Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 65/2007 van 26 april 2007 Rolnummer 3954 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 6, eerste lid, van afdeling II van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, van het Burgerlijk Wetboek, ingevoegd bij de wet v Het Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Martens, L. L(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 65/2007 van 26 april 2007 Rolnummer 3954 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 6, eerste lid, van afdeling II van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, van het Burgerlijk Wetboek, ingevoegd bij de wet v Het Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Martens, L. L(...) Extrait de l'arrêt n° 65/2007 du 26 avril 2007 Numéro du rôle : 3954 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 6, alinéa 1 er , de la section II du livre III, titre VIII, chapitre II, du Code civil, inséré par la lo La Cour, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. Martens, L. Lavrysen, J(...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Uittreksel uit arrest nr. 65/2007 van 26 april 2007 Extrait de l'arrêt n° 65/2007 du 26 avril 2007
Rolnummer 3954 Numéro du rôle : 3954
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 6, eerste lid, van En cause : la question préjudicielle concernant l'article 6, alinéa 1er,
afdeling II van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, van het Burgerlijk de la section II du livre III, titre VIII, chapitre II, du Code civil,
Wetboek, ingevoegd bij de wet van 20 februari 1991 « houdende inséré par la loi du 20 février 1991 « modifiant et complétant les
wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek inzake huishuur dispositions du Code civil relatives aux baux à loyer », tel qu'il a
», zoals vervangen bij artikel 8 van de wet van 13 april 1997, gesteld été remplacé par l'article 8 de la loi du 13 avril 1997, posée par le
door de Vrederechter van het kanton Eupen. Juge de paix du canton d'Eupen.
Het Hof, La Cour,
samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P.
P. Martens, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman en E. Derycke, Martens, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman et E. Derycke,
bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M.
voorzitter M. Melchior, Melchior,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging I. Objet de la question préjudicielle et procédure
Bij vonnis van 29 maart 2006 in zake Freddy Gouders tegen Peter Par jugement du 29 mars 2006 en cause de Freddy Gouders contre Peter
Lemmens en Helga Willems, waarvan de expeditie ter griffie van het Lemmens et Helga Willems, dont l'expédition est parvenue au greffe de
Arbitragehof is ingekomen op 3 april 2006, heeft de Vrederechter van la Cour d'arbitrage le 3 avril 2006, le Juge de paix du canton d'Eupen
het kanton Eupen de prejudiciële vraag gesteld « of artikel 6 van de a posé la question préjudicielle de savoir si « l'article 6 de la loi
wet van 20 februari 1991, gewijzigd bij de wet van 13 april 1997, de du 20 février 1991, modifiée par la loi du 13 avril 1997, viole les
artikelen 10 en/of 11 van de Grondwet schendt, doordat die bepaling, articles 10 et/ou 11 de la Constitution en ce que cette disposition,
zonder objectieve reden, de verhuurder die geen schriftelijke sans raison objective, refuse l'indexation du loyer au bailleur qui
huurovereenkomst heeft gesloten, de indexering van de huurprijs n'a pas conclu de bail par écrit, alors que l'indexation est accordée
ontzegt, terwijl aan de verhuurder die een schriftelijke au bailleur qui a conclu un bail par écrit, avec ou sans clause
huurovereenkomst heeft gesloten, met of zonder uitdrukkelijke
indexeringsclausule, de indexering is toegestaan ». d'indexation explicite ».
