← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 179/2006 van 29 november 2006 Rolnummer 3845 In zake :
het beroep tot vernietiging van de artikelen 2 tot 7, 9 en 10 van de wet van 20 juli 2005 « tot wijziging
van de faillissementswet van 8 augustus 1997, en houd Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior
en A. Arts, en de rechters P. Mart(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 179/2006 van 29 november 2006 Rolnummer 3845 In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 2 tot 7, 9 en 10 van de wet van 20 juli 2005 « tot wijziging van de faillissementswet van 8 augustus 1997, en houd Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Mart(...) | Extrait de l'arrêt n° 179/2006 du 29 novembre 2006 Numéro du rôle : 3845 En cause : le recours en annulation des articles 2 à 7, 9 et 10 de la loi du 20 juillet 2005 « modifiant la loi du 8 août 1997 sur les faillites, et portant des dispos La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. Martens, R.(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Uittreksel uit arrest nr. 179/2006 van 29 november 2006 | Extrait de l'arrêt n° 179/2006 du 29 novembre 2006 |
Rolnummer 3845 | Numéro du rôle : 3845 |
In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 2 tot 7, 9 en | En cause : le recours en annulation des articles 2 à 7, 9 et 10 de la |
10 van de wet van 20 juli 2005 « tot wijziging van de | loi du 20 juillet 2005 « modifiant la loi du 8 août 1997 sur les |
faillissementswet van 8 augustus 1997, en houdende diverse fiscale | faillites, et portant des dispositions fiscales diverses », introduit |
bepalingen », ingesteld door de BVBA « De Broux et Cie ». | par la SPRL « De Broux et Cie ». |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters | composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. |
P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot en J.-P. Snappe, | Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot et J.-P. Snappe, |
bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van | assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. |
voorzitter M. Melchior, | Melchior, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging | I. Objet du recours et procédure |
Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 9 januari | Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 9 |
2006 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 10 | janvier 2006 et parvenue au greffe le 10 janvier 2006, la SPRL « De |
januari 2006, heeft de BVBA « De Broux et Cie », met maatschappelijke | |
zetel te 1470 Genepiën, avenue des Combattants 171, beroep tot | Broux et Cie », dont le siège social est établi à 1470 Genappe, avenue |
vernietiging ingesteld van de artikelen 2 tot 7, 9 en 10 van de wet | des Combattants 171, a introduit un recours en annulation des articles |
van 20 juli 2005 « tot wijziging van de faillissementswet van 8 | 2 à 7, 9 et 10 de la loi du 20 juillet 2005 « modifiant la loi du 8 |
augustus 1997, en houdende diverse fiscale bepalingen » (bekendgemaakt | août 1997 sur les faillites, et portant des dispositions fiscales |
in het Belgisch Staatsblad van 28 juli 2005). | diverses » (publiée au Moniteur belge du 28 juillet 2005). |
(...) | (...) |
II. In rechte | II. En droit |
(...) | (...) |
Ten aanzien van de ontvankelijkheid | Quant à la recevabilité |
B.1.1. De Ministerraad is van mening, enerzijds, dat het belang van de | B.1.1. Le Conseil des ministres estime, d'une part, que l'intérêt de |
verzoekende partij hypothetisch is en, anderzijds, dat zij geen belang | la partie requérante est hypothétique et, d'autre part, qu'elle n'a |
heeft bij het vorderen van de vernietiging van artikel 9 van de wet | pas d'intérêt à demander l'annulation de l'article 9 de la loi du 20 |
van 20 juli 2005 « tot wijziging van de faillissementswet van 8 | juillet 2005 « modifiant la loi du 8 août 1997 sur les faillites, et |
augustus 1997, en houdende diverse fiscale bepalingen », want die | portant des dispositions fiscales diverses » car cette disposition ne |
bepaling zou enkel een overname zijn van een vroegere bepaling. | serait que la reprise d'une disposition ancienne. |
B.1.2. De Grondwet en de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | B.1.2. La Constitution et la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la |
Arbitragehof vereisen dat elke natuurlijke persoon of rechtspersoon | Cour d'arbitrage imposent à toute personne physique ou morale qui |
die een beroep tot vernietiging instelt, doet blijken van een belang. | introduit un recours en annulation de justifier d'un intérêt. Ne |
Van het vereiste belang doen slechts blijken de personen wier situatie | justifient de l'intérêt requis que les personnes dont la situation |
door de bestreden norm rechtstreeks en ongunstig zou kunnen worden | pourrait être affectée directement et défavorablement par la norme |
geraakt. | entreprise. |
