Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 52/2006 van 19 april 2006 Rolnummer 3644 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 418, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing vóór de wijziging ervan bij de wet Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Mart(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 52/2006 van 19 april 2006 Rolnummer 3644 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 418, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing vóór de wijziging ervan bij de wet Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Mart(...) Extrait de l'arrêt n° 52/2006 du 19 avril 2006 Numéro du rôle : 3644 En cause : le recours en annulation de l'article 418, alinéa 1 er , du Code des impôts sur les revenus 1992, tel qu'il était applicable avant sa modification par La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. Martens, R.(...)
ARBITRAGEHOF COUR D'ARBITRAGE
Uittreksel uit arrest nr. 52/2006 van 19 april 2006 Extrait de l'arrêt n° 52/2006 du 19 avril 2006
Rolnummer 3644 Numéro du rôle : 3644
In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 418, eerste lid, van En cause : le recours en annulation de l'article 418, alinéa 1er, du
het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing Code des impôts sur les revenus 1992, tel qu'il était applicable avant
vóór de wijziging ervan bij de wet van 15 maart 1999, ingesteld door sa modification par la loi du 15 mars 1999, introduit par la SA
de NV Compagnie des ciments belges. Compagnie des ciments belges.
Het Arbitragehof, La Cour d'arbitrage,
samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P.
P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen,
Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke et J. Spreutels, assistée du
bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Melchior,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging I. Objet du recours et procédure
Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 7 maart 2005 Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 7
ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 8 maart
2005, heeft de NV Compagnie des ciments belges, met maatschappelijke mars 2005 et parvenue au greffe le 8 mars 2005, la SA Compagnie des
zetel te 7530 Gaurain-Ramecroix, Grand-Route 260, ingevolge het arrest ciments belges, dont le siège social est établi à 7530
van het Hof nr. 85/2004 van 12 mei 2004 (bekendgemaakt in het Belgisch Gaurain-Ramecroix, Grand-Route 260, a, à la suite de l'arrêt de la
Staatsblad van 24 september 2004, tweede editie), beroep tot Cour n° 85/2004 du 12 mai 2004 (publié au Moniteur belge du 24
vernietiging ingesteld van artikel 418, eerste lid, van het Wetboek septembre 2004, deuxième édition), introduit un recours en annulation
van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing vóór de de l'article 418, alinéa 1er, du Code des impôts sur les revenus 1992,
wijziging ervan bij de wet van 15 maart 1999. tel qu'il était applicable avant sa modification par la loi du 15 mars 1999.
(...) (...)
II. In rechte II. En droit
(...) (...)
Ten aanzien van de ontvankelijkheid ratione temporis van het beroep Quant à la recevabilité ratione temporis du recours
B.1.1. Bij het arrest nr. 85/2004 van 12 mei 2004, bekendgemaakt in B.1.1. Par l'arrêt n° 85/2004 du 12 mai 2004, publié au Moniteur belge
het Belgisch Staatsblad van 24 september 2004, heeft het Hof voor du 24 septembre 2004, la Cour a dit pour droit :
recht gezegd : « Artikel 418 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (het « L'article 418 du Code des impôts sur les revenus 1992 (anciennement
vroegere artikel 308 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen l'article 308 du Code des impôts sur les revenus 1964), avant sa
1964), vóór de wijziging ervan bij artikel 43 van de wet van 15 maart modification par l'article 43 de la loi du 15 mars 1999 relative au
1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen, in die zin contentieux en matière fiscale, interprété comme ne permettant pas
geïnterpreteerd dat het niet toestaat dat moratoriumintresten worden
toegekend bij de terugbetaling van belastingverhogingen, schendt de d'allouer des intérêts moratoires en cas de remboursement
artikelen 10 en 11 van de Grondwet ». d'accroissements d'impôts, viole les articles 10 et 11 de la
B.1.2. Artikel 4, tweede lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Constitution ». B.1.2. En vertu de l'article 4, alinéa 2, de la loi spéciale du 6