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
B.1.1. Uit de feiten van het geding blijkt dat de prejudiciële vraag B.1.1. Il ressort des faits de la cause que la question préjudicielle
betrekking heeft op de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van porte sur la compatibilité avec les articles 10 et 11 de la
de Grondwet, van artikel 6, eerste lid, van afdeling II (« Regels Constitution de l'article 6, alinéa 1er, de la section II (« Des
betreffende de huurovereenkomsten met betrekking tot de
hoofdverblijfplaats van de huurder in het bijzonder ») van boek III, règles particulières aux baux relatifs à la résidence principale du
titel VIII, hoofdstuk II, van het Burgerlijk Wetboek, ingevoegd bij preneur ») du livre III, titre VIII, chapitre II, du Code civil,
artikel 2 van de wet van 20 februari 1991 « houdende wijziging van de inséré par l'article 2 de la loi du 20 février 1991 « modifiant et
bepalingen van het Burgerlijk Wetboek inzake huishuur » en vervangen complétant les dispositions du Code civil relatives aux baux à loyer »
bij artikel 8 van de wet van 13 april 1997 « tot wijziging van sommige et remplacé par l'article 8 de la loi du 13 avril 1997 « modifiant
bepalingen betreffende de huurovereenkomsten », dat bepaalt : certaines dispositions en matière de baux », qui dispose :
« Indien zulks niet uitdrukkelijk is uitgesloten en op voorwaarde dat « Si elle n'a pas été exclue expressément et à condition que le bail
de huurovereenkomst bij geschrift is gesloten, is de aanpassing van de
huurprijs aan de kosten van levensonderhoud eenmaal per huurjaar, ait été conclu par écrit, l'adaptation du loyer au coût de la vie est
verschuldigd op de verjaardag van de inwerkingtreding van de due, une fois par année de location, à la date anniversaire de
huurovereenkomst, volgens de regels bepaald bij artikel 1728bis van l'entrée en vigueur du bail, dans les conditions prévues à l'article
het Burgerlijk Wetboek ». 1728bis du Code civil ».
B.1.2. Artikel 1728bis van het Burgerlijk Wetboek, dat deel uitmaakt B.1.2. L'article 1728bis du Code civil, qui fait partie de la section
van afdeling I (« Algemene bepalingen betreffende de huur van Ière (« Dispositions générales relatives aux baux des biens immeubles
onroerende goederen ») van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, van het ») du livre III, titre VIII, chapitre II, du Code civil, a été inséré
Burgerlijk Wetboek, is ingevoegd bij artikel 1 van de wet van 29
december 1983 « betreffende de huur van onroerende goederen » en par l'article 1er de la loi du 29 décembre 1983 « relative aux
vervolgens gewijzigd bij de artikelen 5 en 13, § 1, 2°, van de wet van contrats de louage de biens immeubles », puis modifié par les articles
20 februari 1991, bij artikel 16 van het koninklijk besluit van 24 5 et 13, § 1er, 2°, de la loi du 20 février 1991, par l'article 16 de
december 1993 « ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot l'arrêté royal du 24 décembre 1993 « portant exécution de la loi du 6
vrijwaring van 's Lands concurrentievermogen » - bekrachtigd bij janvier 1989 de sauvegarde de la compétitivité du pays » - confirmé
artikel 90 van de wet van 30 maart 1994 « houdende sociale bepalingen par l'article 90 de la loi du 30 mars 1994 « portant des dispositions
» - en bij artikel 3 van de wet van 13 april 1997, en bepaalt : sociales » - et par l'article 3 de la loi du 13 avril 1997, et dispose :
« § 1. Indien een aanpassing van de huurprijs aan de kosten van « § 1er. Si une adaptation du loyer au coût de la vie a été convenue,
levensonderhoud is bedongen, is deze slechts één maal per huurjaar elle ne peut être appliquée qu'une fois par année de location, et au
toegelaten en ten vroegste op de verjaardag van de inwerkingtreding plus tôt au jour anniversaire de l'entrée en vigueur du bail. Cette
