← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 39/2006 van 8 maart 2006 Rolnummer 3683 In zake : het
beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van de artikelen 102 en 114, 1°, van het decreet van
de Vlaamse Gemeenschap van 30 april 2004 betreffende de fle Het Arbitragehof, samengesteld uit
de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters L. Lavr(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 39/2006 van 8 maart 2006 Rolnummer 3683 In zake : het beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van de artikelen 102 en 114, 1°, van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 30 april 2004 betreffende de fle Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters L. Lavr(...) | Extrait de l'arrêt n° 39/2006 du 8 mars 2006 Numéro du rôle : 3683 En cause : le recours en annulation totale ou partielle des articles 102 et 114, 1°, du décret de la Communauté flamande du 30 avril 2004 relatif à la flexibilisation de l'e La Cour d'arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges L. Lavrysen, A(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Uittreksel uit arrest nr. 39/2006 van 8 maart 2006 | Extrait de l'arrêt n° 39/2006 du 8 mars 2006 |
Rolnummer 3683 | Numéro du rôle : 3683 |
In zake : het beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van de | En cause : le recours en annulation totale ou partielle des articles |
artikelen 102 en 114, 1°, van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap | 102 et 114, 1°, du décret de la Communauté flamande du 30 avril 2004 |
van 30 april 2004 betreffende de flexibilisering van het hoger | relatif à la flexibilisation de l'enseignement supérieur en Flandre et |
onderwijs in Vlaanderen en houdende dringende | portant des mesures urgentes en matière d'enseignement supérieur, |
hogeronderwijsmaatregelen, ingesteld door de v.z.w. Inrichtende macht | introduit par l'a.s.b.l. Inrichtende macht van de Vlaamse Katholieke |
van de Vlaamse Katholieke Hogeschool voor Wetenschap en Kunst. | Hogeschool voor Wetenschap en Kunst. |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters | composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges L. |
L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, | Lavrysen, A. Alen, J.-P. Moerman, E. Derycke et J. Spreutels, assistée |
bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, | du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Arts, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging | I. Objet du recours et procédure |
Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 7 april 2005 | Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 7 |
ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 8 april | avril 2005 et parvenue au greffe le 8 avril 2005, l'a.s.b.l. |
2005, heeft de v.z.w. Inrichtende macht van de Vlaamse Katholieke | Inrichtende macht van de Vlaamse Katholieke Hogeschool voor Wetenschap |
Hogeschool voor Wetenschap en Kunst, met zetel te 1030 Brussel, | en Kunst, dont le siège est établi à 1030 Bruxelles, rue Royale 328, a |
Koningsstraat 328, beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging | introduit un recours en annulation totale ou partielle des articles |
ingesteld van de artikelen 102 en 114, 1°, van het decreet van de | 102 et 114, 1°, du décret de la Communauté flamande du 30 avril 2004 |
Vlaamse Gemeenschap van 30 april 2004 betreffende de flexibilisering | relatif à la flexibilisation de l'enseignement supérieur en Flandre et |
van het hoger onderwijs in Vlaanderen en houdende dringende | portant des mesures urgentes en matière d'enseignement supérieur |
hogeronderwijsmaatregelen (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 12 oktober 2004). | (publié au Moniteur belge du 12 octobre 2004). |
(...) | (...) |
II. In rechte | II. En droit |
(...) | (...) |
Over de bestreden bepalingen | Quant aux dispositions entreprises |
B.1.1. De v.z.w. Inrichtende macht van de Vlaamse Katholieke | B.1.1. L'a.s.b.l. Inrichtende macht van de Vlaamse Katholieke |
Hogeschool voor Wetenschap en Kunst vordert de vernietiging van de | Hogeschool voor Wetenschap en Kunst demande l'annulation des articles |
artikelen 102 en 114, 1°, van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap | 102 et 114, 1°, du décret de la Communauté flamande du 30 avril 2004 « |
