← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 18/2011 van 3 februari 2011 Rolnummer 4902 In zake : de
prejudiciële vragen betreffende artikel 331 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld
door de Rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde. H samengesteld
uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen,(...)"
| Uittreksel uit arrest nr. 18/2011 van 3 februari 2011 Rolnummer 4902 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 331 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde. H samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen,(...) | Extrait de l'arrêt n° 18/2011 du 3 février 2011 Numéro du rôle : 4902 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 331 du Code des impôts sur les revenus 1992, posées par le Tribunal de première instance de Termonde. La composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, (...) |
|---|---|
| GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
| Uittreksel uit arrest nr. 18/2011 van 3 februari 2011 | Extrait de l'arrêt n° 18/2011 du 3 février 2011 |
| Rolnummer 4902 | Numéro du rôle : 4902 |
| In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 331 van het | En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 331 du |
| Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank | Code des impôts sur les revenus 1992, posées par le Tribunal de |
| van eerste aanleg te Dendermonde. | première instance de Termonde. |
| Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
| samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de | composée des présidents M. Bossuyt et R. Henneuse, et des juges E. De |
| rechters E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. | Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, |
| Moerman, E. Derycke, J. Spreutels en P. Nihoul, bijgestaan door de | J. Spreutels et P. Nihoul, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, |
| griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, | présidée par le président M. Bossuyt, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
| I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging | I. Objet des questions préjudicielles et procédure |
| Bij vonnis van 12 maart 2010 in zake Wim Bogaert en Martine Van Gysel | Par jugement du 12 mars 2010 en cause de Wim Bogaert et Martine Van |
| tegen de « Maatschappij voor Grond- en Industrialisatiebeleid van het | Gysel contre la « Maatschappij voor Grond- en Industrialisatiebeleid |
| Linkerscheldeoevergebied », waarvan de expeditie ter griffie van het | van het Linkerscheldeoevergebied », dont l'expédition est parvenue au |
| Hof is ingekomen op 22 maart 2010, heeft de Rechtbank van eerste | greffe de la Cour le 22 mars 2010, le Tribunal de première instance de |
| aanleg te Dendermonde de volgende prejudiciële vragen gesteld : | Termonde a posé les questions préjudicielles suivantes : |
| 1. « Schendt artikel 331 WIB/92, geïnterpreteerd in de zin dat de | 1. « L'article 331 du CIR 1992, interprété en ce sens que l'indemnité |
| gevorderde vergoeding, die rechtstreeks of onrechtstreeks afhankelijk | réclamée, qui dépend directement ou indirectement du montant des |
| is van het bedrag van de winsten of de inkomsten van de onteigende, | bénéfices ou des revenus de l'exproprié, ne peut être calculée que sur |
| uitsluitend mag worden berekend op basis van de aanslagbiljetten over | la base des avertissements-extraits de rôle portant sur les trois |
| de laatste drie jaar die de onteigening voorafgaan, ook wanneer het | années précédant l'expropriation, même lorsque les revenus de |
| inkomen van de onteigende - hier een landbouwer/fruitteler - in | l'exproprié - en l'occurrence un agriculteur/fruiticulteur - ont été |
| établis de manière forfaitaire pour ces années, viole-t-il l'article | |
| gezegde jaren forfaitair werd vastgesteld, artikel 16 van de Grondwet, | 16 de la Constitution, qui prescrit une indemnisation intégrale, |
| die een integrale, nauwkeurige en juiste schadeloosstelling van de | précise et juste de l'exproprié et, en combinaison avec le principe |
| onteigende voorschrijft en, in samenlezing met het in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet vervatte gelijkheids- en | d'égalité et de non-discrimination inscrit aux articles 10 et 11 de la |
