← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 95/2009 van 4 juni 2009 Rolnummer 4502 In zake : de prejudiciële
vragen betreffende artikel 30, tweede lid, van de wet van 7 mei 1999 « op de gelijke behandeling van
mannen en vrouwen ten aanzien van de arbeidsvoor Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters
M. Melchior en M. Bossuyt, en de rechter(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 95/2009 van 4 juni 2009 Rolnummer 4502 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 30, tweede lid, van de wet van 7 mei 1999 « op de gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de arbeidsvoor Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en M. Bossuyt, en de rechter(...) | Extrait de l'arrêt n° 95/2009 du 4 juin 2009 Numéro du rôle : 4502 En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 30, alinéa 2, de la loi du 7 mai 1999 « sur l'égalité de traitement entre hommes et femmes en ce qui concerne le La Cour constitutionnelle, composée des présidents M. Melchior et M. Bossuyt, et des juges P. Ma(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 95/2009 van 4 juni 2009 | Extrait de l'arrêt n° 95/2009 du 4 juin 2009 |
Rolnummer 4502 | Numéro du rôle : 4502 |
In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 30, tweede lid, | En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 30, |
van de wet van 7 mei 1999 « op de gelijke behandeling van mannen en | alinéa 2, de la loi du 7 mai 1999 « sur l'égalité de traitement entre |
vrouwen ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden, de toegang tot het | hommes et femmes en ce qui concerne les conditions de travail, l'accès |
arbeidsproces en de promotiekansen, de toegang tot een zelfstandig | à l'emploi et aux possibilités de promotion, l'accès à une profession |
beroep en de aanvullende regelingen voor sociale zekerheid », gesteld | indépendante et les régimes complémentaires de sécurité sociale », |
door de Arbeidsrechtbank te Brussel. | posées par le Tribunal du travail de Bruxelles. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en M. Bossuyt, en de | composée des présidents M. Melchior et M. Bossuyt, et des juges P. |
rechters P. Martens, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, | Martens, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, |
J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels en T. Merckx-Van | J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels et T. Merckx-Van Goey, |
Goey, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder | assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. |
voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, | Melchior, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging | I. Objet des questions préjudicielles et procédure |
Bij vonnis van 10 juli 2008 in zake Sylvie Hannevart en het Instituut | Par jugement du 10 juillet 2008 en cause de Sylvie Hannevart et |
voor de gelijkheid van vrouwen en mannen tegen de vzw « Centre de | l'Institut pour l'égalité des femmes et des hommes contre l'ASBL « |
loisirs. Au bon temps des Pilifs », waarvan de expeditie ter griffie | Centre de loisirs. Au bon temps des Pilifs », dont l'expédition est |
van het Hof is ingekomen op 18 juli 2008, heeft de Arbeidsrechtbank te | parvenue au greffe de la Cour le 18 juillet 2008, le Tribunal du |
Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : | travail de Bruxelles a posé les questions préjudicielles suivantes : |
« 1. Schendt artikel 30, § 2, van de wet van 7 mei 1999 op de gelijke | « 1. L'article 30, § 2, de la loi du 7 mai 1999 sur l'égalité de |
behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de | traitement entre hommes et femmes en ce qui concerne les conditions de |
arbeidsvoorwaarden, de toegang tot het arbeidsproces en de | travail, l'accès à l'emploi et aux possibilités de promotion, l'accès |
promotiekansen, de toegang tot een zelfstandig beroep en de | à une profession indépendante et les régimes complémentaires de |
aanvullende regelingen voor sociale zekerheid de artikelen 10 en 11 | sécurité sociale viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution |
van de Grondwet, in zoverre het, ten aanzien van de termijn van de | en ce qu'il introduit une différence de traitement entre les |
burgerlijke rechtsvorderingen die voortvloeien uit de toepassing van | bénéficiaires de ladite loi, à savoir les travailleurs d'une part et |
de voormelde wet of van de uitvoeringsbesluiten ervan, een verschil in | |
behandeling invoert tussen de begunstigden van die wet, namelijk de | les autres bénéficiaires de la loi, en ce qui concerne le délai des |
werknemers, enerzijds, en de andere begunstigden van de wet, aangezien | actions civiles qui résultent de l'application de ladite loi ou de ses |