van de huurovereenkomst. Deze aanpassing geschiedt op basis van de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. De aangepaste huurprijs mag niet hoger zijn dan het bedrag verkregen door toepassing van de hiernavolgende formule : basishuurprijs vermenigvuldigd met het nieuwe indexcijfer en gedeeld door het aanvangsindexcijfer. De basishuurprijs is de huurprijs die volgt uit de overeenkomst of uit een vonnis met uitsluiting van alle kosten en lasten uitdrukkelijk door de huurovereenkomst ten laste van de huurder gelegd. Het nieuwe indexcijfer is het indexcijfer daartoe berekend en benoemd, van de maand voorafgaand aan die van de verjaardag van de inwerkingtreding van de huurovereenkomst. Het aanvangsindexcijfer is het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand die voorafgaat aan de maand tijdens welke de overeenkomst is afgesloten. Voor de overeenkomsten afgesloten vanaf 1 februari 1994, is het aanvangsindexcijfer echter het indexcijfer daartoe berekend en benoemd van de maand die voorafgaat aan de maand tijdens welke de overeenkomst is afgesloten. § 2. Contractuele bepalingen welker uitvoering verder gaat dan de aanpassing waarin dit artikel voorziet, kunnen tot die aanpassing ingekort worden ». B.2. Uit de motieven van de verwijzingsbeslissing en de formulering van de prejudiciële vraag blijkt dat het Hof wordt verzocht uitspraak adaptation est faite sur base des fluctuations de l'indice des prix à la consommation. Le loyer adapté ne peut dépasser le montant qui résulte de la formule suivante : loyer de base multiplié par le nouvel indice et divisé par l'indice de départ. Le loyer de base est le loyer qui résulte de la convention ou d'un jugement, à l'exclusion de tous frais et charges quelconques expressément laissés à charge du locataire par le bail. Le nouvel indice est l'indice calculé et désigné à cet effet du mois qui précède celui de l'anniversaire de l'entrée en vigueur du bail. L'indice de base est l'indice des prix à la consommation du mois précédant le mois pendant lequel la convention a été conclue. Pour les conventions conclues à partir du 1er février 1994, l'indice de base est toutefois l'indice calculé et nommé à cet effet du mois précédant le mois pendant lequel la convention a été conclue. § 2. Les dispositions contractuelles dont l'effet excéderait l'adaptation prévue au présent article, sont réductibles à celle-ci ». B.2. Il ressort des motifs de la décision de renvoi et du libellé de la question préjudicielle que la Cour est invitée à statuer sur la
te doen over het verschil dat de in het geding zijnde bepaling invoert différence que fait la disposition en cause entre le bailleur qui a
tussen de verhuurder die een huurovereenkomst met betrekking tot een conclu un bail de résidence principale verbalement et le bailleur qui
hoofdverblijfplaats mondeling heeft gesloten en de verhuurder die een dergelijke overeenkomst schriftelijk heeft gesloten, in zoverre volgens de verwijzende rechter die bepaling de eerstgenoemde verbiedt aan de huurder de aanpassing van de huurprijs aan de kosten van levensonderhoud te vragen, terwijl zij de laatstgenoemde in alle gevallen toestaat een dergelijke aanpassing te vragen. B.3.1. Artikel 6, eerste lid, van afdeling II van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, van het Burgerlijk Wetboek bepaalde oorspronkelijk : « Indien zulks niet uitdrukkelijk is uitgesloten, is de aanpassing van de huurprijs aan de kosten van levensonderhoud één maal per huurjaar, a conclu un tel contrat par écrit, en ce que selon le juge a quo cette disposition interdit au premier de demander au preneur l'adaptation du loyer au coût de la vie, alors qu'elle autorise, dans tous les cas, le second à demander une telle adaptation. B.3.1. L'article 6, alinéa 1er, de la section II, du livre III, titre VIII, chapitre II, du Code civil disposait à l'origine : « Si elle n'a pas été exclue expressément, l'adaptation du loyer au
verschuldigd op de verjaardag van de inwerkingtreding van de coût de la vie est due, une fois par année de location, à la date
huurovereenkomst, onder de voorwaarden bepaald bij artikel 1728bis van anniversaire de l'entrée en vigueur du bail dans les conditions
het Burgerlijk Wetboek ». Die bepaling werd als volgt verantwoord : « Thans kan de indexatie overeenkomstig de bepalingen van artikel 1728bis van het Burgerlijk Wetboek slechts worden toegepast indien zulks in de huurovereenkomst is bedongen. Wat de mondelinge overeenkomsten betreft, kan uiteraard erg moeilijk worden bewezen dat de partijen overeengekomen zijn de huurprijs te indexeren of zulks niet te doen. Het feit dat de indexatie regelmatig is toegepast, kan erop wijzen dat is overeengekomen de huurprijs aan de indexschommelingen aan te passen. Dit is ter zake evenwel geen betrouwbare oplossing. Met betrekking tot de schriftelijke overeenkomsten blijkt het akkoord betreffende de indexatie