← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 53/2005 van 8 maart 2005 Rolnummer 2889 In zake : de prejudiciële
vraag betreffende artikel 356 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank
van eerste aanleg te Luik. Het Arbitrag samengesteld uit de voorzitters M. Melchior
en A. Arts, en de rechters P. Martens, R. Henneuse, M. (...)"
Uittreksel uit arrest nr. 53/2005 van 8 maart 2005 Rolnummer 2889 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 356 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Luik. Het Arbitrag samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Martens, R. Henneuse, M. (...) | Extrait de l'arrêt n° 53/2005 du 8 mars 2005 Numéro du rôle : 2889 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 356 du Code des impôts sur les revenus 1992, posée par le Tribunal de première instance de Liège. La Cour d'arbi composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Uittreksel uit arrest nr. 53/2005 van 8 maart 2005 | Extrait de l'arrêt n° 53/2005 du 8 mars 2005 |
Rolnummer 2889 | Numéro du rôle : 2889 |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 356 van het | En cause : la question préjudicielle relative à l'article 356 du Code |
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door de Rechtbank | des impôts sur les revenus 1992, posée par le Tribunal de première |
van eerste aanleg te Luik. | instance de Liège. |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters | composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. |
P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. | Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, |
Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, | J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke et J. Spreutels, assistée du |
bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, | greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Melchior, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
Bij vonnis van 8 januari 2004 in zake de b.v.b.a. Cabinet immobilier | Par jugement du 8 janvier 2004 en cause de la s.p.r.l. Cabinet |
Marengo tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van | immobilier Marengo contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue |
het Arbitragehof is ingekomen op 19 januari 2004, heeft de Rechtbank | au greffe de la Cour d'arbitrage le 19 janvier 2004, le Tribunal de |
van eerste aanleg te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : | première instance de Liège a posé la question préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 356 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 | « En ce que le contribuable, passible de l'impôt sur le revenu, qui a |
de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat, op naam van de | introduit un recours devant un tribunal à l'encontre d'une décision |
belastingplichtige die onderworpen is aan de inkomstenbelasting en die | directoriale en application de l'article 1385decies du Code |
met toepassing van artikel 1385decies van het Gerechtelijk Wetboek | judiciaire, peut voir établir une cotisation subsidiaire à sa charge |
voor een rechtbank beroep heeft ingesteld tegen een beslissing van de | après annulation de la cotisation contestée par le tribunal, alors |
directeur van de belastingen, een subsidiaire aanslag kan worden | qu'un contribuable, passible de l'impôt sur le revenu, ne peut voir |
gevestigd na de vernietiging van de betwiste aanslag door de | |
rechtbank, terwijl zulk een subsidiaire aanslag, na de vernietiging | établir une telle cotisation subsidiaire à sa charge après annulation |
van de betwiste aanslag door de rechtbank, niet kan worden gevestigd | de la cotisation contestée par le tribunal, lorsqu'il a introduit son |
op naam van de belastingplichtige die onderworpen is aan de | recours devant le tribunal en vertu de l'article 1385undecies du Code |
inkomstenbelasting wanneer hij voor de rechtbank beroep heeft | judiciaire en l'absence de décision directoriale dans les délais, |
ingesteld krachtens artikel 1385undecies van het Gerechtelijk Wetboek | |
bij ontstentenis van een beslissing, binnen de termijn, van de | l'article 356 CIR 1992 viole-t-il les articles 10 et 11 de la |
directeur van de belastingen ? » | Constitution ? » |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1. De verwijzende rechter verzoekt het Hof zich uit te spreken over | B.1. Le juge a quo invite la Cour à se prononcer sur la violation |
een eventuele schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door | éventuelle des articles 10 et 11 de la Constitution par l'article 356 |
artikel 356 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (W.I.B. | du Code des impôts sur les revenus 1992 (C.I.R. 1992) en ce qu'il |
1992) doordat het aanleiding zou geven tot een verschil in behandeling | |
