gepubliceerd op 03 september 2013
Uittreksel uit arrest nr. 79/2013 van 6 juni 2013 Rolnummer : 5493 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 4 van de wet van 21 juni 1985 betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, even Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechter(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Uittreksel uit arrest nr. 79/2013 van 6 juni 2013 Rolnummer : 5493 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 4 van de
wet van 21 juni 1985Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
21/06/1985
pub.
15/02/2012
numac
2012000076
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen, gesteld door de Politierechtbank te Dendermonde.
Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Moerman, E. Derycke en P. Nihoul, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 7 september 2012 in zake het openbaar ministerie tegen Davy Decant, Patrick Prijot en de nv « Brudex », gedaagden, en de nv « Brudex », burgerrechtelijk aansprakelijke partij, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 oktober 2012, heeft de Politierechtbank te Dendermonde de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt het artikel 4 van de wet van 21 juni 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/06/1985 pub. 15/02/2012 numac 2012000076 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten [betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen] de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in die zin dat zij de overladingen enkel strafbaar stellen ten aanzien van de in België ingeschreven voertuigen waardoor er een onredelijk en onverantwoord verschil zou kunnen bestaan ten aanzien van behandeling van in het buitenland ingeschreven voertuigen die door de voormelde bepaling niet strafbaar zijn ondanks hun vrije toegang op het Belgisch grondgebied ? ». (...) III. In rechte (...) B.1. Het Hof wordt gevraagd of artikel 4 van de wet van 21 juni 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/06/1985 pub. 15/02/2012 numac 2012000076 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen, bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het voorziet in strafsancties voor het overladen van een in België ingeschreven voertuig, maar niet voor het overladen van een in het buitenland ingeschreven voertuig.
B.2. De prejudiciële vraag betreft meer in het bijzonder artikel 4, § 1, van de voormelde wet van 21 juni 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/06/1985 pub. 15/02/2012 numac 2012000076 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, dat, in de versie ervan zoals van toepassing op de datum van de feiten in het bodemgeschil, bepaalt : « Overtreding van deze wet en van de besluiten die betrekking hebben op de technische eisen betreffende de voertuigen voor vervoer te land, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren, wordt gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden en met geldboete van tien euro tot tienduizend euro of met een van die straffen alleen, onverminderd de vergoeding van de schade indien daartoe grond bestaat.
De bepalingen van hoofdstuk VII van het eerste boek, alsmede artikel 85 van het Strafwetboek zijn mede van toepassing op die overtredingen.
In geval van herhaling binnen twee jaar na een in kracht van gewijsde gegane veroordeling wegens dezelfde overtreding, mag de straf niet minder zijn dan het dubbel van de straf die vroeger wegens dezelfde overtreding is uitgesproken.
De politierechtbanken nemen kennis van die overtredingen ».
B.3. De in het geding zijnde bepaling voorziet in strafsancties voor de personen die de bepalingen van de wet van 21 juni 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/06/1985 pub. 15/02/2012 numac 2012000076 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten en van de uitvoeringsbesluiten ervan die betrekking hebben op de technische eisen betreffende de voertuigen voor vervoer te land, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren, niet naleven.
B.4. De regels betreffende het laden van voertuigen liggen vervat in het koninklijk besluit van 15 maart 1968Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/03/1968 pub. 03/06/2014 numac 2014014295 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 15/03/1968 pub. 16/03/2005 numac 2005000019 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de motorvoertuigen en hun aanhangwagens moeten voldoen. - Duitse vertaling sluiten houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen.
B.5. Wanneer een prejudiciële vraag betrekking heeft op een wettelijke bepaling die in samenhang dient te worden gelezen met een uitvoeringsbesluit, dient te worden bepaald aan welk van beide normen het in het geding zijnde grondwettigheidsbezwaar zou moeten worden toegeschreven.
B.6. Te dezen heeft de prejudiciële vraag in wezen betrekking op de bepalingen van het voormelde koninklijk besluit van 15 maart 1968Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/03/1968 pub. 03/06/2014 numac 2014014295 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 15/03/1968 pub. 16/03/2005 numac 2005000019 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de motorvoertuigen en hun aanhangwagens moeten voldoen. - Duitse vertaling sluiten, die een verschil in behandeling in het leven zouden roepen, naargelang een voertuig in België dan wel in het buitenland is ingeschreven.
Artikel 4, § 1, van de wet van 21 juni 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/06/1985 pub. 15/02/2012 numac 2012000076 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten beperkt zich ertoe de overtreding van andere bepalingen strafbaar te stellen. De ongrondwettigheid die verband houdt met het voormelde verschil in behandeling, kan derhalve niet aan dat artikel worden toegeschreven.
Zij zou enkel kunnen zijn vervat in de bepalingen waarvan dat artikel de overtreding strafbaar stelt.
B.7. Noch artikel 26, § 1, van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof noch enige andere grondwettelijke of wettelijke bepaling verleent het Hof de bevoegdheid om bij wijze van prejudiciële beslissing uitspraak te doen over de vraag of de bepalingen van een uitvoeringsbesluit bestaanbaar zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.
B.8. Met toepassing van artikel 159 van de Grondwet komt het de rechter toe de bepalingen van een uitvoeringsbesluit die niet in overeenstemming zouden zijn met de in de prejudiciële vraag vermelde grondwetsartikelen, buiten toepassing te laten.
B.9. De prejudiciële vraag behoort niet tot de bevoegdheid van het Hof.
Om die redenen, het Hof zegt voor recht : De prejudiciële vraag behoort niet tot de bevoegdheid van het Hof.
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 6 juni 2013.
De griffier, F. Meersschaut De voorzitter, M. Bossuyt