die burgerlijke rechtsvorderingen zijn onderworpen aan een termijn van | arrêtés d'exécution, dès lors que ces actions civiles sont soumises à |
vijf jaar na het feit waaruit de vordering is ontstaan, zonder dat die | un délai de 5 ans après le fait qui a donné naissance à l'action, sans |
termijn voor de werknemers langer kan zijn dan één jaar na de | que ce dernier délai, puisse, en ce qui concerne les travailleurs, |
beëindiging van de arbeidsrelatie ? | excéder un an après la fin de la relation de travail ? |
2. Schendt artikel 30, § 2, van de wet van 7 mei 1999 op de gelijke | 2. L'article 30, § 2, de la loi du 7 mai 1999 sur l'égalité de |
behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de | traitement entre hommes et femmes en ce qui concerne les conditions de |
arbeidsvoorwaarden, de toegang tot het arbeidsproces en de | travail, l'accès à l'emploi et aux possibilités de promotion, l'accès |
promotiekansen, de toegang tot een zelfstandig beroep en de | à une profession indépendante et les régimes complémentaires de |
aanvullende regelingen voor sociale zekerheid de artikelen 10 en 11 | sécurité sociale viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, |
van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 26 van | éventuellement combiné avec l'article 26 du titre préliminaire du Code |
de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering en met | d'instruction criminelle et de l'article 2262bis du Code civil dès |
artikel 2262bis van het Burgerlijk Wetboek, aangezien het de | lors qu'il soumet à des délais de prescription différents en matière |
d'action civile qui résulte d'infraction pénale, les travailleurs | |
werknemers die vallen onder de wet van 7 mei 1999 en de andere | soumis à la loi du 7 mai 1999 et les autres travailleurs ou |
werknemers of begunstigden van met strafrechtelijke sancties gepaard | |
gaande normen van sociaal recht of van sociale zekerheid, onderwerpt | bénéficiaires de normes de droit social ou de sécurité sociale |
aan verschillende verjaringstermijnen inzake burgerlijke | |
rechtsvorderingen die voortvloeien uit strafbare feiten ? ». | pénalement sanctionnées ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1. De wet van 7 mei 1999 « op de gelijke behandeling van mannen en | B.1. La loi du 7 mai 1999 « sur l'égalité de traitement entre hommes |
vrouwen ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden, de toegang tot het | et femmes en ce qui concerne les conditions de travail, l'accès à |
arbeidsproces en de promotiekansen, de toegang tot een zelfstandig | l'emploi et aux possibilités de promotion, l'accès à une profession |
beroep en de aanvullende regelingen voor sociale zekerheid » is | indépendante et les régimes complémentaires de sécurité sociale » a |
opgeheven bij artikel 40 van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding | été abrogée par l'article 40 de la loi du 10 mai 2007 tendant à lutter |
van discriminatie tussen vrouwen en mannen. | contre la discrimination entre les femmes et les hommes. |
Artikel 30 van de wet van 7 mei 1999 bepaalde, vóór die opheffing : | L'article 30 de la loi du 7 mai 1999 disposait, avant cette abrogation |
« De strafvordering wegens overtreding van de bepalingen van deze wet | : « L'action publique résultant des infractions aux dispositions de la |
en van de ter uitvoering hiervan genomen besluiten verjaart door | présente loi ou de ses arrêtés d'exécution se prescrit par cinq ans à |
verloop van vijf jaar na het feit waaruit de vordering is ontstaan. In | compter du fait qui a donné naissance à l'action. Par dérogation à |
afwijking van artikel 21, tweede lid van de voorafgaande Titel van het | l'article 21, alinéa 2, du [t]itre préliminaire du Code [de procédure |
Wetboek van Strafvordering blijft de verjaringstermijn vijf jaar, | pénale], le délai de prescription reste fixé à cinq ans, lorsqu'un |
ingeval een wanbedrijf wordt omgezet in een overtreding. | délit est contraventionnalisé. |
De burgerlijke rechtsvorderingen die bij toepassing van deze wet of | Les actions civiles qui résultent de l'application de la présente loi |
van zijn uitvoeringsbesluiten worden ingesteld, verjaren door verloop | ou de ses arrêtés d'exécution sont prescrites cinq ans après le fait |
van vijf jaar na het feit waaruit de vordering is ontstaan; die | qui a donné naissance à l'action sans que ce dernier délai puisse, en |
termijn mag voor de werknemers echter niet langer zijn dan één jaar na | ce qui concerne les travailleurs, excéder un an après la fin de la |
de beëindiging van de arbeidsrelatie ». | relation de travail ». |
Die bepaling maakte deel uit van hoofdstuk VI (« Strafbepalingen ») | Cette disposition faisait partie du chapitre VI (« Dispositions |
van de wet van 7 mei 1999. | pénales ») de la loi du 7 mai 1999. |
Ten aanzien van de eerste prejudiciële vraag | Quant à la première question préjudicielle |