B.1.3. De artikelen 2 tot 7 en 10 van de voormelde wet van 20 juli 2005 organiseren de procedure waarbij de rechtbank zich kan uitspreken over de bevrijding van de persoon die zich kosteloos persoonlijk borg heeft gesteld voor een gefailleerde. Uit het dossier dat is overgezonden aan het Hof blijkt dat de verzoekende partij schuldeiser is van een failliet verklaarde vennootschap, dat zij een verbintenis geniet van de zaakvoerder van de failliete vennootschap waarbij haar schuldvordering wordt gewaarborgd, en dat zij thans is verwikkeld in een gerechtelijke procedure die ertoe strekt de zaakvoerder ertoe te veroordelen zijn verbintenis na te komen. Daaruit blijkt eveneens dat de rechtbank waarbij de vordering is aanhangig gemaakt, heeft geoordeeld dat de zaakvoerder zich als borg heeft verbonden en dat zij de uitspraak heeft uitgesteld | B.1.3. Les articles 2 à 7 et 10 de la loi du 20 juillet 2005 précitée organisent la procédure permettant au tribunal de prononcer la décharge de la personne qui s'est portée caution personnelle à titre gratuit d'un failli. Il ressort du dossier transmis à la Cour que la partie requérante est créancière d'une société déclarée en faillite, qu'elle bénéficie d'un engagement du gérant de la société en faillite, garantissant sa créance, et qu'elle est actuellement engagée dans une procédure judiciaire visant à faire condamner le gérant à honorer son engagement. Il en ressort aussi que le tribunal saisi de la demande a considéré que le gérant s'est engagé en qualité de caution et a sursis |
in afwachting van de beslissing van de rechtbank van koophandel in | à statuer dans l'attente de la décision du tribunal de commerce quant |
verband met de eventuele bevrijding van die borg met toepassing van de | à la décharge éventuelle de cette caution en application des |
aangevochten bepalingen. Zolang die procedure niet definitief is | dispositions attaquées. Tant que cette procédure n'est pas |
afgesloten, zou de situatie van de verzoekende partij rechtstreeks en | définitivement clôturée, la situation de la partie requérante pourrait |
ongunstig kunnen worden geraakt door de bepalingen waarvan zij de | être directement et défavorablement affectée par les dispositions dont |
vernietiging vordert. | elle demande l'annulation. |
B.1.4. In zoverre het beroep is gericht tegen de artikelen 2 tot 7 en | B.1.4. En ce qu'il est dirigé contre les articles 2 à 7 et 10 de la |
10 van de wet van 20 juli 2005, is het ontvankelijk. | loi du 20 juillet 2005, le recours est recevable. |
B.1.5. Artikel 9 van de wet van 20 juli 2005 stelt het beginsel vast | B.1.5. L'article 9 de la loi du 20 juillet 2005 établit le principe |
volgens hetwelk de verschoonbaar verklaarde gefailleerde niet langer | suivant lequel le failli déclaré excusable ne peut plus être poursuivi |
kan worden vervolgd door zijn schuldeisers. Krachtens artikel 81 van | |
de faillissementswet van 8 augustus 1997, hersteld bij artikel 8 van | par ses créanciers. En vertu de l'article 81 de la loi du 8 août 1997 |
de aangevochten wet, kunnen rechtspersonen niet verschoonbaar worden | sur les faillites, rétabli par l'article 8 de la loi attaquée, les |
verklaard. De verzoekende partij wordt thans geconfronteerd met het | personnes morales ne peuvent pas être déclarées excusables. La partie |
faillissement van een rechtspersoon die, met toepassing van die | requérante est actuellement confrontée à la faillite d'une personne |
bepaling, niet verschoonbaar zal kunnen worden verklaard, zodat | morale, qui ne pourra, en application de cette disposition, être |
artikel 9 van de aangevochten wet geen rechtstreeks en ongunstig | déclarée excusable, de sorte que l'article 9 de la loi attaquée n'a |
gevolg heeft voor de situatie van de verzoekende partij. | pas d'incidence directe et défavorable sur la situation de la partie requérante. |
Voor het overige volstaat de mogelijkheid dat de verzoekende | Pour le surplus, l'éventualité que la société requérante puisse, à |
vennootschap in de toekomst te maken krijgt met het faillissement van | l'avenir, se trouver confrontée à la faillite d'un autre de ses |
één van haar andere schuldenaars die handel zou drijven als natuurlijk | débiteurs qui exercerait le commerce comme personne physique et qui |
persoon en die de verschoonbaarheid zou kunnen genieten, niet om aan | pourrait bénéficier de l'excusabilité ne suffit pas à démontrer que sa |
te tonen dat haar situatie rechtstreeks zou worden geraakt door de in | situation serait affectée de manière directe par la disposition en |
het geding zijnde bepaling. | cause. |
B.1.6. In zoverre het beroep is gericht tegen artikel 9 van de wet van | B.1.6. En tant qu'il est dirigé contre l'article 9 de la loi du 20 |
20 juli 2005, is het onontvankelijk. | juillet 2005, le recours est irrecevable. |
B.2.1. De Ministerraad werpt een exceptie op die is afgeleid uit het | B.2.1. Le Conseil des ministres soulève une exception tirée de ce que |
feit dat de uiteenzetting van het enige middel onduidelijk zou zijn en | l'exposé du moyen unique serait obscur et ne permettrait pas une |
een volledig en duidelijk antwoord onmogelijk zou maken. | réponse complète et claire. |
