Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 86/2006 van 24 mei 2006 Rolnummer 3757 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 143, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Nijvel. Het Ar samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Martens, R. Henneuse, M. (...)"
Uittreksel uit arrest nr. 86/2006 van 24 mei 2006 Rolnummer 3757 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 143, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Nijvel. Het Ar samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Martens, R. Henneuse, M. (...) Extrait de l'arrêt n° 86/2006 du 24 mai 2006 Numéro du rôle : 3757 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 143, 2°, du Code des impôts sur les revenus 1992, posée par le Tribunal de première instance de Nivelles. La Cou composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E(...)
ARBITRAGEHOF COUR D'ARBITRAGE
Uittreksel uit arrest nr. 86/2006 van 24 mei 2006 Extrait de l'arrêt n° 86/2006 du 24 mai 2006
Rolnummer 3757 Numéro du rôle : 3757
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 143, 2°, van het En cause : la question préjudicielle relative à l'article 143, 2°, du
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank Code des impôts sur les revenus 1992, posée par le Tribunal de
van eerste aanleg te Nijvel. première instance de Nivelles.
Het Arbitragehof, La Cour d'arbitrage,
samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P.
P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen,
Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke et J. Spreutels, assistée du
bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Melchior,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging I. Objet de la question préjudicielle et procédure
Bij vonnis van 11 juli 2005 in zake G. Forget en A. Paul tegen de Par jugement du 11 juillet 2005 en cause de G. Forget et A. Paul
Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la
is ingekomen op 25 juli 2005, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Cour d'arbitrage le 25 juillet 2005, le Tribunal de première instance
Nijvel de volgende prejudiciële vraag gesteld : de Nivelles a posé la question préjudicielle suivante :
« Schendt de bepaling van artikel 143, 2°, van het Wetboek van de « La disposition de l'article 143, 2°, du Code des impôts sur les
inkomstenbelastingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat revenus viole-t-elle les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce
zij, voor het vaststellen van het nettobedrag van de bestaansmiddelen qu'elle fait abstraction, pour la détermination du montant net des
van een persoon die kan worden aangemerkt als ten laste van een
belastingplichtige, uitsluitend het integrale bedrag van de
tegemoetkomingen die ten laste van de Schatkist worden toegekend aan ressources d'une personne susceptible d'être considérée comme à charge
gehandicapten, niet in aanmerking neemt, terwijl de toekenning van die d'un contribuable, de l'intégralité des seules allocations octroyées
tegemoetkomingen kan zijn geweigerd wegens de uitbetaling van aux handicapés à charge du Trésor alors que l'octroi de ces dernières
wettelijke uitkeringen, zoals die welke door een ziekenfonds a pu avoir été refusé en raison du paiement d'indemnités légales,
verschuldigd zijn, waarvan het bedrag niet wordt uitgesloten van het comme celles dues par un organisme mutuel, dont le montant n'est pas
bedrag van de nettobestaansmiddelen van de rechthebbende ervan voor de exclu de celui des ressources nettes de son bénéficiaire pour
toepassing van artikel 136 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen, of het bedrag van die tegemoetkomingen in l'application de l'article 136 du Code des impôts sur les revenus, ou
voorkomend geval werd verminderd met dat van die wettelijke que leur montant a, le cas échéant, été diminué de celui de ces
uitkeringen, dat hoe dan ook in aanmerking wordt genomen voor het indemnités légales dont le montant ne peut échapper à la prise en
vaststellen van de omvang van de bestaansmiddelen van de rechthebbende compte pour la détermination de l'importance des ressources de son
ervan ? ». bénéficiaire ? ».
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
B.1.1. De verwijzende rechter stelt het Hof een prejudiciële vraag B.1.1. Le juge a quo interroge la Cour sur la compatibilité, avec les
over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, articles 10 et 11 de la Constitution, de l'article 143, 2°, du Code
van artikel 143, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. des impôts sur les revenus 1992.
De in het geding zijnde bepaling heeft betrekking op de berekening van La disposition litigieuse a trait au calcul de la quotité de revenus
de belastingvrije som, die wordt verhoogd op basis van het aantal exemptée d'impôt. Cette quotité est majorée en fonction du nombre de
personen ten laste van de belastingplichtige (artikel 132 van het personnes qui sont à la charge du contribuable (article 132 du Code
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992). des impôts sur les revenus 1992).