van 30 april 2004 « betreffende de flexibilisering van het hoger | relatif à la flexibilisation de l'enseignement supérieur en Flandre et |
onderwijs in Vlaanderen en houdende dringende | portant des mesures urgentes en matière d'enseignement supérieur » |
hogeronderwijsmaatregelen » (hierna : « flexibiliseringsdecreet »). | (ci-après : le décret relatif à la flexibilisation). |
Voormeld artikel 102 wijzigt artikel 8bis, § 1, van het decreet van 2 | L'article 102 précité modifie l'article 8bis, § 1er, du décret du 2 |
maart 1999 tot regeling van een aantal aangelegenheden van het | mars 1999 réglant certaines matières relatives à l'éducation des |
volwassenenonderwijs (ingevoegd bij decreet van 19 maart 2004), dat luidde : | adultes (inséré par le décret du 19 mars 2004), qui énonçait : |
« Een centrum voor volwassenenonderwijs dat tijdens het schooljaar | « Un centre d'éducation des adultes qui organise pendant l'année |
2003-2004 de afdeling monumenten- en landschapszorg, stedenbouw of | scolaire 2003-2004 la section ' Monumenten- en landschapszorg ' |
(Protection des monuments et des sites), ' Stedenbouwkunde ' | |
stedenbouwkunde en ruimtelijke ordening inricht, draagt deze | (Urbanisme) ou ' Stedenbouwkunde en ruimtelijke ordening ' (Urbanisme |
afdeling(en) op 1 september 2004 over aan een hogeschool die | et aménagement du territoire), transfère cette/ces section(s) au 1er |
onderwijsbevoegdheid heeft voor wat betreft het studiegebied | septembre 2004, à un institut supérieur ayant la compétence |
Architectuur ». | d'enseignement pour la discipline architecture ». |
B.1.2. Artikel 102 van het flexibiliseringsdecreet bepaalt : | B.1.2. L'article 102 du décret relatif à la flexibilisation dispose : |
« In artikel 8bis, § 1, tweede lid, van het decreet van 2 maart 1999 | « A l'article 8bis, § 1er, deuxième alinéa, du décret du 2 mars 1999 |
tot regeling van een aantal aangelegenheden van het | réglant certaines matières relatives à l'éducation des adultes, sont |
volwassenenonderwijs worden na de woorden ' Architectuur ' de woorden | ajoutés après les mots ' Architecture ' les mots ' et/ou Sciences |
' en/of Industriële wetenschappen en technologie, en nautische wetenschappen ' toegevoegd ». | industrielles [et technologie], et Sciences nautiques ' ». |
B.1.3. Van artikel 114, 1°, van het voormelde decreet wordt door de | B.1.3. La partie requérante demande l'annulation de l'article 114, 1°, |
verzoekende partij enkel de vernietiging gevorderd voor zover het de | en tant seulement qu'il règle l'entrée en vigueur de l'article 102. |
inwerkingtreding van artikel 102 regelt. Artikel 114, 1°, bepaalt : | L'article 114, 1°, énonce : |
« De bepalingen van dit deel treden als volgt in werking : | « Les dispositions de la présente partie entrent en vigueur comme suit |
1° artikel 96, 99, 100, 101, 102, 103, 105 en 106 treden in werking op | : 1° les articles 96, 99, 100, 101, 102, 103, 105 et 106 entrent en |
1 januari 2003; ». | vigueur le 1er janvier 2003 ». |
Over het belang van de verzoekende partij | Quant à l'intérêt de la partie requérante |
B.2.1. De Hogeschool Gent, als tussenkomende partij, en de Vlaamse | B.2.1. La « Hogeschool Gent », partie intervenante, et le Gouvernement |
Regering betwisten het belang van de verzoekende partij bij het | flamand contestent l'intérêt de la partie requérante au recours en |
ingediende beroep tot vernietiging. Volgens hen kan in geen geval de | annulation. Selon eux, l'annulation des dispositions entreprises ne |
vernietiging van de bestreden bepalingen een voordeel opleveren voor | saurait en aucun cas profiter à la partie requérante, étant donné que |
de verzoekende partij, daar de uiterste datum voor indiening van het | la date limite d'introduction du protocole d'accord et du dossier de |
protocolakkoord en het omvormingsdossier tot integratie van een | transformation visant à intégrer une section « urbanisme » d'un centre |
afdeling « stedenbouw » van een centrum voor volwassenenonderwijs in | d'enseignement pour adultes dans un institut supérieur n'a pas été |
een hogeschool ongewijzigd is gebleven, namelijk 1 april 2004 (artikel | modifiée, à savoir le 1er avril 2004 (article III.6 du décret de la |
III.6 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 19 maart 2004 | Communauté flamande du 19 mars 2004 relatif au statut de l'étudiant, à |