B.2.2. Teneinde te voldoen aan de vereisten van artikel 6 van de | B.2.2. Pour satisfaire aux exigences de l'article 6 de la loi spéciale |
bijzondere wet van 6 januari 1989, moet in de middelen van het | du 6 janvier 1989, les moyens de la requête doivent faire connaître, |
verzoekschrift worden aangegeven welke regels, waarvan het Hof de | parmi les règles dont la Cour garantit le respect, celles qui seraient |
inachtneming waarborgt, zouden zijn geschonden alsmede welke | violées ainsi que les dispositions qui violeraient ces règles et |
bepalingen die regels zouden schenden, en moet worden uitgezet hoe die | exposer en quoi ces règles auraient été transgressées par ces |
regels door die bepalingen zouden zijn geschonden. | dispositions. |
Uit het verzoekschrift blijkt genoegzaam dat de verzoekende partij | Il ressort à suffisance de la requête que la partie requérante |
oordeelt dat de door haar aangevochten bepalingen in strijd zijn met | considère que les dispositions qu'elle attaque sont contraires aux |
de artikelen 10, 11 en 16 van de Grondwet, met artikel 1 van het | articles 10, 11 et 16 de la Constitution, à l'article 1er du Premier |
Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten | Protocole additionnel à la Convention européenne des droits de |
van de Mens, met artikel 14 van dat Verdrag en met het algemeen | l'homme, à l'article 14 de cette Convention, et au principe général de |
rechtsbeginsel waarbij de rechtszekerheid wordt gewaarborgd, omdat zij | droit garantissant la sécurité juridique, parce qu'elles permettraient |
een vorm van onteigening van schuldhpvorderingen mogelijk zouden | une forme d'expropriation de créances, sur la base de critères |
maken, op grond van onzekere criteria en met terugwerkende kracht. Het | aléatoires et avec un effet rétroactif. La requête satisfait dès lors |
verzoekschrift voldoet bijgevolg aan de vereisten van artikel 6 van de | aux exigences de l'article 6 de la loi spéciale du 6 janvier 1989. |
bijzondere wet van 6 januari 1989. | |
B.2.3. De exceptie wordt verworpen. | B.2.3. L'exception est rejetée. |
Ten gronde | Quant au fond |
B.3. De artikelen 2 tot 7 van de wet van 20 juli 2005 brengen | B.3. Les articles 2 à 7 de la loi du 20 juillet 2005 apportent des |
wijzigingen aan de faillissementswet van 8 augustus 1997 aan. | modifications à la loi du 8 août 1997 sur les faillites. A la suite de |
Ingevolge de wijziging ervan bij artikel 6 van de wet van 20 juli | sa modification par l'article 6 de la loi du 20 juillet 2005, |
2005, bepaalt artikel 73, derde lid, van de wet van 8 augustus 1997 : | l'article 73, alinéa 3, de la loi du 8 août 1997 dispose : |
« De rechtbank bevrijdt de natuurlijke personen die zich kosteloos | « Le tribunal décharge les personnes physiques qui, à titre gratuit, |
persoonlijk zeker stelden voor de gefailleerde indien zij beantwoorden | se sont constituées sûreté personnelle du failli si elles répondent |
aan de voorwaarden bepaald in artikel 80, derde lid ». | aux conditions prévues à l'article 80, alinéa 3 ». |
Artikel 80, derde lid, bepaalt, sinds de wijziging ervan bij artikel 7 | L'article 80, alinéa 3, dispose, depuis sa modification par l'article |
van de wet van 20 juli 2005 : | 7 de la loi du 20 juillet 2005 : |
« De gefailleerde, de personen die de verklaring bedoeld in artikel | « Le failli, les personnes qui ont fait la déclaration visée à |
72ter aflegden en de schuldeisers bedoeld in artikel 63, tweede lid, | l'article 72ter et les créanciers visés à l'article 63, alinéa 2, sont |
worden in de raadkamer gehoord over de bevrijding. Tenzij hij zijn | entendus en chambre du conseil sur la décharge. Sauf lorsqu'elle a |
onvermogen frauduleus organiseerde, bevrijdt de rechtbank geheel of | frauduleusement organisé son insolvabilité, le tribunal décharge en |
gedeeltelijk elke natuurlijke persoon die zich kosteloos persoonlijk | tout ou en partie la personne physique qui, à titre gratuit, s'est |
zeker stelde voor de gefailleerde, wanneer zij vaststelt dat diens | constituée sûreté personnelle du failli lorsqu'il constate que son |
verbintenis niet in verhouding met zijn inkomsten en met zijn patrimonium is ». | obligation est disproportionnée à ses revenus et à son patrimoine ». |
Artikel 10 van de wet van 20 juli 2005 bevat overgangsbepalingen voor | L'article 10 de la loi du 20 juillet 2005 contient des dispositions |
de faillissementen die nog niet zijn afgesloten op het ogenblik van de | transitoires pour les faillites non encore clôturées au moment de |
inwerkingtreding van de wet. Uit die bepalingen vloeit voort dat de | l'entrée en vigueur de la loi. Il découle de ces dispositions que la |
mogelijkheid om de bevrijding van hun verbintenis te verkrijgen onder | possibilité d'obtenir la décharge de leur engagement est offerte, aux |
de in de wet vastgestelde voorwaarden en op voorwaarde dat bepaalde | conditions fixées par la loi et moyennant l'accomplissement de |
formaliteiten worden vervuld, wordt geboden aan de personen die zich | certaines démarches, aux personnes qui se sont portées caution pour |
