← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 136/2011 van 27 juli 2011 Rolnummer 4994 In zake : de prejudiciële
vragen betreffende de artikelen 127, 128 en 148, § 3, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst,
gesteld door het Hof van Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit
voorzitter M. Bossuyt, rechter J.-P. Snappe, waarnemend(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 136/2011 van 27 juli 2011 Rolnummer 4994 In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 127, 128 en 148, § 3, van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, gesteld door het Hof van Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit voorzitter M. Bossuyt, rechter J.-P. Snappe, waarnemend(...) | Extrait de l'arrêt n° 136/2011 du 27 juillet 2011 Numéro du rôle : 4994 En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 127, 128 et 148, § 3, de la loi du 25 juin 1992 sur le contrat d'assurance terrestre, posées par la C La Cour constitutionnelle, composée du président M. Bossuyt, du juge J.-P. Snappe, faisant fonct(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 136/2011 van 27 juli 2011 | Extrait de l'arrêt n° 136/2011 du 27 juillet 2011 |
Rolnummer 4994 | Numéro du rôle : 4994 |
In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 127, 128 en | En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 127, |
148, § 3, van de wet van 25 juni 1992 op de | 128 et 148, § 3, de la loi du 25 juin 1992 sur le contrat d'assurance |
landverzekeringsovereenkomst, gesteld door het Hof van Beroep te | terrestre, posées par la Cour d'appel de Bruxelles. |
Brussel. Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit voorzitter M. Bossuyt, rechter J.-P. Snappe, | composée du président M. Bossuyt, du juge J.-P. Snappe, faisant |
waarnemend voorzitter, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. | fonction de président, et des juges E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. |
Moerman, E. Derycke, J. Spreutels, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en F. | Moerman, E. Derycke, J. Spreutels, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul et F. |
Daoût, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder | Daoût, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président |
voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, | M. Bossuyt, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging | I. Objet des questions préjudicielles et procédure |
Bij arrest van 30 juni 2010 in zake J.L. tegen R.V., waarvan de | Par arrêt du 30 juin 2010 en cause de J.L. contre R.V., dont |
expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 6 juli 2010, heeft | l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 6 juillet 2010, la |
het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld | Cour d'appel de Bruxelles a posé les questions préjudicielles |
: | suivantes : |
« 1. Schenden de artikelen 127 en 128 van de wet van 25 juni 1992 op | « 1. Les articles 127 et 128 de la loi du 25 juin 1992 sur le contrat |
de landverzekeringsovereenkomst de artikelen 10 en 11 van de Grondwet | d'assurance terrestre violent-ils les articles 10 et 11 de la |
in zoverre aldus een verschil in behandeling zou worden ingesteld | |
tussen de onder een stelsel van gemeenschap van goederen gehuwde | Constitution en ce qu'ils feraient naître une différence de traitement |
titularis van een (verplichte) groepsverzekering gesloten door diens | entre l'époux commun en biens titulaire d'une assurance-groupe |
werkgever en waarvan de uitkering aan de aangesloten werknemer toekomt | (obligatoire) souscrite par son employeur, dont la prestation est |
wanneer hij een bepaalde leeftijd bereikt wiens uitkering bestempeld | octroyée au travailleur affilié lorsque celui-ci atteint un âge |
wordt als een onderdeel van het actief van de huwgemeenschap dat bij | déterminé et est considérée comme une part de l'actif de la communauté |
de vereffening-verdeling van de huwgemeenschap in de te verdelen massa | conjugale qui, en cas de liquidation-partage de la communauté |
moet worden opgenomen en de onder het wettelijk stelsel gehuwde | conjugale, doit être intégrée dans la masse à partager, et l'agent de |
openbare ambtenaar wiens uitkering ten titel van wettelijk pensioen | la fonction publique marié sous le régime de la communauté de biens, |
als een eigen goed wordt beschouwd dat bij de vereffening-verdeling | dont la prestation de pension légale est considérée comme un bien |
