← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 46/2013 van 28 maart 2013 Rolnummer : 5382 In zake : de
prejudiciële vraag betreffende artikel 318, § 2, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank
van eerste aanleg te Gent. Het Grondwettelijk Hof samengesteld uit de voorzitters
M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechters L. Lavrysen, A. Alen, J.-(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 46/2013 van 28 maart 2013 Rolnummer : 5382 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 318, § 2, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Gent. Het Grondwettelijk Hof samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechters L. Lavrysen, A. Alen, J.-(...) | Extrait de l'arrêt n° 46/2013 du 28 mars 2013 Numéro du rôle : 5382 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 318, § 2, du Code civil, posée par le Tribunal de première instance de Gand. La Cour constitutionnelle, c après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procéd(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 46/2013 van 28 maart 2013 | Extrait de l'arrêt n° 46/2013 du 28 mars 2013 |
Rolnummer : 5382 | Numéro du rôle : 5382 |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 318, § 2, van het | En cause : la question préjudicielle relative à l'article 318, § 2, du |
Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te | Code civil, posée par le Tribunal de première instance de Gand. |
Gent. Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de | composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges L. |
rechters L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. | Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, J. |
Derycke, J. Spreutels, T. Merckx-Van Goey en P. Nihoul, bijgestaan | Spreutels, T. Merckx-Van Goey et P. Nihoul, assistée du greffier P.-Y. |
door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, | Dutilleux, présidée par le président M. Bossuyt, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
Bij vonnis van 19 januari 2012 in zake P.B. tegen J. V.B. en anderen, | Par jugement du 19 janvier 2012 en cause de P.B. contre J. V.B. et |
waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 17 april | autres, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 17 |
2012, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Gent de volgende | avril 2012, le Tribunal de première instance de Gand a posé la |
prejudiciële vraag gesteld : | question préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 318, § 2, van het Burgerlijk Wetboek artikel 22 van | « L'article 318, § 2, du Code civil viole-t-il l'article 22 de la |
de Grondwet en artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van | Constitution et l'article 8 de la Convention européenne des droits de |
de mens en de fundamentele vrijheden, in zoverre die bepaling het | l'homme en ce qu'il ne permet pas à [P.B.] de mettre en cause sa |
[P.B.] onmogelijk maakt om op te komen tegen zijn juridische | |
afstamming met [K. en K. B.] en dit zonder dat enig concreet en | filiation juridique par rapport à [K. et K. B.], et ce sans qu'aucun |
daadwerkelijk belang een dergelijke inmenging kan verantwoorden nu het | intérêt concret et effectif soit de nature à justifier une telle |
vermoeden van vaderschap van de echtgenoot niet zou overeenstemmen met | ingérence, étant donné que la présomption de paternité du mari ne |
de socio-affectieve werkelijkheid ? ». | correspondrait pas à la réalité socio-affective ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 318, § 2, van | B.1.1. La question préjudicielle porte sur l'article 318, § 2, du Code |
het Burgerlijk Wetboek, dat bepaalt : | civil, qui dispose : |
« De vordering van de moeder moet worden ingesteld binnen een jaar na | « L'action de la mère doit être intentée dans l'année de la naissance. |
de geboorte. De vordering van de echtgenoot moet worden ingesteld | L'action du mari doit être intentée dans l'année de la découverte du |