uit de invoeging van een indexeringsclausule in de huurovereenkomst. Bij gebreke van een dergelijk beding wordt de huurprijs normaal gezien niet geïndexeerd. [...] Het ontwerp van wet staat voor alle overeenkomsten waarop het betrekking heeft toe dat de huurprijs wordt aangepast aan de kosten van levensonderhoud, zelfs indien zulks niet was overeengekomen tussen de partijen. Die bepaling brengt niet alleen duidelijkheid inzake de juiste omvang van de verplichtingen van de huurder bij een mondeling gesloten overeenkomst, maar brengt vooral het inkomen, dat de huurprijs voor de verhuurder vormt, in overeenstemming met het geheel van de andere inkomens, waarvan is overeengekomen ze voortaan te indexeren. Het beding waarbij de partijen bij geschrift uitdrukkelijk hebben uitgesloten dat de huurprijs zal worden geïndexeerd, is daarentegen volstrekt geldig. Een dergelijk beding kan worden verantwoord op grond van redenen die voor de partijen een persoonlijk karakter hebben, prévues à l'article 1728bis du Code civil ». Cette disposition était justifiée comme suit : « Actuellement, l'indexation ne peut être appliquée, conformément aux règles établies par l'article 1728bis du Code civil, que si elle a été convenue par contrat. En ce qui concerne les contrats verbaux, il est évidemment très difficile de prouver que les parties ont convenu que le loyer serait indexé, ou qu'il ne le serait pas. Le fait qu'une indexation ait été régulièrement appliquée peut démontrer l'existence d'un accord relatif à l'adaptation. Mais cette solution n'est guère sûre. En ce qui concerne les contrats écrits, cet accord sur l'indexation se produit normalement par l'insertion d'une clause d'indexation dans le contrat. En l'absence d'une telle clause, le loyer n'est normalement pas indexé. [...] La loi en projet autorise, pour tous les contrats qu'elle vise, l'adaptation du loyer au coût de la vie, et cela même si elle n'a pas été convenue entre les parties. Cette disposition non seulement clarifie la portée exacte des obligations du preneur en cas de bail verbal, mais surtout, aligne le revenu que constitue pour le bailleur le loyer qu'il perçoit, sur l'ensemble des autres revenus, qu'il est désormais convenu d'indexer. Par contre, la clause par laquelle les parties ont expressément exclu, par écrit, l'indexation du loyer, est parfaitement valable. Une telle clause peut être justifiée par des raisons qui sont personnelles aux
waarin het de wetgever niet toekomt tussenbeide te komen » (Parl. St., parties et dans lesquelles il n'appartient pas au législateur de
Kamer, 1990-1991, nr. 1357/1, pp. 19-20). s'immiscer » (Doc. parl., Chambre, 1990-1991, n° 1357/1, pp. 19-20).
B.3.2. De toevoeging van de woorden « en op voorwaarde dat de B.3.2. L'ajout des mots « et à condition que le bail ait été conclu
huurovereenkomst bij geschrift is gesloten » bij artikel 8 van de wet par écrit » par l'article 8 de la loi du 13 avril 1997 « répond à la
van 13 april 1997 « beantwoordt [...] aan de algemene tendens om tendance générale qui consiste, dans l'intérêt de la sécurité
steeds meer, in het belang van de rechtszekerheid, schriftelijke juridique, à exiger de plus en plus que les baux soient constatés par
contracten te vereisen » (Parl. St., Kamer, 1996-1997, nr. 717/7, p. 18). un écrit » (Doc. parl., Chambre, 1996-1997, n° 717/7, p. 18).
Die wijziging geeft de voorkeur van de wetgever voor het sluiten van
schriftelijke huurovereenkomsten weer en strekt ertoe de partijen bij Traduisant la préférence du législateur pour la conclusion de baux
een huurovereenkomst met betrekking tot de hoofdverblijfplaats te écrits, cette modification vise à dissuader les parties à un bail de
ontraden die overeenkomst mondeling te sluiten, terwijl, toen de in résidence principale de conclure ce contrat verbalement, alors que,
het geding zijnde bepaling is aangenomen, 90 pct. van de lorsque la disposition en cause a été adoptée, 90 p.c. des baux
huurovereenkomsten schriftelijk werd gesloten (Parl. St., Senaat, étaient conclus par écrit (Doc. parl., Sénat, 1996-1997, n° 505/3, p.
1996-1997, nr. 505/3, p. 34). Zij « strekt ertoe de schriftelijke 34). Elle « tend à promouvoir le contrat écrit » (Ann., Sénat,
overeenkomst te bevorderen » (Hand., Senaat, 1996-1997, zitting van 20 1996-1997, séance du 20 mars 1997, n° 1-100, p. 2666).
maart 1997, nr. 1-100, p. 2666).