van de huwgemeenschap niet in de te verdelen massa moet worden | propre qui, en cas de liquidation-partage de la communauté conjugale, |
opgenomen ? | ne doit pas être intégré dans la masse à partager ? |
2. Schenden de artikelen 127, 128 en 148, § 3, van de wet van 25 juni | 2. Les articles 127, 128 et 148, § 3, de la loi du 25 juin 1992 sur le |
1992 op de landverzekeringsovereenkomst de artikelen 10 en 11 van de | contrat d'assurance terrestre violent-ils les articles 10 et 11 de la |
Grondwet aldus geïnterpreteerd dat zij tot gevolg hebben dat wanneer | Constitution s'ils sont interprétés en ce sens qu'ils ont pour effet |
twee echtgenoten gehuwd zijn onder een stelsel van gemeenschap van | que lorsque deux conjoints sont mariés sous un régime de communauté de |
goederen en één van hen beiden aangesloten is bij een | biens et que l'un des deux est affilié à une assurance-groupe |
groepsverzekering aangegaan door diens werkgever, dit niet voor de | souscrite par son employeur, cette assurance ne produit pas de capital |
echtgenoot van de titularis van de groepsverzekering een kapitaal | pour le conjoint du titulaire de l'assurance-groupe mais uniquement |
oplevert maar enkel voor de aangesloten echtgenoot wanneer deze de | pour le conjoint affilié, lorsque celui-ci atteint l'âge convenu, et |
overeengekomen leeftijd bereikt, en derhalve dat kapitaal hem eigen is | que ce capital est par conséquent propre à ce dernier et ne donne lieu |
en slechts aanleiding geeft tot vergoeding indien de premiebetalingen | à une récompense que si les versements effectués à titre de primes et |
die ten laste van het gemeenschappelijk vermogen zijn gedaan kennelijk | prélevés sur le patrimoine commun sont manifestement exagérés eu égard |
de mogelijkheden ervan te boven gaan ? ». | aux facultés de celui-ci ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
Ten aanzien van de in het geding zijnde bepalingen | Quant aux dispositions en cause |
B.1. De artikelen 127, 128 en 148, § 3, van de wet van 25 juni 1992 op | B.1. Les articles 127, 128 et 148, § 3, de la loi du 25 juin 1992 sur |
de landverzekeringsovereenkomst bepalen : | le contrat d'assurance terrestre disposent : |
« Art. 127.Verzekeringsprestaties |
« Art. 127.Prestations d'assurance |
De aanspraken ontleend aan de verzekering die een in gemeenschap van | Le bénéfice de l'assurance contractée par un époux commun en biens au |
goederen getrouwde echtgenoot ten behoeve van de andere of van | profit de l'autre ou à son profit constitue un bien propre de l'époux |
zichzelf heeft bedongen is een eigen goed van de begunstigde | |
echtgenoot ». | bénéficiaire ». |
« Art. 128.Vergoeding van premiebetalingen |
« Art. 128.Récompense de primes |
Aan het gemeenschappelijk vermogen is geen vergoeding verschuldigd | Une récompense n'est due au patrimoine commun que dans la mesure où |
behalve voor zover de premiebetalingen die ten laste van dat vermogen | les versements effectués à titre de primes et prélevés sur ce |
zijn gedaan, kennelijk de mogelijkheden ervan te boven gaan ». | patrimoine sont manifestement exagérés eu égard aux facultés de celui-ci ». |
« Art. 148.Overgangsbepalingen |
« Art. 148.Dispositions transitoires |
[...] | [...] |
§ 3. De bepalingen van deze wet zijn op de lopende | § 3. En matière de contrats d'assurance sur la vie, les dispositions |
levensverzekeringsovereenkomsten van toepassing vanaf de | de la présente loi s'appliquent aux contrats en cours dès son entrée |
inwerkingtreding van de wet ». | en vigueur ». |
Ten aanzien van de ontvankelijkheid van de prejudiciële vragen B.2.1. Volgens de Ministerraad zijn de in het geding zijnde bepalingen klaarblijkelijk niet van toepassing op het geschil voor het verwijzende rechtscollege, dat betrekking heeft op de verrekening van een verplichte groepsverzekering, die niet wordt bedongen door één van de echtgenoten maar door de werkgever van één van hen en waarvan de premies door de werkgever zijn betaald. B.2.2. Het staat in beginsel aan het verwijzende rechtscollege om na te gaan of het nuttig is aan het Hof een prejudiciële vraag te stellen over de bepalingen die het van toepassing acht op het geschil. Slechts wanneer dit klaarblijkelijk niet het geval is, kan het Hof beslissen niet op de vraag in te gaan. | Quant à la recevabilité des questions préjudicielles B.2.1. Selon le Conseil des ministres, les dispositions en cause ne sont manifestement pas applicables au litige soumis à la juridiction a quo, qui porte sur l'imputation d'une assurance-groupe obligatoire, non convenue par un des conjoints mais par l'employeur d'un d'entre eux et dont les primes ont été payées par l'employeur. B.2.2. Il appartient en principe à la juridiction a quo de vérifier s'il est utile de poser une question préjudicielle à la Cour au sujet des dispositions qu'elle estime applicables au litige. Ce n'est que lorsque tel n'est manifestement pas le cas que la Cour peut décider de ne pas répondre à la question. |