betreffende de rechtspositieregeling van de student, de participatie | |
in het hoger onderwijs, de integratie van bepaalde afdelingen van het | la participation dans l'enseignement supérieur, l'intégration de |
hoger onderwijs voor sociale promotie in de hogescholen en de | certaines sections de l'enseignement supérieur de promotion sociale |
begeleiding van de herstructurering van het hoger onderwijs in | dans les instituts supérieurs et l'accompagnement de la |
Vlaanderen, hierna : « aanvullingsdecreet »), zodat de verzoekende | restructuration de l'enseignement supérieur en Flandre, ci-après : « |
partij in geen geval nog bij machte is om, in navolging van de | décret complémentaire »), de sorte que la partie requérante n'est plus |
artikelen III.6 en III.7 van het aanvullingsdecreet, een | en mesure de négocier et de conclure, par suite des articles III.6 et |
protocolakkoord te onderhandelen en te sluiten met een centrum voor | III.7 du décret complémentaire, un protocole d'accord avec un centre |
volwassenenonderwijs (hierna : C.V.O.) en een omvormingsdossier mee te | d'enseignement pour adultes (CEA) et de communiquer un dossier de |
delen aan de Vlaamse Regering. Bovendien zien de tussenkomende partij | transformation au Gouvernement flamand. En outre, la partie |
en de Vlaamse Regering niet in waarom de in artikel 114, 1°, van het | intervenante et le Gouvernement flamand ne voient pas en quoi la date |
flexibiliseringsdecreet bedoelde datum van inwerkingtreding een | d'entrée en vigueur visée à l'article 114, 1°, du décret relatif à la |
ongunstige weerslag zou hebben op de situatie van de verzoekende | flexibilisation aurait une incidence défavorable sur la situation de |
partij. | la partie requérante. |
B.2.2. De verzoekende partij heeft een belang bij haar beroep in | B.2.2. La partie requérante a intérêt à son recours en tant qu'il est |
zoverre de kans bestaat dat de decreetgever na een vernietiging een | possible que le législateur décrétal, après une annulation, élabore |
voor haar gunstiger regeling zou uitwerken. | une réglementation qui lui soit plus favorable. |
Met de Vlaamse Regering en de tussenkomende partij moet worden | Il y a lieu de constater, avec le Gouvernement flamand et la partie |
vastgesteld dat de verzoekende partij niet is opgekomen tegen het | intervenante, que la partie requérante n'a pas attaqué l'arrêté du |
besluit van de Vlaamse Regering van 17 september 2004 betreffende de | Gouvernement flamand du 17 septembre 2004 portant transformation de |
omvorming van sommige afdelingen van het hoger onderwijs voor sociale | certaines sections de l'enseignement supérieur de promotion sociale en |
promotie naar de bachelor-masterstructuur van het hoger onderwijs in | introduisant la structure bachelor-master de l'enseignement supérieur |
Vlaanderen, waarbij onder meer het C.V.O. Sint-Lukas te Brussel | en Flandre, qui a notamment intégré le CEA Sint-Lukas de Bruxelles |
(opleiding stedenbouw) is geïntegreerd in de Erasmushogeschool. | (formation en urbanisme) dans la Erasmushogeschool. |
Die vaststelling ontneemt evenwel niet het belang van de verzoekende | Ce constat ne prive toutefois pas la partie requérante de son intérêt, |
partij aangezien met toepassing van artikel 18 van de bijzondere wet | étant donné qu'en application de l'article 18 de la loi spéciale du 6 |
van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, in geval van vernietiging van | janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, dans l'hypothèse d'une |
de bestreden bepalingen, de verzoekende partij de in artikel 18 | annulation des dispositions attaquées, la partie requérante pourra |
voorgeschreven rechtsmiddelen kan aanwenden. | introduire les recours prévus par cette disposition. |
De exceptie wordt verworpen. | L'exception est rejetée. |
Over het gelijkheidsbeginsel en de schending van de algemene | Quant au principe d'égalité et à la violation des principes généraux |
rechtsbeginselen van de rechtszekerheid en de niet-retroactiviteit van de wetten | de droit de la sécurité juridique et de la non-rétroactivité des lois |
B.3. Als eerste middel voert de verzoekende partij aan dat artikel | B.3. Dans un premier moyen, la partie requérante fait valoir que |
l'article 114, 1°, du décret relatif à la flexibilisation viole les | |
