← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 120/2004 van 30 juni 2004 Rolnummer 2806 In zake : de
prejudiciële vraag betreffende artikel 418, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door
het Hof van Cassatie. Het Arbitragehof, samenges wijst na beraad
het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging"
Uittreksel uit arrest nr. 120/2004 van 30 juni 2004 Rolnummer 2806 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 418, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Arbitragehof, samenges wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | Extrait de l'arrêt n° 120/2004 du 30 juin 2004 Numéro du rôle : 2806 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 418, alinéa 1 er , du Code d'instruction criminelle, posée par la Cour de cassation. La Cour d'arbitr composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. Martens, R. Henneuse, E. De Groot, (...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Uittreksel uit arrest nr. 120/2004 van 30 juni 2004 | Extrait de l'arrêt n° 120/2004 du 30 juin 2004 |
Rolnummer 2806 | Numéro du rôle : 2806 |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 418, eerste lid, | En cause : la question préjudicielle relative à l'article 418, alinéa |
van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Cassatie. | 1er, du Code d'instruction criminelle, posée par la Cour de cassation. |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters | composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. |
P. Martens, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen en J.-P. Snappe, | Martens, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen et J.-P. Snappe, |
bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van | assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. |
voorzitter A. Arts, | Arts, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
Bij arrest van 30 september 2003 in zake K. Heyde en V. Heyde tegen J. | Par arrêt du 30 septembre 2003 en cause de K. Heyde et V. Heyde contre |
Heyde, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is | J. Heyde, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour |
ingekomen op 22 oktober 2003, heeft het Hof van Cassatie de volgende | d'arbitrage le 22 octobre 2003, la Cour de cassation a posé la |
prejudiciële vraag gesteld : | question préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 418, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, | « L'article 418, alinéa 1er, du Code d'instruction criminelle, lu en |
in samenhang gelezen met artikel 420bis van datzelfde Wetboek, de | combinaison avec l'article 420bis du même Code, viole-t-il les |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre zij aan de burgerlijke | articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il impose à la partie |
partij de verplichting oplegt om binnen de termijn bedoeld in | |
voornoemd artikel 420bis over te gaan tot betekening van de | civile l'obligation de procéder, dans le délai visé à l'article 420bis |
voorziening in cassatie aan de partij tegen wie deze is gericht en | précité, à la notification du pourvoi en cassation à la partie contre |
neerlegging van de stukken waaruit deze betekening blijkt, en dit op | laquelle celui-ci est dirigé et au dépôt des pièces d'où appert cette |
straffe van niet-ontvankelijkheid van de voorziening, terwijl geen | notification, et ce à peine d'irrecevabilité du pourvoi, alors qu'il |
gelijkaardige verplichting bestaat voor de in verdenking gestelde of | n'existe pas d'obligation analogue pour l'inculpé ou le prévenu qui se |
de beklaagde die een voorziening in cassatie instelt tegen de burgerlijke partij ? » | pourvoit en cassation contre la partie civile ? » |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1. Cassatieberoep in strafzaken wordt luidens artikel 417 van het | B.1. Selon l'article 417 du Code d'instruction criminelle, le recours |
Wetboek van Strafvordering gedaan door een verklaring, waarvan akte | en cassation en matière répressive est formé par une déclaration, dont |
wordt opgemaakt, op de griffie van het gerecht dat de bestreden | il est dressé acte, faite au greffier de la juridiction qui a pris la |
uitspraak deed. Die verklaring, die moet worden gedaan binnen vijftien | décision attaquée. Cette déclaration, qui doit être faite dans les |
vrije dagen na de uitspraak (artikel 373 van het Wetboek van | quinze jours francs après le prononcé (article 373 du Code |
Strafvordering), moet nauwkeurig aangeven tegen welke beslissing men | d'instruction criminelle), doit indiquer avec précision contre quelle |
zich voorziet. De verklaring wordt ingeschreven in een register, dat | décision le pourvoi est formé. La déclaration est inscrite dans un |
openbaar is. Eenieder heeft het recht zich uittreksels daaruit te doen | registre, qui est public. Chacun a le droit de s'en faire délivrer des |
afgeven. | extraits. |
B.2. Artikel 418, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering | B.2. L'article 418, alinéa 1er, du Code d'instruction criminelle |