tussen twee categorieën van belastingplichtigen, aangezien, op naam | |
van de belastingplichtigen die onderworpen zijn aan de | établirait une différence de traitement entre deux catégories de |
inkomstenbelasting en die met toepassing van artikel 1385decies van | |
het Gerechtelijk Wetboek voor de rechtbank beroep hebben ingesteld | contribuables, dès lors que ceux qui sont passibles de l'impôt sur les |
tegen een beslissing van de directeur van de belastingen, een | revenus qui ont introduit un recours devant le tribunal contre une |
subsidiaire aanslag kan worden gevestigd na de vernietiging van de | décision directoriale en application de l'article 1385decies du Code |
betwiste aanslag door de rechtbank, terwijl zulk een subsidiaire | judiciaire peuvent voir établir une cotisation subsidiaire à leur |
aanslag, na de vernietiging van de betwiste aanslag door de rechtbank, | charge après annulation par le tribunal de la cotisation contestée, |
niet zou kunnen worden gevestigd op naam van de belastingplichtigen | tandis que les contribuables passibles de l'impôt sur les revenus qui |
die onderworpen zijn aan de inkomstenbelasting en die voor de | ont introduit un recours devant le tribunal en vertu de l'article |
rechtbank beroep hebben ingesteld krachtens artikel 1385undecies van | 1385undecies du Code judiciaire en l'absence de décision directoriale |
het Gerechtelijk Wetboek bij ontstentenis van een beslissing, binnen | dans les délais ne pourraient voir établir à leur charge une |
de termijn, van de directeur van de belastingen. | cotisation subsidiaire après annulation par le tribunal de la |
cotisation contestée. | |
B.2. Artikel 356 van het W.I.B. 1992 bepaalt, sinds de wijziging ervan | B.2. L'article 356 du C.I.R. 1992 dispose, depuis sa modification par |
bij artikel 21 van de wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting | l'article 21 de la loi du 15 mars 1999 relative au contentieux en |
van fiscale geschillen : | matière fiscale : |
« Wanneer tegen een beslissing van de directeur van de belastingen of | « Lorsqu'une décision du directeur des contributions ou du |
van de door hem gedelegeerde ambtenaar beroep is aangetekend, en het | fonctionnaire délégué par lui fait l'objet d'un recours en justice, et |
gerecht de aanslag geheel of ten dele nietig verklaart om een andere | que la juridiction saisie prononce la nullité totale ou partielle de |
l'imposition pour une cause autre que la prescription, | |
reden dan verjaring, kan de administratie zelfs buiten de termijnen | l'administration peut même en dehors des délais prévus aux articles |
bepaald in de artikelen 353 en 354, een subsidiaire aanslag op naam | 353 et 354, soumettre à l'appréciation de la juridiction saisie qui |
van dezelfde belastingschuldige en op grond van alle of een deel van | statue sur cette demande, une cotisation subsidiaire à charge du même |
dezelfde belastingelementen als de oorspronkelijke aanslag, ter | redevable et en raison de tout ou partie des mêmes éléments |
beoordeling voorleggen aan het gerecht, dat uitspraak doet over dat | d'imposition que la cotisation initiale. |
verzoek. Wanneer de aanslag waarvan de nietigheid door het gerecht wordt | Lorsque l'imposition dont la nullité est prononcée par la juridiction, |
uitgesproken, aanleiding heeft gegeven tot een teruggave van een | a donné lieu à la restitution d'un précompte ou d'un versement |
voorheffing of voorafbetaling, wordt bij de berekening van de aan het | anticipé, il est tenu compte de cette restitution lors du calcul de la |
oordeel van het gerecht onderworpen subsidiaire aanslag rekening | cotisation subsidiaire soumise à l'appréciation de la juridiction. |
gehouden met deze teruggave. | |
De subsidiaire aanslag is slechts invorderbaar of terugbetaalbaar ter | La cotisation subsidiaire n'est recouvrable ou remboursable qu'en |
uitvoering van de beslissing van het gerecht. | exécution de la décision de la juridiction saisie. |
Die subsidiaire aanslag wordt aan het gerecht onderworpen door een aan | Cette cotisation subsidiaire est soumise à la juridiction par requête |
de belastingschuldige betekend verzoekschrift; het verzoekschrift | signifiée au redevable; la requête est signifiée avec assignation à |
wordt betekend met dagvaarding om te verschijnen, wanneer het een | comparaître, lorsqu'il s'agit d'un redevable assimilé en vertu de |
overeenkomstig artikel 357 gelijkgestelde belastingschuldige betreft | l'article 357 ». |
». B.3. Het door de verwijzende rechter aangeklaagde verschil in | B.3. La différence de traitement dénoncée par le juge a quo provient |
behandeling vloeit voort uit de tekst zelf van artikel 356 van het | du texte même de l'article 356 du C.I.R. 1992, dont la portée a été |