114, 1°, van het flexibiliseringsdecreet de artikelen 10 en 11 van de | articles 10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison avec le |
Grondwet, in samenhang gelezen met het algemeen rechtsbeginsel van de | principe général de droit de la sécurité juridique et avec le principe |
rechtszekerheid en het algemeen rechtsbeginsel van de | général de droit de la non-rétroactivité des lois, en ce que l'article |
niet-retroactiviteit van de wetten, schendt, doordat artikel 102 van | 102 du décret relatif à la flexibilisation rétroagit au 1er janvier |
het flexibiliseringsdecreet retroactief in werking treedt op 1 januari | |
2003. Artikel 114, 1°, van het flexibiliseringsdecreet strekt ertoe, | 2003. L'article 114, 1°, du décret relatif à la flexibilisation vise, |
nadat de termijn voor het indienen van de omvormingsdossiers is | après que le délai d'introduction des dossiers de transformation a |
verstreken (1 april 2004), de mogelijkheid om dergelijke dossiers in | expiré (1er avril 2004), à étendre rétroactivement la possibilité |
te dienen op retroactieve wijze uit te breiden tot hogescholen die een | d'introduire de tels dossiers aux hautes écoles qui sont habilitées à |
onderwijsbevoegdheid hebben voor wat betreft het studiegebied « | dispenser un enseignement en « sciences industrielles et technologie, |
et sciences nautiques », alors qu'auparavant, seules les hautes écoles | |
industriële wetenschappen en technologie, en nautische wetenschappen | qui étaient habilitées à dispenser un enseignement en architecture |
», terwijl voorheen enkel de hogescholen die een onderwijsbevoegdheid | avaient la possibilité de reprendre les sections CEA « protection des |
hadden voor wat betreft het studiegebied « architectuur » de | monuments et des sites », « urbanisme » et « urbanisme et aménagement |
mogelijkheid hadden de C.V.O.-afdeling stedenbouw over te nemen. | du territoire ». La partie requérante se voit en outre privée de la |
Bovendien wordt aan de verzoekende partij de mogelijkheid ontnomen om de door haar ingediende omvormingsdossiers voor zover als nodig aan te passen in het licht van de retroactief gewijzigde wetgeving. B.4. De vaststelling door de Vlaamse Regering dat artikel 114, 1°, van het flexibiliseringsdecreet verkeerdelijk de inwerkingtreding van artikel 102 van het voormelde decreet vaststelt op 1 januari 2003 in plaats van op 1 januari 2004 heeft geen weerslag op de rechtspositie van de verzoekende partij, noch op het door haar aangevoerde middel. Uiterlijk op 1 april 2004 - datum waarop de C.V.O.-opleiding | possibilité d'adapter, pour autant que nécessaire, les dossiers de transformation qu'elle a introduits, à la lumière de la législation modifiée rétroactivement. B.4. Le constat fait par le Gouvernement flamand, que l'article 114, 1°, du décret relatif à la flexibilisation fixe erronément l'entrée en vigueur de l'article 102 du décret précité au 1er janvier 2003 au lieu du 1er janvier 2004 n'a aucune incidence sur la situation juridique de la partie requérante, ni sur le moyen qu'elle invoque. Conformément à l'article 125bis.2 du décret du 4 avril 2003 relatif à la restructuration de l'enseignement supérieur en Flandre (ci-après : le décret structurel), un protocole d'accord devait être remis au Gouvernement flamand le 1er avril 2004 au plus tard, date à laquelle |
Sint-Lukas te Brussel enkel kon worden overgenomen door de verzoekende | la formation CEA « Sint-Lukas » à Bruxelles pouvait uniquement être |
partij (artikel 8bis van het decreet van 2 maart 1999, vóór de | reprise par la partie requérante (article 8bis du décret du 2 mars |
wijziging ervan bij artikel 102 van het flexibiliseringsdecreet) - diende, ingevolge artikel 125bis.2 van het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen (hierna : structuurdecreet), een protocolakkoord te worden bezorgd aan de Vlaamse Regering, zodat de terugwerkende kracht van het gewijzigde artikel 8bis het middel van de verzoekende partij ondersteunt nu het gewijzigde artikel in werking treedt vóór 1 april 2004. Derhalve staat de juiste datum van inwerkingtreding los van het onderwerp van het beroep voorgelegd aan het Hof, namelijk, te dezen, de verenigbaarheid met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie, in samenhang gelezen met het algemeen | 1999, avant sa modification par l'article 102 du décret relatif à la flexibilisation), de sorte que la rétroactivité de l'article 8bis modifié soutient le moyen de la partie requérante puisque l'article modifié est entré en vigueur avant le 1er avril 2004. Par conséquent, la date exacte de l'entrée en vigueur est indépendante de l'objet du recours soumis à la Cour, à savoir, en l'espèce, la compatibilité avec le principe d'égalité et de non-discrimination - lu |