B.2. Uit de motivering van de verwijzingsbeslissing blijkt dat het Hof | B.2. Il ressort de la motivation de la décision de renvoi que la Cour |
wordt verzocht zich uit te spreken over de bestaanbaarheid, met de | |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van artikel 30, tweede lid, van de | est invitée à statuer sur la compatibilité, avec les articles 10 et 11 |
wet van 7 mei 1999, in zoverre die bepaling een verschil in | de la Constitution, de l'article 30, alinéa 2, de la loi du 7 mai |
1999, en ce que cette disposition introduit une différence de | |
behandeling invoert tussen twee categorieën van slachtoffers van een | traitement entre deux catégories de victimes de l'une des infractions |
van de strafbare feiten waarin artikel 25 van die wet voorziet : | pénales prévues par l'article 25 de cette loi : d'une part, les |
enerzijds, de personen die het slachtoffer zijn van een van die strafbare feiten als werknemer en, anderzijds, diegenen die het slachtoffer zijn van een van die strafbare feiten in een andere hoedanigheid dan die van werknemer. Die laatstgenoemden beschikken over vijf jaar te rekenen vanaf het strafbaar feit om een burgerlijke rechtsvordering in te stellen die uit dat strafbaar feit is ontstaan, terwijl de slachtoffers van de eerstgenoemde categorie slechts over een dergelijke termijn beschikken indien de arbeidsrelatie tijdens welke het strafbaar feit is gepleegd, niet eindigt vóór het verstrijken van een periode van vier jaar na dat strafbaar feit. | personnes qui sont victimes de l'une de ces infractions en qualité de travailleur et, d'autre part, celles qui sont victimes de l'une de ces infractions en une autre qualité que celle de travailleur. Ces dernières disposent de cinq années à compter du fait constitutif de l'infraction pénale pour introduire une action civile résultant de cette infraction, tandis que les victimes de la première catégorie précitée ne disposent d'un tel délai que si la relation de travail au cours de laquelle l'infraction a été commise ne prend pas fin avant l'expiration d'une période de quatre ans suivant ladite infraction. |
B.3. De betrokken werknemers waren, luidens artikel 3, 1°, van de wet | B.3. Les travailleurs concernés étaient, selon l'article 3, 1°, de la |
van 7 mei 1999, « de personen die krachtens een arbeidsovereenkomst | loi du 7 mai 1999, « les personnes qui fournissent des prestations de |
arbeid verrichten en personen die, anders dan krachtens een | travail en vertu d'un contrat de travail et les personnes qui, |
arbeidsovereenkomst, arbeid verrichten onder het gezag van een ander | autrement qu'en vertu d'un contrat de travail, fournissent des |
persoon, met inbegrip van de leerjongens en leermeisjes ». | prestations de travail sous l'autorité d'une autre personne, y compris |
les apprentis ». | |
B.4. Artikel 25 van de wet van 7 mei 1999, gewijzigd bij artikel 2 van | B.4. L'article 25 de la loi du 7 mai 1999, modifiée par l'article 2 de |
de wet van 26 juni 2000 « betreffende de invoering van de euro in de | la loi du 26 juin 2000 « relative à l'introduction de l'euro dans la |
wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet », bepaalde : | législation concernant les matières visées à l'article 78 de la Constitution », disposait : |
« Onverminderd het bepaalde in de artikelen 269 tot 272 van het | « Sans préjudice des dispositions des articles 269 à 272 du Code |
Strafwetboek worden gestraft met een gevangenisstraf van acht dagen | pénal, sont punis d'un emprisonnement de huit jours à un mois et d'une |
tot een maand en met een geldboete van 26 tot 500 euro of met één van | amende de 26 à 500 euros ou d'une de ces peines seulement : |
die straffen alleen : | |
1° de werkgever, zijn aangestelden of lasthebbers alsook alle bij | 1° l'employeur, ses préposés ou mandataires ainsi que les personnes |
artikel 7 bedoelde personen die de bepalingen van artikel 8 niet nakomen; | visées à l'article 7 qui enfreignent les dispositions de l'article 8; |
2° de werkgever, zijn aangestelden of lasthebbers die de bepalingen | 2° l'employeur, ses préposés ou mandataires qui enfreignent les |
van artikel 12 niet nakomen; | dispositions de l'article 12; |
3° al wie de bepalingen van artikel 17 niet nakomt; | 3° toute personne qui enfreint les dispositions de l'article 17; |
4° de personen die binnen de door de rechter krachtens artikel 21 | 4° les personnes qui n'ont pas mis fin à la situation reconnue comme |
vastgestelde en aan hem opgelegde termijn geen einde maakt aan de | discriminatoire dans le délai qui leur a été fixé par le juge en vertu |
discriminerend geachte toestand; | de l'article 21; |
5° al wie een inbreuk pleegt op de bepalingen van de | 5° toute personne qui commet une infraction aux dispositions des |