B.2.3. Luidens artikel 97 van de voormelde wet van 25 juni 1992 is | B.2.3. En vertu de l'article 97 de la loi précitée du 25 juin 1992, le |
hoofdstuk II (« Levensverzekeringsovereenkomsten ») van titel III van | chapitre II « Des contrats d'assurance sur la vie » du titre III de |
die wet, waarvan de in het geding zijnde artikelen 127 en 128 deel | cette loi, dont font partie les articles 127 et 128 en cause, |
uitmaken, van toepassing op « alle persoonsverzekeringen waarbij het | s'applique à « tous les contrats d'assurance de personnes dans |
zich voordoen van het verzekerd voorval alleen afhankelijk is van de | lesquels la survenance de l'événement assuré ne dépend que de la durée |
menselijke levensduur ». Een groepsverzekering is een dergelijke | de la vie humaine ». Une assurance-groupe est un tel contrat |
persoonsverzekering. | d'assurance de personnes. |
B.2.4. Bijgevolg blijkt niet dat het verwijzende rechtscollege aan het | B.2.4. Par voie de conséquence, il n'apparaît pas que la juridiction a |
Hof vragen heeft gesteld die klaarblijkelijk niet dienend zouden zijn | quo ait posé à la Cour des questions qui seraient manifestement sans |
om het voorgelegde geschil te beslechten. | pertinence pour trancher le litige dont elle est saisie. |
Ten aanzien van de tweede prejudiciële vraag | Quant à la seconde question préjudicielle |
B.3.1. Volgens de Ministerraad is de tweede prejudiciële vraag | B.3.1. Selon le Conseil des ministres, la seconde question |
niet-ontvankelijk vermits niet wordt aangegeven welke categorieën van | préjudicielle n'est pas recevable, puisqu'elle n'indique pas quelles |
personen met elkaar worden vergeleken. | catégories de personnes sont comparées. |
B.3.2. Uit de motieven van het verwijzingsarrest en uit de tweede | B.3.2. Il ressort des motifs de l'arrêt de renvoi ainsi que de la |
prejudiciële vraag blijkt dat het Hof wordt gevraagd of de artikelen | seconde question préjudicielle qu'il est demandé à la Cour si les |
127, 128 en 148, § 3, van de wet van 25 juni 1992 op de | articles 127, 128 et 148, § 3, de la loi du 25 juin 1992 sur le |
landverzekeringsovereenkomst de artikelen 10 en 11 van de Grondwet | contrat d'assurance terrestre violent les articles 10 et 11 de la |
schenden in de interpretatie dat, wanneer twee echtgenoten gehuwd zijn | Constitution dans l'interprétation selon laquelle, lorsque deux |
onder een stelsel van gemeenschap van goederen, het kapitaal van de | conjoints sont mariés sous un régime de communauté de biens, le |
verplichte groepsverzekering die de werkgever van één van hen aangaat | capital de l'assurance-groupe obligatoire que souscrit l'employeur de |
ten voordele van zijn werknemer, eigen is en slechts aanleiding geeft | l'un d'eux au bénéfice de son travailleur est un bien propre et ne |
tot vergoeding indien de premiebetalingen die ten laste van het | donne lieu à une récompense que si les versements effectués à titre de |
gemeenschappelijke vermogen zijn gedaan « kennelijk de mogelijkheden ervan te boven gaan », terwijl uit het arrest van het Hof nr. 54/99 van 26 mei 1999 voortvloeit dat, wanneer twee echtgenoten gemeenschap van goederen hebben, en één van beiden een levensverzekering heeft aangegaan om de goede afloop van de terugbetaling van gemeenschappelijke leningen te waarborgen en, nadat die terugbetaling is gedaan, om een kapitaal op te leveren, het kapitaal van een gemengde levensverzekering gemeenschappelijk dient te zijn. De exceptie is verworpen. B.4.1. Volgens de Ministerraad is de tweede prejudiciële vraag niet | primes et prélevés sur le patrimoine commun « sont manifestement exagérés eu égard aux facultés de celui-ci », alors qu'il découle de l'arrêt n° 54/99 de la Cour, du 26 mai 1999, que lorsque deux époux sont communs en biens et que l'un d'eux a souscrit une assurance-vie pour garantir la bonne fin du remboursement d'emprunts communs et, ce remboursement étant fait, pour rapporter un capital, le capital d'une assurance-vie mixte doit être commun. L'exception est rejetée. B.4.1. Selon le Conseil des ministres, la seconde question préjudicielle est irrecevable en tant qu'elle porte sur l'article 148, |