rechtsbeginsel van de rechtszekerheid en het algemeen rechtsbeginsel | en combinaison avec le principe général de la sécurité juridique et le |
van de niet-retroactiviteit van de wetten, van de met terugwerkende | principe général de la non-rétroactivité des lois - de l'extension |
kracht ingevoerde uitbreiding van de overdrachtsmogelijkheid van de | rétroactive de la possibilité de transfert des formations CEA « |
C.V.O.-opleidingen « monumenten- en landschapszorg », « stedenbouw » | protection des monuments et des sites », « urbanisme » ou « urbanisme |
of « stedenbouwkunde en ruimtelijke ordening » aan hogescholen die een | et aménagement du territoire » aux instituts supérieurs habilités à |
onderwijsbevoegdheid bezitten in het studiegebied « industriële | dispenser un enseignement en « sciences industrielles et technologie, |
wetenschappen en technologie, en nautische wetenschappen ». | et sciences nautiques ». |
B.5.1. De niet-retroactiviteit van wetten, vastgesteld in artikel 2 van het Burgerlijk Wetboek, is een waarborg ter voorkoming van rechtsonzekerheid. Die waarborg vereist dat de inhoud van het recht voorzienbaar en toegankelijk is, zodat de rechtzoekende in redelijke mate de gevolgen van een bepaalde handeling kan voorzien, op het tijdstip dat die handeling wordt verricht. De terugwerkende kracht kan enkel worden verantwoord wanneer zij onontbeerlijk is voor de verwezenlijking van een doelstelling van algemeen belang. B.5.2. De mogelijkheid tot incorporatie van C.V.O.-opleidingen past in het kader van een geheel van maatregelen tot herstructurering van het hoger onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap. Nu de onderhandelingen met het oog op een protocol voor incorporatie tussen het C.V.O. Sint-Lukas (Brussel) en de verzoekende partij als enige op dat ogenblik in de Brusselse regio in aanmerking komende hogeschool met architectuuropleiding, niet tot een goed einde konden worden gebracht, was het niet onverantwoord dat de decreetgever een oplossing heeft gezocht om alsnog een incorporatie te verwezenlijken door ook | B.5.1. La non-rétroactivité des lois, prévue par l'article 2 du Code civil, est une garantie ayant pour but de prévenir l'insécurité juridique. Cette garantie exige que le contenu du droit soit prévisible et accessible, de sorte que le justiciable puisse prévoir, à un degré raisonnable, les conséquences d'un acte déterminé au moment où cet acte est accompli. La rétroactivité peut uniquement être justifiée lorsqu'elle est indispensable pour réaliser un objectif d'intérêt général. B.5.2. La possibilité d'incorporer les formations CEA s'inscrit dans le cadre d'un ensemble de mesures visant à restructurer l'enseignement supérieur en Communauté flamande. Dès lors que les négociations en vue de conclure un protocole d'incorporation entre le CEA Sint-Lukas (Bruxelles) et la partie requérante, seul institut supérieur dispensant une formation en architecture et pouvant, à l'époque, entrer en ligne de compte en région bruxelloise, n'ont pas abouti, il n'était pas injustifié que le législateur décrétal tente de trouver |
hogescholen met de opleiding in het studiegebied « industriële | une solution afin de réaliser une incorporation en prenant également |
wetenschappen en technologie, en nautische wetenschappen » in | en compte les instituts supérieurs proposant la formation en « |
aanmerking te nemen. | sciences industrielles et technologie et sciences nautiques ». |
De terugwerkende kracht van die maatregel heeft weliswaar de | La rétroactivité de cette mesure a certes trompé l'attente de la |
verwachting van de verzoekende partij doorkruist. Die verwachting | partie requérante. Cette attente consistait cependant encore |
bestond echter enkel nog erin de C.V.O.-opleiding Sint-Lukas te | uniquement à voir disparaître la formation CEA Sint-Lukas à Bruxelles. |
