← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 76/2013 van 30 mei 2013 Rolnummers : 5449 en 5450 In zake
: de prejudiciële vragen betreffende artikel 6 van de wet van 17 april 1835 op de onteigening ten algemene
nutte, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. samengesteld
uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechters L. Lavrysen, J.-P. Moerma(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 76/2013 van 30 mei 2013 Rolnummers : 5449 en 5450 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 6 van de wet van 17 april 1835 op de onteigening ten algemene nutte, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechters L. Lavrysen, J.-P. Moerma(...) | Extrait de l'arrêt n° 76/2013 du 30 mai 2013 Numéros du rôle : 5449 et 5450 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 6 de la loi du 17 avril 1835 sur l'expropriation pour cause d'utilité publique, posées par la Cour d'app La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges L. La(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 76/2013 van 30 mei 2013 | Extrait de l'arrêt n° 76/2013 du 30 mai 2013 |
Rolnummers : 5449 en 5450 | Numéros du rôle : 5449 et 5450 |
In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 6 van de wet van | En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 6 de la |
17 april 1835 op de onteigening ten algemene nutte, gesteld door het | loi du 17 avril 1835 sur l'expropriation pour cause d'utilité |
Hof van Beroep te Gent. | publique, posées par la Cour d'appel de Gand. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de | composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges L. |
rechters L. Lavrysen, J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels en P. | Lavrysen, J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels et P. Nihoul, |
Nihoul, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder | assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. |
voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, | Bossuyt, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging | I. Objet des questions préjudicielles et procédure |
Bij arresten van 26 juni 2012 in zake respectievelijk de gemeente Lede | Par arrêts du 26 juin 2012 en cause respectivement de la commune de |
tegen Anny Lemmens en anderen en de gemeente Lede tegen Joannes | Lede contre Anny Lemmens et autres et de la commune de Lede contre |
Matthys, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen | Joannes Matthys, dont les expéditions sont parvenues au greffe de la |
op 4 juli 2012, heeft het Hof van Beroep te Gent de volgende | Cour le 4 juillet 2012, la Cour d'appel de Gand a posé la question |
prejudiciële vraag gesteld : | préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 6 van de wet van 17 april 1835 op de onteigening ten | « L'article 6 de la loi du 17 avril 1835 sur l'expropriation pour |
algemene nutte de artikelen 10 en 11 G.W. in samenhang gelezen met de | cause d'utilité publique viole-t-il les articles 10 et 11 de la |
Constitution, combinés avec les principes généraux de la sécurité | |
algemene beginselen van rechtszekerheid en inachtneming van de rechten | juridique et du respect des droits de la défense, en ce que cette |
van de verdediging, voor zover dat artikel de termijn van hoger beroep | disposition fait courir le délai d'appel à partir de la prononciation |
doet lopen van de uitspraak, en niet vanaf de betekening of | et non à partir de la signification ou notification comme prévu par |
kennisgeving zoals voorzien in artikel 1051 Ger.W. ? ». | l'article 1051 du Code judiciaire ? ». |
Die zaken, ingeschreven onder de nummers 5449 en 5450 van de rol van | Ces affaires, inscrites sous les numéros 5449 et 5450 du rôle de la |
het Hof, werden samengevoegd. | Cour, ont été jointes. |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1. Krachtens artikel 5 van de wet van 17 april 1835 op de | B.1. En vertu de l'article 5 de la loi du 17 avril 1835 sur |
onteigening ten algemene nutte verklaart de rechter, wanneer hij | l'expropriation pour cause d'utilité publique, si le tribunal décide |
vaststelt dat de vordering tot onteigening niet regelmatig werd | que l'action n'a pas été régulièrement intentée, que les formes |
ingesteld, dat de wettelijke vormvoorschriften niet werden nageleefd | prescrites par la loi n'ont pas été observées, ou bien que le plan des |
of dat het plan der werkzaamheden niet toepasselijk is op de eigendom | travaux n'est pas applicable à la propriété dont l'expropriation est |
waarvan de onteigening wordt gevorderd, « dat er geen verdere | poursuivie, il déclarera qu'« il n'y a pas lieu de procéder |
rechtspleging moet geschieden ». | ultérieurement ». |
Artikel 6 van dezelfde wet voorziet in de mogelijkheid van hoger | L'article 6 de la même loi prévoit la possibilité d'interjeter appel |