W.I.B. 1992 waarvan de draagwijdte werd bevestigd door de Minister van | confirmée par le ministre des Finances en réponse à une question |
Financiën in antwoord op een parlementaire vraag : | parlementaire : |
« De tekst van het nieuwe artikel 356 van het W.I.B. 1992, in de | « dans sa formulation actuelle, le texte de l'article 356 nouveau du |
huidige formulering ervan, kan alleen worden toegepast wanneer de | C.I.R. 1992 ne peut s'appliquer que lorsqu'une décision directoriale a |
directeur van de belastingen effectief een beslissing heeft genomen. | effectivement été rendue. Dans l'hypothèse où le contribuable |
Indien de belastingplichtige een vordering instelt wegens het | introduit une action en justice du fait de l'absence de décision du |
ontbreken van een beslissing van de directeur, overeenkomstig artikel | directeur, conformément à l'article 1385undecies, alinéa 2, du Code |
1385undecies, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, kan de | |
administratie geen subsidiaire aanslag vestigen. Dat betekent dat de | judiciaire, l'administration ne peut pas introduire une cotisation |
administratie er dus belang bij heeft dat, in geval van aanslag van | subsidiaire. Cela signifie que l'administration a donc intérêt à ce |
ambtswege, de beslissingen binnen de termijn van 6 of 9 maanden worden | que les décisions interviennent dans le délai de 6 ou 9 mois en cas de |
genomen » (Parl. St., Kamer, CRIV 50 COM 452, 24 april 2001, p. 5) | taxation d'office » (Doc. parl., Chambre, CRIV 50 COM 452, 24 avril |
(eigen vertaling). | 2001, p. 5). |
B.4.1. Naar aanleiding van de parlementaire bespreking die voorafging | B.4.1. A l'occasion des discussions parlementaires qui ont précédé |
aan de goedkeuring van de wet van 15 maart 1999, heeft de Minister van | l'adoption de la loi du 15 mars 1999, le ministre des Finances a |
Financiën verklaard : | déclaré : |
« De administratie [mocht] haar aanpak [...] afstemmen op de evolutie | « L'article 356 du C.I.R. 1992 [permettait] à l'administration d'agir |
van de debatten, overeenkomstig artikel 356 van het WIB 1992. Veeleer | en tenant compte en cours d'instance de l'évolution des débats. Plutôt |
dan de aanslag gewoon te vernietigen en de administratieve procedure | que de procéder à l'annulation pure et simple de la cotisation et de |
recommencer entièrement la procédure administrative (taxation, recours | |
volledig te herbeginnen (taxatie, eventueel beroep bij de directeur | éventuel devant le directeur des contributions), l'administration |
der belastingen), vraagt de administratie aan de rechtbank waarbij de | soumet à l'appréciation de la juridiction saisie une cotisation |
zaak aanhangig is gemaakt, te oordelen over een subsidiaire aanslag | subsidiaire à charge du même redevable et basée sur des éléments de |
ten laste van dezelfde belastingplichtige. Die aanslag is gebaseerd op | |
correcte elementen in feite en in rechte, die de instemming van beide | fait et de droit corrects et susceptibles de rencontrer l'accord des |
partijen kunnen wegdragen » (Parl. St., Kamer, 1997-1998, nr. 1341/17, pp. 52-53). | parties » (Doc. parl., Chambre, 1997-1998, n° 1341/17, pp. 52-53). |
De bedoeling van de wetgever werd als volgt uitgedrukt : | Le législateur entendait créer : |
« Met deze binnenweg wordt de procedure versneld en wordt de | « un court-circuit pour accélérer la procédure et faire en sorte que |
beslissing definitief, in het voordeel of in het nadeel van de | la décision devienne définitive, soit pour, soit contre |
administratie. [...] Met dit ' hekjessysteem ' komt men altijd sneller | l'administration. [...] Finalement, ce système de ' cliquets ' permet |
dan voorheen tot een definitieve beslissing. De subsidiaire aanslag | d'aboutir à une décision qui est toujours plus rapidement définitive |
zorgt er in feite voor dat de oorspronkelijke aanslag van de | qu'avant. Par la cotisation subsidiaire, la nullité qui affectait la |
nietigheidsgrond wordt ontdaan » (Parl. St., Senaat, 1998-1999, nr. | cotisation initiale est en quelque sorte purgée » (Doc. parl., Sénat, |
1-996/11, p. 162). | 1998-1999, n° 1-966/11, p. 162). |
Wat het beginsel van vestiging van een nieuwe aanslag betreft, werd | Sur le principe de l'établissement d'une cotisation nouvelle, il a été |
gewezen op het volgende : | insisté sur le fait que : |
« overeenkomstig het grondwettelijk beginsel dat alle burgers gelijk | « conformément au principe constitutionnel d'égalité des citoyens |
zijn inzake belastingen, [...] het [...] niet wenselijk [is] dat een | devant les charges publiques, il n'est pas souhaitable qu'un |
belastingplichtige aan elke belasting zou kunnen ontkomen alleen maar | contribuable puisse échapper à tout impôt au seul motif qu'une erreur |