Volgens artikel 136 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 Selon l'article 136 du Code des impôts sur les revenus 1992, les
worden de kinderen van de belastingplichtigen aangemerkt als te hunnen enfants des contribuables sont réputés à leur charge à condition
laste mits zij deel uitmaken van hun gezin op 1 januari van het qu'ils fassent partie de leur ménage au 1er janvier de l'exercice
aanslagjaar en op voorwaarde dat het nettobedrag van hun persoonlijke d'imposition et que le montant net de leurs ressources personnelles
bestaansmiddelen in het belastbare tijdperk niet hoger is dan een bepaald grensbedrag. n'ait pas dépassé, pendant la période imposable, un certain plafond.
B.1.2. De in het geding zijnde bepaling luidt : B.1.2. La disposition en cause énonce :
« Voor het vaststellen van het nettobedrag van de bestaansmiddelen « Pour déterminer le montant net des ressources, il est fait
komen niet in aanmerking : abstraction :
[...] [...]
2° tegemoetkomingen die ten laste van de Schatkist worden toegekend 2°) des allocations à charge du Trésor qui sont octroyées aux
aan gehandicapten. handicapés.
[...] ». [...] ».
B.1.3. Luidens de artikelen 1 en 2 van de wet van 27 februari 1987 B.1.3. Aux termes des articles 1er et 2 de la loi du 27 février 1987
betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap, kunnen relative aux allocations aux personnes handicapées, les personnes
personen met een handicap drie types van tegemoetkoming krijgen : de handicapées peuvent se voir accorder trois types d'allocation :
inkomensvervangende tegemoetkoming, die wordt toegekend aan diegene l'allocation de remplacement de revenus, accordée à celui, âgé en
die in principe 21 tot 65 jaar oud is, wiens lichamelijke of principe de 21 à 65 ans, dont l'état physique ou psychique a réduit la
psychische toestand zijn verdienvermogen heeft verminderd; de capacité de gain; l'allocation d'intégration, accordée au handicapé,
integratietegemoetkoming, die wordt toegekend aan de persoon die in
principe 21 tot 65 jaar oud is, bij wie een gebrek aan of een âgé en principe de 21 à 65 ans, dont le manque d'autonomie ou
vermindering van zelfredzaamheid is vastgesteld; de tegemoetkoming
voor hulp aan bejaarden, die in de regel wordt toegekend aan de l'autonomie réduite sont établis; l'allocation pour l'aide aux
gehandicapte die ten minste 65 jaar oud is en bij wie een gebrek aan personnes âgées, accordée, en règle, à la personne d'au moins 65 ans
of een vermindering van zelfredzaamheid is vastgesteld. dont le manque ou la réduction d'autonomie est établi.
Het bedrag van de inkomensvervangende tegemoetkoming verschilt naar Le montant de l'allocation de remplacement de revenus varie en
gelang van de gezinssituatie van de rechthebbende en was, in het fonction de la situation familiale du bénéficiaire et était, pour le
geschil voor de verwijzende rechter, ten minste gelijk aan het bedrag litige soumis au juge a quo, au moins égal au montant du minimum de
van het bestaansminimum dat in een soortgelijke situatie wordt moyens d'existence accordé dans des situations similaires (article 6,
toegekend (artikel 6, § 2). Het bedrag van de integratietegemoetkoming § 2). Le montant de l'allocation d'intégration était un montant
was een vast bedrag dat varieerde volgens de graad van zelfredzaamheid forfaitaire variant selon le degré d'autonomie du bénéficiaire
van de rechthebbende (artikel 6, § 3). (article 6, § 3).
B.2.1. Het Hof wordt ondervraagd over het verschil in behandeling B.2.1. La Cour est interrogée sur la différence de traitement qui
tussen, enerzijds, de belastingplichtige wiens gehandicapt kind existe entre, d'une part, le contribuable dont l'enfant handicapé
tegemoetkomingen geniet die worden toegekend met toepassing van de bénéficie d'allocations octroyées en application de la loi du 27
voormelde wet van 27 februari 1987 en, anderzijds, de février 1987 précitée et, d'autre part, le contribuable dont l'enfant
belastingplichtige wiens gehandicapt kind ziekte- en handicapé perçoit des indemnités de maladie-invalidité en raison d'une
invaliditeitsuitkeringen ontvangt wegens een vroegere activiteit als activité antérieure en tant qu'indépendant.