beroep tegen dat vonnis : | de ce jugement : |
« Het hoger beroep tegen dit vonnis, evenals tegen datgene waarbij zal | |
besloten zijn dat er dient overgegaan tot de regeling der vergoeding, | « L'appel de ce jugement, comme de celui qui aura décidé qu'il y a |
zal binnen vijftien dagen na de uitspraak ervan ingesteld worden. | lieu de passer outre au règlement de l'indemnité, sera interjeté dans |
Het beroep zal een dagvaarding tot verschijning binnen de 8 dagen | la quinzaine de sa prononciation. |
bevatten alsmede de bezwaren tegen het vonnis, dit alles op straf van | L'appel contiendra assignation à comparaître dans la huitaine, ainsi |
nietigheid; geen andere bezwaren buiten die welke in de akte van | que les griefs contre le jugement, le tout à peine de nullité. Aucuns |
beroep vermeld zijn, zullen op de zitting of schriftelijk mogen | griefs autres que ceux énoncés dans l'acte d'appel ne pourront être |
besproken worden. | discutés à l'audience ni par écrit. |
Over het beroep zal zonder uitstel uitspraak worden gedaan op de bij | Il sera statué sur l'appel, sans remise, au jour fixé par ordonnance |
bevelschrift van de voorzitter op verzoekschrift vastgestelde dag ». | du président rendue sur requête ». |
B.2. De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of de | B.2. Le juge a quo demande à la Cour si cette dernière disposition |
laatstgenoemde bepaling de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, | viole les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec le |
in samenhang gelezen met het rechtszekerheidsbeginsel en het beginsel | principe de la sécurité juridique et avec le principe des droits de la |
van de rechten van de verdediging, doordat de termijn om hoger beroep | défense, en ce que le délai d'appel court à compter de la |
in te stellen loopt vanaf de uitspraak en niet vanaf de betekening of | prononciation du jugement et non à partir de la signification ou de la |
kennisgeving zoals artikel 1051 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt. Volgens die laatste bepaling is de termijn om hoger beroep aan te tekenen één maand, te rekenen vanaf de betekening van het vonnis of, in bepaalde gevallen, vanaf de kennisgeving ervan. De betekening gebeurt bij deurwaardersexploot, door de belanghebbende partij. De kennisgeving wordt gedaan bij gerechtsbrief, door de griffier. De prejudiciële vraag heeft geen betrekking op de duur van de termijn om hoger beroep in te stellen, maar enkel op het aanvangspunt van die termijn. B.3. In weerwil van wat de Ministerraad en de geïntimeerden voor de verwijzende rechter aanvoeren, heeft de toepasselijkheid van verschillende procedureregels in verschillende soorten van procedures niet tot gevolg dat de daarin betrokken categorieën van personen niet vergelijkbaar zouden zijn. Het verschil in behandeling tussen bepaalde categorieën van personen dat voortvloeit uit de toepassing van verschillende procedureregels in verschillende omstandigheden houdt op zich geen discriminatie in. Van discriminatie zou slechts sprake zijn indien het verschil in behandeling dat voortvloeit uit de toepassing van die procedureregels een onevenredige beperking van de rechten van de daarbij betrokken personen met zich zou meebrengen. B.4. Het recht op toegang tot de rechter, dat een onderdeel is van het recht op een eerlijk proces, kan worden onderworpen aan ontvankelijkheidsvoorwaarden, met name wat betreft het instellen van een rechtsmiddel. Die voorwaarden mogen echter niet ertoe leiden dat het recht op zodanige wijze wordt beperkt dat de kern ervan wordt aangetast. Dit zou het geval zijn wanneer de beperkingen geen wettig doel nastreven of indien er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het nagestreefde doel. B.5. De regels betreffende de vormvoorschriften en termijnen om beroep in te stellen zijn gericht op een goede rechtsbedeling en het weren van de risico's van rechtsonzekerheid. Die regels mogen de | notification de ce dernier, comme le prévoit l'article 1051 du Code judiciaire. Selon cette dernière disposition, le délai pour interjeter appel est d'un mois à partir de la signification du jugement ou, dans certains cas, de la notification de celui-ci. La signification s'effectue par exploit d'huissier, à la demande de la partie intéressée. La notification a lieu par pli judiciaire aux soins du greffier. La question préjudicielle ne concerne pas la durée du délai d'appel mais uniquement le point de départ de ce délai. B.3. Contrairement à ce qu'allèguent le Conseil des ministres et les intimés devant le juge a quo, l'applicabilité de règles procédurales différentes dans différentes sortes de procédure n'a pas pour effet que les catégories de personnes concernées par celles-ci ne soient pas comparables. La différence de traitement entre certaines catégories de personnes qui découle de l'application de règles procédurales différentes dans des