Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 30/2007 van 21 februari 2007 Rolnummer 3997 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 4, § 2, tweede lid, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, gesteld door het Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Mart(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 30/2007 van 21 februari 2007 Rolnummer 3997 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 4, § 2, tweede lid, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, gesteld door het Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Mart(...) Extrait de l'arrêt n° 30/2007 du 21 février 2007 Numéro du rôle : 3977 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 4, § 2, alinéa 2, de la loi du 29 juin 1964 concernant la suspension, le sursis et la probation, posée par La Cour d'arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. Martens, R.(...)
ARBITRAGEHOF COUR D'ARBITRAGE
Uittreksel uit arrest nr. 30/2007 van 21 februari 2007 Extrait de l'arrêt n° 30/2007 du 21 février 2007
Rolnummer 3997 Numéro du rôle : 3977
In zake : de prejudiciële vraag over artikel 4, § 2, tweede lid, van En cause : la question préjudicielle relative à l'article 4, § 2,
de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de alinéa 2, de la loi du 29 juin 1964 concernant la suspension, le
probatie, gesteld door het Hof van Beroep te Antwerpen. sursis et la probation, posée par la Cour d'appel d'Anvers.
Het Arbitragehof, La Cour d'arbitrage,
samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P.
P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen,
Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke et J. Spreutels, assistée du
bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Arts,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging I. Objet de la question préjudicielle et procédure
Bij arrest van 28 april 2006 in zake Ben Berden, waarvan de expeditie Par arrêt du 28 avril 2006 en cause de Ben Berden, dont l'expédition
ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 5 mei 2006, heeft het est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 5 mai 2006, la Cour
Hof van Beroep te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : d'appel d'Anvers a posé la question préjudicielle suivante :
« Schendt artikel 4, § 2, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de « L'article 4, § 2, de la loi du 29 juin 1964 concernant la
opschorting, het uitstel en de probatie de artikelen 10 en 11 van de suspension, le sursis et la probation viole-t-il les articles 10 et 11
Grondwet in zoverre de inverdenkinggestelde slechts over een termijn de la Constitution en tant que l'inculpé ne dispose que d'un délai de
van 24 uren beschikt om tegen een beschikking van de raadkamer waarbij 24 heures pour faire opposition, en ce qui concerne les frais, à
een opschorting wordt gelast, hoger beroep aan te tekenen voor wat de l'ordonnance de la chambre du conseil prononçant la suspension, alors
gerechtskosten betreft, terwijl men overeenkomstig artikel 6 van que conformément à l'article 6 de cette même loi, l'on a 15 jours pour
diezelfde wet 15 dagen heeft om beroep aan te tekenen voor zover het interjeter appel pour autant qu'il s'agisse du règlement des intérêts
de regeling van de burgerlijke belangen betreft, te meer daar de civils, d'autant plus que la condamnation aux frais de justice
veroordeling tot de gerechtskosten een burgerlijk karakter vertoont ? ». présente un caractère civil? ».
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
B.1. Artikel 4, § 2, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de B.1. L'article 4, § 2, de la loi du 29 juin 1964 concernant la
opschorting, het uitstel en de probatie bepaalt : suspension, le sursis et la probation énonce :
« De procureur des Konings en de verdachte kunnen tegen de beschikking « Le procureur du Roi et l'inculpé peuvent faire opposition à
van de raadkamer waarbij de opschorting wordt uitgesproken, verzet l'ordonnance de la chambre du conseil prononçant la suspension, pour
doen om reden dat aan de voorwaarden tot verlening van de opschorting le motif que les conditions d'octroi de la suspension ne sont pas
niet voldaan is. réunies.
Het verzet, dat binnen vierentwintig uren moet worden aangetekend, L'opposition, qui doit être formée dans les vingt-quatre heures, est
wordt voor de kamer van inbeschuldigingstelling gebracht ». portée devant la chambre des mises en accusation ».
B.2. De prejudiciële vraag strekt ertoe van het Hof te vernemen of de B.2. La question préjudicielle a pour objet de demander à la Cour si
termijn waarin het tweede lid van die bepaling voorziet, de artikelen le délai prévu par l'alinéa 2 de cette disposition viole les articles
10 en 11 van de Grondwet schendt, in zoverre de inverdenkinggestelde 10 et 11 de la Constitution, en tant que l'inculpé qui interjette
die hoger beroep instelt (« verzet doet ») tegen de beschikking appel de (fait « opposition » à) l'ordonnance de la chambre du conseil
waarbij de raadkamer de opschorting gelast, voor wat de gerechtskosten prononçant la suspension, en ce qui concerne les frais de justice, ne
betreft, slechts over een termijn van vierentwintig uur beschikt, dispose que d'un délai de 24 heures, alors qu'une partie qui
terwijl een partij die hoger beroep instelt tegen dezelfde interjette appel de la même ordonnance, en ce qui concerne le
beschikking, voor wat de regeling van de burgerlijke belangen betreft, règlement des intérêts civils, dispose d'un délai de 15 jours.
over een termijn van vijftien dagen beschikt.