zelfstandige. Volgens de verwijzende rechter zouden de ziekte- en Selon le juge a quo, les indemnités de maladie-invalidité ne seraient
invaliditeitsuitkeringen niet door de in het geding zijnde bepaling pas visées par la disposition litigieuse. Celles-ci seraient donc
worden beoogd. Zij zouden dus integraal in aanmerking worden genomen prises intégralement en compte dans le calcul des ressources propres
bij de berekening van de eigen bestaansmiddelen van de persoon ten de la personne à charge alors que leur montant est susceptible de
laste, terwijl het bedrag ervan in mindering kan worden gebracht van s'imputer sur les allocations octroyées aux personnes handicapées en
de tegemoetkomingen die met toepassing van de voormelde wet van 27 application de la loi du 27 février 1987 précitée.
februari 1987 worden toegekend aan personen met een handicap. Krachtens de artikelen 7 en 13 van die wet, zoals zij van toepassing waren op het geschil voor de verwijzende rechter, werden die tegemoetkomingen immers geweigerd of verminderd wanneer de persoon met een handicap bestaansmiddelen had die hoger waren dan een bepaald grensbedrag of wanneer hij recht had op andere sociale uitkeringen. Zo werd de inkomensvervangende tegemoetkoming verminderd ten belope van het integrale bedrag van de ziekte- en invaliditeitsuitkeringen die aan de persoon met een handicap werden gestort. De integratietegemoetkoming werd verminderd, onder de door de Koning bepaalde voorwaarden, met het bedrag van die ziekte- en invaliditeitsuitkeringen. Daaruit volgt dat de belastingplichtige die een persoon met een handicap ten laste heeft, verschillend wordt behandeld naargelang die persoon al dan niet recht heeft op ziekte- en invaliditeitsuitkeringen. B.2.2. In hun memorie betwisten de eisende partijen voor de verwijzende rechter die interpretatie. Zij zijn van mening dat de ziekte- en invaliditeitsuitkeringen tegemoetkomingen vormen die ten laste van de Schatkist worden toegekend aan personen met een handicap, in de betekenis die het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 eraan geeft, en zij beschouwen in elk geval als dusdanig de uitkeringen die zijn gestort door de Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. Het Hof onderzoekt in de regel een norm in de interpretatie die de verwijzende rechter eraan geeft. B.2.3. Voor het Hof vermogen de partijen evenmin de inhoud van de prejudiciële vragen te wijzigen of te laten wijzigen. Er dient bijgevolg niet te worden ingegaan op het verzoek van de eisende partijen voor de verwijzende rechter om na te gaan of de in het geding zijnde bepaling een verschil in behandeling doet ontstaan tussen de belastingplichtigen naargelang hun kind ziekte- en invaliditeitsuitkeringen ontvangt dan wel een bezoldiging ingevolge zijn beroepsactiviteit in een beschutte werkplaats. B.3.1. De in het geding zijnde bepaling gaat terug op artikel 83, 2°, En vertu des articles 7 et 13 de cette loi, tels qu'ils étaient applicables au litige a quo, ces allocations étaient en effet refusées ou réduites lorsque la personne handicapée bénéficiait de ressources supérieures à un certain plafond ou lorsqu'elle avait droit à d'autres prestations sociales. L'allocation de remplacement de revenus était ainsi réduite à concurrence de l'intégralité des indemnités d'assurance maladie-invalidité versées à la personne handicapée. Quant à l'allocation d'intégration, elle était diminuée, dans les conditions fixées par le Roi, du montant de ces indemnités de maladie-invalidité. Il s'ensuit que le contribuable assumant la charge d'une personne handicapée est traité différemment selon que cette personne a ou non droit à des indemnités de maladie-invalidité. B.2.2. Dans leur mémoire, les demandeurs devant le juge a quo contestent cette interprétation. Ils estiment que les indemnités de maladie-invalidité constituent des allocations octroyées à charge du Trésor aux personnes handicapées, au sens qu'en donne le Code des impôts sur les revenus 1992, et considèrent, en tout cas, comme telles les indemnités versées par la Caisse auxiliaire d'assurance maladie-invalidité. La Cour examine en règle une norme dans l'interprétation qu'en donne le juge a quo. B.2.3. Devant la Cour, les parties ne peuvent pas davantage modifier ou faire modifier le contenu des questions préjudicielles. Il n'y a dès lors pas lieu d'accéder à la demande des parties demanderesses devant le juge a quo d'examiner si la disposition en cause ne fait pas naître une différence de traitement entre les contribuables selon que leur enfant perçoit des indemnités de maladie-invalidité ou une rémunération en raison de son activité professionnelle au sein d'un atelier protégé. B.3.1. La disposition en cause trouve son origine dans l'article 83,
van het op 26 februari 1964 gecoördineerde Wetboek van de 2°, du Code des impôts sur les revenus, coordonné le 26 février 1964,
inkomstenbelastingen, zoals het werd gewijzigd bij de wet van 5 tel qu'il a été modifié par la loi du 5 janvier 1976 « relative aux
januari 1976 « betreffende de budgettaire voorstellen 1975-1976 », en propositions budgétaires 1975-1976 » et remplacé par la loi du 22
zoals het werd vervangen bij de wet van 22 december 1989 houdende décembre 1989 portant des dispositions fiscales.