circonstances différentes n'est pas discriminatoire en soi. Il ne serait question de discrimination que si la différence de traitement qui découle de l'application de ces règles de procédure entraînait une limitation disproportionnée des droits des personnes concernées. B.4. Le droit d'accès au juge, qui constitue un aspect du droit à un procès équitable, peut être soumis à des conditions de recevabilité, notamment en ce qui concerne l'introduction d'une voie de recours. Ces conditions ne peuvent cependant aboutir à restreindre le droit de manière telle que celui-ci s'en trouve atteint dans sa substance même. Tel serait le cas si les restrictions imposées ne tendaient pas vers un but légitime et s'il n'existait pas un rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés et le but visé. B.5. Les règles relatives aux formalités et délais fixés pour former un recours visent à assurer une bonne administration de la justice et à écarter les risques d'insécurité juridique. Toutefois, ces règles ne |
rechtzoekenden echter niet verhinderen de beschikbare rechtsmiddelen | peuvent empêcher les justiciables de se prévaloir des voies de recours |
te doen gelden. | disponibles. |
B.6. De onteigening biedt de overheid de mogelijkheid om voor | B.6. L'expropriation offre aux pouvoirs publics la possibilité |
doeleinden van algemeen nut de beschikking te krijgen over in het | d'obtenir, pour des motifs d'utilité publique, la disposition de |
bijzonder onroerende goederen die niet middels de gewone wijzen van | biens, en particulier immobiliers, qui ne peuvent être acquis par les |
eigendomsoverdracht kunnen worden verworven. | voies normales du transfert de propriété. |
Ter waarborging van de rechten van de eigenaar bepaalt artikel 16 van | Pour garantir les droits du propriétaire, l'article 16 de la |
de Grondwet evenwel dat niemand van zijn eigendom kan worden ontzet | Constitution précise toutefois que nul ne peut être privé de sa |
dan ten algemenen nutte, in de gevallen en op de wijze bij de wet | propriété que pour cause d'utilité publique, dans les cas et de la |
bepaald en tegen billijke en voorafgaande schadeloosstelling. | manière établis par la loi, et moyennant une juste et préalable indemnité. |
De bij de wet van 17 april 1835 geregelde procedure beoogt in | La procédure réglée par la loi du 17 avril 1835 vise principalement à |
hoofdzaak de eigenaars te beschermen tegen onrechtmatig optreden van | protéger les propriétaires contre l'action illicite des pouvoirs |
de overheid, en dit in het kader van het grondrecht gewaarborgd bij | publics, et ce dans le cadre du droit fondamental garanti par |
artikel 16 van de Grondwet. Meer in het bijzonder beoogt die procedure | l'article 16 de la Constitution. Cette procédure vise plus |
de onteigende het recht op een billijke schadeloosstelling te | particulièrement à garantir à l'exproprié le droit à une juste |
waarborgen. | indemnité. |
B.7. De bijzondere aard van de onteigeningsprocedure, die de overheid | B.7. La nature particulière de la procédure d'expropriation, qui |
in staat stelt om eigendom te verwerven voor doeleinden van algemeen | permet à l'autorité d'acquérir une propriété à des fins d'utilité |
nut, enerzijds, en de burger bescherming biedt tegen onrechtmatige | publique, d'une part, et qui offre une protection au citoyen contre |
inmenging in zijn eigendomsrecht, anderzijds, kan redelijkerwijze | une ingérence illicite dans son droit de propriété, d'autre part, peut |
verantwoorden dat die procedure verschillen vertoont ten opzichte van | raisonnablement justifier que cette procédure présente des différences |
de gemeenrechtelijke procedure. | par rapport à la procédure de droit commun. |
Bij de totstandkoming van de wet van 17 april 1835 heeft de wetgever | Lors de l'adoption de la loi du 17 avril 1835, le législateur a en |
inzonderheid beoogd de periode van onzekerheid over het lot van de | particulier cherché à restreindre à un strict minimum la période |
eigendom, die het voorwerp uitmaakt van een vordering tot onteigening, | d'insécurité quant au sort de la propriété faisant l'objet d'une |
tot een strikt minimum te beperken : | demande d'expropriation : |
« De regering heeft terecht gedacht dat het steeds dringend | « Le gouvernement a pensé, et avec raison, qu'il y a toujours urgence |
noodzakelijk is om te voorzien in wat het algemeen belang vereist, net | à pourvoir à ce qu'exige l'intérêt général, comme il y a également |
zoals het eveneens, in het privaat belang, noodzakelijk is zo spoedig | nécessité, dans l'intérêt privé, à lever le plus promptement possible |
mogelijk het soort verbod op te heffen dat op de met onteigening | l'espèce d'interdiction qui pèse sur la propriété menacée |
