Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 87/2008 van 27 mei 2008 Rolnummer 4300 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 104, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel. Het G samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de rechters P. Martens, R. Henneuse, (...)"
Uittreksel uit arrest nr. 87/2008 van 27 mei 2008 Rolnummer 4300 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 104, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel. Het G samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de rechters P. Martens, R. Henneuse, (...) Extrait de l'arrêt n° 87/2008 du 27 mai 2008 Numéro du rôle : 4300 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 104, 2°, du Code des impôts sur les revenus 1992, posée par le Tribunal de première instance de Bruxelles. La Co composée des présidents M. Bossuyt et M. Melchior, et des juges P. Martens, R. Henneuse, L. Lavryse(...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Uittreksel uit arrest nr. 87/2008 van 27 mei 2008 Extrait de l'arrêt n° 87/2008 du 27 mai 2008
Rolnummer 4300 Numéro du rôle : 4300
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 104, 2°, van het En cause : la question préjudicielle relative à l'article 104, 2°, du
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank Code des impôts sur les revenus 1992, posée par le Tribunal de
van eerste aanleg te Brussel. première instance de Bruxelles.
Het Grondwettelijk Hof, La Cour constitutionnelle,
samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de composée des présidents M. Bossuyt et M. Melchior, et des juges P.
rechters P. Martens, R. Henneuse, L. Lavrysen, J.-P. Moerman en E. Martens, R. Henneuse, L. Lavrysen, J.-P. Moerman et E. Derycke,
Derycke, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M.
voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, Bossuyt,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging I. Objet de la question préjudicielle et procédure
Bij vonnis van 19 september 2007 in zake Joost Rampelberg tegen de Par jugement du 19 septembre 2007 en cause de Joost Rampelberg contre
Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is
ingekomen op 2 oktober 2007, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 2
octobre 2007, le Tribunal de première instance de Bruxelles a posé la
Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : question préjudicielle suivante :
« Houdt artikel 104, 2° W.I.B. een discriminatie in die onverenigbaar « L'article 104, 2°, du Code des impôts sur les revenus contient-il
is met de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, ten nadele van de une discrimination incompatible avec les articles 10, 11 et 172 de la
personen met thesaurieproblemen, in zoverre dit artikel aan de Constitution, au préjudice des personnes connaissant des problèmes de
onderhoudsplichtigen zonder thesaurieproblemen het voordeel van de trésorerie, en tant que cet article réserve aux débirentiers sans
fiscale aftrekbaarheid verleent wanneer de achterstallige problèmes de trésorerie l'avantage de la déductibilité fiscale lorsque
onderhoudsgelden het voorwerp van een gerechtelijke beslissing les arriérés de pension alimentaire font l'objet d'une décision
uitmaken, terwijl onderhoudsverplichtingen [lees : judiciaire, alors que les débirentiers connaissant des problèmes de
onderhoudsplichtigen] met thesaurieproblemen niet kunnen genieten van trésorerie ne peuvent bénéficier d'une telle réduction d'impôt en cas
dergelijke belastingvermindering bij laattijdige betaling van het de paiement tardif des arriérés de pension alimentaire sans décision
achterstallig onderhoudsgeld zonder gerechtelijke beslissing ? ». judiciaire ? ».
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
B.1.1. De in het geding zijnde bepaling heeft betrekking op de fiscale B.1.1. La disposition en cause porte sur le régime fiscal, en matière
regeling inzake de aftrekbare bestedingen van onderhoudsbijdragen in de dépenses déductibles, des pensions alimentaires dans le cadre des
het kader van de inkomstenbelastingen. impôts sur les revenus.
Artikel 104, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 L'article 104, 2°, du Code des impôts sur les revenus 1992 (ci-après :
(hierna : « WIB 1992 ») luidt : CIR 1992) est libellé comme suit :
« Binnen de grenzen en onder de voorwaarden bepaald in de artikelen « Les dépenses suivantes sont déduites de l'ensemble des revenus nets
107 tot 116, worden van het totale netto-inkomen de volgende dans les limites et aux conditions prévues aux articles 107 à 116,
bestedingen afgetrokken, in zover zij in het belastbare tijdperk dans la mesure où elles ont été effectivement payées au cours de la
werkelijk zijn betaald : période imposable :
[...] [...]
