← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 153/2004 van 15 september 2004 Rolnummer 2902 In zake
: de prejudiciële vraag over artikel 1384, tweede en vijfde lid, van het Burgerlijk Wetboek, junctis
de artikelen 48, 51, 55 en 77 van de wet van 8 april 1965 Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior
en A. Arts, en de rechters P. Mart(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 153/2004 van 15 september 2004 Rolnummer 2902 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 1384, tweede en vijfde lid, van het Burgerlijk Wetboek, junctis de artikelen 48, 51, 55 en 77 van de wet van 8 april 1965 Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Mart(...) | Extrait de l'arrêt n° 153/2004 du 15 septembre 2004 Numéro du rôle : 2902 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 1384, alinéas 2 et 5, du Code civil, combinés avec les articles 48, 51, 55 et 77 de la loi du 8 avril 1965 r La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. Martens, M.(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Uittreksel uit arrest nr. 153/2004 van 15 september 2004 | Extrait de l'arrêt n° 153/2004 du 15 septembre 2004 |
Rolnummer 2902 | Numéro du rôle : 2902 |
In zake : de prejudiciële vraag over artikel 1384, tweede en vijfde | En cause : la question préjudicielle concernant l'article 1384, |
lid, van het Burgerlijk Wetboek, junctis de artikelen 48, 51, 55 en 77 | alinéas 2 et 5, du Code civil, combinés avec les articles 48, 51, 55 |
van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, gesteld | et 77 de la loi du 8 avril 1965 relative à la protection de la |
door het Hof van Beroep te Luik. | jeunesse, posée par la Cour d'appel de Liège. |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters | composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. |
P. Martens, M. Bossuyt, A. Alen en J.-P. Moerman, en, overeenkomstig | Martens, M. Bossuyt, A. Alen et J.-P. Moerman, et, conformément à |
artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 janu ari 1989 op het | l'article 60bis de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour |
Arbitragehof, emeritus rechter L. François, bijgestaan door de | d'arbitrage, du juge émérite L. François, assistée du greffier L. |
griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, | Potoms, présidée par le président M. Melchior, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
Bij arrest van 29 januari 2004 in zake OMOB (thans Ethias) tegen N. | Par arrêt du 29 janvier 2004 en cause de la SMAP (actuellement Ethias) |
Zinzen en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het | contre N. Zinzen et autres, dont l'expédition est parvenue au greffe |
Arbitragehof is ingekomen op 2 februari 2004, heeft het Hof van Beroep | de la Cour d'arbitrage le 2 février 2004, la Cour d'appel de Liège a |
te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : | posé la question préjudicielle suivante : |
« Leidt de combinatie van, enerzijds, artikel 1384, tweede en vijfde | « La conjonction d'une part de l'article 1384, alinéas 2 et 5, du Code |
lid, van het Burgerlijk Wetboek, dat voorziet in een weerlegbaar | |
vermoeden van aansprakelijkheid van een ouder, dat berust op diens | civil, stipulant une présomption réfragable de responsabilité dans le |
plicht van opvoeding van het minderjarige kind, met, anderzijds, de | chef d'un parent, reposant sur son devoir d'éducation de l'enfant |
artikelen 48, 51, 55 en 77 van de wet van 8 april 1965 betreffende de | mineur et d'autre part des articles 48, 51, 55 et 77, de la loi du 8 |
jeugdbescherming | |
- tot een verbreking van de gelijkheid van de middelen van | avril 1965 sur la protection de la jeunesse |
verdediging, in de zin van artikel 10 van de Grondwet, in zoverre de | - rompt-elle l'égalité des moyens de défense, au sens de l'article 10 |
de la Constitution, en ce que la partie civile jouit d'une présomption | |
burgerlijke partij een vermoeden iuris tantum geniet ten aanzien van | juris tantum contre le parent qui ne dispose d'aucun moyen pour la |
de ouder die over geen enkel middel beschikt om het om te keren ? | renverser ? |
- tot een discriminatie, wat de omkering van het vermoeden van | - établit-elle une discrimination, à propos du renversement de la |
