← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 198/2009 van 17 december 2009 Rolnummer 4671 In zake :
de prejudiciële vraag over artikel 49 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het
grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters P. Martens en M.
Bossuyt, en de rechters(...)"
| Uittreksel uit arrest nr. 198/2009 van 17 december 2009 Rolnummer 4671 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 49 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters P. Martens en M. Bossuyt, en de rechters(...) | Extrait de l'arrêt n° 198/2009 du 17 décembre 2009 Numéro du rôle : 4671 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 49 de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des é La Cour constitutionnelle, composée des présidents P. Martens et M. Bossuyt, et des juges M. Mel(...) |
|---|---|
| GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
| Uittreksel uit arrest nr. 198/2009 van 17 december 2009 | Extrait de l'arrêt n° 198/2009 du 17 décembre 2009 |
| Rolnummer 4671 | Numéro du rôle : 4671 |
| In zake : de prejudiciële vraag over artikel 49 van de wet van 15 | En cause : la question préjudicielle relative à l'article 49 de la loi |
| december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het | du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, |
| verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, zoals het | l'établissement et l'éloignement des étrangers, tel qu'il était en |
| van kracht was vóór de vervanging ervan bij artikel 28 van de wet van | vigueur avant son remplacement par l'article 28 de la loi du 15 |
| 15 september 2006, gesteld door het Arbeidshof te Brussel. | septembre 2006, posée par la Cour du travail de Bruxelles. |
| Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
| samengesteld uit de voorzitters P. Martens en M. Bossuyt, en de | composée des présidents P. Martens et M. Bossuyt, et des juges M. |
| rechters M. Melchior, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, | Melchior, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. |
| J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels en T. Merckx-Van | Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels et T. Merckx-Van Goey, |
| Goey, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder | assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président P. |
| voorzitterschap van voorzitter P. Martens, | Martens, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
| I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
| Bij arrest van 26 maart 2009 in zake A.G. tegen het openbaar centrum | Par arrêt du 26 mars 2009 en cause de A.G. contre le centre public |
| voor maatschappelijk welzijn van Etterbeek, waarvan de expeditie ter | d'action sociale d'Etterbeek, dont l'expédition est parvenue au greffe |
| griffie van het Hof is ingekomen op 1 april 2009, heeft het Arbeidshof | de la Cour le 1er avril 2009, la Cour du travail de Bruxelles a posé |
| te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : | la question préjudicielle suivante : |
| « Schendt artikel 49 van de wet van 15 december 1980 betreffende de | « L'article 49 de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au |
| toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de | |
| verwijdering van vreemdelingen, zoals het van kracht was vóór de | territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers, |
| wijziging ervan bij de artikelen 28 en 29 van de wet van 15 september | tel qu'en vigueur avant sa modification par les articles 28 et 29 de |
| 2006, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang | la loi du 15 septembre 2006, viole-t-il les articles 10 et 11 de la |
| gelezen met artikel 3 van het Europees Verdrag voor de rechten van de | Constitution, lus isolément ou en combinaison avec l'article 3 de la |
| mens, in zoverre het aan de erkende staatloze geen recht op verblijf | Convention européenne des droits de l'homme, en ce qu'il n'accorde pas |