op het Arbitragehof bepaalt : janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage,
« Voor de Ministerraad, voor de Regering van een Gemeenschap of van « un nouveau délai de six mois est ouvert pour l'introduction d'un
een Gewest, voor de voorzitters van de wetgevende vergaderingen op
verzoek van twee derde van hun leden of voor iedere natuurlijke
persoon of rechtspersoon die doet blijken van een belang staat een recours en annulation d'une loi, d'un décret ou d'une règle visée à
nieuwe termijn van zes maanden open voor het instellen van een beroep
tot vernietiging tegen een wet, een decreet of een in artikel 134 van l'article 134 de la Constitution par le Conseil des Ministres, par le
de Grondwet bedoelde regel, wanneer het Hof, uitspraak doende op een Gouvernement de Communauté ou de Région, par les présidents des
assemblées législatives à la demande de deux tiers de leurs membres ou
par toute personne physique ou morale justifiant d'un intérêt, lorsque
prejudiciële vraag, verklaard heeft dat die wet, dat decreet of die la Cour, statuant sur une question préjudicielle, a déclaré que cette
artikel 134 van de Grondwet bedoelde regel een van de in artikel 1 loi, ce décret ou cette règle visée à l'article 134 de la Constitution
bedoelde regels of artikelen van de Grondwet schendt. De termijn gaat viole une des règles ou un des articles de la Constitution visés à
respectievelijk in op de datum van de kennisgeving van het door het l'article 1er. Le délai prend cours, respectivement, à la date de la
Hof gewezen arrest aan, al naar het geval, de Eerste Minister en de notification de l'arrêt rendu par la Cour, selon le cas, au Premier
voorzitters van de Regeringen en aan de voorzitters van de wetgevende ministre et aux présidents des Gouvernements et aux présidents des
vergaderingen, of op de datum van de bekendmaking van het arrest in assemblées législatives, ou à la date de la publication de l'arrêt au
het Belgisch Staatsblad ». Moniteur belge ».
B.1.3. Het beroep, dat op 7 maart 2005 is ingediend, is ontvankelijk B.1.3. Le recours, introduit le 7 mars 2005, est recevable ratione
ratione temporis. temporis.
Ten aanzien van de bestreden bepaling Quant à la disposition attaquée
B.2. Artikel 418, eerste lid, van het Wetboek van de B.2. L'article 418, alinéa 1er, du Code des impôts sur les revenus
inkomstenbelastingen 1992 (W.I.B. 1992) (vroeger artikel 308, eerste 1992 (C.I.R. 1992) (anciennement article 308, alinéa 1er, du C.I.R.
lid, van het W.I.B. 1964), bepaalde vóór de wijziging ervan bij
artikel 43 van de wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van 1964), avant sa modification par l'article 43 de la loi du 15 mars
fiscale geschillen : 1999 relative au contentieux en matière fiscale, disposait :
« Bij terugbetaling van belastingen worden moratoriuminteresten « En cas de restitution d'impôts, des intérêts moratoires sont alloués
toegekend tegen een rentevoet van 0,8 pct. per kalendermaand ». au taux de 0,8 p.c. par mois civil ».
Ten aanzien van het belang van de verzoekende partij Quant à l'intérêt de la partie requérante
B.3.1. De Grondwet en de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het B.3.1. La Constitution et la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la
Arbitragehof vereisen dat elke natuurlijke persoon of rechtspersoon Cour d'arbitrage imposent à toute personne physique ou morale qui
die een beroep tot vernietiging instelt, doet blijken van een belang. introduit un recours en annulation de justifier d'un intérêt. Ne
Van het vereiste belang doen slechts blijken de personen wier situatie justifient de l'intérêt requis que les personnes dont la situation
door de bestreden norm rechtstreeks en ongunstig zou kunnen worden pourrait être affectée directement et défavorablement par la norme
geraakt. entreprise.
B.3.2. De Ministerraad betwist het belang van de verzoekende partij, B.3.2. Le Conseil des Ministres conteste l'intérêt de la partie
omdat de vernietiging van de in het geding zijnde bepaling tot gevolg requérante parce que l'annulation de la disposition en cause aurait
zou hebben dat elke wettelijke grondslag voor de toekenning van pour effet de supprimer toute base légale à l'allocation d'intérêts
moratoriuminteresten zou verdwijnen, waardoor de situatie van de moratoires, ce qui aurait pour effet d'aggraver la situation de la
verzoekende partij slechter zou worden. partie requérante.