| non-discriminatiebeginsel, artikel 1 van het Aanvullend protocol van | |
| 20 maart 1952 bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de | Constitution, l'article 1er du Premier Protocole du 20 mars 1952 |
| mens en de fundamentele vrijheden ? »; | additionnel à la Convention européenne des droits de l'homme ? »; |
| 2. « Schendt artikel 331 WIB/92, geïnterpreteerd in de zin dat de | 2. « L'article 331 du CIR 1992, interprété en ce sens que l'indemnité |
| gevorderde vergoeding, die rechtstreeks of onrechtstreeks afhankelijk | réclamée, qui dépend directement ou indirectement du montant des |
| is van het bedrag van de winsten of de inkomsten van de onteigende, | bénéfices ou des revenus de l'exproprié, ne peut être calculée que sur |
| uitsluitend mag worden berekend op basis van de aanslagbiljetten over | la base des avertissements-extraits de rôle portant sur les trois |
| de laatste drie jaar die de onteigening voorafgaan, ook wanneer het | années précédant l'expropriation, même lorsque les revenus de |
| inkomen van de onteigende - hier een landbouwer/fruitteler - aan | l'exproprié - en l'occurrence un agriculteur/fruiticulteur - sont |
| manifeste cycli onderhevig is en dus zonder rekening te houden met een | manifestement tributaires de certains cycles, et donc sans tenir |
| toekomstige evolutie van de winsten of de inkomsten van de onteigende, | compte d'une évolution future des bénéfices ou des revenus de |
| artikel 16 van de Grondwet, die een integrale, nauwkeurige en juiste | l'exproprié, viole-t-il l'article 16 de la Constitution, qui prescrit |
| schadeloosstelling van de onteigende voorschrijft en, in samenlezing | une indemnisation intégrale, précise et juste de l'exproprié et, en |
| combinaison avec le principe d'égalité et de non-discrimination | |
| met het in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet vervatte gelijkheids- | inscrit aux articles 10 et 11 de la Constitution, l'article 1er du |
| en non-discriminatiebeginsel, artikel 1 van het Aanvullend protocol | |
| van 20 maart 1952 bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van | Premier Protocole du 20 mars 1952 additionnel à la Convention |
| de mens en de fundamentele vrijheden ? ». | européenne des droits de l'homme ? ». |
| (...) | (...) |
| III. In rechte | III. En droit |
| (...) | (...) |
| B.1. De prejudiciële vragen hebben betrekking op artikel 331 van het | B.1. Les questions préjudicielles portent sur l'article 331 du Code |
| Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna : WIB 1992), dat bepaalt : « De aangiften inzake personenbelasting, vennootschapsbelasting of belasting van niet-inwoners zijn tegen de belastingplichtigen in te roepen voor de vaststelling van de vergeldingen of schadevergoedingen die zij voor om het even welke rechtsmacht vorderen van de Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten, de provincies, de agglomeraties, de federaties van gemeenten, de gemeenten en andere Belgische openbare inrichtingen of instellingen, wanneer het bedrag van die vergeldingen of schadevergoedingen rechtstreeks of onrechtstreeks afhangt van het bedrag van hun winst of inkomsten. Voor de toepassing van dit artikel is de administratie der belastingen ontheven van het beroepsgeheim en gehouden aan de met de betwisting belaste rechtsmacht aanslagbiljetten of een attest van niet-belastbaarheid te verstrekken over de laatste drie jaren die de schade waarvoor herstel wordt gevraagd voorafgaan. Voor de toepassing van dit artikel wordt geen rekening gehouden met | des impôts sur les revenus 1992 (ci-après : CIR 1992) qui dispose : « Les déclarations des contribuables relatives à l'impôt des personnes physiques, à l'impôt des sociétés ou à l'impôt des non-résidents leur sont opposables pour la fixation des indemnités ou dommages-intérêts qu'ils réclament à l'Etat, aux Communautés, Régions, provinces, agglomérations, fédérations de communes, communes et autres organismes ou établissements publics belges, devant toute juridiction, lorsque le montant de ces indemnités ou dommages-intérêts dépend directement ou indirectement du montant de leurs bénéfices ou de leurs revenus. Pour l'application du présent article, l'administration des contributions est déliée du secret professionnel, et tenue de fournir, à la juridiction saisie du litige, des extraits des rôles ou un certificat de non-imposition, pour les trois dernières années qui précèdent le dommage dont réparation est postulée. Pour l'application du présent article, il ne sera pas tenu compte des |