borg hebben gesteld voor een rechtspersoon of een natuurlijke persoon | |
van wie de faillissementsprocedure lopende is op het ogenblik van de | une personne morale ou physique dont la procédure de faillite est en |
inwerkingtreding van de wet. | cours au moment de l'entrée en vigueur de la loi. |
B.4. De parlementaire voorbereiding van de wet van 20 juli 2005 toont | B.4. Les travaux préparatoires de la loi du 20 juillet 2005 montrent |
aan dat de wetgever de bedoeling had « te verhelpen aan de | que le législateur avait l'intention de « porter remède à |
ongrondwettigheid inzake het bevrijden van de borg van de | |
gefailleerde, zoals aan het licht gebracht door het Arbitragehof in | l'inconstitutionnalité relevée par la Cour d'arbitrage dans son arrêt |
[zijn] arrest nr. 114/2004 van 30 juni 2004 » (Parl. St., Kamer, | n° 114/2004 du 30 juin 2004, en matière de décharge de la caution du |
2004-2005, DOC 51-1811/001, p. 4). | failli » (Doc. parl., Chambre, 2004-2005, DOC 51-1811/001, p. 4). |
B.5.1. In het eerste onderdeel van haar enig middel, bekritiseert de | B.5.1. Dans la première branche de son moyen unique, la requérante |
verzoekster de discriminerende inbreuk op het recht op het ongestoord | critique l'atteinte discriminatoire au droit au respect des biens et à |
genot van de eigendom en de rechtszekerheid doordat de wetgever de | la sécurité juridique que constitue la remise en cause par le |
verbintenissen van de borg opnieuw in het geding brengt. Zij klaagt | législateur des engagements de caution. Elle dénonce le manque de |
het gebrek aan precisie van de wet aan die aan de rechter de zorg | précision de la loi, qui laisse au juge le soin d'apprécier si |
overlaat om te oordelen of de door de borg aangegane verbintenis | l'engagement pris par la caution est disproportionné par rapport à ses |
onevenredig is in verhouding tot zijn inkomsten en zijn vermogen. | revenus et à son patrimoine. |
B.5.2. Bij arrest nr. 69/2002 van 28 maart 2002, heeft het Hof in B.11 | B.5.2. Par l'arrêt n° 69/2002 du 28 mars 2002, la Cour a jugé en B.11 |
geoordeeld dat « ook al impliceert de regeling van de borg dat hij in | que « si l'institution de la caution implique qu'elle reste, en règle, |
principe tot zijn borgtocht gehouden blijft wanneer de gefailleerde | tenue de son cautionnement lorsque le failli est déclaré excusable, il |
verschoonbaar wordt verklaard, [...] het eveneens onverantwoord [is] | n'est pas [...] justifié de ne permettre en aucune manière qu'un juge |
dat een rechter op geen enkele wijze wordt toegestaan te beoordelen of | |
er geen aanleiding is om hem te bevrijden, in het bijzonder wanneer | puisse apprécier s'il n'y a pas lieu de la décharger, en particulier |
zijn verbintenis van belangeloze aard is ». Ingevolge dat arrest heeft | en ayant égard au caractère désintéressé de son engagement ». A la |
de wetgever, bij de wet van 4 september 2002, het beginsel vastgesteld | suite de cet arrêt, le législateur a, par la loi du 4 septembre 2002, |
van de automatische bevrijding van de kosteloze borg van de | établi le principe de la décharge automatique de la caution à titre |
verschoonbaar verklaarde gefailleerde. Bij arrest nr. 114/2004 van 30 | gratuit du failli déclaré excusable. Par l'arrêt n° 114/2004 du 30 |
juni 2004 heeft het Hof in B.10 geoordeeld dat « door het voordeel van | juin 2004, la Cour a jugé en B.10 qu'en « étendant automatiquement à |
de verschoonbaarheid, dat slechts onder bepaalde voorwaarden aan een | la caution à titre gratuit le bénéfice de l'excusabilité qui n'est |
gefailleerde wordt toegekend, automatisch uit te breiden tot de | accordée qu'à certaines conditions au failli, le législateur est allé |
persoon die zich kosteloos borg heeft gesteld, [...] de wetgever verder [is] gegaan dan hetgeen krachtens het gelijkheidsbeginsel vereist was ». B.5.3. Teneinde de door het Hof vastgestelde ongrondwettigheden te verhelpen, heeft de wetgever voorzien in een procedure waardoor de persoonlijke borg niet langer automatisch, maar door de rechter kan worden bevrijd van zijn verbintenis ten aanzien van de schuldenaar van de gefailleerde, op voorwaarde dat de rechter onderzoekt of de persoon zich « kosteloos » persoonlijk zeker stelde en zijn onvermogen niet frauduleus organiseerde en dat hij vaststelt dat die verbintenis niet in verhouding met zijn inkomsten en zijn vermogen is. | au-delà de ce qu'exigeait le principe d'égalité ». B.5.3. Afin de remédier aux inconstitutionnalités constatées par la Cour, le législateur a prévu une procédure par laquelle la caution personnelle ne peut plus être déchargée automatiquement, mais bien par le juge, de son engagement à l'égard du débiteur du failli, à condition que le juge vérifie si la personne s'est constituée sûreté personnelle « à titre gratuit » et n'a pas frauduleusement organisé son insolvabilité et qu'il constate que l'engagement est disproportionné à ses revenus et à son patrimoine. |