| toekent dat vergelijkbaar is met datgene dat het aan de erkende | à l'apatride reconnu un droit de séjour comparable à celui qu'il |
| vluchteling toekent, waardoor het personen die zich in vergelijkbare | accorde au réfugié reconnu, traitant ainsi de manière distincte des |
| situaties bevinden verschillend behandelt ? ». | personnes qui se trouvent dans des situations comparables ? ». |
| (...) | (...) |
| III. In rechte | III. En droit |
| (...) | (...) |
| B.1. Artikel 49 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang | B.1. L'article 49 de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au |
| tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van | territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers, |
| vreemdelingen, vóór de wijziging ervan bij de artikelen 28 en 29 van | avant sa modification par les articles 28 et 29 de la loi du 15 |
| de wet van 15 september 2006, bepaalde : | septembre 2006, disposait : |
| « Als vluchteling in de zin van deze wet worden beschouwd en tot | « Sont considérés comme réfugiés au sens de la présente loi et admis |
| verblijf of vestiging in het Rijk worden toegelaten : | au séjour ou à l'établissement dans le Royaume : |
| 1° de vreemdeling die krachtens de internationale akkoorden van vóór | 1° l'étranger qui, en vertu des accords internationaux antérieurs à la |
| het Internationaal Verdrag betreffende de status van vluchteling, en | Convention internationale relative au statut des réfugiés, et des |
| van de Bijlagen, ondertekend te Genève op 28 juli 1951, in België de | Annexes, signées à Genève, le 28 juillet 1951, possédait en Belgique |
| hoedanigheid van vluchteling bezat vóór de inwerkingtreding van de wet | la qualité de réfugié avant l'entrée en vigueur de la loi du 26 juin |
| van 26 juni 1953 houdende goedkeuring van genoemd verdrag; | 1953 portant approbation de ladite convention; |
| 2° de vreemdeling die als vluchteling is erkend door de Minister van | 2° l'étranger auquel la qualité de réfugié a été reconnue par le |
| Buitenlandse Zaken of door de internationale overheid waaraan de | Ministre des Affaires étrangères ou par l'autorité internationale à |
| Minister zijn bevoegdheid heeft overgedragen; | laquelle le Ministre a délégué sa compétence; |
| 3° de vreemdeling die als vluchteling wordt erkend door de | 3° l'étranger auquel la qualité de réfugié est reconnue par le |
| Commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen. | Commissaire général aux réfugiés et aux apatrides. |
| Als vluchteling in de zin van deze wet wordt eveneens beschouwd, de | Est également considéré comme réfugié au sens de la présente loi, |
| vreemdeling die, nadat hij als vluchteling werd erkend terwijl hij | l'étranger qui, après avoir été reconnu comme réfugié alors qu'il se |
| zich op het grondgebied bevond van een andere Staat, verdragsluitende | trouvait sur le territoire d'un autre Etat partie contractante à la |
| partij bij het internationaal Verdrag betreffende de status van | Convention internationale relative au statut des réfugiés, a été |
| vluchtelingen, door de Minister of diens gemachtigde tot verblijf of | autorisé par le Ministre ou son délégué, à séjourner ou à s'établir |
| vestiging in het Rijk is toegelaten, op voorwaarde dat zijn | |
| hoedanigheid van vluchteling bevestigd wordt door de overheid bedoeld | dans le Royaume, à condition que sa qualité de réfugié soit confirmée |
| in het eerste lid, 2° of 3° ». | par l'autorité visée au premier alinéa, 2° ou 3° ». |
| B.2. Artikel 98 van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 | B.2. L'article 98 de l'arrêté royal du 8 octobre 1981 sur l'accès au |
| betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging | territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers |
| en de verwijdering van vreemdelingen bepaalt : | dispose : |
| « De staatloze en zijn familieleden zijn onderworpen aan de algemene | « L'apatride et les membres de sa famille sont soumis à la |
| reglementering. | réglementation générale. |