fiscale bepalingen.
B.3.2. Zoals het van kracht was vóór die wijzigingen, werd het Wetboek B.3.2. Tel qu'il était en vigueur avant ces modifications, le Code des
van de inkomstenbelastingen beschouwd als : impôts sur les revenus était considéré comme :
« niet aangepast aan de socio-economische werkelijkheid, wat de « inadapté [...] aux réalités socio-économiques en ce qui concerne la
begrenzing betreft van de persoonlijke bestaansmiddelen waarboven een limite de ressources personnelles au-delà de laquelle un handicapé ne
minder-valide fiscaal niet meer als ten laste kan worden beschouwd van peut plus être fiscalement compté comme étant à la charge du
de belastingplichtige van wiens gezin hij deel uitmaakt, daar, door de contribuable du ménage duquel il fait partie, l'augmentation et la
verhoging en de binding van de sociale toelagen betaald aan de liaison à l'évolution du bien-être général des allocations sociales
minder-validen aan de evolutie van het algemeen welzijn, de meeste payées aux handicapés ayant eu pour effet d'exclure la plupart des
minder-validen - en vooral die met de grootste invaliditeit - uit de handicapés - et surtout ceux dont le handicap est le plus profond - du
toepassing van de in hun voordeel genomen fiscale bepaling worden champ d'application de la disposition fiscale prise en leur faveur (le
gesloten (het bedrag van de toelagen aan de minder-validen overtreft
in de meeste gevallen ruim 50 000 F) » (Parl. St., Kamer, 1975-1976, montant des allocations aux handicapés excède largement 50 000 F dans
la majorité des cas) » (Doc. parl., Chambre, 1975-1976, n° 680/1, p.
nr. 680-1, p. 11). 11).
B.3.3. De tegemoetkomingen die aan personen met een handicap worden B.3.3. Les allocations accordées aux personnes handicapées constituent
toegekend, vormen een bijzondere regeling van maatschappelijke un régime spécial d'aide sociale, qui doit garantir en priorité la
dienstverlening, die prioritair de bestaanszekerheid van de minst sécurité d'existence des moins favorisés (Doc. parl., Chambre,
gegoeden moet waarborgen (Parl. St., Kamer, 1985-1986, nr. 448-1, p. 2). De wetgever wilde dus vermijden dat personen met een handicap zouden worden uitgesloten van de categorie « personen ten laste », enkel omdat zij een minimuminkomen, aangepast aan hun behoeften, zouden ontvangen. B.4.1. De Ministerraad is van mening dat de in het geding zijnde bepaling verantwoord is wegens de verschillende aard van de tegemoetkomingen die aan personen met een handicap worden toegekend, en van de ziekte- en invaliditeitsuitkeringen. De eerstvermelde zouden ertoe strekken de personen met een handicap de nodige middelen te geven voor hun integratie, terwijl de ziekte- en invaliditeitsuitkeringen zouden worden toegekend om een verlies aan verdienvermogen van de sociaal verzekerde te vergoeden, ongeacht of hij een handicap heeft of niet. Rekening houdend met het doel van de wetgever, zoals het in B.3.3 is uiteengezet, is het criterium dat is afgeleid uit de aard van de bestaansmiddelen van de persoon met een handicap niet pertinent om het nettobedrag van de bestaansmiddelen te bepalen dat in de in het geding zijnde bepaling is beoogd. Het heeft immers weinig belang dat de bestaansmiddelen die nodig 1985-1986, n° 448-1, p. 2). Le législateur entendait donc éviter que les personnes handicapées soient exclues de la catégorie des personnes à charge par cela seul qu'elles percevraient un revenu minimal, adapté à leurs besoins. B.4.1. Le Conseil des Ministres estime que la disposition litigieuse se justifie en raison de la différence de nature existant entre les allocations octroyées aux handicapés et les indemnités d'assurance maladie-invalidité. Les premières viseraient à offrir aux personnes handicapées les moyens nécessaires à leur intégration alors que les indemnités d'assurance maladie-invalidité seraient octroyées afin d'indemniser une perte de capacité de gain de l'assuré social, qu'il soit ou non handicapé. Compte tenu de l'objectif poursuivi par le législateur, tel qu'il est exposé en B.3.3, le critère tiré de la nature des ressources de la personne handicapée n'est pas pertinent pour déterminer le montant net des ressources visé par la disposition en cause. Il importe peu, en effet, que les ressources considérées comme