B.3.3. Op grond van de in het geding zijnde bepaling heeft de
belastingadministratie geweigerd om de NV Compagnie des ciments belges B.3.3. La SA Compagnie des ciments belges s'est vu refuser, par
l'administration fiscale, l'octroi d'intérêts moratoires sur le
moratoriuminteresten op de terugbetaling van belastingverhogingen toe remboursement d'accroissements d'impôts, sur la base de la disposition
te kennen. De situatie van de laatstgenoemde wordt dus rechtstreeks en en cause. Sa situation est donc affectée directement et
ongunstig geraakt door de norm waarvan zij de vernietiging vordert. défavorablement par la norme dont elle demande l'annulation. La
Het gegeven dat de vernietiging van artikel 418, eerste lid, van het circonstance que l'annulation de l'article 418, alinéa 1er, du C.I.R.
W.I.B. 1992, zoals het op de in het geding zijnde terugbetalingen van 1992, tel qu'il s'appliquait aux remboursements litigieux, aurait pour
toepassing was, tot gevolg zou hebben dat de wettelijke grondslag voor conséquence de priver toute allocation d'intérêts moratoires de base
elke toekenning van moratoriuminteresten verdwijnt, is niet van dien
aard dat het de verzoekende partij haar belang om in rechte te treden légale, n'est pas de nature à priver la requérante de son intérêt à
wegneemt, vermits de vernietiging haar de mogelijkheid zou kunnen agir, puisque l'annulation pourrait lui offrir une nouvelle chance de
bieden een gunstigere regeling van haar situatie te verkrijgen. voir régler plus favorablement sa situation.
B.3.4. De verzoekende partij heeft het Hof, op de terechtzitting van B.3.4. La partie requérante a fait savoir à la Cour, à l'audience du
11 januari 2006, laten weten dat zij van de Rechtbank van eerste 11 janvier 2006, qu'elle avait obtenu du Tribunal de première instance
aanleg te Bergen op 30 juni 2005 een vonnis heeft verkregen dat de de Mons, le 30 juin 2005, un jugement qui condamne l'Etat belge à lui
Belgische Staat ertoe veroordeelt haar de moratoriuminteresten op de payer les intérêts moratoires sur le remboursement des accroissements
terugbetaling van de belastingverhogingen voor de aanslagjaren 1995 d'impôts pour les exercices d'imposition 1995 à 1997.
tot 1997 te betalen.
Daar tegen dat vonnis hoger beroep is ingesteld en de procedure thans Ce jugement étant frappé d'appel et la procédure étant actuellement
hangende is voor het Hof van Beroep te Bergen, behoudt de verzoekende pendante devant la Cour d'appel de Mons, la partie requérante conserve
partij een voldoende belang bij haar beroep. un intérêt suffisant à son recours.
B.3.5. De exceptie wordt verworpen. B.3.5. L'exception est rejetée.
Ten aanzien van de toepassingsvoorwaarden van artikel 4, tweede lid, Quant aux conditions d'application de l'article 4, alinéa 2, de la loi
van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage
B.4.1. De Ministerraad is in hoofdzaak van mening dat artikel 4, B.4.1. Le Conseil des Ministres considère en substance que l'article
tweede lid, van de bijzondere wet op het Arbitragehof te dezen niet 4, alinéa 2, de la loi spéciale sur la Cour d'arbitrage ne saurait
zou kunnen worden toegepast, omdat het in het prejudiciële contentieux être appliqué en l'espèce, parce que l'arrêt rendu au contentieux
gewezen arrest zou vaststellen dat de artikelen 10 en 11 van de préjudiciel constaterait la violation des articles 10 et 11 de la
Grondwet zijn geschonden door een interpretatie van een wettelijke Constitution non pas par une disposition législative, mais bien par
bepaling, en niet door de wettelijke bepaling zelf. une interprétation de celle-ci.