ontvankelijk in zoverre zij artikel 148, § 3, van de wet van 25 juni | § 3, de la loi du 25 juin 1992 sur le contrat d'assurance terrestre, |
1992 op de landverzekeringsovereenkomst betreft, vermits niet wordt | puisqu'elle n'indique pas de quelle manière cette disposition |
aangegeven op welke wijze die bepaling de artikelen 10 en 11 van de | violerait les articles 10 et 11 de la Constitution. |
Grondwet zou schenden. | |
B.4.2. De bewoordingen van de tweede prejudiciële vraag en de motieven | B.4.2. Les termes de la seconde question préjudicielle et les motifs |
van het verwijzingsarrest preciseren inderdaad niet op welke wijze | de l'arrêt de renvoi ne précisent effectivement pas de quelle manière |
artikel 148, § 3, van de wet van 25 juni 1992 de artikelen 10 en 11 | l'article 148, § 3, de la loi du 25 juin 1992 violerait les articles |
van de Grondwet zou schenden. De prejudiciële vraag is dus enkel | 10 et 11 de la Constitution. La question préjudicielle n'est donc |
ontvankelijk in zoverre zij betrekking heeft op de artikelen 127 en | recevable qu'en ce qu'elle a trait aux articles 127 et 128 de la loi |
128 van de voormelde wet. | précitée. |
B.5. Het Hof wordt dan ook verzocht na te gaan of de artikelen 127 en | B.5. Il est dès lors demandé à la Cour de vérifier si les articles 127 |
128 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst | et 128 de la loi du 25 juin 1992 sur le contrat d'assurance terrestre |
bestaanbaar zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in de | sont compatibles avec les articles 10 et 11 de la Constitution dans |
interpretatie dat, wanneer twee echtgenoten gehuwd zijn onder een | l'interprétation selon laquelle, lorsque deux conjoints sont mariés |
stelsel van gemeenschap van goederen, het kapitaal van de verplichte | sous un régime de communauté de biens, le capital de |
groepsverzekering die de werkgever van één van hen aangaat ten | l'assurance-groupe obligatoire que souscrit l'employeur de l'un d'eux |
voordele van zijn werknemer, eigen is. | au bénéfice de son travailleur est un bien propre. |
B.6. Het aan het verwijzende rechtscollege voorgelegde geschil heeft | B.6. Le litige soumis à la juridiction a quo concerne une |
betrekking op een verplichte groepsverzekering die is gesloten door de | assurance-groupe obligatoire souscrite par l'employeur d'un des |
werkgever van één van de echtgenoten en waarvan de premies door de | conjoints, dont les primes sont prises en charge par l'employeur. En |
werkgever ten laste worden genomen. Bovendien dient die | |
groepsverzekering voor de financiering van een aanvullend pensioen in | outre, cette assurance-groupe sert au financement d'une pension |
de zin van artikel 3, § 1, 1°, van de wet van 28 april 2003 | complémentaire au sens de l'article 3, § 1er, 1°, de la loi du 28 |
betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die | avril 2003 relative aux pensions complémentaires et au régime fiscal |
pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale | de celles-ci et de certains avantages complémentaires en matière de |
zekerheid. Het Hof beperkt zijn onderzoek tot die hypothese. | sécurité sociale. La Cour limite son examen à cette hypothèse. |
B.7. In zijn arrest nr. 54/99 van 26 mei 1999 heeft het Hof met | B.7. Dans son arrêt n° 54/99 du 26 mai 1999, la Cour a jugé en ce qui |
betrekking tot de voormelde artikelen van de wet van 25 juni 1999 | concerne les articles précités de la loi du 25 juin 1999 : |
geoordeeld : « B.3. Vóór de inwerkingtreding van de in het geding zijnde wet, | « B.3. Avant l'entrée en vigueur de la loi en cause, l'article 1400.7 |
verklaarde artikel 1400.7 van het Burgerlijk Wetboek eigen, behoudens | du Code civil déclarait propres, sauf récompense s'il y a lieu, les |
vergoeding indien daartoe aanleiding bestaat, de rechten verbonden aan | droits résultant d'une assurance de personnes, souscrite par le |
een personenverzekering door de begunstigde zelf gesloten, die hij | bénéficiaire lui-même, acquis par lui au décès de son conjoint ou |
verkrijgt bij het overlijden van zijn echtgenoot of na de ontbinding | |
van het stelsel. A contrario werd daaruit afgeleid dat, in het geval | après la dissolution du régime. Il s'en déduisait a contrario que, |
