← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 58/2010 van 27 mei 2010 Rolnummer 4721 In zake : de prejudiciële
vraag over artikel 11, III, van afdeling IIbis van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, van (...) Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters
M. Melchior en M. Bossuyt, en de rechter(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 58/2010 van 27 mei 2010 Rolnummer 4721 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 11, III, van afdeling IIbis van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, van (...) Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en M. Bossuyt, en de rechter(...) | Extrait de l'arrêt n° 58/2010 du 27 mai 2010 Numéro du rôle : 4721 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 11, III, de la section IIbis du livre III, titre VIII, chapitr(...) La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Melchior et M. Bossuyt, et des juges E. De(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 58/2010 van 27 mei 2010 | Extrait de l'arrêt n° 58/2010 du 27 mai 2010 |
Rolnummer 4721 | Numéro du rôle : 4721 |
In zake : de prejudiciële vraag over artikel 11, III, van afdeling | En cause : la question préjudicielle relative à l'article 11, III, de |
IIbis (« Regels betreffende de handelshuur in het bijzonder ») van | la section IIbis (« Des règles particulières aux baux commerciaux ») |
boek III, titel VIII, hoofdstuk II, van het Burgerlijk Wetboek, | du livre III, titre VIII, chapitre II, du Code civil, posée par le |
gesteld door de Vrederechter van het eerste kanton Charleroi. | Juge de paix du premier canton de Charleroi. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en M. Bossuyt, en de | composée des présidents M. Melchior et M. Bossuyt, et des juges E. De |
rechters E. De Groot, A. Alen, J.-P. Snappe, J. Spreutels en T. | Groot, A. Alen, J.-P. Snappe, J. Spreutels et T. Merckx-Van Goey, |
Merckx-Van Goey, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder | assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. |
voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, | Melchior, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
Bij vonnis van 28 mei 2009 in zake de nv « InBev Belgium » tegen Jean | Par jugement du 28 mai 2009 en cause de la SA « InBev Belgium » contre |
Evaldre en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is | Jean Evaldre et autres, dont l'expédition est parvenue au greffe de la |
ingekomen op 4 juni 2009, heeft de Vrederechter van het eerste kanton | Cour le 4 juin 2009, le Juge de paix du premier canton de Charleroi a |
Charleroi de volgende prejudiciële vraag gesteld : | posé la question préjudicielle suivante : |
« L'article 11 - III de la loi sur les baux commerciaux ne viole-t-il | |
« Schendt artikel 11, III, van de Handelshuurwet de artikelen 10 en 11 | pas les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que le cédant d'un |
van de Grondwet, in zoverre de overdrager van een handelshuur kan zijn | |
gehouden tot alle verplichtingen die voortvloeien uit de | bail commercial peut être tenu de la totalité des obligations |
huurovereenkomst terwijl de overnemer die zijn verplichtingen niet | découlant de la convention de location alors que le cessionnaire qui |
heeft vervuld, tot niets gehouden zou zijn wanneer hij als | |
gefailleerde verschoonbaar wordt verklaard door de rechtbank van | n'a pas rempli ses obligations, ne serait tenu à rien lorsque, étant |
koophandel ? ». | failli, il est déclaré excusable par le Tribunal de commerce ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1. Artikel 10 van afdeling IIbis (« Regels betreffende de | B.1. L'article 10 de la section IIbis (« Des règles particulières aux |
handelshuur in het bijzonder ») van boek III, titel VIII, hoofdstuk | baux commerciaux ») du livre III, titre VIII, chapitre II, du Code |
II, van het Burgerlijk Wetboek, ingevoegd bij artikel 1 van de wet van | |
30 april 1951 « op de handelshuurovereenkomsten met het oog op de | civil, inséré par l'article 1er de la loi du 30 avril 1951 « sur les |
bescherming van het handelsfonds » en gewijzigd bij artikel 48, § 4, | baux commerciaux, en vue de la protection du fonds de commerce » et |
van de wet van 5 juli 1963 tot regeling van het statuut der | modifié par l'article 48, § 4, de la loi du 5 juillet 1963 réglant le |
gerechtsdeurwaarders, bepaalt : | statut des huissiers de justice, dispose : |
« Het verbod om de huur aan anderen over te dragen [...], kan geen | « L'interdiction de céder le bail [...] ne peut faire obstacle à la |
beletsel zijn voor een overdracht [...] die samen geschiedt met de | cession [...] faite ensemble avec la cession [...] du fonds de |
overdracht [...] van de handelszaak en slaat op de gezamenlijke | commerce et portant sur l'intégralité des droits du locataire |
rechten van de hoofdhuurder. | principal. |
Wanneer echter de verhuurder of zijn familie een gedeelte van het | Toutefois, lorsque le bailleur ou sa famille habite une partie de |