aansprakelijkheid betreft, tussen, enerzijds, de ouder die, buiten het | présomption de responsabilité, entre d'une part le parent qui, en |
bestaan van een dossier inzake jeugdbescherming met betrekking tot het | dehors de l'existence d'un dossier protectionnel en cause de l'enfant |
minderjarige kind, beschikt over een burgerrechtelijk onderzoek | mineur, dispose d'une enquête civile ayant pour objet les mêmes faits |
betreffende dezelfde feiten als die welke een dossier inzake | que ceux susceptibles d'être contenus dans un dossier protectionnel et |
jeugdbescherming kan bevatten, en dat onderzoek in het geding kan | |
voorleggen en, anderzijds, de ouder wiens kind het voorwerp heeft | peut la produire à la cause et d'autre part le parent dont l'enfant a |
uitgemaakt van een dossier inzake jeugdbescherming dat hij niet in de | fait l'objet d'un dossier protectionnel qu'il ne peut pas produire aux |
debatten kan voorleggen ? | débats ? |
- tot een onevenredigheid tussen, enerzijds, de interpretatie van de | - n'entraîne-t-elle pas une disproportion entre d'une part |
artikelen 48, 51, 55 en 77 van de wet van 8 april 1965, in die zin | l'interprétation des articles 48, 51, 55 et 77, de la loi du 8 avril |
geïnterpreteerd dat de aansprakelijk geachte ouder wordt verboden | 1965 entendue de telle manière que le parent présumé responsable se |
toegang te hebben tot de dossiers inzake jeugdbescherming en die voor | voit interdire l'accès aux dossiers protectionnels et leur production |
te leggen, voorlegging die het hem mogelijk zou maken zijn goede | qui lui permettraient d'établir sa bonne éducation et d'autre part le |
opvoeding aan te tonen, en, anderzijds, het door de wetgever | |
nagestreefde doel ? » | but poursuivi par le législateur ? » |
Op 18 februari 2004 hebben de rechters-verslaggevers L. François en M. | Le 18 février 2004, en application de l'article 72, alinéa 1er, de la |
Bossuyt, met toepassing van artikel 72, eerste lid, van de bijzondere | |
wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, het Hof ervan in kennis | loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, les |
gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht voor te stellen | juges-rapporteurs L. François et M. Bossuyt ont informé la Cour qu'ils |
een arrest van onmiddellijk antwoord te wijzen. | pourraient être amenés à proposer de rendre un arrêt de réponse immédiate. |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1.1. De prejudiciële vraag heeft met name betrekking op de artikelen | B.1.1. La question préjudicielle porte notamment sur les articles 48, |
48, 51, 55 en 77 van de wet van 8 april 1965 betreffende de | 51, 55 et 77 de la loi du 8 avril 1965 relative à la protection de la |
jeugdbescherming, die bepalen : | jeunesse qui disposent : |
« Art. 48.§ 1. In de rechtsplegingen bedoeld in titel II, hoofdstuk |
« Art. 48.§ 1er. Dans les procédures visées au titre II, chapitre |
III, eerste afdeling, maakt iedere ouder of persoon die een jongere onder zijn bewaring heeft, het voorwerp uit van een onderscheiden rechtspleging. Die rechtsplegingen kunnen alleen tijdens de voorbereidende rechtspleging met andere rechtsplegingen worden samengevoegd. De stukken welke gegevens bevatten betreffende elk van de ouders of personen die de betrokkene onder hun bewaring hebben, moeten gescheiden blijven van de andere procedurestukken. Zij mogen niet aan de andere partijen worden medegedeeld. Tijdens de duur van de voorbereidende rechtspleging kan het openbaar ministerie de mededeling van deze stukken aan de partijen weigeren, indien het oordeelt dat deze mededeling de belangen van de betrokken | III, section 1, chaque parent ou personne ayant la garde d'un jeune fait l'objet d'une procédure distincte. Ces procédures ne peuvent être jointes à d'autres procédures que pendant la procédure préparatoire. Les pièces contenant des informations relatives à chacun des parents ou personnes ayant la garde de l'intéressé doivent être séparées des autres pièces de la procédure. Elles ne peuvent être communiquées aux autres parties. Pendant la durée de la procédure préparatoire, le ministère public peut refuser la communication de ces pièces aux parties, s'il juge que cette communication serait de nature à nuire aux intérêts des |