B.4.2. Het is inherent aan het prejudiciële contentieux, dat een B.4.2. Il est inhérent au contentieux préjudiciel, qui suppose une
antwoord van het Hof op een door een rechter gestelde vraag
veronderstelt, dat de vorm van het dictum van het arrest van antwoord réponse de la Cour à une question posée par un juge, que la forme que
afhankelijk is van de vorm van de gestelde vraag. Wanneer een rechter prend le dispositif de l'arrêt de réponse soit conditionnée par la
het Hof ondervraagt over de grondwettigheid van een bepaling in een forme de la question posée. Ainsi, lorsqu'un juge interroge la Cour
bepaalde interpretatie, antwoordt het Hof, in de regel, op de vraag sur la constitutionnalité d'une disposition dans une interprétation
door de bepaling in die interpretatie te onderzoeken. In voorkomend déterminée, la Cour répond, en règle, à la question en examinant la
geval, na te hebben vastgesteld dat de aldus geïnterpreteerde bepaling disposition dans cette interprétation. Le cas échéant, après avoir
in strijd is met de Grondwet, kan het Hof erop wijzen dat een andere constaté que la disposition ainsi interprétée est contraire à la
interpretatie van dezelfde bepaling de door hem vastgestelde Constitution, la Cour peut indiquer qu'une autre interprétation de la
ongrondwettigheid zou doen verdwijnen. même disposition ferait disparaître l'inconstitutionnalité qu'elle a
B.4.3. Artikel 4, tweede lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 constatée. B.4.3. L'article 4, alinéa 2, de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
op het Arbitragehof vereist, voor het openstellen van de nieuwe termijn voor het indienen van een beroep tot vernietiging, niet dat het Hof heeft verklaard dat de betrokken bepaling ongrondwettig is ongeacht de wijze waarop die wordt geïnterpreteerd. Aangezien het Hof, op prejudiciële vraag, heeft verklaard dat de bepaling in strijd is met de normen waarvan het de naleving toetst, zij het in een interpretatie die de verwijzende rechter aan het Hof heeft voorgelegd, is voldaan aan de vereisten van het voormelde artikel 4, tweede lid. B.4.4. De exceptie wordt verworpen. Ten gronde la Cour d'arbitrage n'impose pas, pour l'ouverture du nouveau délai de recours en annulation, que la Cour ait déclaré que la disposition concernée est inconstitutionnelle quelle que soit la manière dont elle est interprétée. Dès lors que la Cour a déclaré, sur question préjudicielle, que la disposition viole les normes dont elle contrôle le respect, fût-ce dans une interprétation qui lui a été présentée par le juge a quo, il est satisfait aux exigences de l'article 4, alinéa 2, précité. B.4.4. L'exception est rejetée. Quant au fond
B.5.1. De verzoekende partij leidt een enig middel af uit het B.5.1. La partie requérante prend un moyen unique, tiré de l'arrêt de
voormelde arrest nr. 85/2004 van het Hof. la Cour n° 85/2004 précité.
B.5.2. De B.2.1, B.3, B.4.1 en B.4.2 van dat arrest luiden : B.5.2. Les B.2.1, B.3, B.4.1 et B.4.2 de cet arrêt sont rédigés comme
« B.2.1. Het toekennen van moratoriumintresten in geval van suit : « B.2.1. L'allocation d'intérêts moratoires en cas de restitution
terugbetaling van belastingen (artikel 418, eerste lid, van het W.I.B. d'impôts (article 418, alinéa 1er, du C.I.R. 1992, anciennement
1992, het vroegere artikel 308, eerste lid, van het W.I.B. 1964) werd article 308, alinéa 1er, du C.I.R. 1964) a été motivée par un souci
gemotiveerd door een bekommernis van billijkheid : d'équité :
' De inning van de nalatigheidsinteresten steunt op de overweging dat ' La perception des intérêts de retard repose sur la considération
het billijk is een civielrechtelijke schadevergoeding te eisen in de qu'il est équitable d'exiger une réparation civile, consistant en la
vorm van de recuperatie van een baat die de belastingplichtige behaalt récupération d'un profit que le redevable retire de la détention de
uit de inhouding van fondsen die in rechte aan de Staat toekomen. fonds revenant de droit à l'Etat. [...] Par identité de motifs, il
[...] Om dezelfde redenen is het dan ook billijk moratoire interesten n'est que juste d'accorder des intérêts moratoires aux contribuables,
aan de belastingplichtigen toe te kennen telkens de Staat een gekweten chaque fois que l'Etat restitue un impôt payé, même dans le cas où la
belasting terugbetaalt, zelfs indien de terugbetaling het gevolg is restitution est la conséquence d'une erreur imputable au contribuable.
van een aan de belastingplichtige toe te schrijven vergissing. '
(Parl. St., Kamer, 1952-1953, nr. 277, p. 10) ' (Doc. parl., Chambre, 1952-1953, n° 277, p. 10)
[...] [...]