| inkomstenwijzigingen welke door de belastingplichtige na het | rectifications de revenus qui auraient été faites spontanément par le |
| schadeverwekkend feit spontaan werden gedaan ». | contribuable après le fait dommageable ». |
| B.2.1. Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid van de eerste | B.2.1. La Cour est interrogée sur la compatibilité des deux premiers |
| twee leden van die bepaling met artikel 16 van de Grondwet en met de | alinéas de cette disposition avec l'article 16 de la Constitution et |
| artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 | avec les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec l'article |
| van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de | 1er du Premier Protocole additionnel à la Convention européenne des |
| rechten de mens, wanneer de in het geding zijnde bepalingen in die zin | droits de l'homme, lorsque les dispositions en cause sont interprétées |
| worden geïnterpreteerd dat de vergoeding, die rechtstreeks of | en ce sens que l'indemnité, qui dépend directement ou indirectement du |
| onrechtstreeks afhangt van het bedrag van de winsten of de inkomsten | montant des bénéfices ou des revenus de l'exproprié, peut |
| van de onteigende, uitsluitend mag worden berekend op basis van de | exclusivement être calculée sur la base des avertissements-extraits de |
| aanslagbiljetten over de laatste drie jaren die de onteigening | rôle portant sur les trois dernières années précédant l'expropriation, |
| voorafgaan, ook wanneer het inkomen van de onteigende in die jaren | même lorsque les revenus de l'exproprié ont été établis de manière |
| forfaitair werd vastgesteld (eerste prejudiciële vraag) en ook wanneer | forfaitaire pour ces années (première question préjudicielle) et même |
| dat inkomen aan manifeste cycli onderhevig is, zodat geen rekening | lorsque ces revenus sont manifestement tributaires de certains cycles, |
| wordt gehouden met de toekomstige evolutie van de winsten of de | de sorte qu'il n'est pas tenu compte de l'évolution future des |
| inkomsten van de onteigende (tweede prejudiciële vraag). | bénéfices ou des revenus de l'exproprié (seconde question |
| B.2.2. De verwijzende rechter verwijst tevens naar de eerste drie | préjudicielle). B.2.2. Le juge a quo fait également référence aux trois premiers |
| leden van artikel 342, § 1, van het WIB 1992, die bepalen : | alinéas de l'article 342, § 1er, du CIR 1992, qui disposent : |
| « Bij gebreke van bewijskrachtige gegevens, geleverd door de belanghebbenden, hetzij door de administratie, worden de in artikel 23, § 1, 1° en 2° vermelde winst of baten voor elke belastingplichtige bepaald naar de normale winst of baten van ten minste drie soortgelijke belastingplichtigen en met inachtneming, volgens het geval, van het aangewende kapitaal, van de omzet, van het aantal werklieden, van de benuttigde drijfkracht, van de huurwaarde van in bedrijf genomen gronden, alsmede van alle andere nuttige inlichtingen. De administratie kan te dien einde, in overleg met de betrokken beroepsgroeperingen, forfaitaire grondslagen van aanslag vaststellen. De in vorig lid bedoelde forfaitaire grondslagen van aanslag mogen vastgesteld worden voor drie opeenvolgende aanslagjaren ». Ofschoon die bepalingen niet ter toetsing zijn voorgelegd, kan het Hof ermee rekening houden bij het onderzoek van de prejudiciële vragen. B.2.3. Gelet op hun samenhang, onderzoekt het Hof de twee prejudiciële vragen samen. | « A défaut d'éléments probants fournis soit par les intéressés, soit par l'administration, les bénéfices ou profits visés à l'article 23, § 1er, 1° et 2°, sont déterminés, pour chaque contribuable, eu égard aux bénéfices ou profits normaux d'au moins trois contribuables similaires et en tenant compte, suivant le cas, du capital investi, du chiffre d'affaires, du nombre d'ouvriers, de la force motrice utilisée, de la valeur locative des terres exploitées, ainsi que de tous autres renseignements utiles. L'administration peut, à cet effet, arrêter, d'accord avec les groupements professionnels intéressés, des bases forfaitaires de taxation. Les bases forfaitaires de taxation visées à l'alinéa qui précède peuvent être arrêtées pour trois exercices d'imposition successifs ». Bien que ces dispositions n'aient pas été soumises au contrôle de la Cour, celle-ci peut en tenir compte lors de l'examen des questions préjudicielles. B.2.3. Compte tenu de leur connexité, la Cour examine conjointement les deux questions préjudicielles. |