personen kan schaden. | personnes concernées. |
§ 2. Indien in de rechtsplegingen bedoeld in titel II, hoofdstuk III, | § 2. Dans les procédures visées au titre II, chapitre III, section 2, |
afdeling 2, het feit gepleegd door de persoon beneden de achttien jaar | lorsque le fait qu'aurait commis la personne de moins de dix-huit ans |
samenhangt met een misdrijf dat begaan zou zijn door een of meer | et connexe à une infraction qu'auraient commise une ou plusieurs |
personen die niet aan de rechtsmacht van de jeugdrechtbank zijn | personnes non justiciables du tribunal de la jeunesse, les poursuites |
onderworpen, worden de vervolgingen gesplitst zodra zulks zonder | sont disjointes dès que la disjonction peut avoir lieu sans nuire à |
nadeel voor het vooronderzoek of voor het gerechtelijk onderzoek kan | l'information ou à l'instruction. |
geschieden. De vervolgingen kunnen worden samengevoegd indien de jeugdrechtbank | Les poursuites peuvent être jointes si le tribunal de la jeunesse |
overeenkomstig artikel 38 de zaak uit handen heeft gegeven. » | s'est dessaisi conformément à l'article 38. » |
« Art. 51.Wanneer de zaak eenmaal aanhangig is bij de jeugdrechtbank, |
« Art. 51.Le tribunal de la jeunesse, une fois saisi, peut en tout |
kan deze te allen tijde de betrokkene, de ouders, de voogden, degenen | temps convoquer l'intéressé, les parents, tuteurs, personnes qui en |
die hem onder hun bewaring hebben, evenals iedere andere persoon | ont la garde, ainsi que toute autre personne, sans préjudice de |
oproepen, onverminderd artikel 458 van het Strafwetboek, artikel 156 | l'article 458 du Code pénal, de l'article 156 du Code d'instruction |
van het Wetboek van strafvordering en artikel 931 van het Gerechtelijk Wetboek. | criminelle et de l'article 931 du Code judiciaire. |
In de aangelegenheden bedoeld in de artikelen 145, 148, 302, 361, § 3, | Dans les matières prévues aux articles 145, 148, 302, 361, § 3, 367, § |
367, § 7, laatste lid, 373, 374, 375, 376, 377, 379, en 477 van het | 7, dernier alinéa, 373, 374, 375, 376, 377, 379, et 477 du Code civil, |
Burgerlijk Wetboek, worden de vader, de moeder en eventueel de persoon | |
aan wie de bewaring van het kind is toevertrouwd, voor de rechtbank | les père et mère et éventuellement la personne à qui la garde de |
opgeroepen door de griffier. In de aangelegenheden bedoeld in de | l'enfant a été confiée, sont convoqués devant le tribunal par le |
artikelen 485 van het Burgerlijk Wetboek, 43, 45, 46 en 46bis van de | greffier. Dans les matières prévues aux articles 485 du Code civil, |
wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten, gewijzigd bij de wet | 43, 45, 46 et 46bis de la loi du 3 juillet 1978 sur les contrats de |
van 30 maart 1981, worden de verzoeker, de vader, de moeder of de | travail, modifiée par la loi du 30 mars 1981, le requérant, les père, |
voogd en de minderjarige voor de rechtbank opgeroepen door de | mère ou tuteur et le mineur sont convoqués devant le tribunal par le |
griffier; bij de oproeping van degene of degenen van hen die geen | greffier; une copie conforme de la demande est jointe à la convocation |
verzoek heeft of hebben ingediend, wordt een gelijkluidend afschrift | adressée à celui ou ceux d'entre eux qui n'ont pas présenté requête. |
van de vordering gevoegd. | |
Indien, in de andere aangelegenheden, de minderjarige of de personen | Dans les autres matières, si, sur l'invitation à comparaître, le |
die de minderjarige onder hun bewaring hebben, op de oproeping niet | mineur ou les personnes qui ont la garde du mineur ne comparaissent |
verschijnen en deze personen dit niet kunnen rechtvaardigen, kunnen | pas et que ces personnes ne puissent justifier la non-comparution |
zij door de jeugdrechtbank veroordeeld worden tot geldboete van één | elles peuvent être condamnées, par le tribunal de la jeunesse, à une |
tot vijfentwintig frank en tot gevangenisstraf van één tot zeven | amende d'un à vingt-cinq francs et à un emprisonnement d'un à sept |
dagen, of tot een van die straffen alleen. » | jours, ou à l'une de ces peines seulement. » |
« Art. 55.Wanneer een zaak als bedoeld in titel II, hoofdstuk III, |
« Art. 55.Lorsqu'une affaire visée au titre II, chapitre III, est |