B.3. Er moet worden nagegaan of, gelet op het doel van de B.3. Il convient de vérifier si, en considération de la finalité des
moratoriumintresten, enerzijds, en de respectieve eigenschappen van de intérêts moratoires, d'une part, et des caractéristiques respectives
belasting en de belastingverhoging, anderzijds, het verantwoord is de l'impôt et de l'accroissement d'impôt, d'autre part, il est
enkel moratoriumintresten toe te kennen in geval van terugbetaling van justifié de n'allouer des intérêts moratoires qu'en cas de restitution
belastingen. d'impôt.
B.4.1. De belasting is een heffing die gezagshalve door de Staat wordt B.4.1. L'impôt constitue un prélèvement pratiqué par voie d'autorité
opgelegd. Zij wordt op zijn begroting ingeschreven en is niet de par l'Etat. Il est inscrit à son budget et ne constitue pas la
tegenprestatie voor een dienst die door de overheid wordt geleverd ten contrepartie d'un service accompli par l'autorité au bénéfice du
voordele van de afzonderlijk beschouwde heffingsplichtige. redevable considéré isolément.
Wat de belastingverhoging betreft, blijkt zowel uit de tekst van Quant à l'accroissement d'impôt, il ressort tant du texte de l'article
artikel 444 van het W.I.B. 1992 zelf als uit de parlementaire 444 du C.I.R. 1992 lui-même que des travaux préparatoires des
voorbereiding van de wetsbepalingen die aan de oorsprong ervan liggen, dispositions législatives qui en sont à l'origine, que le législateur
dat heeft de wetgever een administratieve sanctie willen instellen om a entendu établir une sanction administrative en vue de prévenir et
de strafrechtelijke fraude te voorkomen en te bestraffen die zou réprimer la fraude pénale qui découlerait de l'absence de déclaration
voortvloeien uit de niet-aangifte of uit het onvolledige of onjuiste karakter van de aangifte. Zij wordt geïnd volgens dezelfde regels als de belasting. B.4.2. Rekening houdend met de doelstelling van de moratoriumintresten die in B.2.1 in herinnering is gebracht, blijkt het niet verantwoord moratoriumintresten toe te kennen in het geval van terugbetaling van een belasting en niet in het geval van een belastingverhoging. In beide gevallen gaat het immers om het terugbetalen van een door de Staat onterecht ontvangen som, die door de belastingadministratie is geïnd en die aan de belastingplichtigen intresten ontzegt op de sommen die hun onterecht zijn ontnomen. De eigen kenmerken van de belasting en van de belastingverhoging zijn niet relevant om te verantwoorden dat de terugbetaling ervan het voorwerp zou zijn van een verschillende behandeling wat de moratoriumintresten betreft ». B.5.3. De ongrondwettigheid die het Hof in zijn prejudicieel arrest heeft vastgesteld, heeft betrekking op de in het geding zijnde bepaling in de interpretatie die de verwijzende rechter voorstelt. In fiscale ou de son caractère incomplet ou inexact. Il est recouvré selon les mêmes règles que l'impôt. B.4.2. Compte tenu de la finalité des intérêts moratoires qui a été rappelée en B.2.1, il n'apparaît pas justifié d'accorder des intérêts moratoires dans le cas du remboursement d'un impôt et non dans celui d'un accroissement d'impôt. Il s'agit, en effet, dans les deux cas, de restituer une somme indûment perçue par l'Etat, qui a été détenue par l'administration fiscale, privant les contribuables d'intérêts sur les sommes dont ils ont été indûment privés. Les caractéristiques propres à l'impôt et à l'accroissement d'impôt sont sans pertinence pour justifier que leur remboursement fasse l'objet d'un traitement différent en ce qui concerne les intérêts moratoires ». B.5.3. L'inconstitutionnalité constatée par la Cour dans son arrêt préjudiciel concerne la disposition en cause dans l'interprétation proposée par la juridiction a quo. En répondant à la question qui lui
antwoord op de voorgelegde vraag heeft het Hof geoordeeld dat de door était posée, la Cour a considéré que l'interprétation de la
de rechter voorgestelde interpretatie van de in het geding zijnde disposition en cause qui lui était présentée par le juge rendait
bepaling die laatste onbestaanbaar maakte met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. celle-ci incompatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution.