onroerend goed bewoont, blijft het verbod van huuroverdracht [...] gelden. De huurder die gebruik wil maken van het hem in het eerste lid toegekende recht van [...] huuroverdracht, moet aan de verhuurder het ontwerp van akte van overdracht [...] betekenen bij ter post aangetekende brief of bij exploot van gerechtsdeurwaarder. De verhuurder die meent wettige redenen te hebben om zich tegen de overdracht [...] te verzetten, is gehouden zijn met redenen omkleed verzet op dezelfde wijze te doen kennen, binnen dertig dagen na de betekening, anders wordt hij geacht ermee in te stemmen. Het verzet is onder meer gegrond, wanneer de huurder de handel in het gehuurde goed sedert minder dan twee jaren heeft uitgeoefend of | l'immeuble, l'interdiction de céder le bail [...] reste valable. Le preneur qui veut user du droit qui lui est reconnu à l'alinéa 1er [...] de céder son bail, doit signifier au bailleur le projet d'acte de cession [...] et ce par lettre recommandée à la poste ou par exploit d'huissier de justice. Le bailleur qui croit avoir de justes motifs de s'opposer à la cession [...] est tenu de notifier, par les mêmes voies, son opposition motivée, dans les trente jours de la signification, à défaut de quoi il est réputé y donner son agrément. L'opposition est notamment justifiée si le preneur n'a exercé le |
wanneer hij de hernieuwing der huur sedert minder dan twee jaren heeft | commerce dans les lieux loués que depuis moins de deux ans ou si le |
verkregen, behoudens het geval van overlijden van de huurder of andere | bail lui a été renouvelé depuis moins de deux ans, sauf le cas de |
buitengewone omstandigheden, ter beoordeling van de rechter. | décès du preneur ou autres circonstances exceptionnelles à apprécier par le juge. |
De huurder kan tegen het verzet in rechte opkomen binnen vijftien | Le preneur peut, à peine de forclusion, se pourvoir dans les quinze |
dagen, op straffe van verval ». | jours de l'opposition ». |
Ingevoegd bij artikel 1 van de wet van 30 april 1951, regelt artikel | Inséré par l'article 1er de la loi du 30 avril 1951, l'article 11 de |
11 van afdeling IIbis van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, van het | la section IIbis du livre III, titre VIII, chapitre II, du Code civil |
Burgerlijk Wetboek onder meer de gevolgen van de overdracht van een | règle entre autres les effets de la cession d'un bail commercial |
handelshuurovereenkomst die is toegestaan bij het voormelde artikel | |
10. Zoals het werd vervangen bij artikel 1, 3°, van de wet van 29 juni | autorisée par l'article 10 précité. Tel qu'il a été remplacé par |
1955 « tot wijziging van de wet van 30 april 1951 op de | l'article 1er, 3°, de la loi du 29 juin 1955 « modifiant la loi du 30 |
handelshuurovereenkomsten met het oog op de bescherming van het | avril 1951 sur les baux commerciaux en vue de la protection du fonds |
handelsfonds », bepaalt dat artikel 11 : | de commerce », cet article 11 dispose : |
« I. Bij overdracht van de gezamenlijke rechten van de hoofdhuurder, | « I. En cas de cession portant sur l'intégralité des droits du |
wordt de overnemer rechtstreekse huurder van de verhuurder. | locataire principal, le cessionnaire devient le locataire direct du bailleur. |
[...] | [...] |
III. De oorspronkelijke huurder blijft hoofdelijk gehouden tot alle | III. Le preneur originaire demeure solidairement tenu de toutes les |
uit de aanvankelijke huur voortvloeiende verplichtingen ». | obligations qui dérivent du bail initial ». |
B.2. Het Hof wordt verzocht zich uit te spreken over de | B.2. La Cour est invitée à statuer sur la compatibilité de l'article |
bestaanbaarheid met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet van artikel 11, III, van afdeling IIbis van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, van het Burgerlijk Wetboek, doordat die bepaling een verschil in behandeling zou invoeren tussen, enerzijds, de overdrager van een handelshuurovereenkomst en, anderzijds, de overnemer van diezelfde huurovereenkomst, die na zijn faillissement verschoonbaar wordt verklaard. Alleen de eerstgenoemde zou kunnen zijn gehouden tot de verplichtingen die uit die huurovereenkomst voortvloeien. B.3. De hoofdelijkheid waarin de in het geding zijnde bepaling voorziet, betekent dat de overdrager van een handelshuurovereenkomst, net zoals de overnemer, is gehouden tot de verplichtingen die uit die huurovereenkomst voortvloeien en dat hij, net zoals de overnemer, door de schuldeiser kan worden verzocht die verplichtingen uit te voeren (artikelen 1200 en 1203 van het Burgerlijk Wetboek). De in het geding zijnde bepaling neemt artikel 11, III, van afdeling | 11, III, de la section IIbis du livre III, titre VIII, chapitre II, du Code civil avec les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que cette disposition introduirait une différence de traitement entre, d'une part, le cédant d'un bail commercial et, d'autre part, le cessionnaire de ce même bail qui est déclaré excusable à la suite de sa faillite. Seul le premier pourrait être tenu par les obligations dérivant de ce bail. B.3. La solidarité prévue par la disposition en cause signifie que le cédant du bail commercial est, comme le cessionnaire, tenu des obligations découlant de ce bail et que, comme le cessionnaire, il peut être invité par le créancier à exécuter celles-ci (articles 1200 et 1203 du Code civil). La disposition en cause reproduit l'article 11, III, de la section |