binnen een jaar na de ontdekking van het feit dat hij niet de vader van het kind is, die van de man die het vaderschap van het kind opeist moet worden ingesteld binnen het jaar na de ontdekking van het feit dat hij de vader van het kind is en die van het kind moet worden ingesteld op zijn vroegst op de dag waarop het de leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt en uiterlijk op de dag waarop het de leeftijd van tweeëntwintig jaar heeft bereikt of binnen een jaar na de ontdekking van het feit dat de echtgenoot zijn vader niet is. Indien de echtgenoot overleden is zonder in rechte te zijn opgetreden, terwijl de termijn om zulks te doen nog niet verstreken is, kan zijn vaderschap binnen een jaar na zijn overlijden of na de geboorte, | fait qu'il n'est pas le père de l'enfant, celle de celui qui revendique la paternité de l'enfant doit être intentée dans l'année de la découverte qu'il est le père de l'enfant et celle de l'enfant doit être intentée au plus tôt le jour où il a atteint l'âge de douze ans et au plus tard le jour où il atteint l'âge de vingt-deux ans ou dans l'année de la découverte du fait que le mari n'est pas son père. Si le mari est décédé sans avoir agi, mais étant encore dans le délai utile pour le faire, sa paternité peut être contestée, dans l'année de |
worden betwist door zijn bloedverwanten in de opgaande en in de | son décès ou de la naissance, par ses ascendants et par ses |
neerdalende lijn. | descendants. |
[...] ». | [...] ». |
B.1.2. Het vermoeden van vaderschap vindt zijn grondslag in artikel | |
315 van het Burgerlijk Wetboek, dat bepaalt dat het kind dat geboren | B.1.2. La présomption de paternité a pour fondement l'article 315 du |
Code civil, qui dispose que l'enfant né pendant le mariage ou dans les | |
is tijdens het huwelijk of binnen 300 dagen na de ontbinding of de | 300 jours qui suivent la dissolution ou l'annulation du mariage a pour |
nietigverklaring van het huwelijk, de echtgenoot tot vader heeft. | père le mari. |
B.2.1. De verwijzende rechter vraagt of artikel 318, § 2, van het | B.2.1. Le juge a quo demande si l'article 318, § 2, du Code civil est |
Burgerlijk Wetboek bestaanbaar is met artikel 22 van de Grondwet, in | compatible avec l'article 22 de la Constitution, lu en combinaison |
samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de | avec l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme, en |
rechten van mens, doordat de door de wettige vader ingestelde | ce que l'action en contestation de paternité intentée par le père |
vordering tot betwisting van vaderschap niet ontvankelijk is wanneer | |
de vordering niet is ingesteld binnen de termijn van één jaar na de | légal est irrecevable si elle n'a pas été introduite dans l'année de |
ontdekking van het feit dat hij niet de biologische vader van het kind | la découverte du fait qu'il n'est pas le père biologique de l'enfant « |
is « nu het vermoeden van vaderschap van de echtgenoot niet zou | étant donné que la présomption de paternité du mari ne correspondrait |
overeenstemmen met de socio-affectieve werkelijkheid ». | pas à la réalité socio-affective ». |
B.2.2. Uit de gegevens van de zaak en uit de motivering van de | B.2.2. Il ressort des éléments de la cause et de la motivation de la |
verwijzingsbeslissing blijkt dat het bodemgeschil betrekking heeft op | |
een vordering ingesteld door de ex-echtgenoot die het vermoeden van | décision de renvoi que le litige soumis au juge a quo porte sur une |
vaderschap betwist, dat het vermoeden van vaderschap van de | action intentée par l'ex-époux, qui conteste la présomption de |
ex-echtgenoot van de moeder niet overeenstemt met de socio-affectieve | paternité; que la présomption de paternité de l'ex-époux de la mère ne |
werkelijkheid en er derhalve geen bezit van staat is, en dat het | correspond pas à la réalité socio-affective et qu'il n'y a dès lors |
juridisch vastgestelde vaderschap ingaat tegen de wensen van alle betrokkenen. | pas possession d'état; que la paternité juridiquement établie est |
Het Hof beperkt zijn onderzoek tot de hypothese zoals vermeld in | contraire à la volonté de tous les intéressés. |
artikel 318, § 2, eerste lid, eerste zinsnede van de tweede zin, van | La Cour limite son examen à l'hypothèse réglée à l'article 318, § 2, |
het Burgerlijk Wetboek. | alinéa 1er, premier membre de la deuxième phrase, du Code civil. |
B.3. De wet van 31 maart 1987 heeft, zoals het opschrift ervan | B.3. La loi du 31 mars 1987 a, comme son intitulé l'indique, modifié |
aangeeft, verscheidene wetsbepalingen betreffende de afstamming gewijzigd. | diverses dispositions légales relatives à la filiation. |
Volgens de memorie van toelichting bestond de bedoeling van die wet | Selon l'exposé des motifs, un des objectifs de cette loi était de « |
onder meer erin « de waarheid zoveel mogelijk te benaderen », dat wil | cerner le plus près possible la vérité », c'est-à-dire la filiation |
zeggen de biologische afstamming (Parl. St., Senaat, 1977-1978, nr. | |
305/1, p. 3). In verband met de vaststelling van de afstamming van | biologique (Doc. parl., Sénat, 1977-1978, n° 305/1, p. 3). S'agissant |