B.5.4. De parlementaire voorbereiding van de wet van 20 juli 2005 | B.5.4. Les travaux préparatoires de la loi du 20 juillet 2005 |
stelt dat de wetgever heeft geoordeeld dat « deze oplossing als enige | indiquent que le législateur a considéré que « cette solution [était] |
van aard [was] om tegemoet te komen aan de eisen van het Arbitragehof | seule de nature à rencontrer les exigences de la Cour d'arbitrage », |
» en dat « gezien het veelvoud van patrimoniale situaties van de | et que, « vu la multiplicité des situations patrimoniales des |
personen die de kredietwaardigheid van de gefailleerde versterkten, | personnes qui ont conforté le crédit du failli, la fixation dans la |
[...] het vastleggen in de wet van precieze criteria, bedoeld om de | loi de critères précis destinés à encadrer l'appréciation du tribunal |
beoordeling van de rechtbank te omkaderen, niet alleen onbevredigend | [était] non seulement insatisfaisante, mais [pouvait] également être |
[was], maar het [...] een bron [kon] zijn van rechtsonzekerheid » | source d'insécurité juridique » (Doc. parl., Chambre, 2004-2005, DOC |
(Parl. St., Kamer, 2004-2005, DOC 51-1811/001, p. 6). B.5.5. Wanneer de wetgever, in het bijzonder in economische aangelegenheden, oordeelt het belang van de schuldeisers te moeten opofferen in het voordeel van bepaalde categorieën van schuldenaars, past die maatregel in het geheel van het economisch en sociaal beleid dat hij wil voeren. Het Hof zou de verschillen in behandeling die het gevolg zijn van de beleidskeuzen die hij heeft gemaakt, alleen kunnen afkeuren indien die beleidskeuzen klaarblijkelijk onredelijk zouden zijn. Doordat de wetgever afziet van het automatische karakter van de bevrijding van de kosteloze borg ten voordele van een bevrijding waartoe de rechter beslist, heeft hij ervoor gezorgd dat de belangen van de schuldeisers van de gefailleerde zoveel mogelijk werden gevrijwaard, en tegelijkertijd voorts zijn maatschappelijke doelstelling nagestreefd, met name ervoor te zorgen dat « ernstige menselijke gevolgen (...) die zouden kunnen voortvloeien uit een strikte uitvoering van de contractuele verbintenissen van de betrokken persoon » worden vermeden (Parl. St., Kamer, 2004-2005, DOC | 51-1811/001, p. 6.). B.5.5. Lorsque, spécialement en matière économique, le législateur estime devoir sacrifier l'intérêt des créanciers au profit de certaines catégories de débiteurs, cette mesure s'inscrit dans l'ensemble de la politique économique et sociale qu'il entend poursuivre. La Cour ne pourrait censurer les différences de traitement qui découlent des choix qu'il a faits que si ceux-ci étaient manifestement déraisonnables. En abandonnant le caractère automatique de la décharge de la caution à titre gratuit au profit d'une décharge décidée par le juge, le législateur a eu le souci de préserver, autant que possible, les intérêts des créanciers du failli, tout en maintenant la poursuite de son objectif social, qui est de permettre que soient évitées « les graves conséquences humaines qui pourraient résulter d'une stricte exécution des engagements contractuels de la personne concernée » |
51-1811/001, p. 7). | (Doc. parl., Chambre, 2004-2005, DOC 51-1811/001, p. 7). |
B.5.6. Het blijkt niet dat de wetgever zodoende een onredelijke keuze | B.5.6. Il n'apparaît pas que, ce faisant, le législateur ait posé un |
heeft gemaakt of op buitensporige wijze afbreuk heeft gedaan aan de | choix déraisonnable ou porté une atteinte excessive aux droits des |
rechten van de schuldeisers op de invordering van hun schuldvordering. | créanciers au recouvrement de leur créance. Il a ainsi réalisé, au |
In het licht van artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het | regard de l'article 1er du Protocole additionnel à la Convention |
Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens heeft hij aldus een billijk evenwicht tot stand gebracht tussen de belangen van de borgen en die van de schuldeisers. Het optreden van de rechter waarborgt immers dat enkel de persoonlijke borgen die zich kosteloos hebben verbonden en wier verplichting niet in verhouding staat tot hun inkomsten en hun vermogen, de bevrijding genieten en het sluit uit dat een persoon ze te kwader trouw kan genieten, zodat, met inachtneming van de doelstellingen van de wetgever, de belangen van de schuldeisers worden beschermd. B.6.1. Het tweede onderdeel van het enig middel verwijt de bepalingen waarbij de procedure wordt vastgesteld die kan leiden tot de bevrijding van de kosteloze persoonlijke borg, dat ze terugwerkende kracht hebben, in zoverre zij van toepassing zijn op de verbintenissen inzake borgstelling die vóór de aanneming ervan werden aangegaan, waardoor een discriminerende rechtsonzekerheid in het leven werd geroepen ten aanzien van personen die vanwege een persoon een verbintenis tot borgstelling hebben verkregen vóór de aanneming van de wet, en die bijgevolg niet konden voorzien dat die borg misschien onevenredig zou worden geacht door een rechter. B.6.2. De in het geding zijnde bepalingen zijn niet van toepassing op de verbintenissen van de