| Wanneer de staatloze echter gemachtigd is om meer dan drie maanden in | Toutefois, lorsque l'apatride est autorisé à séjourner plus de trois |
| het Rijk te verblijven, geeft het gemeentebestuur hem een bewijs van | mois dans le Royaume, l'administration communale lui remet un |
| inschrijving in het vreemdelingenregister af waarvan de vervaldatum | certificat d'inscription au registre des étrangers dont la date |
| drie maanden vroeger valt dan die van de reistitel. | d'échéance est antérieure de trois mois à celle du titre de voyage. |
| De artikelen 85 en 92 zijn van toepassing op de staatloze die | Les articles 85 et 92 sont applicables à l'apatride autorisé à |
| gemachtigd is om in het Rijk te verblijven ». | séjourner dans le Royaume ». |
| B.3.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op de bestaanbaarheid, | B.3.1. La question préjudicielle porte sur la compatibilité avec les |
| met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang | articles 10 et 11 de la Constitution, lus isolément ou en combinaison |
| gelezen met artikel 3 van het Europees Verdrag voor de rechten van de | avec l'article 3 de la Convention européenne des droits de l'homme, de |
| mens, van artikel 49 van de wet van 15 december 1980, zoals | l'article 49 de la loi du 15 décembre 1980, tel qu'il est reproduit en |
| weergegeven in B.1, in zoverre het een verschil in behandeling invoert | B.1, en ce qu'il établit une différence de traitement entre l'étranger |
| tussen de vreemdeling wiens hoedanigheid van vluchteling is erkend en | auquel la qualité de réfugié est reconnue et qui, par là, est admis au |
| die hierdoor wordt toegelaten tot het verblijf of tot de vestiging in | séjour ou à l'établissement dans le Royaume et l'apatride qui, n'étant |
| het Rijk, en de staatloze die, doordat hij niet door die bepaling | pas visé par cette disposition, ne peut tirer de la reconnaissance |
| wordt beoogd, uit zijn erkenning in die hoedanigheid niet het recht | dont il a fait l'objet en cette qualité le droit d'être admis au |
| kan afleiden om tot het verblijf of de vestiging in het Rijk te worden | séjour ou à l'établissement dans le Royaume. |
| toegelaten. B.3.2. Volgens de Ministerraad bevinden de vluchtelingen en de | B.3.2. Selon le Conseil des ministres, les réfugiés et les apatrides |
| staatlozen zich niet in vergelijkbare situaties : de twee statussen | ne se trouvent pas dans des situations comparables : les deux statuts |
| gaan niet noodzakelijkerwijs samen, waarbij de vluchtelingen doorgaans | ne vont pas nécessairement de pair, les réfugiés ayant généralement |
| de nationaliteit hebben behouden van een land waarnaar zij zouden | conservé la nationalité d'un pays où ils pourraient retourner lorsque |
| kunnen terugkeren wanneer de situatie waardoor zij zijn gevlucht, niet | la situation qui les a fait prendre la fuite aura pris fin et les |
| meer zou bestaan, en de staatlozen het land waar ze hun gewoonlijke verblijfplaats hadden, niet noodzakelijk uit vrees voor vervolgingen hebben verlaten. B.3.3. Die vreemdelingen hebben gemeen dat zij zich bevinden op het grondgebied van België en er een status toegekend kregen op grond van internationale verdragen die tot doel hebben hen te beschermen. In dat opzicht bevinden zij zich in een vergelijkbare situatie. B.4.1. Volgens het OCMW van Etterbeek zou de prejudiciële vraag onontvankelijk zijn, omdat, in het licht van het aan de verwijzende rechter voorgelegde geschil dat betrekking heeft op de voorwaarden inzake de toekenning van het leefloon, het in het geding zijnde | apatrides n'ayant pas nécessairement quitté par crainte de persécutions le pays dans lequel ils avaient leur résidence habituelle. B.3.3. Ces étrangers ont en commun de se trouver sur le territoire de la Belgique et de s'y être vu reconnaître un statut sur la base de conventions internationales qui ont pour but de les protéger. Ils se trouvent à cet égard dans une situation comparable. B.4.1. Selon le CPAS d'Etterbeek, la question préjudicielle serait irrecevable parce qu'au regard du litige soumis au juge a quo et portant sur les conditions d'octroi du revenu d'intégration sociale, |