uitvoeringsbesluiten van deze wet; | arrêtés pris en exécution de la présente loi; |
6° al wie het krachtens deze wet georganiseerde toezicht belemmert ». | 6° toute personne qui met obstacle à la surveillance organisée en vertu de la présente loi ». |
B.5. De parlementaire voorbereiding van de in het geding zijnde | B.5. Les travaux préparatoires de la disposition en cause ne |
bepaling bevat geen enkel element op grond waarvan het door de | contiennent aucun élément de nature à déterminer l'objectif poursuivi |
wetgever nagestreefde doel kan worden bepaald. | par le législateur. |
Zoals in B.1 is vermeld, is de in het geding zijnde bepaling opgeheven | Comme il est dit en B.1, la disposition en cause a été abrogée par la |
bij de wet van 10 mei 2007. Wanneer de wetgever oordeelt de sanctie die aan sommige tekortkomingen wordt gekoppeld, te moeten verzwaren door ze als misdrijven te kwalificeren, dan is het niet in overeenstemming met die doelstelling de vordering tot herstel van het nadeel dat door die tekortkomingen wordt teweeggebracht, te onderwerpen aan de verjaring van de burgerlijke rechtsvorderingen steunend op tekortkomingen die niet strafrechtelijk worden bestraft. Het in B.2 omschreven verschil in behandeling is niet redelijk verantwoord. B.6. De eerste prejudiciële vraag dient bevestigend te worden beantwoord. Ten aanzien van de tweede prejudiciële vraag B.7. Het Hof wordt verzocht zich uit te spreken over de | loi du 10 mai 2007. Dès lors que le législateur estime devoir aggraver la sanction de certains manquements en les érigeant en infractions, il est contraire à cet objectif de soumettre l'action en réparation du préjudice causé par ces manquements à la prescription des actions civiles fondées sur des manquements qui ne sont pas réprimés pénalement. La différence de traitement décrite en B.2 n'est pas raisonnablement justifiée. B.6. La première question préjudicielle appelle une réponse positive. Quant à la seconde question préjudicielle B.7. La Cour est invitée à statuer sur la compatibilité, avec les |
bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van het | articles 10 et 11 de la Constitution, de la différence de traitement |
verschil in behandeling dat artikel 30, tweede lid, van de wet van 7 | qu'établirait l'article 30, alinéa 2, de la loi du 7 mai 1999, entre, |
mei 1999 zou invoeren tussen, enerzijds, de bij die wet beoogde | d'une part, les travailleurs visés par cette loi et, d'autre part, les |
werknemers en, anderzijds, de « andere werknemers of begunstigden van | « autres travailleurs ou bénéficiaires de normes de droit social ou de |
met strafrechtelijke sancties gepaard gaande normen van sociaal recht | |
of van sociale zekerheid », in zoverre de verjaringstermijn van de | sécurité sociale pénalement sanctionnées », en ce que le délai de |
burgerlijke rechtsvordering die ontstaat uit een strafbaar feit, | prescription de l'action civile résultant d'une infraction pénale |
ingesteld door de eerstgenoemden, zou verschillen van de | introduite par les premiers serait différent du délai de prescription |
verjaringstermijn van een dergelijke rechtsvordering ingesteld door de | d'une d'action de ce type introduite par les seconds. |
laatstgenoemden. | |
B.8. Gelet op het antwoord op de eerste prejudiciële vraag dient de | B.8. Eu égard à la réponse donnée à la première question |
tweede prejudiciële vraag niet te worden beantwoord. | préjudicielle, il n'y a pas lieu d'examiner la seconde. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
In zoverre het bepaalt dat de verjaringstermijn, voor de werknemers, | En ce qu'il prévoit que le délai de la prescription ne peut, en ce qui |
niet meer mag bedragen dan één jaar na de beëindiging van de | concerne les travailleurs, excéder un an après la fin de la relation |
arbeidsrelatie, schendt artikel 30, tweede lid, van de wet van 7 mei | de travail, l'article 30, alinéa 2, de la loi du 7 mai 1999 « sur |
1999 « op de gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van | l'égalité de traitement entre hommes et femmes en ce qui concerne les |
de arbeidsvoorwaarden, de toegang tot het arbeidsproces en de | conditions de travail, l'accès à l'emploi et aux possibilités de |
promotiekansen, de toegang tot een zelfstandig beroep en de | promotion, l'accès à une profession indépendante et les régimes |
aanvullende regelingen voor sociale zekerheid » de artikelen 10 en 11 | complémentaires de sécurité sociale » viole les articles 10 et 11 de |
van de Grondwet. | la Constitution. |
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, op de openbare | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989, à |
terechtzitting van 4 juni 2009. | l'audience publique du 4 juin 2009. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
De voorzitter, | Le président, |
M. Melchior. | M. Melchior. |