omdat een procedurefout zou zijn gemaakt » (Parl. St., Kamer, | de procédure aurait été commise ». (Doc. parl., Chambre, 1997-1998, |
1997-1998, 1341/23, p. 17). | 1341/23, p. 17). |
B.4.2. De maatregel is niet zonder redelijke verantwoording. De | B.4.2. La mesure n'est pas dénuée de justification raisonnable. En vue |
wetgever heeft ter vrijwaring van de belangen van de Schatkist en van de gelijkheid van de burgers voor de belastingwet, met het oog op een efficiënte invordering van de wettelijk verschuldigde inkomstenbelasting, kunnen oordelen dat een aanslag die nietig is verklaard omdat hij niet werd gevestigd overeenkomstig een wettelijke regel, met uitzondering van een regel betreffende de verjaring, door de administratie opnieuw moest kunnen worden gevestigd. Het vestigen van een aanslag in de gevallen waarin de belasting krachtens de wet is verschuldigd, vormt immers een verplichting voor de administratie waardoor de gelijkheid van de burger voor de fiscale wet kan worden gewaarborgd. De maatregel beperkt bovendien niet op onevenredige wijze de rechten van de belastingplichtige in de inkomstenbelastingen nu de vestiging van een nieuwe aanslag uitgesloten is in de gevallen waarin de schending van de wettelijke regel betrekking heeft op de verjaringstermijn en de aanslag dient te worden gevestigd ten name van dezelfde belastingplichtige en op grond van dezelfde belastingelementen of op een gedeelte ervan. B.5.1. De verwijzende rechter vraagt het Hof of artikel 356 van het W.I.B. 1992 niet discriminerend is, in zoverre het niet van toepassing is op de belastingplichtige die het beroep waarin artikel 1385undecies van het Gerechtelijk Wetboek voorziet, heeft ingesteld bij | de sauvegarder les intérêts du Trésor et de garantir l'égalité des citoyens devant la loi fiscale, dans le but d'assurer un recouvrement efficace de l'impôt sur les revenus légalement dû, le législateur a pu estimer que l'administration devait pouvoir établir à nouveau une cotisation annulée du fait qu'elle n'avait pas été établie conformément à une règle légale, à l'exception d'une règle relative à la prescription. En effet, l'établissement d'une cotisation, dans les cas où l'impôt est dû conformément à la loi, constitue, dans le chef de l'administration, une obligation qui doit permettre de garantir l'égalité du citoyen devant la loi fiscale. De surcroît, la mesure ne limite pas de manière disproportionnée les droits du contribuable à l'impôt sur les revenus, dès lors que l'établissement d'une nouvelle cotisation est exclu lorsque la violation de la règle légale concerne le délai de prescription et que la cotisation doit être établie au nom du même contribuable et en raison de tout ou partie des mêmes éléments d'imposition. B.5.1. Le juge a quo demande à la Cour si l'article 356 du C.I.R. 1992 n'est pas discriminatoire en ce qu'il n'est pas applicable au contribuable qui a introduit le recours prévu par l'article |
ontstentenis van een beslissing van de directeur van de belastingen. | 1385undecies du Code judiciaire en l'absence de décision directoriale. |
B.5.2. De ongelijke behandeling van die twee categorieën van | B.5.2. La disparité de traitement entre ces deux catégories de |
belastingplichtigen kan onverantwoord lijken. Daaruit kan echter niet | contribuables peut paraître injustifiée. Mais il ne pourrait en être |
worden afgeleid dat artikel 356, dat vanwege de hierboven aangegeven | déduit que l'article 356, qui est justifié par les raisons exprimées |
redenen verantwoord is, discriminerend zou zijn. Het komt de wetgever | ci-avant, serait discriminatoire. C'est au législateur qu'il |
toe te beslissen of de maatregel waarin is voorzien wanneer een | appartient de décider si la mesure prévue lorsqu'un contribuable |
belastingplichtige op grond van artikel 1385decies van het | introduit un recours fondé sur l'article 1385decies du Code judiciaire |
Gerechtelijk Wetboek beroep instelt, moet worden uitgebreid tot de | doit être étendue à celui qui introduit le recours fondé sur l'article |
belastingplichtige die op grond van artikel 1385undecies beroep | |
aantekent. | 1385undecies. |
B.6. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | B.6. La question préjudicielle appelle une réponse négative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
Artikel 356 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 schendt | L'article 356 du Code des impôts sur les revenus 1992 ne viole pas les |
de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. | articles 10 et 11 de la Constitution. |
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 8 maart 2005. | la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 8 mars 2005. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
De voorzitter, | Le président, |
M. Melchior. | M. Melchior. |