| B.3.1. Artikel 16 van de Grondwet bepaalt : | B.3.1. L'article 16 de la Constitution dispose : |
| « Niemand kan van zijn eigendom worden ontzet dan ten algemenen nutte, | « Nul ne peut être privé de sa propriété que pour cause d'utilité |
| in de gevallen en op de wijze bij de wet bepaald en tegen billijke en | publique, dans les cas et de la manière établis par la loi, et |
| voorafgaande schadeloosstelling ». | moyennant une juste et préalable indemnité ». |
| Artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag | L'article 1er du Premier Protocole additionnel à la Convention |
| voor de rechten van de mens bepaalt : « Alle natuurlijke of rechtspersonen hebben recht op het ongestoord genot van hun eigendom. Niemand zal van zijn eigendom worden beroofd behalve in het algemeen belang en met inachtneming van de voorwaarden neergelegd in de wet en in de algemene beginselen van het internationaal recht. De voorgaande bepalingen zullen echter op geen enkele wijze het recht aantasten dat een Staat heeft om die wetten toe te passen welke hij noodzakelijk oordeelt om toezicht uit te oefenen op het gebruik van eigendom in overeenstemming met het algemeen belang of om de betaling van belastingen of andere heffingen en boeten te verzekeren ». | européenne des droits de l'homme dispose : « Toute personne physique ou morale a droit au respect de ses biens. Nul ne peut être privé de sa propriété que pour cause d'utilité publique et dans les conditions prévues par la loi et les principes généraux du droit international. Les dispositions précédentes ne portent pas atteinte au droit que possèdent les Etats de mettre en vigueur les lois qu'ils jugent nécessaires pour réglementer l'usage des biens conformément à l'intérêt général ou pour assurer le paiement des impôts ou d'autres contributions ou des amendes ». |
| B.3.2. Een billijke schadeloosstelling in de zin van artikel 16 van de | B.3.2. Une juste indemnité au sens de l'article 16 de la Constitution |
| Grondwet vereist in beginsel een integraal herstel van het geleden | requiert en principe la réparation intégrale du préjudice subi. |
| nadeel. B.4.1. Artikel 331 van het WIB 1992 werd in zijn oorspronkelijke | B.4.1. Dans sa version originaire, l'article 331 du CIR 1992 avait été |
| versie ingevoerd bij de wet van 8 maart 1951 ten gevolge van het | introduit par la loi du 8 mars 1951 à la suite de l'adoption d'un |
| aannemen van een amendement dat ertoe strekte « de oprechtheid van de | amendement qui tendait à « assurer la sincérité des déclarations |
| fiscale aangiften van de belastingplichtigen te verzekeren » (Parl. | fiscales des contribuables » (Doc. parl., Chambre, 1950-1951, n° 160, |
| St., Kamer, 1950-1951, nr. 160, p. 25). | p. 25). |
| Vóór de coördinatie van het Wetboek van de inkomstenbelastingen in | Avant la coordination du Code des impôts sur les revenus, intervenue |
| 1992 was het huidige artikel 331 als artikel 239 van het WIB | en 1992, l'actuel article 331 figurait dans le CIR en tant qu'article |
| opgenomen. | 239. |
| B.4.2. In de parlementaire voorbereiding van artikel 28 van de | B.4.2. Dans les travaux préparatoires de l'article 28 de la loi |
| voormelde wet van 8 maart 1951 (thans artikel 331 van het WIB 1992) | précitée du 8 mars 1951 (actuellement l'article 331 du CIR 1992), il a |
| wordt uiteengezet : | été exposé : |
| « Volgens deze nieuwe bepaling zal de belastingaangifte kunnen | « La nouvelle disposition a pour but de rendre la déclaration fiscale |
| tegengeworpen worden aan de belastingplichtige, wanneer hij aan de | opposable au redevable lorsqu'il se trouve dans la situation de devoir |
| openbare machten vergoedingen of schadeloosstellingen vraagt waarvan | réclamer aux pouvoirs publics des indemnités ou des dommages-intérêts |
