Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 79/2013 van 6 juni 2013 Rolnummer : 5493 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 4 van de wet van 21 juni 1985 betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, even Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechter(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 79/2013 van 6 juni 2013 Rolnummer : 5493 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 4 van de wet van 21 juni 1985 betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, even Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechter(...) Extrait de l'arrêt n° 79/2013 du 6 juin 2013 Numéro du rôle : 5493 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 4 de la loi du 21 juin 1985 relative aux conditions techniques auxquelles doivent répondre tout véhicule de transport La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges E. De(...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Uittreksel uit arrest nr. 79/2013 van 6 juni 2013 Extrait de l'arrêt n° 79/2013 du 6 juin 2013
Rolnummer : 5493 Numéro du rôle : 5493
In zake : de prejudiciële vraag over artikel 4 van de wet van 21 juni En cause : la question préjudicielle concernant l'article 4 de la loi
1985 betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer du 21 juin 1985 relative aux conditions techniques auxquelles doivent
te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten répondre tout véhicule de transport par terre, ses éléments ainsi que
voldoen, gesteld door de Politierechtbank te Dendermonde. les accessoires de sécurité, posée par le Tribunal de police de Termonde.
Het Grondwettelijk Hof, La Cour constitutionnelle,
samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges E. De
rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Moerman, E. Derycke en P. Groot, L. Lavrysen, J.-P. Moerman, E. Derycke et P. Nihoul, assistée
Nihoul, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, du greffier F. Meersschaut, présidée par le président M. Bossuyt,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging I. Objet de la question préjudicielle et procédure
Bij vonnis van 7 september 2012 in zake het openbaar ministerie tegen Par jugement du 7 septembre 2012 en cause du ministère public contre
Davy Decant, Patrick Prijot en de nv « Brudex », gedaagden, en de nv « Davy Decant, Patrick Prijot et la SA « Brudex », personnes citées, et
Brudex », burgerrechtelijk aansprakelijke partij, waarvan de expeditie la SA « Brudex », partie civilement responsable, dont l'expédition est
ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 oktober 2012, heeft de parvenue au greffe de la Cour le 5 octobre 2012, le Tribunal de police
Politierechtbank te Dendermonde de volgende prejudiciële vraag gesteld : de Termonde a posé la question préjudicielle suivante :
« Schendt het artikel 4 van de wet van 21 juni 1985 [betreffende de « L'article 4 de la loi du 21 juin 1985 [relative aux conditions
technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de techniques auxquelles doivent répondre tout véhicule de transport par
onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen] de terre, ses éléments ainsi que les accessoires de sécurité] viole-t-il
artikelen 10 en 11 van de Grondwet in die zin dat zij de overladingen les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce sens qu'il punit les
enkel strafbaar stellen ten aanzien van de in België ingeschreven surcharges uniquement à l'égard des véhicules immatriculés en
voertuigen waardoor er een onredelijk en onverantwoord verschil zou Belgique, de sorte qu'il pourrait exister une différence déraisonnable
kunnen bestaan ten aanzien van behandeling van in het buitenland et injustifiée par rapport au traitement réservé aux véhicules
ingeschreven voertuigen die door de voormelde bepaling niet strafbaar immatriculés à l'étranger, qui ne sont pas punissables en vertu de la
zijn ondanks hun vrije toegang op het Belgisch grondgebied ? ». disposition précitée, malgré leur libre accès au territoire belge ? ».
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
B.1. Het Hof wordt gevraagd of artikel 4 van de wet van 21 juni 1985 B.1. Il est demandé à la Cour si l'article 4 de la loi du 21 juin 1985
betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te relative aux conditions techniques auxquelles doivent répondre tout
land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten véhicule de transport par terre, ses éléments ainsi que les
voldoen, bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, accessoires de sécurité est compatible avec les articles 10 et 11 de
doordat het voorziet in strafsancties voor het overladen van een in la Constitution en ce qu'il prévoit des sanctions pénales pour la
België ingeschreven voertuig, maar niet voor het overladen van een in surcharge d'un véhicule immatriculé en Belgique, mais non pour la
het buitenland ingeschreven voertuig. surcharge d'un véhicule immatriculé à l'étranger.
B.2. De prejudiciële vraag betreft meer in het bijzonder artikel 4, § B.2. La question préjudicielle porte en particulier sur l'article 4, §
1, van de voormelde wet van 21 juni 1985, dat, in de versie ervan 1er, de la loi précitée du 21 juin 1985, qui, dans la version
zoals van toepassing op de datum van de feiten in het bodemgeschil, applicable à la date des faits de l'instance soumise au juge a quo,
bepaalt : dispose :
« Overtreding van deze wet en van de besluiten die betrekking hebben « Les infractions à la présente loi et aux arrêtés qui ont pour objet
op de technische eisen betreffende de voertuigen voor vervoer te land, les conditions techniques relatives aux véhicules de transport par
hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren, wordt gestraft met terre, à leurs éléments et aux accessoires de sécurité sont punies
gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden en met geldboete van d'un emprisonnement de huit jours à trois mois et d'une amende de dix
tien euro tot tienduizend euro of met een van die straffen alleen,
onverminderd de vergoeding van de schade indien daartoe grond bestaat. euros à dix mille euros, ou d'une de ces peines seulement, sans
De bepalingen van hoofdstuk VII van het eerste boek, alsmede artikel préjudice des dommages-intérêts s'il y a lieu.