borgen uitgevoerd vóór de aanneming ervan. Zij hebben bijgevolg geen terugwerkende kracht. Zij zijn daarentegen onmiddellijk van toepassing op de borgen die werden verleend vóór de aanneming ervan en waarvan de rechtspositie niet definitief is geregeld. B.6.3. Het is het gewone gevolg van een rechtsregel dat hij, na verloop van een door de wet bepaalde termijn vanaf de bekendmaking ervan, onmiddellijk van toepassing is, zonder dat daardoor het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie wordt geschonden. Dat beginsel wordt slechts geschonden indien het tijdstip van inwerkingtreding tot een onderscheid in behandeling leidt dat niet redelijk kan worden verantwoord. B.6.4. De onmiddellijke toepassing van de in het geding zijnde bepalingen is weliswaar van die aard dat zij het belang negeert dat de schuldeisers hebben om de juridische gevolgen van hun handelingen te voorzien. Het is evenwel met opzet dat de wetgever heeft geoordeeld de individuele belangen van sommige schuldeisers te kunnen opofferen omdat hij tot doel had een gunst te geven aan de persoon die « door de verplichtingen van een koopman te garanderen [...] de | européenne des droits de l'homme, un juste équilibre entre les intérêts des cautions et ceux des créanciers. L'intervention du juge garantit en effet que seules les cautions personnelles qui se sont engagées à titre gratuit et dont l'obligation est disproportionnée à leurs revenus et à leur patrimoine bénéficient de la décharge, et exclut qu'une personne de mauvaise foi puisse en bénéficier, ce qui est de nature à protéger les intérêts des créanciers, dans le respect des objectifs que le législateur s'est fixés. B.6.1. La deuxième branche du moyen unique reproche aux dispositions qui établissent la procédure pouvant conduire à la décharge de la caution personnelle à titre gratuit d'avoir un effet rétroactif, en ce qu'elles s'appliquent aux engagements de caution contractés avant leur adoption, créant une insécurité juridique discriminatoire à l'égard des personnes qui ont obtenu un engagement de caution de la part d'une personne avant l'adoption de la loi et qui ne pouvaient dès lors prévoir que cette caution serait peut-être jugée disproportionnée par un juge. B.6.2. Les dispositions en cause ne s'appliquent pas aux engagements des cautions exécutés avant leur adoption. Elles n'ont dès lors pas un effet rétroactif. En revanche, elles s'appliquent immédiatement aux cautions consenties avant leur adoption et dont la situation juridique n'est pas définitivement réglée. B.6.3. C'est l'effet ordinaire de toute règle de droit de s'appliquer immédiatement, au terme d'un délai fixé par la loi, calculé à partir de sa publication, sans pour cela méconnaître le principe d'égalité et de non-discrimination. Ce principe n'est violé que si la date d'entrée en vigueur établit une différence de traitement non susceptible de justification raisonnable. B.6.4. Il est vrai que l'application immédiate des dispositions en cause est de nature à méconnaître l'intérêt qu'ont les créanciers à prévoir les effets juridiques de leurs actes. Mais c'est à dessein que le législateur a estimé pouvoir sacrifier les intérêts individuels de certains créanciers parce qu'il avait pour objectif de favoriser la |
kredietwaardigheid van die koopman [heeft] versterkt » en die « het | personne qui, « en garantissant les engagements d'un commerçant », a « |
hem mogelijk [heeft] gemaakt om zijn economische activiteiten verder | conforté le crédit dudit commerçant », et qui « lui a permis de |
te zetten en zodoende [bij te dragen] aan de economische dynamiek van | poursuivre ses activités économiques et a ainsi contribué au dynamisme |
het land » (Parl. St., Kamer, 2004-2005, DOC 51-1811/001, p. 6). | économique du pays » (Doc. parl., Chambre, 2004-2005, DOC 51-1811/001, p. 6). |
B.6.5. Indien de wetgever de beleidswijziging in verband met de | B.6.5. Si le législateur a estimé que le changement de politique, au |
mogelijkheid van bevrijding van de verbintenis van de kosteloze | sujet des possibilités de décharge de l'engagement de la caution |
persoonlijke borg dringend noodzakelijk heeft geacht, vermocht hij te | personnelle à titre gratuit, était urgent, il a pu considérer que |
oordelen dat die beleidswijziging met onmiddellijke ingang diende te | cette modification devait avoir lieu avec un effet immédiat, même à |
worden doorgevoerd, ook ten aanzien van de verbintenissen tot | |
borgstelling aangegaan vóór de aanneming van de wet, die op dat | l'égard des engagements de caution contractés avant l'adoption de la |
ogenblik nog steeds geldig waren en waarvan de rechtspositie derhalve | loi, qui étaient toujours valides à ce moment et dont la situation |
nog niet definitief was. De wetgever heeft bovendien moeten oordelen | juridique n'était dès lors pas encore définitive. Le législateur a dû |
dat de wetswijziging dringend noodzakelijk was, te meer daar het Hof, | d'autant plus considérer que la modification législative était urgente |