vaderszijde is erop gewezen dat « de wil om de regeling van de | de l'établissement de la filiation paternelle, il a été indiqué que « |
vaststelling van de afstamming zo dicht mogelijk de waarheid te doen | la volonté de régler l'établissement de la filiation en cernant le |
benaderen [...] het openstellen van de mogelijkheden tot betwisting | plus possible la vérité [devait] avoir pour conséquence d'ouvrir |
tot gevolg [behoorde] te hebben » (ibid., p. 12). Uit dezelfde | largement les possibilités de contestation » (ibid., p. 12). |
parlementaire voorbereiding blijkt echter dat de wetgever tevens de « | Toutefois, il ressort des mêmes travaux préparatoires que le |
rust der families » in overweging heeft willen nemen en heeft willen | législateur a également entendu prendre en considération et protéger « |
beschermen door, indien hiertoe nodig, het zoeken naar de biologische | la paix des familles », en tempérant si nécessaire à cette fin la |
waarheid te temperen (ibid., p. 15). Hij heeft ervoor geopteerd niet | recherche de la vérité biologique (ibid., p. 15). Il a choisi de ne |
af te stappen van het adagium « pater is est quem nuptiae demonstrant | pas s'écarter de l'adage « pater is est quem nuptiae demonstrant » |
» (ibid. p. 11). | (ibid., p. 11). |
B.4.1. Bij gebrek aan een specifieke termijnregeling voor het | B.4.1. Faute d'un délai spécifique pour introduire l'action en |
instellen van de vordering tot betwisting van het vermoeden van | contestation de la présomption de paternité, il fallait appliquer |
vaderschap, diende toepassing te worden gemaakt van artikel 332 van | l'article 332 du Code civil, qui disposait : |
het Burgerlijk Wetboek, dat bepaalde : | |
« Het vaderschap dat vaststaat krachtens artikel 315, kan worden | « La paternité établie en vertu de l'article 315 peut être contestée |
betwist door de echtgenoot, door de moeder en door het kind. | par le mari, par la mère et par l'enfant. |
[...] | [...] |
De rechtsvordering van de moeder moet worden ingesteld binnen een jaar | L'action de la mère doit être intentée dans l'année de la naissance et |
na de geboorte en die van de echtgenoot of van de vorige echtgenoot | celle du mari ou du précédent mari dans l'année de la naissance ou de |
binnen een jaar na de geboorte of na de ontdekking ervan. | la découverte de celle-ci. |
[...] ». | [...] ». |
Aangaande de termijnbepaling heeft de wetgever geoordeeld dat het | Concernant la fixation du délai, le législateur a estimé que l'intérêt |
belang van het kind prioritair is en dat het « onaanvaardbaar [is] dat | de l'enfant était prioritaire et qu'il était « inadmissible qu'un |
een ontkenning van vaderschap nog zou kunnen plaatshebben na verloop | désaveu de paternité soit encore possible après un certain délai, |
van een zekere tijd, m.a.w. nadat redelijkerwijze mag aangenomen | c'est-à-dire après le moment à partir duquel on peut raisonnablement |
worden dat bezit van staat is tot stand gekomen » (Parl. St., Senaat, | considérer qu'il y a possession d'état » (Doc. parl., Sénat, |
1984-1985, nr. 904/2, p. 115). | 1984-1985, n° 904/2, p. 115). |
Hoewel de wetgever aan de echtgenoot van de moeder de mogelijkheid tot | Bien que le législateur n'ait pas voulu empêcher totalement que le |
betwisting van het vaderschap niet volledig heeft willen verhinderen, | mari de la mère conteste la paternité, il a ainsi exprimé la volonté |
heeft hij aldus de wil geuit de rechtszekerheid omtrent de familiale | de considérer comme prioritaires la sécurité juridique des relations |
relaties en het belang van het kind als prioritair te beschouwen en | familiales et l'intérêt de l'enfant et il a par conséquent prévu à |
heeft hij bijgevolg in artikel 318, § 2, van het Burgerlijk Wetboek | l'article 318, § 2, du Code civil un délai préfix de déchéance d'un an |
voorzien in een vaste vervaltermijn van één jaar voor het instellen | |
van een vordering tot betwisting van het vaderschap. | pour introduire une action en contestation de paternité. |
B.4.2. Het afstammingsrecht is evenwel diepgaand hervormd door de | B.4.2. Le droit de la filiation a toutefois fait l'objet d'une |
aanneming van de wet van 1 juli 2006 tot wijziging van de bepalingen | profonde réforme par l'adoption de la loi du 1er juillet 2006 |
van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het vaststellen van de | modifiant des dispositions du Code civil relatives à l'établissement |
afstamming en de gevolgen ervan. | de la filiation et aux effets de celle-ci. |