bij de jeugdrechtbank aanhangig is gemaakt, wordt aan de partijen en | portée devant le tribunal de la jeunesse, les parties et leur avocat |
aan hun advocaat kennis gegeven van de neerlegging van het dossier ter griffie waar ze er vanaf het ogenblik van de betekening van de dagvaarding inzage kunnen van nemen. De partijen en hun advocaat kunnen eveneens kennis nemen van het dossier wanneer het openbaar ministerie het opleggen van een maatregel bedoeld in de artikelen 52 en 53 vordert, alsmede gedurende de termijn voor het instellen van hoger beroep tegen de beschikkingen waarbij zulke maatregelen worden opgelegd. De stukken die betrekking hebben op de persoonlijkheid van de betrokkene en op het milieu waarin hij leeft, mogen echter noch aan hem noch aan de burgerlijke partij medegedeeld worden. Het volledig dossier, die stukken inbegrepen, moet ter beschikking gesteld worden | sont informés du dépôt au greffe du dossier dont ils peuvent prendre connaissance à partir de la notification de la citation. Les parties et leur avocat peuvent également prendre connaissance du dossier lorsque le ministère public requiert une mesure visée aux articles 52 et 53, ainsi que durant le délai d'appel des ordonnances imposant de telles mesures. Toutefois, les pièces concernant la personnalité de l'intéressé et le milieu où il vit ne peuvent être communiquées ni à l'intéressé ni à la partie civile. Le dossier complet, y compris ces pièces, doit être mis |
van de advocaat van de betrokkene wanneer deze laatste partij is in | à la disposition de l'avocat de l'intéressé lorsque ce dernier est |
het geding. » | partie au procès. » |
« Art. 77.Elke persoon die, in welke hoedanigheid ook, zijn |
« Art. 77.Toute personne qui, à quelque titre que ce soit, apporte |
medewerking verleent aan de toepassing van deze wet, staat daardoor in | son concours à l'application de la présente loi est, de ce fait, |
voor de geheimhouding van de feiten die hem in de uitoefening van zijn | dépositaire des secrets qui lui sont confies dans l'exercice de sa |
opdracht worden toevertrouwd en die hiermede verband houden. | mission et qui se rapportent à celle-ci. |
Artikel 458 van het Strafwetboek is op hen van toepassing. » | L'article 458 du Code pénal lui est applicable. » |
B.1.2. Artikel 1384 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt : « Men is aansprakelijk niet alleen voor de schade welke men veroorzaakt door zijn eigen daad maar ook voor die welke veroorzaakt wordt door de daad van personen voor wie men moet instaan, of van zaken die men onder zijn bewaring heeft. De vader en de moeder zijn aansprakelijk voor de schade veroorzaakt door hun minderjarige kinderen. De meesters en zij die anderen aanstellen, voor de schade door hun dienstboden en aangestelden veroorzaakt in de bediening waartoe zij hen gebezigd hebben. De onderwijzers en de ambachtslieden, voor de schade door hun leerlingen en leerjongens veroorzaakt gedurende de tijd dat deze onder hun toezicht staan. De hierboven geregelde aansprakelijkheid houdt op, indien de ouders, onderwijzers en ambachtslieden bewijzen dat zij de daad welke tot die aansprakelijkheid aanleiding geeft, niet hebben kunnen beletten. » B.2. De prejudiciële vraag heeft betrekking op het verschil in behandeling ten aanzien van de rechten van verdediging dat de in het geding zijnde bepalingen teweegbrengen onder de ouders die | B.1.2. L'article 1384 du Code civil dispose : « On est responsable non seulement du dommage que l'on cause par son propre fait, mais encore de celui qui est causé par le fait des personnes dont on doit répondre, ou des choses que l'on a sous sa garde. Le père et la mère sont responsables du dommage causé par leurs enfants mineurs. Les maîtres et les commettants, du dommage causé par leurs domestiques et préposés dans les fonctions auxquelles ils les ont employés. Les instituteurs et les artisans, du dommage causé par leurs élèves et apprentis pendant le temps qu'ils sont sous leur surveillance. La responsabilité ci-dessus a lieu, à moins que les père et mère, instituteurs et artisans, ne prouvent qu'ils n'ont pu empêcher le fait qui donne lieu à cette responsabilité. » B.2. La question préjudicielle porte sur la différence de traitement quant aux droits de défense que les dispositions en cause créent entre des parents dont la responsabilité civile est engagée sur la base de |