in zijn arrest nr. 69/2002 van 28 maart 2002, had vastgesteld dat de | que la Cour avait constaté, dans son arrêt n° 69/2002 du 28 mars 2002, |
onmogelijkheid in alle omstandigheden om de borg uit vrijgevigheid te | que l'impossibilité en toutes circonstances de décharger la caution de |
bevrijden, onbestaanbaar was met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet | bienfaisance était incompatible avec les articles 10 et 11 de la |
en dat het, bij arrest nr. 114/2004 van 30 juni 2004, de bepaling in | Constitution et qu'elle avait annulé, par l'arrêt n° 114/2004 du 30 |
verband met de bevrijding van de borg had vernietigd maar daarbij de | juin 2004, la disposition relative à la décharge de la caution tout en |
gevolgen van die bepaling had gehandhaafd tot 31 juli 2005. | maintenant les effets de cette disposition jusqu'au 31 juillet 2005. |
B.7.1. In het derde onderdeel van het middel wordt een discriminatie aangeklaagd tussen de persoon die zich borg heeft gesteld, enerzijds, en de schuldeiser, anderzijds, in zoverre enkel met de financiële situatie van eerstgenoemde rekening wordt gehouden door de rechter, en niet met de, in voorkomend geval tevens moeilijke, financiële situatie van de schuldeiser wiens schuldvordering niet is betaald. B.7.2. Uit de in B.5.5, B.5.6 en B.6.4 uitgedrukte motieven blijkt dat de wetgever, rekening houdend met de door hem nagestreefde doelstellingen, vermocht te voorzien in een mogelijkheid van voorwaardelijke bevrijding van de borg uit vrijgevigheid, en dat hij die heeft beperkt tot het geval waarin de verbintenis onevenredig is, waardoor de belangen van de schuldeisers optimaal worden gevrijwaard. Er kan bijgevolg aan de wetgever niet worden verweten dat hij niet erin heeft voorzien dat de rechter bovendien de financiële toestand van de schuldeiser op gedetailleerde wijze moet onderzoeken, vermits, aangezien de wetgever op wettige wijze ervoor vermocht te opteren voorrang te verlenen aan de bescherming van de persoon die zich | B.7.1. En sa troisième branche, le moyen dénonce une discrimination entre la personne qui s'est portée caution d'une part et le créancier d'autre part, en ce que seule la situation financière de la première est prise en compte par le juge, et non la situation financière, le cas échéant également difficile, du créancier dont la créance n'est pas payée. B.7.2. Il ressort des motifs exprimés en B.5.5, B.5.6 et B.6.4 que le législateur a pu, compte tenu des objectifs qu'il poursuit, prévoir une possibilité de décharge conditionnelle de la caution de bienfaisance, et qu'il l'a limitée à l'hypothèse où l'obligation est disproportionnée, ce qui préserve au mieux les intérêts des créanciers. L'on ne saurait dès lors lui reprocher de ne pas avoir prévu que le juge doive, en outre, examiner la situation financière du créancier en détail puisque, dès lors que le législateur a pu légitimement choisir de privilégier la protection de la personne qui |
ondoordacht kosteloos borg heeft gesteld, het onderzoek van de | s'est portée inconsidérément caution à titre gratuit, l'examen de la |
gedetailleerde financiële situatie van de schuldeiser hem niet ertoe | situation financière détaillée du créancier ne pourrait l'amener à |
zou kunnen brengen een andere beslissing aan te nemen dan diegene die | adopter une décision différente de celle qu'il doit prendre pour |
hij moet nemen om de door hem nagestreefde doelstelling te bereiken. | atteindre l'objectif qu'il poursuit. |
B.8.1. Het vierde onderdeel van het enige middel beoogt artikel 3 van | B.8.1. Le moyen unique, en sa quatrième branche, vise l'article 3 de |
de wet van 20 juli 2005 waarbij artikel 24bis in de faillissementswet | la loi du 20 juillet 2005 qui insère l'article 24bis dans la loi du 8 |
van 8 augustus 1997 wordt ingevoegd. Die bepaling schort, tot de | août 1997 sur les faillites. Cette disposition suspend, jusqu'à la |
sluiting van het faillissement, de middelen van tenuitvoerlegging op | clôture de la faillite, les voies d'exécution à charge de la personne |
ten laste van de natuurlijke persoon die zich kosteloos persoonlijk | physique qui, à titre gratuit, s'est constituée sûreté personnelle du |
zeker heeft gesteld voor de gefailleerde. De verzoeker is van mening | failli. Le requérant estime qu'elle crée une discrimination en ce que |
dat die bepaling een discriminatie in het leven roept in zoverre ten | |
aanzien van de schuldeiser de mogelijkheid om zijn schuldvordering te | le créancier voit ainsi la possibilité de récupérer sa créance |
recupereren aldus, soms aanzienlijk, wordt uitgesteld, met alle | retardée, parfois considérablement, avec tous les aléas que comporte |
risico's van dien naarmate de tijd verstrijkt. | l'écoulement du temps. |
B.8.2. De parlementaire voorbereiding in verband met die bepaling | B.8.2. Les travaux préparatoires relatifs à cette disposition |
stelt dat het de bekommernis was van de wetgever om « een ' wedloop | indiquent que le législateur a eu le souci de « prévenir la ' course à |
naar de borgen ' te vermijden, wat zou kunnen gebeuren vanaf het | la caution ' qui pourrait s'instaurer dès la survenance de la faillite |