Uit de parlementaire voorbereiding van die wet blijkt dat de wetgever | Il ressort des travaux préparatoires de cette loi que le législateur a |
de teksten die ter zake door het Hof werden afgekeurd, heeft willen | entendu procéder à une réforme des textes qui ont été censurés par la |
hervormen en rekening heeft willen houden met de sociologische | Cour en la matière et tenir compte de l'évolution sociologique en |
evolutie door de afstammingen binnen en buiten het huwelijk dichter bij elkaar te brengen : | rapprochant la filiation dans le mariage et hors mariage : |
« De wet van 1987 heeft nagenoeg alle verschillen uitgevlakt wat de | « La loi de 1987 a pratiquement gommé toutes les différences pour ce |
uitwerking betreft, maar ze heeft een mechanisme van vermoeden van | qui concerne les effets mais elle a conservé un mécanisme de |
vaderschap in stand gehouden dat stuitende gevolgen heeft voor de | présomption de paternité du mari qui aboutit à des conséquences |
vaststelling van de afstamming. [...] | choquantes pour ce qui concerne l'établissement de la filiation. [...] |
Dit wetsvoorstel beoogt dus tevens het vermoeden van vaderschap te | La présente proposition a donc également pour objet tout en conservant |
behouden en er gevolgen aan te geven die nagenoeg dezelfde zijn als | la présomption de paternité du mari de donner à celle-ci des effets à |
die van een erkenning » (Parl. St., Kamer, 2003-2004, DOC 51-0597/001, | peu près équivalents à ceux d'une reconnaissance » (Doc. parl., |
p. 6). | Chambre, 2003-2004, DOC 51-0597/001, p. 6). |
« Tot slot moet een rechtszaak worden ingeleid binnen een termijn van | « Enfin, l'action doit être introduite dans un délai d'un an (à dater |
een jaar (vanaf het ontdekken van de geboorte of vanaf het jaar waarin | de la découverte de la naissance ou de l'année de la découverte du |
dat feit ontdekt wordt door de echtgenoot of door degene die het kind | fait par le mari ou l'auteur de la reconnaissance qu'il n'est pas le |
erkent indien hij niet de vader van het kind is) » (Parl. St., Kamer, | père de l'enfant) » (Doc. parl., Chambre, 2003-2004, DOC 51-0597/037, |
2005-2006, DOC 51-0597/037, p. 5). | p. 5). |
B.4.3. In vergelijking met het vorderingsrecht van artikel 332 van het | B.4.3. Comparativement au droit d'action prévu à l'article 332 du Code |
Burgerlijk Wetboek, zoals ingevoerd bij de wet van 31 maart 1987, | civil, tel qu'il a été inséré par la loi du 31 mars 1987, il convient |
dient te worden vastgesteld dat het vermoeden van vaderschap thans kan | |
worden betwist door de moeder, het kind, de man ten aanzien van wie de | de constater que la présomption de paternité peut actuellement être |
afstamming vaststaat en de persoon die het vaderschap van het kind | contestée par la mère, l'enfant, l'homme à l'égard duquel la filiation |
opeist. Voor wat de termijnregeling betreft is er, ten aanzien van de | est établie et la personne qui revendique la paternité de l'enfant. |
(ex-)echtgenoot van de moeder, weinig veranderd. Immers, artikel 318, | En ce qui concerne les délais, peu de choses ont changé en ce qui |
§ 2, van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat de vordering dient te | concerne le mari (ou l'ex-mari) de la mère. En effet, l'article 318, § |
worden ingesteld binnen een jaar na de ontdekking van het feit dat hij | 2, du Code civil dispose que l'action doit être intentée dans l'année |
niet de vader is van het kind. In vergelijking met de regeling van | de la découverte du fait qu'il n'est pas le père de l'enfant. Par |
1987, volgens welke de echtgenoot de vordering diende in te stellen | rapport au régime de 1987, dans lequel le mari devait intenter |
binnen een jaar na de geboorte of na de ontdekking van de geboorte, is | l'action dans l'année de la naissance ou de la découverte de la |
enkel het startpunt van de vervaltermijn gewijzigd. | naissance, seul le point de départ du délai de déchéance a été |
B.5. Het Hof dient artikel 318, § 2, eerste lid, eerste zinsnede van | modifié. B.5. La Cour doit contrôler l'article 318, § 2, alinéa 1er, premier |
de tweede zin, van het Burgerlijk Wetboek te toetsen aan artikel 22 | membre de la deuxième phrase, du Code civil au regard de l'article 22 |
van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees | de la Constitution, lu en combinaison avec l'article 8 de la |
Verdrag voor de rechten van de mens. | Convention européenne des droits de l'homme. |
Artikel 22 van de Grondwet bepaalt : | L'article 22 de la Constitution dispose : |