beoogd in B.1, het kapitaal gemeenschappelijk was. | dans l'hypothèse envisagée en B.1, le capital était commun. |
Terugkomend van het standpunt dat hij had ingenomen betreffende de | Revenant sur la position qu'il avait adoptée sur les régimes |
huwelijksvermogensstelsels in de wet van 14 juli 1976 en artikel | matrimoniaux dans la loi du 14 juillet 1976 et l'article 1400.7 du |
1400.7 van het Burgerlijk Wetboek, dat die wet bevatte, heeft de | |
wetgever in 1992, zonder het voormelde artikel uitdrukkelijk op te | Code civil que cette loi contenait, le législateur a décidé en 1992, |
heffen, beslist dat het voordeel van de verzekering een eigen goed van | sans abroger expressément cet article, que le bénéfice de l'assurance |
de begunstigde echtgenoot is, zelfs als de verzekeringnemer die | constitue un bien propre de l'époux bénéficiaire même lorsque le |
verzekering uitsluitend te zijnen bate heeft afgesloten, er tussen de | souscripteur l'a contractée à son seul profit, que les époux sont |
echtgenoten een gemeenschap van goederen bestaat en de gemeenschap | communs en biens et que la communauté n'est pas dissoute. Il ne s'en |
niet is ontbonden. Hij heeft zich daarover niet anders verklaard dan | |
door de bezorgdheid te uiten om ' een einde te maken aan de twijfels | est pas autrement expliqué que par le souci de ' mettre fin à des |
die onder de gelding van de wet van 1874 opkwamen ' (Parl. St., Kamer, | hésitations qui existaient sous l'empire de la loi de 1874 ' (Doc. |
1990-1991, nr. 1586/1, p. 104). | parl., Chambre, 1990-1991, n° 1586/1, p. 104). |
Het kan pertinent zijn ook te verwijzen naar de bezorgdheid die is | Il peut être pertinent de relever également le souci, exprimé à propos |
geuit ten aanzien van het in ontwerp zijnde artikel 106 van de in het | de l'article 106 en projet de la loi en cause, de ' fixer de façon |
geding zijnde wet om ' alle twijfels omtrent de rechten van de | |
verzekeraar en van de aangewezen begunstigde op te heffen ' door te | sûre les droits de l'assureur et du bénéficiaire désigné ' en |
bepalen onder welke voorwaarden de betaling door de verzekering | précisant à quelles conditions le paiement fait par l'assurance est |
bevrijdend is (ibid., p. 94). | libératoire (ibid., p. 94). |
B.4. De bezorgdheid om duidelijk wetgevend op te treden, zodat | B.4. Le souci de légiférer clairement, de façon que chacun connaisse à |
eenieder op elk ogenblik de omvang van zijn rechten en verplichtingen | tout moment l'étendue de ses droits et obligations, n'est en rien |
kent, is geenszins pertinent om een bepaalde wetgevende keuze meer te | pertinent pour justifier une option législative plutôt qu'une autre, |
verantwoorden dan een andere, waarbij niets zou beletten dat ze even | que rien n'empêcherait d'exprimer tout aussi clairement. Celle que le |
duidelijk tot uiting wordt gebracht. De optie waaraan de wetgever de | législateur a préférée s'explique d'autant moins par le but d'éviter |
voorkeur heeft gegeven wordt des te minder verklaard door het doel rechtsonzekerheid te vermijden daar zij, om te bepalen of er aanleiding bestaat tot vergoeding, een beroep doet op een zo vaag begrip als ' betalingen die [...] kennelijk de mogelijkheden [...] te boven gaan ' van het gemeenschappelijk vermogen (artikel 128). B.5. De memories, evenmin als de parlementaire voorbereiding, leveren de gezochte verantwoording, in het geval waarin de verzekering de betaling van een kapitaal enkel aan de verzekeringnemer waarborgt. Het Hof ziet ze in hetzelfde geval evenmin. Een dergelijke verzekering beoogt immers in geen geval te voorzien in het levensonderhoud van de overlevende echtgenoot. De last die de betaling van de verzekeringspremies voor het gemeenschappelijk vermogen betekent, veroorzaakt een onevenwicht ten nadele van die echtgenoot : een pensioen wordt gegarandeerd aan de enkele verzekeringnemer-begunstigde, op kosten van de gemeenschap en in beginsel zonder vergoeding, zonder dat zijn echtgenoot de kansen ervan heeft kunnen aanvaarden, in aanmerking genomen zijn eigen kansen op overleven. Overigens, door die maatregel in te schrijven in de wet op de landverzekeringsovereenkomst, terwijl artikel 1400.7 van het Burgerlijk Wetboek niet uitdrukkelijk is opgeheven en dat Wetboek de algemene opzet van de huwelijksvermogensstelsels aangeeft door een volledige titel eraan te wijden waarmee een dergelijke oplossing weinig coherent is, heeft de wetgever het mogelijk gemaakt dat