burgerrechtelijk aansprakelijk zijn op grond van artikel 1384, tweede | l'article 1384, alinéas 2 et 5, du Code civil suivant que leur enfant |
en vijfde lid, van het Burgerlijk Wetboek, naargelang ten aanzien van | a ou non fait l'objet de mesures de protection de la jeunesse en |
hun kind al dan niet jeugdbeschermingsmaatregelen zijn genomen met | relation avec les faits pour lesquels leur responsabilité civile est |
betrekking tot de feiten waarvoor zij burgerrechtelijk aansprakelijk | |
zijn : in het eerste geval kan de ouder, volgens artikel 55, derde | engagée : dans le premier cas, le parent ne peut, selon l'article 55, |
lid, van de wet van 8 april 1965, geen toegang hebben tot de elementen | alinéa 3, de la loi du 8 avril 1965, avoir accès à des éléments du |
van het dossier die het hem in voorkomend geval mogelijk zouden maken | dossier qui lui permettraient, le cas échéant, de renverser la |
het vermoeden iuris tantum dat krachtens het voormelde artikel 1384, | présomption juris tantum mise à sa charge par l'article 1384, alinéas |
tweede en vijfde lid, op hem rust, om te keren; in het tweede geval | 2 et 5, précité; dans le second cas, il aurait accès aux éléments |
zou hij toegang hebben tot de elementen van een onderzoek van gemeen | d'une enquête de droit commun. |
recht. B.3. Er zij opgemerkt dat, aangezien de vraag betrekking heeft op de | B.3. Il y a lieu d'observer que, comme la question porte sur la |
combinatie van artikel 1384, tweede en vijfde lid, van het Burgerlijk | conjonction de l'article 1384, alinéas 2 et 5, du Code civil et de |
Wetboek en bepalingen van de wet betreffende de jeugdbescherming, de | dispositions de la loi sur la protection de la jeunesse, le constat |
vaststelling van een discriminatie niet alleen die laatste bepalingen, | d'une discrimination remettrait en cause, non seulement ces dernières |
maar ook het vermoeden van artikel 1384, dat de wetgever als | dispositions, mais aussi la présomption de l'article 1384, que le |
weerlegbaar heeft opgevat, opnieuw in het geding zou brengen. | législateur a conçue comme réfragable. |
B.4. In tegenstelling tot wat de c.v. P&V Verzekeringen in haar | B.4. Contrairement à ce que soutient la s.c. P&V Assurances dans son |
memorie met verantwoording aanvoert, hebben de prejudiciële vraag | mémoire justificatif, la question préjudicielle à laquelle répond |
waarop het arrest nr. 45/2002 antwoordt en de door de verwijzende | l'arrêt n° 45/2002 et la question préjudicielle posée par le juge a |
rechter gestelde prejudiciële vraag geen betrekking op klaarblijkelijk | quo ne portent pas sur des situations manifestement différentes car |
verschillende situaties, aangezien beide betrekking hebben op de | l'une et l'autre portent sur la comparaison entre des personnes |
vergelijking tussen burgerrechtelijk aansprakelijke personen die geen | civilement responsables qui ne peuvent se fonder sur des éléments du |
elementen van het dossier betreffende de minderjarige kunnen aanvoeren | dossier concernant le mineur lorsqu'elles ont à défendre des intérêts |
wanneer zij materiële belangen moeten verdedigen, en burgerrechtelijk | matériels et des personnes civilement responsables qui, dans d'autres |
aansprakelijke personen die, in andere rechtsgedingen, zonder | |
dergelijke beperkingen kunnen handelen. In dat arrest heeft het Hof | procédures, peuvent agir sans se heurter à de telles limitations. En |
immers gezegd : | effet, dans cet arrêt, la Cour a dit : |
« B.3. Uit de parlementaire voorbereiding van de wet volgt dat de | « B.3. Il résulte des travaux préparatoires de la loi que le |
wetgever, met het oog op ' het bijzondere karakter van de | législateur a, compte tenu du ' caractère particulier de la |
rechtspleging voor minderjarigen ', bepalingen heeft aangenomen die | juridiction des mineurs ', édicté des dispositions dérogatoires à la |
afwijken van het gemeen burgerlijk en strafprocesrecht, onder meer om | procédure civile ou correctionnelle de droit commun, notamment pour ' |
' te voorkomen dat gegevens over de persoonlijkheid in handen vallen | éviter la communication des éléments relatifs à la personnalité à des |