Brussel te zien teloorgaan. Voor de continuïteit van de aan de gang | Afin de garantir la continuité des formations en cours, il était |
zijnde opleidingen was het te dezen verantwoord dat de decreetgever | justifié, en l'espèce, que le législateur décrétal choisisse de |
ervoor heeft geopteerd de incorporatie in een andere hogeschool | permettre rétroactivement l'incorporation dans un autre institut |
retroactief mogelijk te maken, zonder de verzoekende partij opnieuw, | supérieur sans permettre à nouveau à la partie requérante, en |
in concurrentie met andere hogescholen, de mogelijkheid tot het | concurrence avec d'autres hautes écoles, de conclure un protocole et |
afsluiten van een protocol te bieden en zonder nog meer ingrijpend af | sans déroger encore davantage à l'objectif consistant à clôturer les |
te wijken van de doelstelling om de overdrachten van de | transferts des formations CEA au 1er septembre 2004. |
C.V.O.-opleidingen per 1 september 2004 af te ronden. | B.5.3. Le premier moyen ne peut être accueilli. |
B.5.3. Het eerste middel kan niet worden aangenomen. | Quant au principe d'égalité et de non-discrimination |
Over het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie | B.6. Dans un second moyen, la partie requérante fait valoir que les |
B.6. Als tweede middel werpt de verzoekende partij op dat de artikelen | articles 102 et 114, 1°, du décret relatif à la flexibilisation |
102 en 114, 1°, van het flexibiliseringsdecreet de artikelen 10 en 11 | violent les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce que, du fait |
van de Grondwet schenden, doordat door de retroactieve uitbreiding van | de l'extension rétroactive de la possibilité de transfert, des |
de overdrachtsmogelijkheid categorieën van hogescholen die zich in | catégories d'instituts supérieurs qui se trouvent dans des situations |
wezenlijk verschillende situaties bevinden, op identieke wijze worden | fondamentalement différentes sont traitées de manière égale, sans |
behandeld, zonder dat daarvoor een redelijke verantwoording bestaat. | qu'existe pour ce faire une justification raisonnable. |
B.7.1. De Vlaamse decreetgever had, met de inwerkingtreding van het | B.7.1. En réglant l'entrée en vigueur du décret complémentaire, le |
aanvullingsdecreet, de bedoeling bepaalde afdelingen van het hoger | législateur décrétal flamand entendait confier certaines sections de |
onderwijs voor sociale promotie te integreren in de hogescholen. Wat | l'enseignement supérieur de promotion sociale aux instituts |
supérieurs. En ce qui concerne les sections « protection des monuments | |
de afdelingen « monumenten- en landschapszorg », « stedenbouw » en « | et des sites », « urbanisme » et « urbanisme et aménagement du |
stedenbouwkundige en ruimtelijke ordening » betreft, werd vastgesteld | territoire », il a été constaté que les instituts supérieurs |
dat daarvoor geen vergelijkbare voortgezette opleidingen aan de | n'offraient pas de formations continuées comparables, de sorte qu'il |
hogescholen aanwezig waren, zodat niet kon worden geopteerd voor een | n'était pas possible d'opter pour une intégration volontaire dans |
vrijwillige integratie in het hogescholenonderwijs. Bovendien werd | l'enseignement supérieur. En outre, il a été constaté que les diplômes |
vastgesteld dat de diploma's « over het algemeen toeleiding [lees : | « donnent généralement accès à un emploi de fonctionnaire de |
toegang] geven tot de functie van ambtenaar van ruimtelijke ordening | l'aménagement du territoire ou peuvent donner lieu à une inscription |
of kunnen leiden tot de opname in het register van ruimtelijke | dans le registre des planificateurs spatiaux. Pour le surplus, dans la |
planners. In de regelgeving ter zake worden voor het overige in | réglementation y afférente, ce sont principalement des diplômes |
hoofdzaak universitaire diploma's aanvaard (M.B. 's van 13 juli 2000). | universitaires qui sont admis (A.M. du 13 juillet 2000). Ce constat |
Deze vaststelling noopt ertoe de afdelingen integraal in het hoger | conduit à intégrer globalement les sections dans l'enseignement |
onderwijs in te bedden, om een eenduidige toeleiding [lees : toegang] | |
tot bedoelde functies mogelijk te maken » (Parl. St., Vlaams | supérieur afin de permettre un accès uniforme aux fonctions en |