« Ieder heeft recht op eerbiediging van zijn privé-leven en zijn | « Chacun a droit au respect de sa vie privée et familiale, sauf dans |
gezinsleven, behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden door de wet bepaald. | les cas et conditions fixés par la loi. |
De wet, het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel waarborgen de | La loi, le décret ou la règle visée à l'article 134 garantissent la |
bescherming van dat recht ». | protection de ce droit ». |
Artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens bepaalt | L'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme dispose |
: | : |
« 1. Eenieder heeft recht op eerbiediging van zijn privéleven, zijn | « 1. Toute personne a droit au respect de sa vie privée et familiale, |
gezinsleven, zijn huis en zijn briefwisseling. | de son domicile et de sa correspondance. |
2. Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan met betrekking | 2. Il ne peut y avoir ingérence d'une autorité publique dans |
tot de uitoefening van dit recht dan voor zover bij de wet is voorzien | l'exercice de ce droit que pour autant que cette ingérence est prévue |
en in een democratische samenleving nodig is in het belang van 's | par la loi et qu'elle constitue une mesure qui, dans une société |
lands veiligheid, de openbare veiligheid, of het economisch welzijn | démocratique, est nécessaire à la sécurité nationale, à la sûreté |
van het land, de bescherming van de openbare orde en het voorkomen van | publique, au bien-être économique du pays, à la défense de l'ordre et |
strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden, | à la prévention des infractions pénales, à la protection de la santé |
of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen ». | ou de la morale, ou à la protection des droits et libertés d'autrui ». |
Uit de parlementaire voorbereiding van artikel 22 van de Grondwet | Il ressort des travaux préparatoires de l'article 22 de la |
blijkt dat de Grondwetgever « een zo groot mogelijke concordantie | Constitution que le Constituant a cherché « à mettre le plus possible |
[heeft willen nastreven] met artikel 8 van het Europees Verdrag tot | la proposition en concordance avec l'article 8 de la Convention |
Bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden | européenne de sauvegarde des droits de l'homme et des libertés |
(EVRM), teneinde betwistingen over de inhoud van dit Grondwetsartikel | fondamentales [...], afin d'éviter toute contestation sur le contenu |
respectievelijk art. 8 van het EVRM te vermijden » (Parl. St., Kamer, | respectif de l'article de la Constitution et de l'article 8 de la |
1992-1993, nr. 997/5, p. 2). | [Convention] » (Doc. parl., Chambre, 1993-1994, n° 997/5, p. 2). |
B.6. Het recht op de eerbiediging van het privéleven en het | B.6. Le droit au respect de la vie privée et familiale, tel qu'il est |
gezinsleven, zoals het door de voormelde bepalingen wordt gewaarborgd, | garanti par les dispositions précitées, a pour but essentiel de |
beoogt in wezen de personen te beschermen tegen inmengingen in hun | protéger les personnes contre les ingérences dans leur vie privée et |
privéleven en hun gezinsleven. | leur vie familiale. |
Artikel 22, eerste lid, van de Grondwet sluit, evenmin als artikel 8 | Ni l'article 22, alinéa 1er, de la Constitution ni l'article 8 de la |
van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, een | Convention européenne des droits de l'homme n'excluent une ingérence |
overheidsinmenging in de uitoefening van dat recht niet uit, maar | d'une autorité publique dans l'exercice de ce droit mais ils exigent |
beide artikelen vereisen dat in die inmenging wordt voorzien door een | que cette ingérence soit prévue par une disposition législative |
voldoende precieze wettelijke bepaling, dat zij beantwoordt aan een | suffisamment précise, qu'elle corresponde à un besoin social impérieux |
dwingende maatschappelijke behoefte en dat zij evenredig is met de | et soit proportionnée à l'objectif légitime qu'elle poursuit. Ces |
daarmee nagestreefde wettige doelstelling. Die bepalingen houden voor | |
de overheid bovendien de positieve verplichting in om maatregelen te | dispositions engendrent de surcroît l'obligation positive pour |
nemen die een daadwerkelijke eerbiediging van het privéleven en het | l'autorité publique de prendre des mesures qui assurent le respect |
gezinsleven verzekeren, zelfs in de sfeer van de onderlinge | effectif de la vie privée et familiale, même dans la sphère des |
verhoudingen tussen individuen (EHRM, 27 oktober 1994, Kroon e.a. t. | relations entre les individus (CEDH, 27 octobre 1994, Kroon et autres |