van derden, door het dossier in twee te verdelen : een deel met | tiers, en assurant la subdivision des dossiers en deux parties, l'une |
betrekking tot de feiten en de rechtspleging; een tweede deel met | relative aux faits et à la procédure, l'autre relative à la |
betrekking tot de persoonlijkheid en het sociale milieu. Mededeling | personnalité et au milieu social; la communication de cette seconde |
van het tweede deel aan derden of aan de burgerlijke partij is | partie à des tiers ou à la partie civile est interdite ' (Doc. parl., |
verboden ' (Parl. St., Kamer, 1963-1964, nr. 637/7, p. 9). Die | Chambre, 1963-1964, n° 637/7, p. 9). Ce souci de protéger les mineurs |
bezorgdheid om de minderjarigen te beschermen en hun privé-leven te | et de respecter leur vie privée, fût-ce au détriment de certains |
eerbiedigen, zij het ten nadele van bepaalde belangen, is nogmaals tot | |
uiting gekomen bij de wijziging van artikel 55 van de wet van 8 april | intérêts, s'est encore exprimé lors de la modification de l'article 55 |
1965 door de wet van 2 februari 1994 (Parl. St., Kamer, B.Z., | de la loi du 8 avril 1965 par la loi du 2 février 1994 (Doc. parl., |
1991-1992, nr. 532/9, p. 15, en Senaat, 1992-1993, nr. 633-2, p. 91) : ' De Minister herinnert eraan dat het gaat om vertrouwelijke inlichtingen over de minderjarige, terwijl de burgerlijke partij alleen materiële belangen verdedigt. De burgerlijke partij heeft geen belang bij dergelijke mededeling. Wat de minderjarige zelf betreft, is het zo dat bijvoorbeeld het psycho-medisch verslag inlichtingen zou kunnen bevatten die hem een trauma zouden kunnen bezorgen. In geval van uithandengeving wordt het persoonlijkheidsdossier zelfs niet aan de strafrechter bezorgd. Er wordt hieraan toegevoegd dat het dikwijls gebeurt dat het resultaat van medische of psychiatrische deskundige onderzoeken aan de partijen niet wordt medegedeeld. ' (Parl. St., Senaat, 1992-1993, nr. 633-2, pp. 91 en 92) | Chambre, S.E., 1991-1992, n° 532/9, p. 15, et Sénat, 1992-1993, n° 633-2, p. 91) : ' Le ministre rappelle qu'il s'agit d'informations confidentielles concernant le mineur, alors que la partie civile défend uniquement des intérêts matériels. Elle n'est pas intéressée par la communication de ces pièces. Du point de vue du mineur lui-même, il se pourrait que, par exemple, le rapport psycho-médical contienne des informations qui pourraient le traumatiser. Dans le cas d'un dessaisissement, le dossier de personnalité n'est même pas transmis au juge pénal. De plus, il arrive souvent que des enquêtes d'experts médicaux ou psychiatriques ne soient pas communiquées aux parties. ' (Doc. parl., Sénat, 1992-1993, n° 633-2, pp. 91-92) |
[...] | [...] |
B.4. De algemene economie van de wet van 8 april 1965 verantwoordt dat | B.4. L'économie générale de la loi du 8 avril 1965 justifie que le |
het persoonlijkheidsdossier van de minderjarige, dat in de eerste | dossier de personnalité du mineur, qui est avant tout établi pour que |
plaats wordt opgesteld opdat de jeugdrechtbank de maatregel neemt die | le tribunal de la jeunesse prenne la mesure la plus adaptée au mineur |
het meest aangepast is aan de betrokken minderjarige, niet zou worden | concerné, ne soit pas communiqué à une partie qui défend des intérêts |
medegedeeld aan een partij die materiële belangen verdedigt of | matériels ou des intérêts opposés à ceux du mineur. Ceci justifie le |
belangen die strijdig zijn met die van de minderjarige. Zulks | |
verantwoordt dat de ouders van de minderjarige de mededeling van | fait que les parents du mineur puissent obtenir la communication de |
stukken van het dossier kunnen verkrijgen voor de jeugdrechtbank, | pièces du dossier devant le tribunal de la jeunesse lorsqu'ils sont |
wanneer zij betrokken worden bij de keuze van de maatregelen die de | |
rechter ten aanzien van de minderjarige moet nemen, terwijl zij | associés au choix par le juge des mesures à prendre à l'égard du |
daarentegen die stukken niet kunnen aanvoeren om te vragen dat zij | mineur mais ne puissent en revanche invoquer ces pièces pour demander |
zouden worden vrijgesteld van de aansprakelijkheid die hun krachtens | à être exonérés de la responsabilité mise à leur charge par l'article |