| het bedrag afhangt van de hoegrootheid van het bedrijfsinkomen. | dont le montant dépend de la hauteur des revenus professionnels. Pour |
| Daartoe ontslaat zij het bestuur van belastingen van het | atteindre cet objectif elle délie l'administration des contributions |
| beroepsgeheim, wanneer dit bestuur gevraagd wordt om kohieruittreksels | du secret professionnel, lorsqu'il lui est réclamé des extraits de |
| of attesten van niet-belastbaarheid voor de laatste drie jaren vóór | rôle ou des certificats de non-imposition pour les trois dernières |
| het schadegeval waarvoor vergoeding wordt gevraagd [...] » (Parl. St., | années qui précèdent le dommage dont la réparation est postulée » |
| Senaat, 1950-1951, nr. 162, pp. 47-48). | (Doc. parl., Sénat, 1950-1951, n° 162, pp. 47-48). |
| B.5. Krachtens de in het geding zijnde bepalingen zijn de aangiften in | B.5. En vertu des dispositions en cause, les déclarations relatives |
| de inkomstenbelastingen tegenstelbaar aan de belastingplichtigen voor | aux impôts sur les revenus sont opposables aux contribuables pour |
| het bepalen van de vergeldingen en de schadevergoedingen die zij van | fixer les indemnités et dommages et intérêts qu'ils réclament aux |
| de in die bepalingen vermelde overheden vorderen, wanneer het bedrag | autorités mentionnées dans ces dispositions, lorsque le montant de ces |
| van die vergeldingen of vergoedingen - te dezen een | indemnités ou dommages et intérêts - en l'espèce, une indemnité |
| onteigeningsvergoeding - rechtstreeks of onrechtstreeks afhangt van | d'expropriation - dépend directement ou indirectement du montant de |
| het bedrag van hun winst of inkomsten (artikel 331, eerste lid). In | leurs bénéfices ou de leurs revenus (article 331, alinéa 1er). Dans ce |
| dat geval is de fiscale administratie van het beroepsgeheim ontheven | cas, l'administration fiscale est déliée du secret professionnel et |
| en dient zij de aanslagbiljetten of een attest van niet-belastbaarheid | elle est tenue de fournir au juge des extraits des rôles ou un |
| over de laatste drie jaren die aan de schade waarvoor herstel wordt | certificat de non-imposition pour les trois dernières années qui |
| gevraagd voorafgaan, aan de rechter te verstrekken (artikel 331, | précèdent le dommage dont réparation est postulée (article 331, alinéa |
| tweede lid). | 2). |
| B.6.1. In de interpretatie van de verwijzende rechter zou uit de in | B.6.1. Dans l'interprétation du juge a quo, il découlerait des |
| het geding zijnde bepalingen voortvloeien dat de rechter, om het | dispositions en cause que, pour établir le montant de l'indemnité |
| bedrag van de onteigeningsvergoeding - wat de winstderving betreft - | d'expropriation - en ce qui concerne le manque à gagner -, le juge |
| vast te stellen, zich uitsluitend zou dienen te baseren op de aanslagbiljetten over de drie jaren die de onteigening voorafgaan, ook wanneer het inkomen van de onteigende in die referteperiode forfaitair werd vastgesteld en ook wanneer dat inkomen aan manifeste cycli onderhevig is. In die interpretatie zou de rechter niet vermogen rekening te houden met de inkomsten voor andere jaren dan de drie jaren die de onteigening voorafgaan; hij zou de onteigeningsvergoeding, wat de gederfde inkomsten betreft, uitsluitend op basis van de aanslagbiljetten van die referteperiode mogen berekenen en hij zou geen rekening mogen houden met voldoende zekere toekomstige evoluties van het inkomen van de onteigende. De in het geding zijnde bepalingen zouden aldus een onweerlegbaar vermoeden instellen. | devrait exclusivement se fonder sur les avertissements-extraits de rôle des trois années qui précèdent l'expropriation, même si les revenus de l'exproprié ont été établis de manière forfaitaire durant la période de référence et même si ces revenus sont manifestement tributaires de certains cycles. Dans cette interprétation, le juge ne pourrait pas tenir compte des revenus d'autres années que les trois années précédant l'expropriation; il devrait calculer l'indemnité d'expropriation, en ce qui concerne le manque à gagner, exclusivement sur la base des avertissements-extraits de rôle de cette période de référence et il ne pourrait tenir aucun compte des évolutions futures suffisamment certaines des revenus de l'exproprié. Les dispositions en cause instaureraient ainsi une présomption irréfragable. |