faillissement », aangezien « de beslissing met betrekking tot een | », puisque « la décision relative à une éventuelle décharge de la |
eventuele bevrijding van de steller van een persoonlijke zekerheid van | sûreté personnelle du failli ne sera prononcée qu'à la clôture de la |
de gefailleerde pas zal worden uitgesproken bij het afsluiten van de | |
procedure » (Parl. St., Kamer, 2004-2005, DOC 51-1811/001, p. 8). | procédure » (Doc. parl., Chambre, 2004-2005, DOC 51-1811/001, p. 8). |
B.8.3. Aangezien de wetgever voorziet in een procedure waardoor de | B.8.3. Dès lors que le législateur prévoit une procédure permettant la |
kosteloze borg onder bepaalde voorwaarden kan worden bevrijd, komt het | décharge de la caution à titre gratuit à certaines conditions, il lui |
hem toe de gepaste maatregelen te nemen om te verhinderen dat | revient de prendre les mesures adéquates de façon à empêcher que des |
individuele procedures het door hem gewilde beleid ter bescherming van | procédures individuelles puissent faire échec à la politique de |
de borg kunnen dwarsbomen. | protection de la caution qu'il entend mener. |
B.8.4. Bovendien heeft de wetgever in de mate van het mogelijke ervoor | B.8.4. Par ailleurs, le législateur a veillé à limiter, dans la mesure |
gezorgd de nadelen van de procedure voor de schuldeisers te beperken, | du possible, les inconvénients de la procédure pour les créanciers, |
vermits hij, in artikel 80, zesde lid, van de wet van 8 augustus 1997, | puisqu'il a prévu, à l'article 80, alinéa 6, de la loi du 8 août 1997, |
gewijzigd bij artikel 7, 2°, van de wet van 20 juli 2005, heeft | modifié par l'article 7, 2°, de la loi du 20 juillet 2005, que les |
bepaald dat de schuldeisers die een persoonlijke zekerheid genieten en | créanciers jouissant d'une sûreté personnelle et qui ont effectué les |
die de verklaringen hebben afgelegd bedoeld in artikel 63 van de wet | déclarations prévues à l'article 63 de la loi du 8 août 1997 peuvent, |
van 8 augustus 1997, zes maanden na het vonnis van faillietverklaring | six mois après le jugement déclaratif de faillite, demander au |
de rechtbank kunnen verzoeken om uitspraak te doen over de bevrijding | tribunal de statuer sur la décharge de la caution personnelle à titre |
van de kosteloze persoonlijke borg. | gratuit. |
B.8.5. Ten slotte wijzigt artikel 7 van de wet van 20 juli 2006 | B.8.5. Enfin, l'article 7 de la loi du 20 juillet 2006 portant des |
houdende diverse bepalingen, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad | |
van 28 juli 2006, het voormelde artikel 24bis door de woorden « tot de | dispositions diverses, publiée au Moniteur belge du 28 juillet 2006, |
sluiting van het faillissement » te schrappen en dat artikel aan te | modifie l'article 24bis précité en supprimant les mots « jusqu'à la |
vullen met de volgende zin : « Wanneer de persoonlijke borg door de | clôture de la faillite » et en le complétant de la phrase suivante : « |
rechtbank niet volledig van zijn verplichting is ontslagen, verkrijgen | Lorsque la sûreté personnelle n'est pas totalement déchargée de son |
de schuldeisers opnieuw het recht om individueel een vordering op zijn | obligation par le tribunal, les créanciers recouvrent le droit |
goederen in te stellen ». | d'exercer individuellement leur action sur ses biens ». |
B.8.6. Met die bepaling heeft de wetgever het gebrek aan samenhang | B.8.6. Par cette disposition, le législateur a corrigé l'anomalie qui |
verholpen dat voortvloeide uit het verband dat tussen artikel 24bis en artikel 80, zesde lid, van de wet van 8 augustus 1997 werd gelegd, door de beslissing om de borg al dan niet te bevrijden, opnieuw te laten samenvallen met het einde van de opschorting van de middelen van tenuitvoerlegging tegen die borg (Parl. St., Kamer, 2005-2006, DOC 51-2518/001, p. 23). Daaruit volgt dat het voormelde artikel 24bis niet langer kan worden verweten de vorderingen ten aanzien van de borg gedurende een onevenredige termijn op te schorten. B.9. Het enige middel is niet gegrond. Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep. Aldus uitgesproken in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 29 november 2006. De griffier, P.-Y. Dutilleux. De voorzitter, | résultait du rapprochement de l'article 24bis et de l'article 80, alinéa 6, de la loi du 8 août 1997, en restaurant la concomitance entre la décision de décharger ou non la caution et la fin de la suspension des voies d'exécution contre cette caution (Doc. parl., Chambre, 2005-2006, DOC 51-2518/001, p. 23). Il s'ensuit qu'il ne peut plus être fait grief à l'article 24bis précité de suspendre les poursuites à l'égard de la caution pendant un délai disproportionné. B.9. Le moyen unique n'est pas fondé. Par ces motifs, la Cour rejette le recours. Ainsi prononcé en langue française, en langue néerlandaise et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 29 novembre 2006. Le greffier, P.-Y. Dutilleux. Le président, |
M. Melchior. | M. Melchior. |