worden geacht voor de integratie van de persoon met een handicap, bestaan uit tegemoetkomingen die krachtens de wet van 27 februari 1987 zijn toegekend, of uit enig ander vervangingsinkomen. B.4.2. De omstandigheid dat de sociale bijdragen fiscaal aftrekbaar zijn, verantwoordt evenmin het bekritiseerde verschil in behandeling. De tegemoetkomingen aan personen met een handicap worden immers toegekend los van enige voorafgaande bijdrage. B.5.1. De wetgever heeft die tegemoetkomingen alleen willen toekennen aan de personen met een handicap wier inkomen niet hoger is dan een bepaald grensbedrag. Het is dus niet onredelijk dat de aftrek waarin de in het geding zijnde bepaling voorziet, niet wordt toegestaan aan de persoon met een handicap wiens ziekte- en invaliditeitsuitkering hoger is dan het bedrag van de tegemoetkomingen waarop hij aanspraak had kunnen maken indien hij die uitkering niet had ontvangen. B.5.2. Daaruit volgt dat de in het geding zijnde bepaling alleen discriminerend is in zoverre zij niet de ziekte- en invaliditeitsuitkeringen aan gehandicapten beoogt die in mindering komen van de krachtens de wet van 27 februari 1987 toegekende tegemoetkomingen, zonder dat het in aanmerking te nemen bedrag hoger mag zijn dan het bedrag van de tegemoetkomingen toegekend krachtens die wet. B.6. In die mate dient de prejudiciële vraag bevestigend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof nécessaires à l'intégration de la personne handicapée soient constituées au moyen d'allocations octroyées en vertu de la loi du 27 février 1987 ou de tout autre revenu qui s'y substitue. B.4.2. La circonstance que les cotisations sociales soient fiscalement déductibles ne justifie pas davantage la différence de traitement critiquée. Les allocations relatives aux personnes handicapées sont, en effet, octroyées indépendamment d'une quelconque cotisation préalable. B.5.1. Le législateur a toutefois entendu n'accorder ces allocations qu'aux handicapés dont le revenu n'excède pas un certain plafond. Il n'est donc pas déraisonnable que l'abattement, prévu par la disposition litigieuse, ne soit pas concédé à la personne handicapée dont l'indemnité d'assurance maladie-invalidité est supérieure au montant des allocations dont elle aurait pu disposer si elle n'avait pas perçu cette indemnité. B.5.2. Il s'ensuit que la disposition litigieuse n'est discriminatoire qu'en ce qu'elle ne vise pas les indemnités de maladie-invalidité octroyées aux handicapés qui viennent en déduction des allocations octroyées en vertu de la loi du 27 février 1987, sans que le montant à prendre en considération puisse être supérieur au montant des allocations octroyées en vertu de cette loi. B.6. Dans cette mesure, la question appelle une réponse affirmative. Par ces motifs, la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
Artikel 143, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 L'article 143, 2°, du Code des impôts sur les revenus 1992 viole les
schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het niet de articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il ne vise pas les
ziekte- en invaliditeitsuitkeringen aan gehandicapten beoogt die in indemnités d'assurance maladie-invalidité octroyées aux handicapés qui
mindering komen van de krachtens de wet van 27 februari 1987 viennent en déduction des allocations octroyées en vertu de la loi du
toegekende tegemoetkomingen, zonder dat het in aanmerking te nemen 27 février 1987, sans que le montant à prendre en considération puisse
bedrag hoger mag zijn dan het bedrag van de tegemoetkomingen toegekend être supérieur au montant des allocations octroyées en vertu de cette
krachtens die wet. loi.
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise,
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 24 mei 2006. la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 24 mai 2006.
De griffier, Le greffier,
P.-Y. Dutilleux. P.-Y. Dutilleux.
De voorzitter, Le président,
M. Melchior. M. Melchior.
^