| B.6.2. Uit de toepassing van de in het geding zijnde bepalingen, aldus | B.6.2. Il ne résulte pas nécessairement de l'application des |
| geïnterpreteerd, volgt niet noodzakelijk dat de op die basis berekende | dispositions en cause, interprétées en ce sens, que l'indemnité |
| onteigeningsvergoeding niet zou beantwoorden aan de vereisten van | d'expropriation calculée sur cette base ne réponde pas aux exigences |
| artikel 16 van de Grondwet. De berekening van de | de l'article 16 de la Constitution. En effet, le calcul de l'indemnité |
| onteigeningsvergoeding op basis van de in artikel 331 van het WIB 1992 bedoelde referentieperiode leidt immers in de regel tot een billijke schadeloosstelling, inzonderheid wanneer de inkomsten van de onteigende een vrij stabiel en voorspelbaar karakter hebben. B.6.3. Wanneer bepaalde categorieën van belastingplichtigen, overeenkomstig de geldende regelgeving, ervoor opteren op een forfaitaire grondslag te worden belast in plaats van te kiezen voor de aangifte van hun werkelijke inkomsten, is er van een oogmerk van fiscale fraude in beginsel geen sprake. Welnu, de in het geding zijnde bepalingen strekken in eerste instantie ertoe onoprechte belastingaangiften te ontraden. | d'expropriation sur la base de la période de référence visée par l'article 331 du CIR 1992 conduit en règle à une juste indemnisation, en particulier lorsque les revenus de l'exproprié ont un caractère assez stable et prévisible. B.6.3. Lorsque certaines catégories de contribuables choisissent, conformément à la législation en vigueur, d'être imposés sur une base forfaitaire de taxation au lieu d'opter pour la déclaration de leurs revenus réels, il n'est en principe pas question d'une intention de fraude fiscale. Or, les dispositions en cause tendent en premier lieu à décourager les déclarations fiscales non sincères. |
| In dat verband bepaalt artikel 342, § 1, van het WIB 1992 dat de fiscale administratie, in overleg met de betrokken beroepsgroeperingen, forfaitaire grondslagen van aanslag kan vaststellen (tweede lid) en dat die forfaitaire grondslagen van aanslag voor drie opeenvolgende jaren mogen worden vastgesteld (derde lid). B.6.4. Wanneer de inkomsten van de onteigende een onzeker en fluctuerend karakter hebben, zodat zij van jaar tot jaar aanzienlijk kunnen verschillen, kan de toepassing van de in het geding zijnde bepalingen, zoals geïnterpreteerd door de verwijzende rechter, ertoe leiden dat de onteigeningsvergoeding, wat de gederfde inkomsten betreft, in voorkomend geval niet beantwoordt aan het vereiste van een in beginsel integraal herstel van het geleden nadeel dat door artikel | A cet égard, l'article 342, § 1er, du CIR 1992 dispose que l'administration fiscale, en accord avec les groupements professionnels intéressés, peut arrêter des bases forfaitaires de taxation (alinéa 2) et que ces bases forfaitaires de taxation peuvent être arrêtées pour trois exercices d'imposition successifs (alinéa 3). B.6.4. Lorsque les revenus de l'exproprié revêtent un caractère incertain et fluctuant, de sorte qu'ils peuvent considérablement différer d'année en année, l'application des dispositions en cause, telles qu'elles sont interprétées par le juge a quo, peut conduire à ce que l'indemnité d'expropriation, en ce qui concerne le manque à gagner, ne réponde pas, le cas échéant, à l'exigence d'une réparation |
| 16 van de Grondwet wordt gewaarborgd. Dat zou het geval zijn wanneer | en principe intégrale du préjudice subi, garantie par l'article 16 de |
| de inkomsten van de onteigende, over een langere periode beschouwd, in | la Constitution. Tel serait le cas si les revenus de l'exproprié, |
| werkelijkheid doorgaans aanzienlijk hoger zijn dan uit de aangiften | considérés sur une plus longue période, sont en réalité généralement |
| bien supérieurs aux montants qui résultent des déclarations des trois | |
| over de laatste drie jaren blijkt, doordat ten gevolge van bijzondere | dernières années, de par le fait qu'en raison de circonstances |
| omstandigheden de inkomsten in die referteperiode aanzienlijk lager | particulières, les revenus de cette période de référence se sont |
| zijn uitgevallen. | nettement réduits. |