B.3. Wanneer de rechter de opschorting van de uitspraak van de B.3. Lorsque le juge ordonne la suspension du prononcé de la
veroordeling gelast, moet hij, op grond van artikel 6, tweede lid, van condamnation, il doit, en vertu de l'article 6, alinéa 2, de la loi du
de wet van 29 juni 1964, de beklaagde veroordelen in de kosten, die 29 juin 1964, condamner l'inculpé aux frais, déterminés conformément à
worden bepaald overeenkomstig het koninklijk besluit van 28 december l'arrêté royal du 28 décembre 1950 portant règlement général sur les
1950 houdende algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken. frais de justice en matière répressive. L'« opposition » dans les
Het verzet binnen vierentwintig uren, zoals bepaald in artikel 4, § 2,
van de wet van 29 juni 1964, is het enige rechtsmiddel dat kan worden vingt-quatre heures, visée à l'article 4, § 2, de la loi du 29 juin
1964, est le seul recours possible contre la condamnation aux frais
aangewend tegen de veroordeling in de kosten uitgesproken door de prononcée par la chambre du conseil qui décide de suspendre le
raadkamer die de opschorting van de veroordeling gelast (Cass., 23 prononcé de la condamnation (Cass., 23 novembre 1983, Pas., 1984, I,
november 1983, Arr. Cass., 1983-1984, p. 352). p. 327).
De verwijzende rechter vraagt die situatie te vergelijken met die Le juge a quo demande de comparer cette situation à celle dans
waarbij hoger beroep wordt ingesteld tegen de beschikking van de raadkamer tot regeling van de burgerlijke belangen, wat dient te gebeuren binnen dezelfde termijn als hoger beroep in correctionele zaken (artikel 6, vierde lid, van de wet van 29 juni 1964), zijnde vijftien dagen. B.4. De wetgever vermocht te oordelen dat, teneinde het verloop van het onderzoek niet te vertragen, de door de raadkamer gelaste opschorting moest worden aangevochten binnen een bijzonder korte termijn, die hij op vierentwintig uur heeft vastgesteld. Het verschil tussen die termijn en de termijn van vijftien dagen die betrekking heeft op het hoger beroep dat is gericht tegen een opschorting waartoe is besloten door de correctionele rechtbank, kan niet als discriminerend worden beschouwd. B.5. Ofschoon de veroordeling in de gerechtskosten geen straf is, maar laquelle un appel est interjeté contre l'ordonnance de la chambre du conseil réglant les intérêts civils, ce qui doit se faire dans le même délai que l'appel en matière correctionnelle (article 6, alinéa 4, de la loi du 29 juin 1964), c'est-à-dire 15 jours. B.4. Le législateur a pu estimer que, afin de ne pas retarder le cours de l'instruction, la suspension ordonnée par la chambre du conseil devait être entreprise dans un délai particulièrement bref qu'il a fixé à vingt-quatre heures. La différence entre ce délai et le délai de quinzaine qui concerne l'appel dirigé contre une suspension décidée par le tribunal correctionnel ne peut être considérée comme discriminatoire. B.5. Même si elle ne constitue pas une peine, mais a un caractère
een burgerlijk karakter heeft, is ze een juridisch gevolg van de civil, la condamnation aux frais de justice est une conséquence
beslissing over de strafvordering. Volgens de parlementaire juridique de la décision sur l'action publique. Selon les travaux
voorbereiding : préparatoires :
« [verplicht] paragraaf 2 van artikel 2 [...] de vonnisgerechten om, « Le § 2 de l'article 2 oblige les juridictions de jugement,
wanneer zij de opschorting van de veroordeling uitspreken, de lorsqu'elles prononcent la suspension de la condamnation, à condamner
delinquent tot de kosten en, indien daartoe aanleiding is, tot de le délinquant aux frais et, s'il y a lieu, à la confiscation spéciale.
bijzondere verbeurdverklaring te veroordelen.
Men ziet immers niet in dat de verdachten, dank zij een in hun belang On ne conçoit pas, en effet, que grâce à une mesure prise dans leur
getroffen maatregel, zouden kunnen ontsnappen aan de kosten die werden intérêt, les inculpés puissent échapper aux frais qui ont été exposés
gemaakt bij de procedure, waarvan zij het voorwerp zijn, of aan een dans la procédure dont ils sont l'objet ou à une confiscation qui
verbeurdverklaring die in heel wat gevallen geboden is » (Parl. St., s'impose dans bien des cas » (Doc. parl., Chambre, 1956-1957, n°
Kamer, 1956-1957, nr. 598/1, p. 9). 598/1, p. 9).