| artikel 49 niet de enige bepaling is waarmee rekening moet worden gehouden en, doordat het betrekking heeft op de vluchtelingen, geen aanleiding zou kunnen geven tot een discriminatie die de staatlozen treft. B.4.2. Het staat niet aan de partijen, noch in de regel aan het Hof om de toepassing of de interpretatie te betwisten van de bepalingen die de verwijzende rechter aan de toetsing van het Hof voorlegt of die hij op het door hem te beslechten geschil toepasselijk acht. Zonder afbreuk te doen aan de mogelijkheid, voor het Hof, om een prejudiciële vraag te herformuleren, zou het Hof alleen in de hypothese van een kennelijke vergissing kunnen oordelen om die niet te moeten beantwoorden. | l'article 49 en cause n'est pas la seule disposition devant être prise en compte et ne saurait, en tant qu'il traite des réfugiés, être le siège d'une discrimination frappant les apatrides. B.4.2. Il n'appartient ni aux parties ni, en règle, à la Cour de contester l'application ou l'interprétation des dispositions que le juge a quo soumet au contrôle de la Cour ou qu'il juge applicables au litige qu'il doit trancher. Sans préjudice de la possibilité, pour la Cour, de reformuler une question préjudicielle, ce n'est que dans l'hypothèse d'une erreur manifeste que la Cour pourrait estimer ne pas devoir y répondre. |
| B.4.3. Uit het in B.3.1 omschreven verschil in behandeling vloeit te | B.4.3. En l'espèce, il résulte de la différence de traitement décrite |
| dezen voort dat de erkende vluchtelingen, in tegenstelling tot de | en B.3.1 que les réfugiés reconnus, contrairement aux apatrides |
| erkende staatlozen, dankzij de verblijfsvergunning die hun erkenning | reconnus, peuvent, grâce au titre de séjour qu'emporte leur |
| als vluchteling met zich meebrengt, het recht op maatschappelijke | reconnaissance en tant que réfugiés, bénéficier du droit à |
| integratie kunnen genieten dat is toegekend bij de wet van 26 mei 2002 | l'intégration sociale qui est octroyé par la loi du 26 mai 2002 |
| betreffende het recht op maatschappelijke integratie en dat het | |
| voorwerp uitmaakt van het aan de verwijzende rechter voorgelegde | concernant le droit à l'intégration sociale et qui fait l'objet du |
| geschil. Artikel 3 van die wet bepaalt : | litige dont est saisi le juge a quo. L'article 3 de cette loi dispose |
| « Om het recht op maatschappelijke integratie te kunnen genieten, moet | : « Pour pouvoir bénéficier du droit à l'intégration sociale, la |
| de persoon tegelijkertijd en onverminderd de bijzondere voorwaarden | personne doit simultanément et sans préjudice des conditions |
| die bij deze wet worden gesteld : | spécifiques prévues par cette loi : |
| 1° zijn werkelijke verblijfplaats in België hebben in de door de | 1° avoir sa résidence effective en Belgique, dans le sens à déterminer |
| Koning te bepalen zin; | par le Roi; |
| 2° meerderjarig zijn of hiermee gelijkgesteld zijn overeenkomstig de | 2° être majeure ou assimilée à une personne majeure en application des |
| bepalingen van deze wet; | dispositions de la présente loi; |
| 3° behoren tot één van de volgende categorieën van personen : | 3° appartenir à une des catégories de personnes suivantes : |
| - hetzij de Belgische nationaliteit bezitten; | - soit posséder la nationalité belge; |
| - hetzij als burger van de Europese Unie, of als lid van zijn familie | - soit bénéficier en tant que citoyen de l'Union européenne, ou en |
| die hem begeleidt of zich bij hem voegt, genieten van een | tant que membre de sa famille qui l'accompagne ou le rejoint, d'un |
| verblijfsrecht voor meer dan drie maanden, overeenkomstig de | droit de séjour de plus de trois mois, conformément aux dispositions |
| bepalingen van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot | de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, |