2° 80 pct. van de uitkeringen of de aanvullende uitkeringen die de 2° 80 p.c. des rentes ou rentes complémentaires dues par le
belastingplichtige verschuldigd is volgens de voorwaarden bepaald in contribuable aux conditions fixées au 1°, mais qui sont payées après
1°, doch die na het belastbare tijdperk waarop zij betrekking hebben la période imposable au cours de laquelle elles sont dues et ce, en
betaald worden ter uitvoering van een gerechtelijke beslissing waarbij exécution d'une décision judiciaire qui en a fixé ou augmenté le
het bedrag ervan met terugwerkende kracht wordt vastgesteld of montant avec effet rétroactif;
verhoogd. Evenwel zijn de uitkeringen betaald voor de kinderen voor Toutefois, les rentes payées pour les enfants pour lesquels l'article
welke voor een vorig aanslagjaar artikel 132bis werd toegepast, niet 132bis a été appliqué pour un exercice d'imposition antérieur ne sont
aftrekbaar; pas déductibles;
[...] ». [...] ».
B.1.2. De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of artikel B.1.2. Le juge a quo demande à la Cour si l'article 104, 2°, du CIR
104, 2°, van het WIB 1992 de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet 1992 viole les articles 10, 11 et 172 de la Constitution en ce qu'il
schendt, in zoverre voormeld artikel aan de onderhoudsplichtigen accorde aux débiteurs de pension alimentaire n'ayant pas de problèmes
zonder financiële problemen het voordeel van de fiscale aftrekbaarheid financiers l'avantage de la déductibilité fiscale lorsque des arriérés
verleent wanneer de achterstallige onderhoudsgelden het voorwerp van de pension alimentaire font l'objet d'une décision judiciaire, alors
een gerechtelijke beslissing uitmaken, terwijl onderhoudsplichtigen que les débirentiers connaissant des problèmes financiers ne peuvent
met financiële problemen een dergelijke belastingvermindering niet bénéficier d'une telle réduction d'impôt, en cas de paiement tardif
kunnen genieten bij laattijdige betaling van het achterstallige des arriérés de pension alimentaire sans décision judiciaire.
onderhoudsgeld zonder gerechtelijke beslissing.
B.2. De invoering van de voormelde bepaling door artikel 6 van de wet B.2. L'adoption de la disposition précitée, insérée par l'article 6 de
van 28 december 1990 betreffende verscheidene fiscale en niet-fiscale la loi du 28 décembre 1990 relative à diverses dispositions fiscales
bepalingen werd in de parlementaire voorbereiding als volgt et non fiscales, a été justifiée comme suit dans les travaux
verantwoord : préparatoires :
« Volgens de huidige administratieve richtlijnen die gesteund zijn op « Suivant les directives administratives actuelles qui s'appuient sur
een arrest van het Hof van Beroep van Antwerpen van 31 maart 1980 un arrêt de la Cour d'appel d'Anvers du 31 mars 1980, en cause Anna
inzake Francken Anna [...], kunnen uitkeringen tot onderhoud die in Francken [...], les rentes alimentaires payées en une fois - en
één keer worden betaald - ter uitvoering post factum van maandelijkse verplichtingen van verschillende jaren - niet aangezien worden als periodiek of regelmatig in de zin van artikel 67, 3°, WIB, zodat zij derhalve niet belastbaar zijn ten name van de genieter (en niet aftrekbaar voor de uitkeringsplichtige). Die richtlijnen worden als onrechtvaardig ervaren in de gevallen waarin uitkeringen of aanvullende uitkeringen tot onderhoud, in uitvoering van een uitvoerbaar arrest of vonnis waarbij het bedrag ervan met terugwerkende kracht wordt vastgesteld of verhoogd, in een later belastbaar tijdperk worden betaald dan dit waarop ze betrekking hebben. Daarom wordt voorgesteld om voortaan onderhoudsgelden, die worden betaald in een later belastbaar tijdperk dan dit waarvoor ze verschuldigd zijn, doch waarvan de niet-regelmatige betaling het gevolg is van een gerechtelijke beslissing waarbij de rente wordt vastgesteld of verhoogd, eensdeels aftrekbaar te maken voor de uitkeringsplichtige en, correlatief daarmede, ze anderdeels ook te belasten ten name van de genieter » (Parl. St., Kamer, 1990-1991, nr. exécution post factum d'obligations mensuelles de plusieurs années - ne peuvent être considérées comme régulières ou périodiques au sens de l'article 67, 3°, CIR et ne sont dès lors pas imposables dans le chef du bénéficiaire (ni déductibles dans le chef du débirentier). Ces directives sont jugées inéquitables dans les cas où les rentes alimentaires ou rentes alimentaires complémentaires sont payées au cours d'une période imposable ultérieure à celle à laquelle elles se rapportent, en exécution d'un arrêt ou d'un jugement exécutoires qui en fixe ou en augmente le montant avec effet rétroactif. C'est pourquoi, il est proposé d'autoriser dorénavant la déduction, dans le chef du débirentier, des rentes alimentaires qui sont payées au cours d'une période imposable ultérieure à celle au cours de laquelle elles étaient dues mais dont le paiement non régulier est justifié par une décision judiciaire fixant ou modifiant la rente et corrélativement d'imposer également celles-ci dans le chef du
1366/3, pp. 6 en 7, en nr. 1366/6, p. 25). bénéficiaire » (Doc. parl., Chambre, 1990-1991, n° 1366/3, pp. 6 et 7,
et n° 1366/6, p. 25).