die echtgenoot geen kennis heeft gehad van het eenzijdige karakter van het voordeel dat door een dergelijk contract wordt opgeleverd na de | l'insécurité juridique qu'elle recourt, pour déterminer s'il y a lieu à récompense, à une notion aussi imprécise que celle de « versements [...] manifestement exagérés eu égard aux facultés » du patrimoine commun (article 128). B.5. Pas plus que les travaux préparatoires, les mémoires n'apportent la justification recherchée, dans le cas où l'assurance garantit le paiement d'un capital au seul souscripteur. La Cour ne l'aperçoit pas davantage dans ce même cas. Une telle assurance, en effet, ne vise en aucune manière à la subsistance de l'époux survivant. La charge qu'impose au patrimoine commun le paiement des primes d'assurance crée un déséquilibre au détriment de cet époux : une retraite est garantie au seul souscripteur bénéficiaire, aux frais de la communauté et en principe sans récompense, sans que son conjoint ait pu en accepter l'éventualité en considération de celle de sa propre survie. Par ailleurs, en inscrivant la mesure en cause dans la loi sur le contrat d'assurance terrestre, alors que l'article 1400.7 du Code civil n'est pas expressément abrogé et que ce Code indique l'économie générale des régimes matrimoniaux en leur consacrant un titre entier avec lequel une telle solution est peu cohérente, le législateur a rendu possible que ce conjoint n'ait pas eu connaissance du caractère unilatéral de |
terugbetaling van de lening. Indien, volgens het wettelijke stelsel, | l'avantage produit par un tel contrat après le remboursement de |
de inspanning van voorzorg van de echtgenoten met gemeenschap van | l'emprunt. Selon le régime légal, si l'effort de prévoyance des époux |
goederen veeleer tot uiting kwam door de aankoop van effecten of door | communs en biens s'était plutôt manifesté par l'achat de titres ou |
andere spaartegoeden, dan hadden die gemeenschappelijk moeten zijn. De | d'autres biens d'épargne, ceux-ci eussent été communs. Certes, les ' |
' pensioenen, lijfrenten of soortgelijke uitkeringen, die een der | pensions, rentes viagères ou allocations de même nature, dont un seul |
echtgenoten alleen bezit ' zijn weliswaar eigen (artikel 1401, 4°) | des époux est titulaire ' sont propres (article 1401, 4°) ainsi que ' |
alsmede ' het recht op herstel van persoonlijke lichamelijke of morele | le droit à réparation d'un préjudice corporel ou moral personnel ' |
schade ' (artikel 1401, 3°), maar dergelijke voordelen komen in de regel voort uit een activiteit of een nadeel dat eigen was aan de begunstigde ervan. In dergelijke omstandigheden is het niet verantwoord te beweren dat de instemming en de bedoeling van schenking van de echtgenoot die niet de begunstigde is, kunnen worden vermoed. De in het geding zijnde bepalingen zijn discriminerend ». B.8.1. In het geval van een verplichte groepsverzekering ter financiering van een aanvullend pensioen dat wordt betaald bij het bereiken van een bepaalde leeftijd door de aangeslotene beoogt de groepsverzekering in een aanvullend inkomen te voorzien. Het gaat derhalve om een spaarverrichting. | (article 1401, 3°); mais de tels avantages proviennent généralement d'une activité ou d'un préjudice qui était propre à leur bénéficiaire. Dans de telles conditions, il ne se justifie pas d'affirmer que l'assentiment et l'intention libérale de l'époux qui n'est pas bénéficiaire peuvent se présumer. Les dispositions en cause sont discriminatoires ». B.8.1. Dans le cas d'une assurance-groupe obligatoire destinée à financer une pension complémentaire payée au moment où l'affilié atteint un âge déterminé, l'assurance-groupe vise à prévoir un revenu complémentaire. Il s'agit donc d'une opération d'épargne. |
B.8.2. Zelfs al worden de premies van de groepsverzekering door de | B.8.2. Même si les primes de l'assurance-groupe sont payées par |
werkgever betaald, en niet op het loon ingehouden, zijn ze een | l'employeur et ne sont pas retenues sur la rémunération, elles |
voordeel dat de werknemer uit hoofde van zijn arbeidsovereenkomst | constituent un avantage que reçoit le travailleur du chef de son |
verkrijgt. De door de werkgever betaalde bijdragen maken deel uit van | contrat de travail. Les cotisations payées par l'employeur font partie |
het loon in de zin van de wet van 12 april 1965 betreffende de | de la rémunération au sens de la loi du 12 avril 1965 concernant la |