85 van het Strafwetboek zijn mede van toepassing op die overtredingen. Les dispositions du chapitre VII du livre 1er, ainsi que l'article 85
du Code pénal, sont applicables à ces infractions.
In geval van herhaling binnen twee jaar na een in kracht van gewijsde En cas de récidive dans les deux ans à partir d'une condamnation
gegane veroordeling wegens dezelfde overtreding, mag de straf niet coulée en force de chose jugée prononcée du chef de la même
minder zijn dan het dubbel van de straf die vroeger wegens dezelfde infraction, la peine ne peut être inférieure au double de la peine
overtreding is uitgesproken. prononcée antérieurement, du chef de la même infraction.
De politierechtbanken nemen kennis van die overtredingen ». Les tribunaux de police connaissent de ces infractions ».
B.3. De in het geding zijnde bepaling voorziet in strafsancties voor B.3. La disposition en cause prévoit des sanctions pénales pour les
personnes qui commettent une infraction aux dispositions de la loi du
de personen die de bepalingen van de wet van 21 juni 1985 en van de 21 juin 1985 et aux arrêtés d'exécution de cette loi qui ont pour
uitvoeringsbesluiten ervan die betrekking hebben op de technische objet les conditions techniques relatives aux véhicules de transport
eisen betreffende de voertuigen voor vervoer te land, hun onderdelen par terre, à leurs éléments et aux accessoires de sécurité.
en hun veiligheidstoebehoren, niet naleven.
B.4. De regels betreffende het laden van voertuigen liggen vervat in B.4. Les règles relatives au chargement des véhicules sont contenues
het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement dans l'arrêté royal du 15 mars 1968 portant règlement général sur les
op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun conditions techniques auxquelles doivent répondre les véhicules
onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen. automobiles et leurs remorques, leurs éléments ainsi que les
B.5. Wanneer een prejudiciële vraag betrekking heeft op een wettelijke accessoires de sécurité. B.5. Lorsqu'une question préjudicielle porte sur une disposition
bepaling die in samenhang dient te worden gelezen met een législative qui doit être combinée avec un arrêté d'exécution, il
uitvoeringsbesluit, dient te worden bepaald aan welk van beide normen convient de déterminer à laquelle des deux normes le grief
het in het geding zijnde grondwettigheidsbezwaar zou moeten worden d'inconstitutionnalité en cause devrait être imputé.
toegeschreven. B.6. Te dezen heeft de prejudiciële vraag in wezen betrekking op de B.6. En l'espèce, la question préjudicielle porte en substance sur les
bepalingen van het voormelde koninklijk besluit van 15 maart 1968, die dispositions de l'arrêté royal précité du 15 mars 1968, qui
een verschil in behandeling in het leven zouden roepen, naargelang een établiraient une différence de traitement selon qu'un véhicule est
voertuig in België dan wel in het buitenland is ingeschreven. immatriculé en Belgique ou à l'étranger.
Artikel 4, § 1, van de wet van 21 juni 1985 beperkt zich ertoe de L'article 4, § 1er, de la loi du 21 juin 1985 se borne à réprimer les
overtreding van andere bepalingen strafbaar te stellen. De infractions à d'autres dispositions. L'inconstitutionnalité qui tient
ongrondwettigheid die verband houdt met het voormelde verschil in à la différence de traitement précitée ne peut dès lors être imputée à
behandeling, kan derhalve niet aan dat artikel worden toegeschreven. cet article. Elle pourrait uniquement résider dans les dispositions
Zij zou enkel kunnen zijn vervat in de bepalingen waarvan dat artikel dont la violation est érigée en infraction par cet article.
de overtreding strafbaar stelt.
B.7. Noch artikel 26, § 1, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op B.7. Ni l'article 26, § 1er, de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
het Grondwettelijk Hof noch enige andere grondwettelijke of wettelijke la Cour constitutionnelle ni aucune autre disposition
bepaling verleent het Hof de bevoegdheid om bij wijze van prejudiciële constitutionnelle ou législative ne confèrent à la Cour le pouvoir de
beslissing uitspraak te doen over de vraag of de bepalingen van een statuer à titre préjudiciel sur la question de savoir si les
uitvoeringsbesluit bestaanbaar zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. dispositions d'un arrêté d'exécution sont compatibles avec les articles 10 et 11 de la Constitution.
B.8. Met toepassing van artikel 159 van de Grondwet komt het de B.8. En application de l'article 159 de la Constitution, il appartient
rechter toe de bepalingen van een uitvoeringsbesluit die niet in au juge de ne pas appliquer les dispositions d'un arrêté d'exécution
overeenstemming zouden zijn met de in de prejudiciële vraag vermelde qui ne seraient pas conformes aux articles constitutionnels mentionnés
grondwetsartikelen, buiten toepassing te laten. dans la question préjudicielle.
B.9. De prejudiciële vraag behoort niet tot de bevoegdheid van het B.9. La question préjudicielle ne relève pas de la compétence de la
Hof. Cour.
Om die redenen, Par ces motifs,
het Hof la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
De prejudiciële vraag behoort niet tot de bevoegdheid van het Hof. La question préjudicielle ne relève pas de la compétence de la Cour.
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française,
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 6 juni 2013. la Cour constitutionnelle, en séance publique du 6 juin 2013.
De griffier, Le greffier,
F. Meersschaut F. Meersschaut
De voorzitter, Le président,
M. Bossuyt M. Bossuyt
^