artikel 1384 van het Burgerlijk Wetboek ten laste wordt gelegd. | 1384 du Code civil. |
Het zou strijdig zijn met de algemene economie van de wet en met het | Il serait contraire à l'économie générale de la loi et au principe du |
beginsel van de tegenspraak dat de mededeling van het | contradictoire de permettre la communication du dossier de |
persoonlijkheidsdossier aan de burgerrechtelijk aansprakelijken wordt | personnalité aux civilement responsables alors que cette communication |
toegestaan, terwijl die mededeling niet kan worden gedaan aan de | ne peut être faite au mineur lui-même, à la partie civile et au |
minderjarige zelf, aan de burgerlijke partij en aan de correctionele | |
rechtbank. | tribunal correctionnel. |
B.5. De maatregel zou onevenredig zijn met het nagestreefde doel mocht | B.5. La mesure serait disproportionnée au but poursuivi si elle |
hij aan diegene van wie artikel 1384 van het Burgerlijk Wetboek tot | interdisait à ceux dont l'article 1384 du Code civil présume la |
bewijs van het tegendeel aanneemt dat zij burgerlijk aansprakelijk | responsabilité jusqu'à preuve contraire, d'invoquer des éléments |
zijn, verbieden elementen betreffende de persoon van de minderjarige | |
of het milieu waarin hij leeft aan te voeren, terwijl dergelijke | relatifs à la personne du mineur ou concernant le milieu où il vit, |
elementen onontbeerlijk zouden zijn voor de verdediging van de | alors même que de tels éléments seraient indispensables à la défense |
belangen van die partijen. Dat is evenwel niet de draagwijdte van de | des intérêts de ces parties. Telle n'est cependant pas la portée de la |
in het geding zijnde bepaling. Zij belet alleen dat, ten behoeve van | disposition litigieuse. Elle empêche seulement d'exploiter, pour les |
de verdediging van die partijen, gebruik wordt gemaakt van stukken die | besoins de la défense de ces parties, des pièces concernant de tels |
op dergelijke elementen betrekking hebben maar met andere oogmerken | éléments mais qui ont été recueillies à d'autres fins, dans le cadre |
werden ingewonnen, in het kader van een van de gewone regels van de | d'une procédure dérogatoire aux règles ordinaires de la procédure |
strafrechtspleging of van de burgerlijke rechtspleging afwijkende | pénale ou de la procédure civile et qui vise à la protection du |
procedure, die de bescherming van de minderjarige beoogt. Zij verbiedt | mineur. Elle n'interdit pas à ces parties de tirer argument de la |
die partijen niet om, bij wege van de gemeenrechtelijke bewijsvoering, | |
argumenten te halen uit de persoonlijkheid van de minderjarige of zijn | personnalité du mineur ou de son milieu en utilisant les modes de |
milieu. » | preuve du droit commun. » |
B.5. De in de onderhavige zaak gestelde prejudiciële vraag dient, om | B.5. La question préjudicielle posée dans la présente affaire appelle, |
dezelfde motieven, op dezelfde manier te worden beantwoord als de | pour les mêmes motifs, la même réponse que celle donnée à la question |
vraag die heeft geleid tot het arrest nr. 45/2002. De overwegingen van | faisant l'objet de l'arrêt n° 45/2002. Les considérations de la partie |
de partij c.v. P&V Verzekeringen betreffende de bewijsvoeringen van | s.c. P&V Assurances relatives aux modes de preuve de droit commun, |
gemeen recht in het Gerechtelijk Wetboek, waarnaar het arrest nr. | |
45/2002 verwijst en volgens welke die bewijsvoeringen ondoeltreffend | prévus par le Code judiciaire, auxquels l'arrêt n° 45/2002 fait |
zouden zijn wanneer, zoals te dezen, alleen het | référence et selon lesquelles ces modes de preuve seraient inefficaces |
jeugdbeschermingsdossier het mogelijk zou maken de aanspraken van de | lorsque, comme en l'espèce, seul le dossier de protection de la |
partijen aan te tonen, zouden het Hof niet ertoe kunnen brengen de in | jeunesse permettrait d'établir les prétentions des parties, ne |
het geding zijnde bepalingen af te keuren : louter het gegeven dat dit | sauraient conduire la Cour à censurer les dispositions en cause : la |
dossier bewijselementen zou bevatten, maakt het immers niet mogelijk | |
ervan uit te gaan dat de verklaringen van de partijen alleen aan de | simple circonstance que des éléments de preuve figureraient dans ce |