Nederland, § 31). | c. Pays-Bas, § 31). |
B.7. De procedures met betrekking tot het vaststellen of betwisten van | B.7. Les procédures relatives à l'établissement ou à la contestation |
de vaderlijke afstamming, raken het privéleven van de verzoeker, omdat | de paternité concernent la vie privée du requérant, parce que la |
de materie van de afstamming belangrijke aspecten van iemands | matière de la filiation englobe d'importants aspects de l'identité |
persoonlijke identiteit omvat (EHRM, 28 november 1984, Rasmussen t. | personnelle d'un individu (CEDH, 28 novembre 1984, Rasmussen c. |
Denemarken, § 33; 24 november 2005, Shofman t. Rusland, § 30; 12 | Danemark, § 33; 24 novembre 2005, Shofman c. Russie, § 30; 12 janvier |
januari 2006, Mizzi t. Malta, § 102; 16 juni 2011, Pascaud t. | 2006, Mizzi c. Malte, § 102; 16 juin 2011, Pascaud c. France, §§ |
Frankrijk, §§ 48-49; 21 juni 2011, Kruskovic; t. Kroatië, § 20; 22 | 48-49; 21 juin 2011, Kruskovic c. Croatie, § 20; 22 mars 2012, Ahrens |
maart 2012, Ahrens t. Duitsland, § 60; 12 februari 2013, Krisztissn | c. Allemagne, § 60; 12 février 2013, Krisztissn Barnabsss Tóth c. |
Barnabsss Tóth t. Hongarije, § 28). | Hongrie, § 28). |
De in het geding zijnde regeling voor de betwisting van het vermoeden | Le régime en cause de contestation de la présomption de paternité |
van vaderschap valt derhalve onder de toepassing van artikel 22 van de | relève donc de l'application de l'article 22 de la Constitution et de |
Grondwet en van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van | l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme. |
de mens. B.8.1. De wetgever beschikt bij de uitwerking van een regeling die een | B.8.1. Le législateur, lorsqu'il élabore un régime qui entraîne une |
overheidsinmenging in het privéleven inhoudt, over een | ingérence de l'autorité publique dans la vie privée, jouit d'une marge |
appreciatiemarge om rekening te houden met een billijk evenwicht | d'appréciation pour tenir compte du juste équilibre à ménager entre |
tussen de tegenstrijdige belangen van het individu en de samenleving | les intérêts concurrents de l'individu et de la société dans son |
in haar geheel (EHRM, 26 mei 1994, Keegan t. Ierland, § 49; 27 oktober | ensemble (CEDH, 26 mai 1994, Keegan c. Irlande, § 49; 27 octobre 1994, |
1994, Kroon e.a. t. Nederland, § 31; 2 juni 2005, Znamenskaya t. | Kroon et autres c. Pays-Bas, § 31; 2 juin 2005, Znamenskaya c. Russie, |
Rusland, § 28; 24 november 2005, Shofman t. Rusland, § 34; 20 december | § 28; 24 novembre 2005, Shofman c. Russie, § 34; 20 décembre 2007, |
2007, Phinikaridou t. Cyprus, §§ 51 tot 53). | Phinikaridou c. Chypre, §§ 51 à 53). |
Die appreciatiemarge van de wetgever is evenwel niet onbegrensd : om | Cette marge d'appréciation du législateur n'est toutefois pas |
te oordelen of een wettelijke regeling verenigbaar is met het recht op | illimitée : pour apprécier si une règle législative est compatible |
de eerbiediging van het privéleven, moet worden nagegaan of de | avec le droit au respect de la vie privée, il convient de vérifier si |
wetgever een billijk evenwicht heeft gevonden tussen alle rechten en | le législateur a trouvé un juste équilibre entre tous les droits et |
belangen die in het geding zijn. Zulks vereist dat de wetgever niet | intérêts en cause. Pour cela, il ne suffit pas que le législateur |
alleen een afweging maakt tussen de belangen van het individu | ménage un équilibre entre les intérêts concurrents de l'individu et de |
tegenover die van de samenleving in haar geheel, maar tevens tussen de | la société dans son ensemble mais il doit également ménager un |
tegenstrijdige belangen van de betrokken personen (EHRM, 6 juli 2010, | équilibre entre les intérêts contradictoires des personnes concernées |
Backlund t. Finland, § 46; 15 januari 2013, Laakso t. Finland, § 46; | (CEDH, 6 juillet 2010, Backlund c. Finlande, § 46; 15 janvier 2013, |
29 januari 2013, Röman t. Finland, § 51), op gevaar af anders een | Laakso c. Finlande, § 46; 29 janvier 2013, Röman c. Finlande, § 51), |
maatregel te nemen die niet evenredig is met de nagestreefde wettige | sous peine de prendre une mesure qui ne serait pas proportionnée aux |
doelstellingen. Die belangenafweging zou in principe ertoe moeten | objectifs légitimes poursuivis. Cette balance des intérêts doit en |
leiden dat de biologische en sociale werkelijkheid primeert op een | principe conduire à ce que la réalité biologique et sociale prévale |