| B.6.5. In de interpretatie die de verwijzende rechter eraan geeft, is | B.6.5. Dans l'interprétation qu'en donne le juge a quo, l'article 331 |
| artikel 331 van het WIB 1992 niet bestaanbaar met artikel 16 van de | du CIR 1992 n'est pas compatible avec l'article 16 de la Constitution, |
| Grondwet, in zoverre het de rechter elke beoordelingsbevoegdheid | en ce qu'il prive le juge de tout pouvoir d'appréciation pour prendre |
| ontzegt om bij het berekenen van de onteigeningsvergoeding, wat de | également en considération, lors du calcul de l'indemnité |
| gederfde inkomsten betreft, eveneens rekening te houden met andere | d'expropriation, d'autres critères, en ce qui concerne le manque à |
| criteria dan die welke in de in het geding zijnde bepalingen zijn vermeld. | gagner, que ceux qui sont mentionnés dans les dispositions en cause. |
| B.6.6. De toetsing van de in het geding zijnde bepalingen, zoals | B.6.6. L'examen des dispositions en cause, telles qu'elles sont |
| geïnterpreteerd door de verwijzende rechter, aan de artikelen 10 en 11 | interprétées par le juge a quo, au regard des articles 10 et 11 de la |
| van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste | Constitution, combinés avec l'article 1er du Premier Protocole |
| Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de | additionnel à la Convention européenne des droits de l'homme, ne |
| mens, leidt niet tot een ander besluit. | conduit pas à une autre conclusion. |
| B.6.7. In die interpretatie dienen de prejudiciële vragen bevestigend | B.6.7. Dans cette interprétation, les questions préjudicielles |
| te worden beantwoord. | appellent une réponse affirmative. |
| B.7.1. De in het geding zijnde bepalingen kunnen evenwel anders worden | B.7.1. Les dispositions en cause peuvent toutefois être interprétées |
| geïnterpreteerd. | autrement. |
| Noch uit de bewoordingen van artikel 331 van het WIB 1992, noch uit de | Il ne se déduit ni de la formulation de l'article 331 du CIR 1992 ni |
| parlementaire voorbereiding van de oorspronkelijke versie ervan, kan | des travaux préparatoires de la version originale de celui-ci que, |
| worden afgeleid dat de rechter over geen enkele | lors de la fixation de l'indemnité d'expropriation, en ce qui concerne |
| beoordelingsbevoegdheid zou beschikken om, voor het vaststellen van de | le manque à gagner, le juge ne disposerait d'aucun pouvoir |
| onteigeningsvergoeding, wat de gederfde inkomsten betreft, andere | d'appréciation pour prendre en considération d'autres critères que la |
| criteria in aanmerking te nemen dan de referteperiode waarin artikel | période de référence prévue par l'article 331. Plus précisément, il ne |
| 331 voorziet. Meer bepaald kan uit de in het geding zijnde bepalingen | peut être déduit des dispositions en cause que, dans tous les cas, la |
| niet worden afgeleid dat, in alle gevallen, de enige aanvaardbare | seule base acceptable pour l'estimation du dommage soit les |
| basis voor de raming van de schade de aanslagbiljetten over de laatste | avertissements-extraits de rôle des trois dernières années précédant |
| drie jaren vóór de onteigening zou zijn. | l'expropriation. |
| B.7.2. Vermits de rechter ertoe gehouden is de onteigeningsvergoeding | B.7.2. Etant donné que le juge est tenu de fixer l'indemnité |
| vast te stellen met eerbiediging van artikel 16 van de Grondwet, moet | d'expropriation en respectant l'article 16 de la Constitution, il |
| hij in voorkomend geval rekening kunnen houden met bijzondere | doit, le cas échéant, pouvoir tenir compte des circonstances |
| omstandigheden die de vaststelling van het bedrag van die vergoeding wezenlijk kunnen beïnvloeden. Die beoordelingsbevoegdheid betreft de situaties waarbij de inkomsten van de onteigende, over een langere periode beschouwd, in werkelijkheid doorgaans aanzienlijk hoger dan wel aanzienlijk lager zijn dan uit de aangiften over de laatste drie jaren blijkt, doordat ten gevolge van bijzondere omstandigheden, de inkomsten in die referteperiode uitzonderlijk aanzienlijk lager dan wel aanzienlijk hoger zijn uitgevallen dan doorgaans het geval is. B.7.3. In beginsel sluiten de in het geding zijnde bepalingen de beoordelingsbevoegdheid van de rechter niet uit, ook niet in de gevallen