuldratio van de lenende vennootschap. De verzoekende partij en de Ministerraad, aan wie in dat verband een vraag werd gesteld door het Hof, hebben immers allebei erkend dat enkel de leningen waarvan de interesten ten goede komen aan personen die deel uitmaken van de groep waartoe de schuldenaar behoort of aan personen die, ofwel, niet aan een inkomstenbelasting zijn onderworpen, ofwel, voor die inkomsten, zijn onderworpen aan een aanzienlijk gunstigere aanslagregeling dan die welke voortvloeit uit de in België van toepassing zijnde gemeenrechtelijke bepalingen, in de berekening van de schuldratio van de lenende vennootschap kunnen worden opgenomen. In die mate is het derde middel onontvankelijk. B.10. Door de in de bestreden bepaling vervatte schuldratio aan te nemen, heeft de wetgever voor alle lenende vennootschappen een limiet vastgesteld die boekhoudkundig en fiscaal op vaststaande wijze kan worden bepaald, waardoor misbruiken, alsook problemen bij het bepalen van het aftrekbare bedrag van de interesten van de leningen die die vennootschappen zijn aangegaan, kunnen worden vermeden. De verzoekende partij betwist niet dat de door de wetgever vastgestelde schuldgraad, die gelijk is aan vijfmaal het eigen vermogen van de lenende vennootschap, redelijk is. B.11.1. Aangezien de wetgever de fiscale gevolgen heeft willen bestrijden van een onderkapitalisatie die is bestemd om de belastbare grondslag van de aan de inkomstenbelasting onderworpen vennootschap te verminderen, is het bovendien niet zonder redelijke verantwoording dat hij heeft beslist om bepaalde leningen van de berekening van de schuldratio uit te sluiten, zoals die welke zijn verkregen via een openbaar beroep op het spaarwezen of bij in artikel 56, § 2, van het WIB 1992 bedoelde financiële instellingen, waarvan kan worden vermoed dat zij, in tegenstelling tot onder meer intragroepsleningen, zijn aangegaan met een doel dat vreemd is aan het doel dat de wetgever wou bestrijden. Voor het overige toont de verzoekende partij niet aan welke andere soort van leningen een soortgelijk vermoeden zou kunnen genieten. B.11.2. Evenzo kan de wetgever niet worden verweten dat hij een onderscheid heeft ingevoerd tussen leninggevende financiële instellingen naargelang zij al dan niet zijn onderworpen aan een aanzienlijk gunstigere inkomstenbelastingregeling dan die welke voortvloeit uit het in België van toepassing zijnde gemeen recht. Wegens de essentiële verschillen die bestaan tussen de regelgevingen die op die twee categorieën van financiële instellingen van toepassing zijn, en rekening houdend met de grote beoordelingsvrijheid die ter zake aan de wetgever is toegekend, is een dergelijk verschil in behandeling niet zonder redelijke verantwoording. B.12. De bestreden bepaling maakt de aftrekbaarheid van interesten van « intragroepsleningen » allicht mogelijk, ook al is de schuldenlast van de vennootschap vijfmaal hoger dan haar eigen vermogen, met name wanneer die reeds bestaande schuldenlast, althans gedeeltelijk, het resultaat is van een openbaar beroep op het spaarwezen of van een lening die bij een in artikel 56, § 2, 2°, van het WIB 1992 bedoelde instelling is gesloten. Die omstandigheid kan het redelijk verantwoorde karakter van de bekritiseerde maatregel echter niet op de helling zetten. Integendeel, zij vormt een element dat de bestreden bepaling des te minder onevenredig kan maken aangezien een vennootschap, onder bepaalde voorwaarden, aldus de aftrek, als beroepskosten, kan genieten van de interesten van de leningen waarvan zij de schuldenaar is, met inbegrip van die welke zijn verkregen bij een vennootschap die tot dezelfde groep als zij behoort, zelfs wanneer die naar verhouding over een erg klein eigen vermogen beschikt. B.13. Het tweede en het derde middel zijn niet gegrond. Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep. Aldus uitgesproken in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 9 juli 2013. De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, la méthode de calcul de leur ratio d'endettement. Seuls les emprunts contractés auprès des établissements visés à l'article 56, § 2, 2°, du CIR 1992 ou réalisés via un appel public à l'épargne seraient exclus du calcul du ratio d'endettement au-delà duquel certains intérêts d'emprunts ne peuvent plus être déduits à titre de frais professionnels. En revanche, les autres emprunts, notamment les emprunts « intra-groupe » (deuxième moyen) ainsi que ceux contractés auprès d'un établissement financier qui, bien qu'il ne soit pas visé à l'article 56, § 2, 2°, du CIR 1992, relève d'un Etat avec lequel la Belgique a conclu des conventions préventives de double imposition (troisième moyen), seraient intégrés dans le calcul du ratio d'endettement de la société emprunteuse. B.8. Selon le Conseil des ministres, la requérante n'aurait pas intérêt au deuxième moyen au motif que ce dernier contesterait l'existence d'un régime de déductibilité qui serait favorable à toute société soumise à l'impôt sur les revenus. Dans la mesure où la partie requérante justifie de l'intérêt requis pour demander l'annulation de la disposition attaquée, ce que ne conteste pas formellement le Conseil des ministres, elle ne doit pas justifier en plus d'un