wettelijk vermoeden indien dat laatste frontaal zou ingaan tegen de | sur une présomption légale si celle-ci heurte de front les faits |
vastgestelde feiten en de wensen van de betrokkenen (EHRM, 27 oktober | établis et les voeux des personnes concernées (CEDH, 27 octobre 1994, |
1994, Kroon e.a. t. Nederland, § 40; 24 november 2005, Shofman t. | Kroon et autres c. Pays-Bas, § 40; 24 novembre 2005, Shofman c. |
Rusland, § 44; 10 oktober 2006, Paulik t. Slowakije, § 46). | Russie, § 44; 10 octobre 2006, Paulik c. Slovaquie, § 46). |
B.8.2. In het bijzonder voor wat de termijnen in het afstammingsrecht | B.8.2. En ce qui concerne en particulier les délais dans le droit de |
betreft, wordt door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens het | la filiation, la Cour européenne des droits de l'homme n'a pas estimé |
invoeren van termijnen op zich niet strijdig geacht met artikel 8 van | que l'instauration de délais était en soi contraire à l'article 8 de |
het Europees Verdrag voor de rechten van de mens; enkel de aard van | la Convention européenne des droits de l'homme; seule la nature d'un |
een dergelijke termijn kan als strijdig worden beschouwd (EHRM, 6 juli | tel délai peut être considérée comme contraire à cette disposition |
2010, Backlund t. Finland, § 45; 15 januari 2013, Laakso t. Finland, § | (CEDH, 6 juillet 2010, Backlund c. Finlande, § 45; 15 janvier 2013, |
45; 29 januari 2013, Röman t. Finland, § 50). | Laakso c. Finlande, § 45; 29 janvier 2013, Röman c. Finlande, § 50). |
B.8.3. Bovendien wordt door het Europees Hof voor de Rechten van de | B.8.3. La Cour européenne des droits de l'homme admet en outre que la |
Mens aanvaard dat de appreciatiemarge van de nationale wetgever groter | marge d'appréciation du législateur national est plus grande lorsqu'il |
is wanneer er bij de lidstaten van de Raad van Europa geen consensus | n'existe pas de consensus au sein des Etats membres du Conseil de |
bestaat omtrent het belang dat in het geding is, noch omtrent de | l'Europe concernant l'intérêt en cause ou la manière dont cet intérêt |
manier waarop dat belang dient te worden beschermd (EHRM, 22 maart | doit être protégé (CEDH, 22 mars 2012, Ahrens c. Allemagne, § 68). De |
2012, Ahrens t. Duitsland, § 68). Daarnaast benadrukt het Europees Hof | |
dat het niet zijn taak is om, in de plaats van de nationale overheden, | plus, la Cour européenne souligne qu'il ne lui incombe pas de prendre |
beslissingen te nemen. (EHRM, 15 januari 2013, Laakso t. Finland, § | des décisions à la place des autorités nationales (CEDH, 15 janvier |
41). | 2013, Laakso c. Finlande, § 41). |
B.9. La paix des familles et la sécurité juridique des liens | |
B.9. De rust der families en de rechtszekerheid van de familiale | familiaux, d'une part, et l'intérêt de l'enfant, d'autre part, |
banden, enerzijds, en het belang van het kind, anderzijds, zijn | constituent des buts légitimes dont le législateur peut tenir compte |
legitieme doelstellingen waarvan de wetgever kan uitgaan om een | pour empêcher que la contestation de paternité puisse être exercée |
onbeperkte mogelijkheid tot betwisting van het vaderschap te | sans limitation, de sorte que le législateur a pu prévoir certaines |
verhinderen, zodat de wetgever ontvankelijkheidsvoorwaarden zoals « | conditions de recevabilité, comme la « possession d'état » et des |
bezit van staat » en vervaltermijnen kon invoeren. In dat opzicht is | délais de déchéance. A cet égard, il est pertinent de ne pas faire |
het pertinent om de biologische werkelijkheid niet a priori te laten prevaleren op de socio-affectieve werkelijkheid van het vaderschap. B.10.1. De wetgever vermocht te oordelen dat hij die huwt in beginsel aanvaardt om beschouwd te worden als vader van ieder kind dat zijn vrouw zal baren. Rekening houdend met de bekommernissen van de wetgever en met de waarden die hij heeft willen verzoenen, komt het in beginsel niet onredelijk voor dat hij de echtgenoot slechts een korte termijn heeft willen toekennen om de vordering tot vaderschapsbetwisting in te stellen. B.10.2. Daarnaast kan het vaststellen van een termijn voor het instellen van een vordering tot betwisting van het vaderschap eveneens worden verantwoord door de zorg om de rechtszekerheid en een definitief karakter van de familiale relaties te waarborgen. | primer a priori la réalité biologique sur la réalité socio-affective de la paternité. B.10.1. Le législateur a pu estimer que l'homme, en se mariant, accepte d'être considéré, en principe, comme le père de tout enfant que sa femme enfantera. Compte tenu des préoccupations du législateur et des valeurs qu'il a voulu concilier, il n'apparaît pas déraisonnable, en principe, qu'il n'ait voulu accorder au mari qu'un court délai pour intenter l'action en contestation de paternité. B.10.2. Par ailleurs, la fixation d'un délai pour l'introduction d'une action en contestation de paternité peut également être justifiée par la volonté de garantir la sécurité juridique et un caractère définitif des relations familiales. |