bepaalt : « Wanneer het beroep in cassatie tegen een arrest of een vonnis in laatste aanleg gewezen in criminele, correctionele of politiezaken, ingesteld wordt, hetzij door de burgerlijke partij, indien er een is, hetzij door het openbaar ministerie, wordt dit beroep niet alleen ingeschreven zoals bepaald in het vorige artikel, maar tevens binnen een termijn van drie dagen betekend aan de partij tegen wie het gericht is. » B.3. Cassatiemiddelen kunnen worden aangevoerd door het indienen van een verzoekschrift op de griffie van het gerecht dat de bestreden beslissing heeft gewezen, binnen vijftien dagen volgend op de | dispose : « Lorsque le recours en cassation contre un arrêt ou jugement en dernier ressort, rendu en matière criminelle, correctionnelle ou de police, sera exercé soit par la partie civile, s'il y en a une, soit par le ministère public, ce recours, outre l'inscription énoncée dans l'article précédent, sera notifié à la partie contre laquelle il sera dirigé, dans le délai de trois jours. » B.3. Les moyens de cassation peuvent être présentés dans une requête déposée, dans les quinze jours suivant la déclaration précitée, au |
voormelde verklaring (artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering). | greffe de la juridiction qui a pris la décision attaquée (article 422 |
Wie de gelegenheid laat voorbijgaan om een verzoekschrift neer te | du Code d'instruction criminelle). |
leggen op de griffie van de rechtbank die, of het hof dat, de | Celui qui a laissé passer l'occasion de déposer une requête au greffe |
bestreden beslissing heeft gewezen, krijgt een tweede kans om zijn | du tribunal ou de la cour qui a rendu l'arrêt ou le jugement attaqué |
middelen ter kennis te brengen, namelijk door een memorie in te dienen | reçoit une deuxième chance de faire connaître ses moyens, en remettant |
op de griffie van het Hof van Cassatie, uiterlijk twee maanden sedert | un mémoire au greffe de la Cour de cassation dans les deux mois à |
de dag waarop de zaak op de algemene rol van het Hof is ingeschreven | dater du jour où la cause a été inscrite au rôle général de la Cour |
(artikel 420bis, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering) en, | (article 420bis, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle) et, pour |
mocht die termijn nog lopen, ten minste acht dagen vóór de | autant que ce délai ne soit pas encore expiré, au moins huit jours |
terechtzitting (artikel 420bis, eerste lid, van het Wetboek van | avant l'audience (article 420bis, alinéa 1er, du Code d'instruction |
Strafvordering). | criminelle). |
B.4. Het Hof dient te onderzoeken of artikel 418 van het Wetboek van | B.4. La Cour doit examiner si l'article 418 du Code d'instruction |
Strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt doordat het cassatieberoep van een burgerlijke partij onontvankelijk kan worden verklaard wegens niet-naleving van het in artikel 418 vervatte vormvoorschrift, terwijl de beklaagde of inverdenkinggestelde die een cassatieberoep instelt niet aan een soortgelijke ontvankelijkheidsvoorwaarde is onderworpen. B.5. Het cassatieberoep is een buitengewoon rechtsmiddel waardoor een partij in de mogelijkheid wordt gesteld om, wegens schending van de wet of wegens verzuim van substantiële of op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen, de vernietiging te vragen van een beslissing gewezen in laatste aanleg. Het recht op een eerlijk proces, meer bepaald het beginsel van gelijkheid van wapens, houdt in dat de wetgever, wanneer hij in de mogelijkheid van aanwending van buitengewone rechtsmiddelen voorziet, bij de nadere uitwerking ervan het gelijkheidsbeginsel moet respecteren. Het gelijkheidsbeginsel impliceert evenwel niet dat de wetgever bij het bepalen van de modaliteiten de verschillende bij een strafzaak betrokken partijen, mede gelet op de onderscheiden belangen die zij behartigen, op dezelfde voet moet behandelen. Er is enkel vereist dat die modaliteiten niet leiden tot een discriminerende | criminelle viole les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que le pourvoi en cassation d'une partie civile peut être déclaré irrecevable pour cause de non-respect de la formalité prévue à l'article 418, alors que le prévenu ou l'inculpé qui se pourvoit en cassation n'est pas soumis à une telle condition de recevabilité. B.5. Le pourvoi en cassation est une voie de recours extraordinaire permettant à une partie de demander l'annulation, pour contravention à la loi ou pour violation des formes, soit substantielles, soit prescrites à peine de nullité, de décisions rendues en dernier ressort. Le droit à un procès équitable, en particulier le principe de l'égalité des armes, implique que le législateur, lorsqu'il prévoit l'usage de voies de recours extraordinaires, respecte le principe d'égalité dans l'élaboration détaillée de celles-ci. Le principe d'égalité ne postule toutefois pas que le législateur, lorsqu'il définit les modalités, doive traiter sur le même pied les diverses parties concernées par une affaire pénale, compte tenu notamment des intérêts distincts que ces parties défendent. Il est seulement requis que ces modalités n'aient pas pour effet que la possibilité de se |