B.3.1. De wetgever heeft derhalve een einde willen maken aan een B.3.1. Le législateur a donc voulu mettre fin à une interprétation
administratieve interpretatie van de belastingwetgeving die als « administrative de la législation fiscale qui était jugée « inéquitable
onrechtvaardig » werd ervaren. De bepaling werd ingevoegd om de ». La disposition a été introduite en vue de faire disparaître, à
ongelijkheid weg te werken die de onderhoudsplichtigen trof die werden l'égard des débirentiers qui paient régulièrement, l'inégalité
geconfronteerd met een vonnis waarin hun met terugwerkende kracht een touchant ceux auxquels un jugement impose, avec effet rétroactif, le
onderhoudsgeld werd opgelegd of waarbij het bestaande onderhoudsgeld paiement d'une pension alimentaire ou une augmentation de la pension
werd verhoogd, ten opzichte van diegenen die regelmatig betaalden. Het alimentaire existante. Le principe consiste dès lors en ce que les
beginsel is derhalve dat de onderhoudsplichtigen ten aanzien van wie débirentiers pour lesquels le montant de la pension alimentaire ne
het bedrag van de alimentatie niet verandert, regelmatig moeten change pas doivent payer régulièrement s'ils entendent bénéficier du
betalen, willen zij de regeling van de aftrekbare bestedingen kunnen régime des dépenses déductibles.
genieten. B.3.2. Vóór de totstandkoming van de in het geding zijnde bepaling had B.3.2. Avant l'adoption de la disposition en cause, le ministre des
de minister van Financiën al afstand genomen van de interpretatie van Finances s'était déjà distancié des interprétations de
de belastingadministratie en verklaard dat naar zijn inzien de l'administration fiscale et avait déclaré que, selon lui, les pensions
bedoelde onderhoudsbijdragen ook onder de vroegere wetgeving alimentaires visées étaient également déductibles par le débiteur sous
aftrekbaar waren voor de betaler. Een uitdrukkelijke wetsbepaling werd l'ancienne législation. Une modification législative explicite a
evenwel nodig geacht (Vr. en Antw., Senaat, 6 november 1990, nr. 5, p. toutefois été jugée nécessaire (Q. & R., Sénat, 6 novembre 1990, n° 5,
193). p. 193).
B.4. De wetgever heeft uitdrukkelijk bepaald dat aan drie voorwaarden B.4. Le législateur a expressément décidé que trois conditions
moet worden voldaan vooraleer toepassing kan worden gemaakt van devaient être remplies pour que l'article 104, 2°, du CIR 1992 puisse
artikel 104, 2°, van het WIB 1992. Allereerst moeten alle voorwaarden être appliqué. Tout d'abord, les conditions résultant de l'article
uit artikel 104, 1°, van het WIB 1992, met uitzondering van de 104, 1°, du CIR 1992 doivent être toutes remplies, à l'exception de la
voorwaarde van de « regelmatigheid », zijn vervuld. Vervolgens is het condition de « régularité ». Ensuite, il doit nécessairement exister
noodzakelijk dat er sprake is van een gerechtelijke beslissing die het
bedrag van de onderhoudsuitkering met terugwerkende kracht vaststelt une décision judiciaire fixant ou augmentant le montant de la pension
of verhoogt. Ten slotte wordt vereist dat die terugwerkende kracht alimentaire avec effet rétroactif. Il faut, enfin, que l'effet
betrekking heeft op een belastbaar tijdperk dat voorafgaat aan datgene rétroactif porte sur une période imposable antérieure à celle au cours
waarin wordt betaald. de laquelle le paiement est effectué.
Die bepaling houdt een afwijking in van de voorwaarde van « Cette disposition déroge à la condition de « régularité » fixée à
regelmatigheid » in artikel 104, 1°, van het WIB 1992. Normaliter l'article 104, 1°, du CIR 1992. Normalement, les pensions alimentaires
moeten onderhoudsgelden periodiek worden uitgekeerd. Artikel 104, 2°, doivent être payées périodiquement. Toutefois, l'article 104, 2°, du
van het WIB 1992 vereist dit evenwel niet en vormt derhalve een CIR 1992 ne pose pas cette condition et constitue dès lors une
uitzondering. exception.