| het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van | l'établissement, et l'éloignement des étrangers; |
| vreemdelingen; | |
| - hetzij als vreemdeling ingeschreven zijn in het bevolkingsregister; | - soit être inscrite comme étranger au registre de la population; |
| - hetzij staatloos zijn en onder de toepassing vallen van het Verdrag | - soit être un apatride et tomber sous l'application de la Convention |
| betreffende de status van staatlozen, ondertekend te New-York op 28 | relative au statut des apatrides, signée à New York le 28 septembre |
| september 1954 en goedgekeurd bij de wet van 12 mei 1960; | 1954 et approuvée par la loi du 12 mai 1960; |
| - hetzij vluchteling zijn in de zin van artikel 49 van de wet van 15 | - soit être un réfugié au sens de l'article 49 de la loi du 15 |
| december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het | décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et |
| verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen; | l'éloignement des étrangers; |
| 4° niet over toereikende bestaansmiddelen beschikken, noch er | 4° ne pas disposer de ressources suffisantes, ni pouvoir y prétendre |
| aanspraak kunnen op maken, noch in staat zijn deze hetzij door eigen | |
| inspanningen, hetzij op een andere manier te verwerven. Het centrum | ni être en mesure de se les procurer, soit par ses efforts personnels, |
| berekent de bestaansmiddelen van de persoon overeenkomstig de | soit par d'autres moyens. Le centre calcule les ressources de la |
| bepalingen van titel II, hoofdstuk II; | personne conformément aux dispositions du titre II, chapitre II; |
| 5° werkbereid zijn, tenzij dit om gezondheids- of billijkheidsredenen | 5° être disposée à travailler, à moins que des raisons de santé ou |
| niet mogelijk is; | d'équité l'en empêchent; |
| 6° zijn rechten laten gelden op uitkeringen die hij kan genieten | 6° faire valoir ses droits aux prestations dont elle peut bénéficier |
| krachtens de Belgische of buitenlandse sociale wetgeving ». | en vertu de la législation sociale belge et étrangère ». |
| De « werkelijke verblijfplaats » bedoeld in het hiervoor weergegeven | La « résidence effective » visée à l'article 3, 1°, précité est |
| artikel 3, 1°, vereist een machtiging tot verblijf op het grondgebied van het Rijk krachtens artikel 2 van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie. B.4.4. De bij de verwijzende rechter ingestelde vordering heeft betrekking op de toekenning van een leefloon. Het onderzoek van de voorwaarden voor de toekenning van dat leefloon omvat met name het onderzoek van het regelmatige karakter van het verblijf van de staatloze aanvrager en kan de rechter ertoe brengen stil te staan bij een verschil in behandeling dat hij in dat opzicht tussen de categorieën van vreemdelingen zou vaststellen. Het blijkt niet dat de verwijzende rechter aan het Hof een vraag heeft gesteld die kennelijk niet pertinent is om het aan hem voorgelegde geschil te beslechten of die steunt op een kennelijk onjuiste toepassing of interpretatie van de bepalingen waarmee hij rekening houdt. B.4.5. De exceptie wordt verworpen. B.5. De situatie van de staatlozen in het internationaal recht wordt | subordonnée à une autorisation de séjour sur le territoire du Royaume en vertu de l'article 2 de l'arrêté royal du 11 juillet 2002 portant règlement général en matière de droit à l'intégration sociale. B.4.4. L'action dont est saisi le juge a quo porte sur l'octroi d'un revenu d'intégration sociale. L'examen des conditions d'octroi de ce revenu comporte, notamment, celui du caractère régulier du séjour du demandeur apatride et peut amener le juge à s'interroger sur une différence de traitement qu'il constaterait à cet égard entre des catégories d'étrangers. Il n'apparaît pas que le juge a quo ait posé à la Cour une question qui ne soit manifestement pas pertinente pour trancher le litige qui lui est soumis ou qui repose sur une application ou une interprétation manifestement inexacte des dispositions qu'il prend en compte. B.4.5. L'exception est rejetée. B.5. La situation des apatrides en droit international est réglée par |