Die vaststelling liet evenwel de mogelijkheid bestaan dat een andere Cette constatation laissait toutefois intacte la possibilité d'une
interpretatie van de norm die laatste bestaanbaar zou maken met de autre interprétation de la norme qui la rende compatible avec les
artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Uit de bewoordingen van het dictum articles 10 et 11 de la Constitution. Il se déduit en effet des termes
van het arrest nr. 85/2004 kan immers worden afgeleid dat artikel 418 du dispositif de l'arrêt n° 85/2004 que l'article 418 du C.I.R. 1992,
van het W.I.B. 1992, vóór de wijziging ervan bij artikel 43 van de wet
van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen, avant sa modification par l'article 43 de la loi du 15 mars 1999
in die zin geïnterpreteerd dat het toestaat dat moratoriuminteresten relative au contentieux en matière fiscale, interprété comme
worden toegekend bij de terugbetaling van belastingverhogingen, de permettant d'allouer des intérêts moratoires en cas de remboursement
artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet schond. Die bepaling kon dus d'accroissements d'impôts, ne violait pas les articles 10 et 11 de la
later worden toegepast, op voorwaarde dat zij werd geïnterpreteerd op Constitution. Cette disposition a donc pu être appliquée,
een wijze die haar in overeenstemming maakte met de Grondwet. ultérieurement, pour autant qu'elle fût interprétée de la manière qui
la rendait conforme à la Constitution.
B.5.4. Sinds de wijziging ervan bij de wet van 15 maart 1999 bepaalt B.5.4. Par ailleurs, depuis sa modification par la loi du 15 mars
artikel 418, eerste lid, van het W.I.B. 1992 overigens : 1999, l'article 418, alinéa 1er, du C.I.R. 1992 dispose :
« Bij terugbetaling van belastingen, voorheffingen, voorafbetalingen, « En cas de remboursement d'impôts, de précomptes, de versements
nalatigheidsinterest, belastingverhogingen of administratieve boeten, anticipés, d'intérêts de retard, d'accroissements d'impôts ou
wordt moratoriuminterest toegekend tegen de wettelijke rentevoet, d'amendes administratives, un intérêt moratoire est alloué au taux de
berekend per kalendermaand ». l'intérêt légal, calculé par mois civil ».
Artikel 418 van het W.I.B. 1992 is derhalve, sinds de inwerkingtreding L'article 418 du C.I.R. 1992, depuis l'entrée en vigueur de cette
van die wijziging, bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de modification, est donc compatible avec les articles 10 et 11 de la
Grondwet. Constitution.
B.5.5. Gelet op die elementen dient het beroep te worden verworpen, nu B.5.5. En considération de ces éléments, il convient de rejeter le
het artikel 418 van het W.I.B. 1992 (vroeger artikel 308 van het recours, l'article 418 du C.I.R. 1992 (anciennement l'article 308 du
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964), vóór de wijziging ervan bij Code des impôts sur les revenus 1964), avant sa modification par
artikel 43 van de wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van l'article 43 de la loi du 15 mars 1999 relative au contentieux en
fiscale geschillen, in die zin moet worden geïnterpreteerd dat het matière fiscale, devant être interprété comme permettant l'allocation
toestaat dat moratoriuminteresten worden toegekend bij de d'intérêts moratoires en cas de remboursement d'accroissements
terugbetaling van belastingverhogingen. d'impôts.
Die interpretatie is een door het Hof beslecht rechtspunt, waaraan de Cette interprétation est une question de droit tranchée par la Cour,
rechtscolleges op grond van artikel 9, § 2, van de bijzondere wet van qui s'impose aux juridictions en vertu de l'article 9, § 2, de la loi
6 januari 1989 zijn gebonden. De rechtscolleges zijn derhalve ertoe spéciale du 6 janvier 1989. Par conséquent, les juridictions sont
gehouden die bepaling toe te passen in de interpretatie die met de tenues d'appliquer cette disposition dans l'interprétation jugée
artikelen 10 en 11 van de Grondwet bestaanbaar is bevonden. Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep. Aldus uitgesproken in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 19 april 2006. De griffier, P.-Y. Dutilleux. De voorzitter, compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution. Par ces motifs, la Cour rejette le recours. Ainsi prononcé en langue française, en langue néerlandaise et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 19 avril 2006. Le greffier, P.-Y. Dutilleux. Le président,
M. Melchior. M. Melchior.
^