dat de belastingplichtige op een forfaitaire grondslag werd belast. Het kan de betrokken belastingplichtige niet worden verweten dat hij, overeenkomstig de geldende regelgeving en zonder enig oogmerk van belastingontduiking, het voor hem meest gunstige fiscale stelsel heeft gekozen, temeer nu de in het geding zijnde bepalingen in eerste instantie ertoe strekken onoprechte belastingaangiften te voorkomen. | particulières susceptibles d'influencer de manière substantielle la fixation du montant de cette indemnité. Ce pouvoir d'appréciation concerne les situations dans lesquelles les revenus de l'exproprié, considérés sur une période plus longue, sont en réalité généralement bien plus élevés ou bien moins élevés que les montants qui ressortent des déclarations relatives aux trois dernières années, de par le fait qu'en raison de circonstances particulières, les revenus sont exceptionnellement bien plus faibles ou bien plus élevés dans cette période de référence que ce n'est généralement le cas. B.7.3. En principe, les dispositions en cause n'excluent pas le pouvoir d'appréciation du juge, pas même dans les cas où le contribuable a été imposé sur une base forfaitaire. On ne peut pas reprocher au contribuable concerné d'avoir choisi, conformément à la réglementation en vigueur et sans aucune intention de fraude fiscale, le système fiscal qui lui est le plus favorable, a fortiori dès lors que les dispositions en cause tendent en premier lieu à prévenir des déclarations fiscales non sincères. |
| B.7.4. Een toetsing van de in het geding zijnde bepalingen, in die | B.7.4. Un examen des dispositions en cause, dans cette interprétation, |
| interpretatie, aan de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang | au regard des articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec |
| gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het | l'article 1er du Premier Protocole additionnel à la Convention |
| Europees Verdrag voor de rechten van de mens, leidt niet tot een ander | européenne des droits de l'homme, n'aboutit pas à une autre |
| besluit. | conclusion. |
| B.7.5. In die interpretatie dienen de prejudiciële vragen ontkennend | B.7.5. Dans cette interprétation, les questions préjudicielles |
| te worden beantwoord. | appellent une réponse négative. |
| Om die redenen, | Par ces motifs, |
| het Hof | la Cour |
| zegt voor recht : | dit pour droit : |
| - Geïnterpreteerd in die zin dat het de rechter elke | - Interprété en ce sens qu'il prive le juge de tout pouvoir |
| beoordelingsbevoegdheid ontzegt om bij het berekenen van de | d'appréciation pour prendre également en considération, lors du calcul |
| onteigeningsvergoeding, wat de gederfde inkomsten betreft, eveneens | de l'indemnité d'expropriation, en ce qui concerne le manque à gagner, |
| andere criteria in aanmerking te nemen dan die welke het vermeldt, | |
| schendt artikel 331 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 | d'autres critères que ceux qu'il mentionne, l'article 331 du Code des |
| artikel 16 van de Grondwet. | impôts sur les revenus 1992 viole l'article 16 de la Constitution. |
| - Geïnterpreteerd in die zin dat het de rechter de | - Interprété en ce sens qu'il ne prive pas le juge de tout pouvoir |
| beoordelingsbevoegdheid niet ontzegt om bij het berekenen van de | d'appréciation pour prendre également en considération, lors du calcul |
| onteigeningsvergoeding, wat de gederfde inkomsten betreft, eveneens | de l'indemnité d'expropriation, en ce qui concerne le manque à gagner, |
| andere criteria in aanmerking te nemen dan die welke het vermeldt, | d'autres critères que ceux qu'il mentionne, l'article 331 du Code des |
| schendt artikel 331 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 | impôts sur les revenus 1992 ne viole pas l'article 16 de la |
| artikel 16 van de Grondwet niet. | Constitution. |
| Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, |
| artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
| Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 3 februari 2011. | la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 3 février 2011. |
| De griffier, | Le greffier, |
| P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
| De voorzitter, | Le président, |
| M. Bossuyt. | M. Bossuyt. |