IIbis van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, van het Burgerlijk | IIbis du livre III, titre VIII, chapitre II, du Code civil, tel qu'il |
Wetboek over, zoals het was ingevoegd bij artikel 1 van de wet van 30 | avait été inséré par l'article 1er de la loi du 30 avril 1951. |
april 1951. Tijdens de parlementaire voorbereiding van die wet werd die | Lors des travaux préparatoires de cette loi, cette solidarité a été |
hoofdelijkheid voorgesteld als een compensatie voor de toekenning, bij | présentée comme une compensation de la reconnaissance, par l'article |
artikel 10 van dezelfde afdeling, van het recht van de huurder van een | 10 de la même section, du droit du preneur d'un bail commercial à la |
handelshuurovereenkomst op de overdracht ervan : | cession de celui-ci : |
« [...] de vervanging van de oorspronkelijke huurder door een nieuwe | « [...] la substitution au preneur originaire d'un nouveau locataire |
huurder, die aan de verhuurder wordt opgedrongen, [rechtvaardigt] het | |
behoud [...] van de hoofdelijke verantwoordelijkheid van de | imposé au bailleur, justifie le maintien de la responsabilité |
overdrager. De verhuurder heeft, inderdaad, onderhandeld met de | solidaire du cédant. Le bailleur a en effet traité avec le preneur qui |
huurder waarin hij vertrouwen stelde. Indien hij verplicht kan worden | avait sa confiance. S'il peut être contraint à en supporter un autre, |
er een andere te dulden, is het billijk dat, als vergelding, de | il est juste qu'en retour le cédant le garantisse contre les effets |
overdrager hem een waarborg geeft tegen de gevolgen van de | |
tekortkomingen van zijn opvolger aan de uit de overgedragen | des manquements de son successeur aux obligations dérivant du bail |
huurovereenkomst voortvloeiende verplichtingen » (Parl. St., Kamer, 1947-1948, nr. 20, p. 26). | cédé » (Doc. parl ., Chambre, 1947-1948, n° 20, p. 26). |
B.4. Artikel 82, eerste lid, van de faillissementswet van 8 augustus | B.4. L'article 82, alinéa 1er, de la loi du 8 août 1997 sur les |
1997, zoals het was geformuleerd vóór de vervanging ervan bij artikel | faillites, tel qu'il était libellé avant son remplacement par |
9 van de wet van 20 juli 2005 « tot wijziging van de faillissementswet | l'article 9 de la loi du 20 juillet 2005 « modifiant la loi du 8 août |
van 8 augustus 1997, en houdende diverse fiscale bepalingen », | 1997 sur les faillites, et portant des dispositions fiscales diverses |
bepaalde : | » disposait : |
« De verschoonbaarheid doet de schulden van de gefailleerde teniet en | « L'excusabilité éteint les dettes du failli et décharge les personnes |
ontslaat de natuurlijke personen die zich kosteloos borg hebben | physiques qui, à titre gratuit, se sont rendues caution de ses |
gesteld voor een verbintenis van de gefailleerde van hun | |
verplichtingen ». | obligations ». |
B.5. Het door de prejudiciële vraag beoogde verschil in behandeling | B.5. La différence de traitement visée par la question préjudicielle |
vloeit voort uit de combinatie van die bepaling met de in het geding | découle de la combinaison de cette disposition avec la disposition en |
zijnde bepaling. | cause. |
De omstandigheid dat de verhuurder geen rechtsmiddel meer kan | La circonstance que le bailleur ne peut plus exercer de recours contre |
aanwenden tegen de overnemer van de huurovereenkomst wegens diens | le cessionnaire du bail en raison de son excusabilité n'ôte pas à la |
verschoonbaarheid, ontneemt de in het geding zijnde bepaling haar | disposition en cause sa justification. |
verantwoording niet. | |
B.6. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | B.6. La question préjudicielle appelle une réponse négative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
Artikel 11, III, van afdeling IIbis (« Regels betreffende de | L'article 11, III, de la section IIbis (« Des règles particulières aux |
handelshuur in het bijzonder ») van boek III, titel VIII, hoofdstuk | baux commerciaux ») du livre III, titre VIII, chapitre II, du Code |
II, van het Burgerlijk Wetboek, schendt de artikelen 10 en 11 van de | civil ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution. |
Grondwet niet. | |
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 27 mei 2010. | la Cour constitutionnelle, à l'audience publique du 27 mai 2010. |
De griffier, De voorzitter, | Le greffier, Le président, |
P.-Y. Dutilleux. M. Melchior. | P.-Y. Dutilleux. M. Melchior. |