beperking van de bij de wet aan de partijen toegekende mogelijkheid om | pourvoir en cassation, que la loi donne aux parties, soit limitée de |
cassatieberoep in te stellen. | manière discriminatoire. |
B.6. De regels betreffende de vormvoorschriften en termijnen om beroep | B.6. Les règles relatives aux formalités et délais fixés pour former |
in te stellen zijn gericht op een goede rechtsbedeling en het weren | |
van de risico's van rechtsonzekerheid. De rechtscolleges dienen | un recours visent à assurer une bonne administration de la justice et |
evenwel erover te waken dat die regels niet op een buitensporig | à écarter les risques d'insécurité juridique. Les juridictions doivent |
formalistische wijze worden toegepast (cf. Europees Hof voor de | toutefois veiller à ce que ces règles ne soient pas appliquées de |
Rechten van de Mens, 20 april 2004, Bulena t/ Tsjechische Republiek, | manière trop formaliste (cf. Cour européenne des droits de l'homme, 20 |
§§ 28, 30 en 35). | avril 2004, Bulena c. République tchèque, §§ 28, 30 et 35). |
B.7. Het vormvoorschrift van de betekening, vervat in artikel 418 van het Wetboek van Strafvordering, is voor het Hof van Cassatie een ontvankelijkheidsvoorwaarde, die ambtshalve wordt onderzocht en waarvan het bewijs van naleving binnen de termijn bedoeld in artikel 420bis van het Wetboek van Strafvordering moet worden neergelegd. De betekening strekt ertoe het cassatieberoep ter kennis te brengen van de partij tegen wie het is gericht, teneinde die partij toe te staan haar verdediging voor te bereiden. Weliswaar zou die kennisgeving ook op andere wijzen kunnen geschieden, maar wanneer de wetgever in de betekening van het cassatieberoep voorziet, vermag hij niet, zonder objectieve en redelijke | B.7. La formalité de la signification, inscrite à l'article 418 du Code d'instruction criminelle, est, pour la Cour de cassation, une condition de recevabilité qui est examinée d'office; la preuve de son respect doit être déposée dans le délai visé à l'article 420bis du Code d'instruction criminelle. La signification vise à informer du pourvoi en cassation la partie contre laquelle il est dirigé, afin de permettre à cette partie de préparer sa défense. Il est vrai que cette information pourrait également se faire par d'autres moyens, mais, lorsque le législateur prévoit la signification du pourvoi en cassation, il ne peut, sans justification objective et |
verantwoording, bepaalde partijen de waarborg van dat vormvoorschrift | raisonnable, priver certaines parties de la garantie de cette |
te ontzeggen. Het beginsel van de wapengelijkheid houdt immers de | formalité. Le principe d'égalité des armes implique en effet |
verplichting in om aan elke partij de mogelijkheid te bieden om haar | l'obligation d'offrir à chaque partie la possibilité de faire valoir |
argumenten te doen gelden in omstandigheden die haar niet kennelijk | ses arguments dans des conditions qui ne la désavantagent pas d'une |
benadelen ten aanzien van de tegenpartij. | manière manifeste par rapport à la partie adverse. |
B.8. Ongetwijfeld zijn de mogelijke gevolgen van een cassatieberoep | B.8. Sans doute les effets potentiels d'un pourvoi en cassation qui |
dat tegen een verdachte of inverdenkinggestelde is gericht van een | |
andere aard dan die van een cassatieberoep dat tegen een burgerlijke | est dirigé contre un prévenu ou un inculpé diffèrent-ils de ceux d'un |
partij is gericht en behartigen de verschillende partijen | pourvoi en cassation qui est dirigé contre une partie civile et les |
verschillende belangen, maar zulks staat niet eraan in de weg dat de | diverses parties défendent-elles des intérêts distincts, mais cette |
rechten van de verdediging voor alle partijen op dezelfde wijze | différence n'empêche pas que les droits de défense doivent valoir |
behoren te gelden. | pareillement pour toutes les parties. |
Het verschil in behandeling inzake kennisgeving aan de burgerlijke | La différence de traitement, en ce qui concerne l'information de la |
partij, enerzijds, en de verdachte en inverdenkinggestelde, | partie civile, d'une part, et celle du prévenu et de l'inculpé, |
anderzijds, is derhalve niet pertinent ten aanzien van de doelstelling | d'autre part, n'est dès lors pas pertinente par rapport au but |
van de in het geding zijnde maatregel. | poursuivi par la mesure litigieuse. |
B.9. De prejudiciële vraag dient bevestigend te worden beantwoord. | B.9. La question préjudicielle appelle une réponse affirmative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
Artikel 418, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering schendt de | L'article 418, alinéa 1er, du Code d'instruction criminelle viole les |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet. | articles 10 et 11 de la Constitution. |
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 30 juni 2004. | la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 30 juin 2004. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
De voorzitter, | Le président, |
A. Arts. | A. Arts. |