| geregeld door het Verdrag van New York betreffende de status van | la Convention de New York relative au statut des apatrides du 28 |
| staatlozen van 28 september 1954, goedgekeurd bij de wet van 12 mei | septembre 1954, approuvée par la loi du 12 mai 1960 (ci-après : la |
| 1960 (hierna : het Verdrag van New York); die van de vluchtelingen is | Convention de New York); celle des réfugiés l'est par la Convention de |
| geregeld bij het Verdrag van Genève van 28 juli 1951 betreffende de | Genève du 28 juillet 1951 relative au statut des réfugiés, approuvée |
| status van vluchtelingen, goedgekeurd bij de wet van 26 juni 1953 | par la loi du 26 juin 1953 (ci-après : la Convention de Genève). |
| (hierna : het Verdrag van Genève). | |
| De twee verdragen, die historisch gezien uit dezelfde demarche | |
| voortvloeien, bevatten bepalingen waarvan de draagwijdte in | Les deux conventions, qui procèdent, historiquement, de la même |
| verschillende opzichten vergelijkbaar is. Krachtens artikel 7.1 van | démarche, contiennent des dispositions dont la portée est similaire à |
| het Verdrag van Genève en artikel 7.1 van het Verdrag van New York | plusieurs égards. En vertu de l'article 7.1 de la Convention de Genève |
| kent België aan de vluchtelingen en aan de staatlozen de regeling toe | et de l'article 7.1 de la Convention de New York, la Belgique accorde |
| die het aan de vreemdelingen in het algemeen toekent. Krachtens de | aux réfugiés et aux apatrides le régime qu'elle accorde aux étrangers |
| artikelen 23 en 24 van het Verdrag van New York en de artikelen 23 en | en général. En vertu des articles 23 et 24 de la Convention de New |
| 24 van het Verdrag van Genève moet België aan de vluchtelingen die | York et des articles 23 et 24 de la Convention de Genève, la Belgique |
| rechtmatig op zijn grondgebied verblijven en aan de staatlozen die | doit accorder aux réfugiés résidant régulièrement sur son territoire |
| rechtmatig erop verblijven, dezelfde behandeling als die van de | et aux apatrides résidant régulièrement sur son territoire le même |
| onderdanen toekennen op het vlak van de arbeidswetgeving, de wetgeving | traitement qu'aux nationaux en matière de législation du travail et de |
| inzake sociale zekerheid en de bijstand van overheidswege; noch de | sécurité sociale et en matière d'assistance publique; ni les uns, ni |
| enen, noch de anderen kunnen, indien zij rechtmatig op het grondgebied | les autres ne peuvent, s'ils résident régulièrement sur le territoire, |
| verblijven, het land worden uitgezet, tenzij om redenen van nationale | être expulsés, sauf pour des raisons de sécurité nationale ou d'ordre |
| veiligheid of openbare orde (artikel 31 van het Verdrag van New York en artikel 32 van het Verdrag van Genève). Geen van beide verdragen kent aan de daarin beoogde personen het recht toe om te verblijven op het grondgebied van de Staat die hen als vluchteling of als staatloze erkent. B.6. De erkende staatlozen en de erkende vluchtelingen bevinden zich aldus in grotendeels vergelijkbare situaties, niet alleen rekening houdend met de voorschriften van die bepalingen, maar ook met het feit dat aan de overheid, door hun de hoedanigheid van, al naar gelang van het geval, staatloze of vluchteling toe te kennen, plichten worden opgelegd ten aanzien van de betrokkenen. B.7. Wanneer is vastgesteld dat de staatloze deze hoedanigheid heeft verkregen omdat hij buiten zijn wil zijn nationaliteit heeft verloren en dat hij aantoont dat hij geen wettige en duurzame verblijfstitel kan verkrijgen in een andere Staat waarmee hij banden zou hebben, kan de situatie waarin hij zich bevindt op discriminerende wijze afbreuk doen aan zijn grondrechten. Hieruit vloeit voort dat, wat het verblijfsrecht betreft, het verschil in behandeling tussen de staatloze die zich in een dergelijke situatie op het Belgisch grondgebied bevindt en de erkende vluchteling, niet | public (article 31 de la