Parlement, 2003-2004, nr. 1960/1, p. 52). Om die reden werd de | question » (Doc. parl., Parlement flamand, 2003-2004, n° 1960/1, p. |
overdracht van de afdelingen dan ook ingeschreven als financierings- | 52). Pour cette raison, le transfert des sections est dès lors devenu |
of subsidiëringsvoorwaarde (ibid. ). | une condition de financement ou de subventionnement (ibid. ). |
Volgens de Vlaamse decreetgever lag het in de rede dat de overdracht | Selon le législateur décrétal flamand, il était logique que le |
gebeurde naar een hogeschool die een corresponderende | transfert ait lieu vers un institut supérieur qui était habilité à |
onderwijsbevoegdheid bezat. Om die reden dienden de afdelingen « | dispenser un enseignement correspondant. C'est pourquoi les sections « |
monumenten- en landschapszorg », « stedenbouw » en « stedenbouwkundige | protection des monuments et des sites », « urbanisme » et « urbanisme |
en ruimtelijke ordening » te worden overgedragen naar hogescholen die | et aménagement du territoire » devaient être transférées à des |
het aanverwante studiegebied « architectuur » binnen hun | instituts supérieurs compétents pour dispenser un enseignement dans la |
onderwijsbevoegdheid hadden (ibid. ). | discipline connexe « architecture » (ibid. ). |
Het bestreden artikel 102 van het flexibiliseringsdecreet heeft | L'article 102 entrepris du décret relatif à la flexibilisation a |
evenwel de overdrachtsmogelijkheid uitgebreid tot hogescholen die het | cependant étendu la possibilité de transfert vers des instituts |
studiegebied « industriële wetenschappen en technologie, en nautische | supérieurs habilités à dispenser un enseignement en « sciences |
wetenschappen » binnen hun onderwijsbevoegdheid hebben. De | industrielles et technologie, et sciences nautiques ». Le législateur |
decreetgever meende dat « ook binnen het studiegebied ' Industriële | décrétal a estimé que « des formations supérieures connexes étaient |
wetenschappen en technologie ' [...] evenwel aanverwante | toutefois aussi organisées dans le cadre de la discipline ' sciences |
hogeschoolopleidingen [worden] georganiseerd, waardoor het uitbreiden | industrielles et technologie ', ce qui rendait logique l'extension de |
van de overdrachtsmogelijkheid logisch is » (Parl. St., Vlaams | la possibilité de transfert » (Doc. parl., Parlement flamand, |
Parlement, 2003-2004, nr. 2154/2, p. 20, en nr. 2154/3, p. 39). | 2003-2004, n° 2154/2, p. 20 et n° 2154/3, p. 39). |
B.7.2.1. Ten aanzien van de overdracht van de afdelingen « monumenten- | B.7.2.1. En ce qui concerne le transfert des sections « protection des |
en landschapszorg », « stedenbouw » en « stedenbouwkundige en | monuments et des sites », « urbanisme » et « urbanisme et aménagement |
ruimtelijke ordening » aan de hogescholen die het studiegebied « | du territoire » aux instituts supérieurs qui sont habilités à |
architectuur » binnen hun onderwijsbevoegdheid hebben en aan | dispenser un enseignement dans la discipline « architecture » et aux |
hogescholen die het studiegebied « industriële wetenschappen en | instituts supérieurs qui sont habilités à dispenser un enseignement |
technologie, en nautische wetenschappen » binnen hun | dans la discipline « sciences industrielles et technologie, et |
onderwijsbevoegdheid hebben, bestaat tussen beide categorieën van | sciences nautiques », il n'existe pas, entre ces deux catégories |
hogescholen niet een zodanig verschil dat hieruit voor de decreetgever | d'instituts supérieurs, une différence telle que le législateur |
het verbod zou voortvloeien om die overdracht naar de tweede categorie | décrétal ne puisse pas permettre ce transfert à la deuxième catégorie |
van hogescholen mogelijk te maken. | d'instituts supérieurs. |
B.7.2.2. In tegenstelling tot de bewering van de verzoekende partij, | B.7.2.2. Contrairement à ce que soutient la partie requérante, il |
toont niets aan dat de hogescholen die het studiegebied « industriële | n'est pas démontré que les instituts supérieurs qui sont habilités à |