De veroordeling tot de gerechtskosten is derhalve onlosmakelijk
verbonden met de opschorting van de uitspraak van de veroordeling. La condamnation aux frais de justice est dès lors indissociable de la
B.6. Dat is niet het geval met de burgerlijke vordering. Het suspension du prononcé de la condamnation.
onderzoeksgerecht dat de opschorting van de uitspraak van de B.6. Tel n'est pas le cas de l'action civile. La juridiction
veroordeling gelast, dient enkel uitspraak te doen over de burgerlijke d'instruction qui ordonne la suspension du prononcé de la condamnation
vordering voor zover die vordering bij dat gerecht aanhangig wordt ne doit statuer sur l'action civile que dans la mesure où elle est
gemaakt. Nadat het onderzoeksgerecht de opschorting van de uitspraak saisie de cette action. Lorsque la juridiction d'instruction a ordonné
heeft gelast, verhindert evenwel niets dat het slachtoffer van het
misdrijf, wanneer het zich geen burgerlijke partij heeft gesteld, die la suspension du prononcé, rien n'empêche la victime de l'infraction,
vordering bij de burgerlijke rechter aanhangig maakt. qui ne s'est pas constituée partie civile, de saisir le juge civil.
B.7. Artikel 6 van de wet van 29 juni 1964 maakt een onderscheid B.7. L'article 6 de la loi du 29 juin 1964 établit une distinction
tussen, enerzijds, de kosten die verband houden met de strafvordering entre, d'une part, les frais afférents à l'action publique (article 6,
(artikel 6, tweede lid) en, anderzijds, de kosten die verband houden alinéa 2) et, d'autre part, les dépens afférents à l'action civile
met de burgerlijke vordering (artikel 6, derde en vierde lid). (article 6, alinéas 3 et 4).
B.8. Gelet op de nauwe band die bestaat tussen, enerzijds, de B.8. Eu égard au lien étroit existant entre, d'une part, la suspension
opschorting van de uitspraak van de veroordeling en, anderzijds, de du prononcé de la condamnation et, d'autre part, la condamnation aux
veroordeling tot de gerechtskosten, die beide uitsluitend betrekking hebben op de strafvordering, geldt voor beide beslissingen dezelfde termijn van hoger beroep, namelijk vierentwintig uur. De beslissingen met betrekking tot de burgerlijke vordering zijn onderworpen aan een termijn van hoger beroep van vijftien dagen. B.9. Het onderwerp van de strafvordering en dat van de burgerlijke vordering zijn fundamenteel verschillend. De strafvordering heeft betrekking op de toepassing van de straffen, terwijl de burgerlijke vordering het herstel beoogt van de schade die door een misdrijf is veroorzaakt. De inverdenkinggestelde die veroordeeld is in de kosten van de strafvordering, bevindt zich bijgevolg in een situatie die niet vergelijkbaar is met die van de inverdenkinggestelde die tot een schadevergoeding is veroordeeld tegenover de burgerlijke partij, en evenmin met die van de inverdenkinggestelde of van de burgerlijke partij die is veroordeeld in de kosten die verbonden zijn aan de burgerlijke vordering. B.10. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, frais de justice, qui concernent toutes deux la seule action publique, ces deux décisions sont soumises au même délai d'appel de vingt-quatre heures. Les décisions relatives à l'action civile sont soumises à un délai d'appel de quinze jours. B.9. L'action publique et l'action civile ont des objets fondamentalement différents. La première concerne l'application des peines, alors que la seconde vise la réparation du dommage causé par une infraction. L'inculpé condamné aux frais de l'action publique se trouve dès lors dans une situation qui n'est comparable ni à celle de l'inculpé condamné à des dommages-intérêts envers la partie civile ni à celle de l'inculpé ou de la partie civile condamnés aux dépens afférents à l'action civile. B.10. La question préjudicielle appelle une réponse négative. Par ces motifs,
het Hof la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
Artikel 4, § 2, tweede lid, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de L'article 4, § 2, alinéa 2, de la loi du 29 juin 1964 concernant la
opschorting, het uitstel en de probatie schendt de artikelen 10 en 11 suspension, le sursis et la probation ne viole pas les articles 10 et
van de Grondwet niet. 11 de la Constitution.
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française,
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 21 februari 2007. la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 21 février 2007.
De griffier, Le greffier,
P.-Y. Dutilleux. P.- Y. Dutilleux.
De voorzitter, Le président,
A. Arts. A. Arts.
^