Convention de New York et article 32 de la Convention de Genève). Aucune des deux conventions ne reconnaît aux personnes qu'elles visent le droit de séjour sur le territoire de l'Etat qui les reconnaît comme réfugiés ou comme apatrides. B.6. Les apatrides reconnus et les réfugiés reconnus se trouvent ainsi dans des situations largement comparables, compte tenu non seulement de ce que prévoient ces dispositions, mais aussi de ce qu'en leur accordant la reconnaissance en qualité, selon le cas, d'apatride ou de réfugié, l'autorité se reconnaît des devoirs vis-à-vis des intéressés. B.7. Lorsqu'il est constaté que l'apatride s'est vu reconnaître cette qualité parce qu'il a involontairement perdu sa nationalité et qu'il démontre qu'il ne peut obtenir un titre de séjour légal et durable dans un autre Etat avec lequel il aurait des liens, la situation dans laquelle il se trouve est de nature à porter une atteinte discriminatoire à ses droits fondamentaux. Il en résulte que la différence de traitement, en ce qui concerne le droit de séjour, entre l'apatride qui se trouve sur le territoire belge dans une telle situation et le réfugié reconnu n'est pas |
| redelijk verantwoord is. | raisonnablement justifiée. |
| B.8. Die discriminatie vloeit evenwel niet voort uit artikel 49 van de | B.8. Cette discrimination ne provient toutefois pas de l'article 49 de |
| wet van 15 december 1980, dat alleen betrekking heeft op de in België | la loi du 15 décembre 1980, qui ne concerne que les réfugiés reconnus |
| erkende vluchtelingen, maar uit de ontstentenis van een wettelijke | en Belgique, mais de l'absence d'une disposition législative accordant |
| bepaling die aan de in België erkende staatlozen een verblijfsrecht | aux apatrides reconnus en Belgique un droit de séjour comparable à |
| toekent dat vergelijkbaar is met datgene dat die vluchtelingen | celui dont bénéficient ces réfugiés. |
| genieten. B.9. Het komt aan de verwijzende rechter, en niet aan het Hof toe om, | B.9. C'est au juge a quo et non à la Cour qu'il appartient, en |
| met toepassing van artikel 159 van de Grondwet, in voorkomend geval de | application de l'article 159 de la Constitution, de contrôler le cas |
| grondwettigheid van artikel 98 van het voormelde koninklijk besluit | échéant la constitutionnalité de l'article 98 de l'arrêté royal du 8 |
| van 8 oktober 1981 na te gaan. | octobre 1981 précité. |
| B.10. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | B.10. La question préjudicielle appelle une réponse négative. |
| Om die redenen, | Par ces motifs, |
| het Hof | la Cour |
| zegt voor recht : | dit pour droit : |
| Rekening houdend met wat in B.8 is uiteengezet, schendt artikel 49 van | |
| de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het | Compte tenu de ce qui est dit en B.8, l'article 49 de la loi du 15 |
| grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van | décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et |
| vreemdelingen, zoals die bepaling luidde vóór de wijziging ervan bij | l'éloignement des étrangers, tel qu'il était rédigé avant sa |
| de artikelen 28 en 29 van de wet van 15 september 2006, niet de | modification par les articles 28 et 29 de la loi du 15 septembre 2006, |
| artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen | ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution, lus isolément |
| met artikel 3 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. | ou en combinaison avec l'article 3 de la Convention européenne des |
| Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig | droits de l'homme. Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, |
| artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, op de openbare | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989, à |
| terechtzitting van 17 december 2009. | l'audience publique du 17 décembre 2009. |
| De griffier, | Le greffier, |
| P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
| De voorzitter, | Le président, |
| P. Martens. | P. Martens. |