B.5.1. Het in de prejudiciële vraag gemaakte onderscheid tussen B.5.1. La distinction entre les débirentiers opérée dans la question
onderhoudsplichtigen berust op een objectief criterium, namelijk het préjudicielle repose sur un critère objectif, à savoir le fait que les
feit of de achterstallige onderhoudsgelden al dan niet ter uitvoering arriérés de pensions alimentaires sont payés en exécution ou non d'une
van een gerechtelijke beslissing met terugwerkende kracht zijn décision judiciaire avec effet rétroactif.
betaald. B.5.2. Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat het de bedoeling B.5.2. Il ressort des travaux préparatoires que l'objectif du
van de wetgever is geweest om de onrechtvaardigheid weg te werken ten législateur était de supprimer l'injustice faite aux débirentiers
aanzien van de onderhoudsplichtigen die geconfronteerd werden met een obligés de faire face à un jugement leur imposant soudain de payer,
vonnis waarin hun plots met terugwerkende kracht een onderhoudsgeld of avec effet rétroactif, une pension alimentaire ou une pension
een hoger onderhoudsgeld werd opgelegd. Laatstgenoemde categorie van alimentaire plus élevée. En effet, cette catégorie de débiteurs ne
onderhoudsplichtigen beantwoordde immers niet aan de voorwaarde van « remplissait pas la condition de « régularité » prévue à l'article 104,
regelmatigheid » in artikel 104, 1°, van het WIB 1992. 1°, du CIR 1992.
Het was echter geenszins de bedoeling om de fiscale aftrekbaarheid toe te staan van betaalde onderhoudsgelden waartoe de onderhoudsplichtige werd veroordeeld door een vonnis dat hij niet of laattijdig heeft uitgevoerd. De achterstalligheid mag in geen geval te wijten zijn aan de nalatigheid van de onderhoudsplichtige zelf. B.5.3. Het kan in redelijkheid worden verantwoord dat geen enkele betaalde onderhoudsbijdrage mag worden afgetrokken van het netto-inkomen van de onderhoudsplichtige, wanneer die uitkering betaald wordt na het belastbare tijdperk waarop het betrekking heeft, omdat de onderhoudsplichtige heeft nagelaten de gerechtelijke beslissing die hem veroordeelde tot betalen uit te voeren. Wanneer daarentegen een gerechtelijke beslissing het bedrag van het onderhoudsgeld bepaalt of verhoogt met terugwerkende kracht is het verantwoord de aftrek ervan toe te staan, omdat, in dat geval, de onderhoudsplichtige de beslissing uitvoert die zijn onderhoudsplicht bepaalt. Het in alle gevallen aftrekbaar maken van achterstallige onderhoudsgelden zou het doel van de wetgever voorbijschieten en bovendien strijdig zijn met de bestaansreden van het onderhoudsgeld. Het onderhoudsgeld is immers een bestaansmiddel dat van nature bijdraagt tot de dagdagelijkse behoeften van de onderhoudsgerechtigde, waardoor het noodzakelijkerwijze tijdig dient te worden betaald. B.6. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof Le législateur n'avait toutefois en aucun cas l'intention d'accorder la déductibilité fiscale des pensions alimentaires payées auxquelles le débirentier a été condamné par un jugement qu'il n'a pas exécuté ou qu'il a exécuté tardivement. L'arriéré ne peut jamais être imputable à un manquement du débiteur lui-même. B.5.3. Il peut raisonnablement être justifié qu'aucune pension alimentaire payée ne puisse être déduite du revenu net du débirentier lorsque cette pension est payée après la période imposable à laquelle elle se rapporte parce que le débirentier a négligé d'exécuter la décision judiciaire qui le condamnait à la payer. En revanche, lorsqu'une décision judiciaire fixe ou augmente avec effet rétroactif le montant de la pension alimentaire, il est justifié d'en permettre la déduction puisque, dans ce cas, le débiteur exécute la décision qui détermine son obligation alimentaire. Permettre la déduction des arriérés de pension alimentaire dans tous les cas irait à l'encontre du but du législateur et serait en outre contraire aux raisons d'être de la pension alimentaire. Celle-ci est en effet un moyen d'existence qui, par sa nature, contribue aux besoins quotidiens du crédirentier, raison pour laquelle elle doit nécessairement être payée ponctuellement. B.6. La question préjudicielle appelle une réponse négative. Par ces motifs, la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
Artikel 104, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 L'article 104, 2°, du Code des impôts sur les revenus 1992 ne viole
schendt de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet niet. pas les articles 10, 11 et 172 de la Constitution.
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française,
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, op de openbare conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989, à
terechtzitting van 27 mei 2008. l'audience publique du 27 mai 2008.
De griffier, De voorzitter, Le greffier, Le président,
P.-Y. Dutilleux. M. Bossuyt. P.-Y. Dutilleux. M. Bossuyt.
^