bescherming van het loon der werknemers en zijn in geld waardeerbare | protection de la rémunération des travailleurs et constituent des |
voordelen die worden betaald als tegenprestatie voor de in het kader | avantages évaluables en argent payés en contrepartie du travail |
van de arbeidsovereenkomst verrichte arbeid (Cass., 4 februari 2002, | effectué dans le cadre du contrat de travail (Cass., 4 février 2002, |
Arr. Cass., 2002, nr. 78). | Pas., 2002, n° 78). |
B.8.3. De prestaties van een dergelijke verzekering kunnen derhalve | B.8.3. Les prestations de cette assurance peuvent donc être |
als inkomsten uit beroepsbezigheden worden beschouwd, die luidens | considérées comme des revenus d'activités professionnelles, lesquels |
artikel 1405, 1°, van het Burgerlijk Wetboek gemeenschappelijk zijn. | sont communs, en vertu de l'article 1405, 1°, du Code civil. |
B.8.4. Het is dan ook niet redelijk verantwoord dat, wanneer twee | B.8.4. Il n'est donc pas raisonnablement justifié que, lorsque deux |
echtgenoten gemeenschap van goederen hebben, het kapitaal van de | conjoints sont en communauté de biens, le capital de |
verplichte groepsverzekering die de werkgever van één van hen aangaat | l'assurance-groupe obligatoire que souscrit l'employeur de l'un d'eux |
ten voordele van zijn werknemer ter financiering van een aanvullend | au bénéfice de son travailleur en vue de financer une pension |
pensioen dat wordt betaald bij het bereiken van een bepaalde leeftijd | complémentaire payée lorsque l'affilié atteint un âge déterminé, soit |
door de aangeslotene, zou worden beschouwd als een eigen goed dat | considéré comme un bien propre qui ne donnerait lieu à une récompense |
slechts aanleiding zou geven tot vergoeding indien de premiebetalingen | que si les versements effectués à titre de prime et prélevés sur le |
die ten laste van het gemeenschappelijke vermogen zijn gedaan « | patrimoine commun étaient « manifestement exagérés eu égard aux |
kennelijk de mogelijkheden ervan te boven [zouden] gaan ». In zoverre | facultés de celui-ci ». Dans la mesure où les primes sont versées, non |
de premies niet door één van de echtgenoten, maar door de werkgever | par l'un des conjoints, mais par l'employeur, il n'est d'ailleurs pas |
worden betaald, is het overigens niet pertinent na te gaan in welke | pertinent d'en estimer le caractère manifestement exagéré par rapport |
mate zij de mogelijkheden van het gemeenschappelijke vermogen van die | |
echtgenoten kennelijk te boven zouden gaan. | aux facultés du patrimoine commun desdits conjoints. |
B.9. De tweede prejudiciële vraag dient bevestigend te worden | B.9. La seconde question préjudicielle appelle une réponse |
beantwoord. | affirmative. |
Ten aanzien van de eerste prejudiciële vraag | Quant à la première question préjudicielle |
B.10. Het Hof wordt gevraagd of de artikelen 127 en 128 van de wet van | B.10. Il est demandé à la Cour si les articles 127 et 128 de la loi du |
25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst bestaanbaar zijn met | 25 juin 1992 sur le contrat d'assurance terrestre sont compatibles |
de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in de interpretatie dat, wanneer | avec les articles 10 et 11 de la Constitution dans l'interprétation |
twee echtgenoten gehuwd zijn onder een stelsel van gemeenschap van | selon laquelle, lorsque deux conjoints sont mariés sous un régime de |
goederen, het kapitaal van een verplichte door de werkgever aangegane | communauté de biens, le capital d'une assurance-groupe obligatoire |
groepsverzekering waarvan de uitkering aan de aangesloten werknemer | souscrite par l'employeur, dont la prestation est octroyée au |
toekomt wanneer hij een bepaalde leeftijd bereikt, als onderdeel van | travailleur affilié lorsque celui-ci atteint un âge déterminé, est |
het actief van de huwelijksgemeenschap bij de vereffening-verdeling in | considéré comme une part de l'actif de la communauté conjugale qui, en |
de te verdelen massa moet worden opgenomen, terwijl het wettelijke | cas de liquidation-partage de la communauté conjugale, doit être |
pensioen van een onder hetzelfde stelsel gehuwde openbare ambtenaar | intégré dans la masse à partager, alors que la pension légale d'un |
als een eigen goed wordt beschouwd dat bij de vereffening-verdeling | agent de la fonction publique marié sous le même régime est considérée |
van de huwelijksgemeenschap niet in de te verdelen massa moet worden | comme un bien propre qui, en cas de liquidation-partage de la |