bedreigde eigendom weegt » (eigen vertaling) (Verslag, Parl. St., Kamer, 1834-1835, nr. 129, p. 4). B.8. Het is dus zowel in het belang van de onteigenende overheid als in het belang van de onteigende burger dat de onteigeningsprocedure een snel en doeltreffend verloop kent. De in het geding zijnde bepaling is erop gericht zo spoedig mogelijk uitsluitsel te verschaffen over de wettigheid van de vordering die door de onteigenende overheid is ingesteld en die door de rechter in eerste aanleg toelaatbaar of ontoelaatbaar is verklaard, meer bepaald nadat hij heeft gecontroleerd of de vordering regelmatig werd ingesteld, of de wettelijke vormvoorschriften werden nageleefd en of het plan der werkzaamheden toepasselijk is op de eigendom waarvan de onteigening wordt gevorderd. B.9. Beide partijen in de procedure, al dan niet aanwezig op de zitting vastgesteld voor de uitspraak, kunnen zich van die uitspraak vergewissen en hun recht op hoger beroep binnen de wettelijk bepaalde termijn aldus vrijwaren. Die noodzaak om zich hiervan te vergewissen heeft geen onevenredige gevolgen, zelfs indien de uitspraak herhaaldelijk wordt uitgesteld. | d'expropriation » (Rapport, Doc. parl., Chambre, 1834-1835, n° 129, p. 4). B.8. C'est donc tant dans l'intérêt de l'autorité expropriante que dans l'intérêt du citoyen exproprié que la procédure d'expropriation se caractérise par un déroulement rapide et efficace. La disposition en cause vise à procurer une réponse définitive le plus rapidement possible quant à la légalité de l'action qui a été intentée par l'autorité expropriante et qui est déclarée admissible ou inadmissible par le juge en première instance, plus précisément après qu'il a contrôlé si l'action a été régulièrement intentée, si les formes prescrites par la loi ont été observées et si le plan des travaux est applicable à la propriété dont l'expropriation est poursuivie. B.9. Les deux parties à la procédure, présentes ou non à l'audience fixée pour la prononciation, peuvent s'informer de celle-ci et préserver leur droit d'interjeter appel dans le délai légal. Cette nécessité de s'informer n'a pas d'effets disproportionnés, même si la prononciation est ajournée à plusieurs reprises. |
Van de onteigenende overheid mag bovendien worden verwacht dat zij de | En outre, on peut attendre de la part de l'autorité expropriante |
nodige zorgvuldigheid aan de dag legt en de gerechtelijke voortgang | qu'elle fasse preuve de la prudence nécessaire et qu'elle suive avec |
van de door haar opgestarte onteigeningsprocedures met de vereiste | la plus grande minutie la progression judiciaire des procédures |
nauwgezetheid opvolgt. | d'expropriation qu'elle a entamées. |
B.10. Uit hetgeen voorafgaat volgt dat het aanvangspunt van de in het | B.10. Il résulte de ce qui précède que le point de départ du délai |
geding zijnde beroepstermijn niet van die aard is dat het de | d'appel en cause n'est pas de nature à rendre exagérément difficile ou |
aanwending van het rechtsmiddel buitensporig moeilijk of onmogelijk zou maken. | impossible l'utilisation de la voie de recours. |
De omstandigheid dat de termijn om hoger beroep in te stellen loopt | La circonstance que le délai d'appel court à compter de la |
vanaf de uitspraak en niet vanaf de betekening of de kennisgeving | prononciation et non à partir de la signification ou de la |
ervan doet derhalve niet op onevenredige wijze afbreuk aan de rechten | notification du jugement ne porte dès lors pas atteinte de manière |
van de daarbij betrokken personen. Dat is des te meer het geval nu het | disproportionnée aux droits des personnes concernées. Il en est |
een beroep betreft tegen een beslissing die niet de vaststelling van | d'autant plus ainsi qu'il s'agit d'un recours contre une décision qui |
de billijke schadeloosstelling betreft maar enkel de vraag of aan de | ne porte pas sur la fixation de la juste indemnité mais seulement sur |
wettelijke voorwaarden voor het uitoefenen van de | la question de savoir s'il est satisfait aux conditions légales de |
onteigeningsvordering is voldaan. | l'exercice de l'action en expropriation. |
B.11. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | B.11. La question préjudicielle appelle une réponse négative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
Artikel 6 van de wet van 17 april 1835 op de onteigening ten algemene | L'article 6 de la loi du 17 avril 1835 sur l'expropriation pour cause |
nutte schendt niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang | d'utilité publique ne viole pas les articles 10 et 11 de la |
gelezen met de algemene beginselen van de rechtszekerheid en van de | Constitution, combinés avec les principes généraux de la sécurité |
rechten van de verdediging. | juridique et des droits de la défense. |
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 30 mei 2013. | la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 30 mai 2013. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
De voorzitter, | Le président, |
M. Bossuyt | M. Bossuyt |