wetenschappen en technologie, en nautische wetenschappen » binnen hun onderwijsbevoegdheid hebben, niet bij machte zouden zijn een volwaardige « bachelor na bachelor »-, « master na bachelor »- of « master na master »-opleiding in de « monumenten- en landschapszorg », « stedenbouw » of « stedenbouwkundige en ruimtelijke ordening » uit te bouwen en dienaangaande de noodzakelijke diploma's uit te reiken. De decreetgever verplicht de overnemende hogeschool immers werkgelegenheid te verschaffen aan de leden van het onderwijzend personeel van de overgenomen afdelingen die aan bepaalde voorwaarden voldoen. De bedoelde personeelsleden worden op een bepaald ogenblik overgeheveld naar de hogeschool en worden ingeschakeld in het personeelsbeleid en de personeelsformatie van de overnemende hogeschool (artikel III.5, van het aanvullingsdecreet). De hogescholen kunnen de expertise van de overgenomen personeelsleden inzetten in de opleidingen « monumenten- en landschapszorg », « stedenbouw » en « stedenbouwkundige en ruimtelijke ordening ». De overgenomen en omgevormde C.V.O.-afdelingen blijven tevens onderworpen aan het systeem van accreditering, zoals daarin is voorzien voor de andere opleidingen van het hoger onderwijs, zij het dat zij het voordeel kunnen genieten van de overgangsmaatregelen zoals vastgesteld in artikel 124, § 9, van het structuurdecreet. B.7.2.3. Bovendien dient, in navolging van de Vlaamse Regering, te worden vastgesteld dat in de huidige stand van de regelgeving op het vlak van de ruimtelijke ordening en van de milieuwetgeving de opleidingen « monumenten- en landschapszorg », « stedenbouw » en « stedenbouwkundige en ruimtelijke ordening » meer zijn dan de kunst en de leer van het ontwerpen en uitvoeren van gebouwen en kunstwerken. Voormelde opleidingen vermogen in alle redelijkheid ook het accent te leggen op de veiligheidsaspecten van het bouwwerk, dan wel op de stedenbouwkundige planning en de milieueffecten ervan. De verscheidenheid van de bedoelde materies en van de beroepsbeoefenaars verantwoordt het mede in aanmerking nemen van de masters in de industriële wetenschappen. B.7.3. Het tweede middel kan niet worden aangenomen. Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep. Aldus uitgesproken in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 8 maart 2006. De griffier, P.-Y. Dutilleux. De voorzitter, | dispenser un enseignement en « sciences industrielles et technologie, et sciences nautiques » ne seraient pas en mesure d'organiser des formations « bachelor après bachelor », « master après bachelor » ou « master après master » de qualité en « protection des monuments et des sites », « urbanisme » ou « urbanisme et aménagement du territoire » et à délivrer les diplômes requis. En effet, le législateur décrétal impose à l'institut supérieur repreneur de procurer un emploi aux membres du personnel enseignant des sections reprises, qui satisfont à certaines conditions. Les membres du personnel concernés sont à un moment donné transférés vers l'institut supérieur et sont repris dans le cadre du personnel de l'institut supérieur repreneur (article III.5 du décret complémentaire). Les instituts supérieurs peuvent exploiter l'expérience des membres du personnel repris dans le cadre des formations « protection des monuments et des sites », « urbanisme » et « urbanisme et aménagement du territoire ». Les sections CEA reprises et transformées restent également soumises au système de l'accréditation prévu pour les autres formations supérieures, à cette différence près qu'elles peuvent bénéficier des mesures transitoires prévues par l'article 124, § 9, du décret structurel. B.7.2.3. En outre, il convient de constater, à l'instar du Gouvernement flamand, qu'en l'état actuel de la réglementation relative à l'aménagement du territoire et de la législation environnementale, les formations « protection des monuments et des sites », « urbanisme » et « urbanisme et aménagement du territoire » dépassent le cadre de l'art et de l'enseignement de la conception et de la réalisation de bâtiments et d'oeuvres d'art. Ces formations peuvent aussi raisonnablement se pencher sur les aspects sécuritaires de l'ouvrage ou sur la planification urbanistique et ses effets sur l'environnement. La diversité des matières en question et des titulaires de la profession justifie que les masters en sciences industrielles soient également pris en compte. B.7.3. Le second moyen ne peut être accueilli. Par ces motifs, la Cour rejette le recours. Ainsi prononcé en langue néerlandaise, en langue française et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 8 mars 2006. Le greffier, P.-Y. Dutilleux. Le président, |
A. Arts. | A. Arts. |