communauté conjugale, ne doit pas être intégré dans la masse à | |
opgenomen. | partager. |
B.11.1. Uit het antwoord op de tweede prejudiciële vraag vloeit voort | B.11.1. Il découle de la réponse à la seconde question préjudicielle |
dat het niet bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet | qu'il n'est pas compatible avec les articles 10 et 11 de la |
dat het kapitaal van de verplichte groepsverzekering die de werkgever | Constitution que le capital de l'assurance-groupe obligatoire que |
van één van hen aangaat ten voordele van zijn werknemer ter | souscrit l'employeur de l'un d'entre eux au bénéfice de son |
financiering van een aanvullend pensioen dat wordt betaald bij het | travailleur en vue de financer une pension complémentaire, payée |
bereiken van een bepaalde leeftijd door de aangeslotene, eigen is. | lorsque l'affilié atteint un âge déterminé, soit propre. Dès lors, ce |
Bijgevolg dient dat kapitaal als onderdeel van het actief van de | capital doit être intégré dans la masse à partager en tant que partie |
huwelijksgemeenschap bij de vereffening-verdeling in de te verdelen | de l'actif de la communauté conjugale lors de la liquidation-partage. |
massa te worden opgenomen. | |
B.11.2. Rekening houdend met het antwoord op de tweede prejudiciële | B.11.2. Compte tenu de la réponse apportée à la seconde question |
vraag is het onderzoek, door het Hof, van de eerste vraag die door de verwijzende rechter is gesteld, niet onontbeerlijk voor de oplossing van het voor hem hangende geschil. Aangezien immers het kapitaal waarvan sprake is enkel als een gemeenschappelijk goed kan worden beschouwd, zou het verschil in behandeling dat zou voortvloeien uit de vergelijking tussen dat gemeenschappelijke goed en het huwelijksvermogensstelsel van het wettelijke pensioen dat aan een ambtenaar wordt uitgekeerd - zelfs indien het discriminerend zou worden geacht - het gemeenschappelijke karakter van dat kapitaal niet wijzigen, noch bijgevolg de oplossing van het voor de verwijzende rechter hangende geschil, dat geen betrekking heeft op een ambtenaar, maar op een bediende die het voordeel van een door zijn werkgever gesloten collectieve groepsverzekering heeft genoten. B.12. De eerste prejudiciële vraag behoeft bijgevolg geen antwoord. Om die redenen, het Hof zegt voor recht : In de interpretatie volgens welke, wanneer twee echtgenoten gehuwd zijn onder een stelsel van gemeenschap van goederen, het kapitaal van de verplichte groepsverzekering die de werkgever van één van hen | préjudicielle, l'examen par la Cour de la première question posée par le juge de renvoi n'est pas indispensable à la résolution du litige pendant devant lui. En effet, le capital dont il est question ne pouvant être considéré que comme un bien commun, la différence de traitement qui résulterait de la comparaison entre ce bien commun et le régime matrimonial de la pension légale versée à un fonctionnaire, fût-elle jugée discriminatoire, n'aboutirait pas à modifier le caractère commun dudit capital et, partant, la solution du litige pendant devant le juge a quo, qui ne concerne pas un fonctionnaire mais un employé ayant bénéficié d'une assurance-groupe collective souscrite par son employeur. B.12. La première question préjudicielle n'appelle dès lors pas de réponse. Par ces motifs, la Cour dit pour droit : Dans l'interprétation selon laquelle, lorsque deux conjoints sont mariés sous le régime de la communauté de biens, le capital de l'assurance-groupe obligatoire que souscrit l'employeur de l'un d'eux |
aangaat ten voordele van zijn werknemer ter financiering van een | au bénéfice de son travailleur en vue de financer une pension |
aanvullend pensioen dat wordt betaald bij het bereiken van een | complémentaire payée lorsque l'affilié atteint un âge déterminé, est |
bepaalde leeftijd door de aangeslotene, als een eigen goed wordt | considéré comme un bien propre, les articles 127 et 128 de la loi du |
beschouwd, schenden de artikelen 127 en 128 van de wet van 25 juni | 25 juin 1992 sur le contrat d'assurance terrestre violent les articles |
1992 op de landverzekeringsovereenkomst de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. | 10 et 11 de la Constitution. |
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 27 juli 2011. | la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 27 juillet 2011. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
De voorzitter, | Le président, |
M. Bossuyt. | M. Bossuyt. |