intérêt aux moyens qu'elle invoque. L'exception est rejetée. B.9.1. Le Conseil des ministres considère encore que le troisième moyen manque en fait en ce que la limite à la déductibilité des intérêts, imposée par la disposition attaquée, ne s'appliquerait pas lorsque le prêteur qui ne relève pas de l'article 56, § 2, 2°, du CIR 1992 est néanmoins soumis à un régime d'impôt qui n'est pas notablement plus avantageux et qu'il ne fait pas partie du même groupe que la société emprunteuse. Toutefois, la partie requérante ne vise pas, dans son troisième moyen, les catégories d'emprunts qui sont soumis à la limite de déductibilité des intérêts, fixée par la disposition attaquée, une fois que le ratio d'endettement, fixé par la même disposition, est atteint, mais bien, à l'instar de son deuxième moyen, les catégories d'emprunts qui ne sont pas pris en compte dans le calcul du ratio d'endettement de la société emprunteuse. B.9.2. En revanche, le troisième moyen part d'une prémisse erronée dans la mesure où il postule que les emprunts contractés auprès d'un établissement financier ne relevant pas de l'article 56, § 2, 2°, du CIR 1992, mais qui n'est pas soumis à un régime d'imposition sur les revenus notablement plus avantageux que le droit commun applicable en Belgique, doivent être pris en compte dans le calcul du ratio d'endettement de la société emprunteuse. Interrogés à cet égard par la Cour, la partie requérante et le Conseil des ministres ont en effet tous deux convenu que seuls les emprunts dont les intérêts bénéficient à des personnes qui font partie du groupe auquel appartient le débiteur ou à des personnes qui soit ne sont pas soumises à un impôt sur les revenus soit y sont soumises, pour ces revenus, à un régime de taxation notablement plus avantageux que celui résultant des dispositions du droit commun applicables en Belgique, peuvent être inclus dans le calcul du ratio d'endettement de la société emprunteuse. Dans cette mesure, le troisième moyen est irrecevable. B.10. En adoptant le ratio d'endettement contenu dans la disposition attaquée, le législateur a fixé, pour toutes les sociétés emprunteuses, une limite déterminable de manière certaine sur le plan comptable et fiscal, ce qui permet d'éviter des pratiques abusives ainsi que des difficultés d'évaluation du montant déductible des intérêts des emprunts que ces sociétés ont contractés. La partie requérante ne conteste pas que le taux d'endettement fixé par le législateur, et qui équivaut à cinq fois les fonds propres de la société emprunteuse, soit raisonnable. B.11.1. Puisque le législateur a entendu lutter contre les conséquences fiscales d'une sous-capitalisation destinée à réduire la base imposable de la société soumise à l'impôt sur les revenus, il n'est de surcroît pas sans justification raisonnable qu'il ait décidé d'exclure du calcul du ratio d'endettement certains emprunts qui, comme ceux obtenus via un appel public à l'épargne ou auprès d'institutions financières visées à l'article 56, § 2, du CIR 1992, peuvent être présumés, à la différence, notamment, de prêts « intra-groupe », avoir été conclus dans un objectif étranger à celui contre lequel le législateur entendait lutter. Pour le surplus, la partie requérante reste en défaut de démontrer quel autre type d'emprunts pourrait bénéficier d'une présomption analogue. B.11.2. De même, il ne saurait être reproché au législateur d'avoir établi une distinction entre institutions financières prêteuses selon qu'elles sont ou non soumises à un régime d'imposition sur les revenus notablement plus avantageux que celui qui résulte du droit commun applicable en Belgique. En raison des différences essentielles existant entre les réglementations applicables à ces deux catégories d'établissements financiers, et compte tenu de la grande marge d'appréciation reconnue au législateur en la matière, une telle différence de traitement n'est pas sans justification raisonnable. B.12. Sans doute la disposition attaquée permet-elle la déductibilité d'intérêts d'emprunts « intra-groupe » alors même que l'endettement de la société est cinq fois supérieur à ses fonds propres, notamment lorsque cet endettement préexistant est, pour partie du moins, le fruit d'un appel public à l'épargne ou d'un emprunt réalisé auprès d'une institution visée à l'article 56, § 2, 2°, du CIR 1992. Cette circonstance est toutefois impuissante à remettre en cause le caractère raisonnablement justifié de la mesure critiquée. Au contraire, elle constitue un élément de nature à rendre la disposition attaquée d'autant moins disproportionnée puisque, sous certaines conditions, une société peut ainsi bénéficier de la déduction, au titre de frais professionnels, des intérêts des emprunts dont elle est débitrice, en ce compris de ceux obtenus auprès d'une société appartenant au même groupe qu'elle, même lorsque celle-ci dispose proportionnellement de fonds propres en très faible quantité. B.13. Les deuxième et troisième moyens ne sont pas fondés. Par ces motifs, la Cour rejette le recours. Ainsi prononcé en langue française, en langue néerlandaise et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 9 juillet 2013. Le greffier, P.-Y. Dutilleux Le président,
R. Henneuse R. Henneuse
^