B.10.3. Artikel 318, § 2, van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat de | B.10.3. L'article 318, § 2, du Code civil dispose que l'action du mari |
vordering van de echtgenoot moet worden ingesteld binnen een jaar na | doit être intentée dans l'année de la découverte du fait qu'il n'est |
de ontdekking van het feit dat hij niet de vader van het kind is. De | |
interpretatie van het begrip « feit » behoort tot de bevoegdheid van | pas le père de l'enfant. L'interprétation de la notion de « fait » |
de rechter ten gronde, waarbij hem een ruime appreciatiebevoegdheid | relève de la compétence du juge du fond, qui a, à cet égard, un |
wordt verleend. Immers, overeenkomstig artikel 331octies van het | pouvoir d'appréciation étendu. En effet, conformément à l'article |
Burgerlijk Wetboek kunnen de rechtbanken, « zelfs ambtshalve, een | 331octies du Code civil, les tribunaux peuvent « ordonner, même |
bloedonderzoek of enig ander onderzoek volgens beproefde | d'office, l'examen du sang ou tout autre examen selon des méthodes |
wetenschappelijke methodes gelasten », waarbij niets hen belet het | scientifiques éprouvées », rien ne les empêchant de considérer comme |
tijdstip van de uitkomst van dat onderzoek als startpunt van de | point de départ du délai d'un an le moment du résultat de cet examen. |
termijn van één jaar te beschouwen. | |
B.11. Rekening houdend met de belangrijke appreciatiemarge waarover de | B.11. Compte tenu de la marge d'appréciation importante dont dispose |
wetgever beschikt, zoals uiteengezet in B.8.1, om te zoeken naar een | le législateur, ainsi qu'il est exposé en B.8.1, pour rechercher un |
billijk evenwicht tussen alle in het geding zijnde rechten en belangen | juste équilibre entre tous les droits et intérêts en cause et compte |
en met de in B.8.2 vermelde rechtspraak van het Europees Hof voor de | tenu de la jurisprudence de la Cour européenne des droits de l'homme, |
Rechten van de Mens in verband met termijnen die het in bepaalde | |
gevallen toestaat, dient voorts erop gewezen dat de wetgever in | mentionnée en B.8.2, relative aux délais que celle-ci admet dans |
artikel 318 van het Burgerlijk Wetboek ook in de mogelijkheid, onder | certains cas, il convient de souligner également qu'à l'article 318 du |
de in dat artikel vermelde voorwaarden, voorziet om een vordering tot | Code civil, le législateur prévoit aussi la possibilité pour les |
ontkenning en onderzoek van vaderschap voor de kinderen in te stellen | enfants d'introduire une demande en désaveu et en recherche de |
paternité et pour celui qui prétend être le père biologique la faculté | |
en om een vordering tot betwisting en vaststelling van vaderschap voor | d'intenter une action en contestation et en établissement de |
iemand die beweert de biologische vader te zijn, in te stellen. | paternité, dans le respect des conditions mentionnées dans cet |
B.12. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | article. B.12. La question préjudicielle appelle une réponse négative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
Artikel 318, § 2, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek schendt niet | L'article 318, § 2, alinéa 1er, du Code civil ne viole pas l'article |
artikel 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met | 22 de la Constitution, lu ou non en combinaison avec l'article 8 de la |
artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in | Convention européenne des droits de l'homme, en ce que le mari doit |
zoverre de echtgenoot de vordering tot betwisting van vaderschap moet | intenter l'action en contestation de paternité dans l'année de la |
instellen binnen een jaar na de ontdekking van het feit dat hij niet | découverte du fait qu'il n'est pas le père de l'enfant. |
de vader is van het kind. | |
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Grondwettelijk Hof op de openbare terechtzitting van 28 maart 2013. | la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 28 mars 2013. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
De voorzitter, | Le président, |
M. Bossuyt | M. Bossuyt |