hand van dat dossier zouden kunnen worden aangetoond, aangezien die | dossier ne permet en effet pas de considérer que seul ledit dossier |
partijen ook, zelf en zoals iedere andere rechtzoekende wiens | permettrait d'établir les prétentions des parties puisque celles-ci |
aansprakelijkheid in het geding zou worden gebracht op grond van | peuvent aussi, par elles-mêmes et comme tout autre justiciable dont la |
artikel 1384, tweede en vijfde lid, van het Burgerlijk Wetboek, de | responsabilité serait mise en cause sur la base de l'article 1384, |
bewijselementen kunnen verenigen, ongeacht of die al dan niet reeds | alinéas 2 et 5, du Code civil, rassembler les éléments de preuve, |
voorkomen in het jeugdbeschermingsdossier. Zij zullen weliswaar niet | |
kunnen steunen op elementen die, zoals het medisch-psychologisch | qu'ils soient ou non déjà compris parmi ceux figurant dans le dossier |
verslag of de getuigenis van ambtenaren van de diensten inzake | de protection de la jeunesse. Elles ne pourront certes se fonder sur |
jeugdbescherming, alleen werden verzameld omdat beschermende | des éléments qui, tels le rapport psycho-médical ou le témoignage de |
maatregelen werden overwogen; maar de burgerrechtelijk aansprakelijke | agents des services de la protection de la jeunesse, ne sont |
partij in staat stellen dergelijke elementen aan te wenden, zou niet | rassemblés que parce que des mesures de protection sont envisagées; |
alleen inhouden dat die kunnen worden aangewend voor andere doeleinden | mais permettre à la partie civilement responsable d'utiliser de tels |
dan die waarvoor zij werden ingewonnen (zoals dat hiervoor is | éléments impliquerait non seulement que ceux-ci puissent être utilisés |
uiteengezet), maar zou een moeilijk te verantwoorden verschil in | à une autre fin que celle pour laquelle ils ont été établis (ainsi que |
behandeling invoeren onder de personen wier burgerrechtelijke | cela a été exposé plus haut) mais créerait une différence de |
aansprakelijkheid in het geding zou worden gebracht op grond van | traitement difficilement justifiable entre les personnes dont la |
artikel 1384, tweede en vijfde lid, van het Burgerlijk Wetboek | responsabilité civile serait mise en cause sur la base de l'article |
naargelang ten aanzien van de betrokken minderjarige al dan niet | 1384, alinéas 2 et 5, du Code civil suivant que le mineur en cause |
jeugdbeschermingsmaatregelen zouden zijn genomen; de mogelijkheid om | aurait ou non fait l'objet de mesures de protection de la jeunesse, la |
de elementen van een jeugdbeschermingsdossier aan te wenden, vormt in | possibilité d'utiliser les éléments d'un dossier de protection de la |
het eerste geval een onbetwistbaar voordeel. | jeunesse constituant dans le premier cas un avantage certain. |
B.6. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | B.6. La question préjudicielle appelle une réponse négative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
De artikelen 48, 51, 55 en 77 van de wet van 8 april 1965 betreffende | Les articles 48, 51, 55 et 77 de la loi du 8 avril 1965 relative à la |
de jeugdbescherming en artikel 1384, tweede en vijfde lid, van het | protection de la jeunesse et l'article 1384, alinéas 2 et 5, du Code |
Burgerlijk Wetboek schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet | civil ne violent pas les articles 10 et 11 de la Constitution en ce |
niet, in zoverre zij de vader en de moeder die in de hoedanigheid van | qu'ils refusent aux père et mère cités en qualité de civilement |
voor de minderjarige burgerrechtelijk aansprakelijken worden | responsables du mineur le droit de consulter et d'invoquer en termes |
gedagvaard, het recht ontzeggen de dossiers die krachtens de | de défense les dossiers établis en vertu des dispositions de cette loi |
bepalingen van die wet als jeugdbeschermingsmaatregelen zijn | |
opgesteld, te raadplegen en ter verdediging aan te voeren. | au titre de mesures de protection de la jeunesse. |
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 15 september 2004. | la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 15 septembre 2004. |
De griffier, | Le greffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
De voorzitter, | Le président, |
M. Melchior. | M. Melchior. |