B.4. In die zin geïnterpreteerd dat zij verbiedt de huurprijs van een B.4. Interprétée comme interdisant d'indexer le loyer d'un bail verbal
mondelinge huurovereenkomst te indexeren, zelfs indien de verhuurder
en de huurder het over die indexering eens zijn - interpretatie die même si le bailleur et le preneur sont d'accord sur cette indexation -
kan steunen op sommige verklaringen tijdens de parlementaire interprétation qui peut se fonder sur certaines déclarations faites au
voorbereiding (Parl. St., Kamer, 1996-1997, nr. 717/7, p. 18; Hand., cours des travaux préparatoires (Doc. parl., Chambre, 1996-1997, n°
Kamer, 17 december 1996, nr. 124, p. 4464) - doet de in het geding 717/7, p. 18; Ann., Chambre, 17 décembre 1996, n° 124, p. 4464) -, la
zijnde bepaling op onevenredige wijze afbreuk aan de vrijheid van de disposition en cause porte atteinte de manière disproportionnée à la
overeenkomsten die het voorwerp uitmaakt van artikel 1134 van het liberté des conventions qui fait l'objet de l'article 1134 du Code
Burgerlijk Wetboek en is zij niet bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. B.5. In die zin geïnterpreteerd dat zij het de verhuurder en de huurder van een mondelinge huurovereenkomst mogelijk maakt een dergelijke indexering overeen te komen, maar dat zij uitsluit dat die indexering kan worden toegekend bij afwezigheid van overeenstemming, is de in het geding zijnde bepaling niet discriminerend. Daar de wetgever het sluiten van schriftelijke huurovereenkomsten wil aanmoedigen, wat rechtsonzekerheid kan voorkomen ten aanzien van de draagwijdte van de wederzijdse verbintenissen van de verhuurder en de huurder, is het niet onredelijk de verhuurder van een schriftelijke huurovereenkomst in staat te stellen een dergelijke indexering te verkrijgen, zelfs indien de huurovereenkomst hierover zwijgt, en hetzelfde voordeel niet toe te kennen aan de verhuurder die een mondelinge huurovereenkomst heeft gesloten. In die interpretatie is de in het geding zijnde bepaling bestaanbaar civil et n'est pas compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution. B.5. Interprétée comme permettant au bailleur et au preneur d'un bail verbal de convenir d'une telle indexation mais comme excluant qu'elle puisse être accordée à défaut d'accord, la disposition en cause n'est pas discriminatoire. Dès lors que le législateur entend encourager la conclusion de baux écrits, ce qui est de nature à éviter l'insécurité juridique quant à la portée des engagements réciproques du bailleur et du preneur, il n'est pas déraisonnable de permettre au bailleur d'un bail écrit d'obtenir une telle indexation, même si le bail est muet à ce sujet, et de ne pas accorder le même avantage au bailleur qui a conclu un bail verbal. Dans cette interprétation, la disposition en cause est compatible avec
met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. les articles 10 et 11 de la Constitution.
Om die redenen, Par ces motifs,
het Hof la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
- Artikel 6, eerste lid, van afdeling II van boek III, titel VIII, - Interprété comme interdisant d'indexer le loyer d'un bail verbal
hoofdstuk II, van het Burgerlijk Wetboek, in die zin geïnterpreteerd même si le bailleur et le preneur sont d'accord sur cette indexation,
dat die bepaling verbiedt de huurprijs van een mondelinge
huurovereenkomst te indexeren, zelfs indien de verhuurder en de l'article 6, alinéa 1er, de la section II du livre III, titre VIII,
huurder het daarover eens zijn, schendt de artikelen 10 en 11 van de chapitre II, du Code civil viole les articles 10 et 11 de la
Grondwet. Constitution.
- Artikel 6, eerste lid, van afdeling II van boek III, titel VIII, - Interprété comme permettant au bailleur et au preneur d'un bail
hoofdstuk II, van het Burgerlijk Wetboek, in die zin geïnterpreteerd
dat die bepaling het de verhuurder en de huurder van een mondelinge verbal de convenir d'une telle indexation, l'article 6, alinéa 1er, de
huurovereenkomst mogelijk maakt een dergelijke indexering overeen te la section II du livre III, titre VIII, chapitre II, du Code civil ne
komen, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution.
Aldus uitgesproken in het Frans, het Nederlands en het Duits, Ainsi prononcé en langue française, en langue néerlandaise et en
overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6
het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 26 april 2007. janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 26 avril 2007.
De griffier, Le greffier,
P.-Y. Dutilleux. P.-Y. Dutilleux.
De voorzitter, Le président,
M. Melchior. M. Melchior.
^