← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 85/2004 van 12 mei 2004 Rolnummer 2811 In zake : de prejudiciële
vraag betreffende artikel 418 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing
vóór de wijziging ervan bij de wet van 15 maart Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en
de rechters P. Mart(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 85/2004 van 12 mei 2004 Rolnummer 2811 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 418 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing vóór de wijziging ervan bij de wet van 15 maart Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Mart(...) | Extrait de l'arrêt n° 85/2004 du 12 mai 2004 Numéro du rôle : 2811 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 418 du Code des impôts sur les revenus 1992, tel qu'il était applicable avant sa modification par la loi du 15 mar La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. Martens, R.(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Uittreksel uit arrest nr. 85/2004 van 12 mei 2004 | Extrait de l'arrêt n° 85/2004 du 12 mai 2004 |
Rolnummer 2811 | Numéro du rôle : 2811 |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 418 van het | En cause : la question préjudicielle relative à l'article 418 du Code |
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing vóór de | des impôts sur les revenus 1992, tel qu'il était applicable avant sa |
wijziging ervan bij de wet van 15 maart 1999, gesteld door de | modification par la loi du 15 mars 1999, posée par le Tribunal de |
Rechtbank van eerste aanleg te Luik. | première instance de Liège. |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters | composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. |
P. Martens, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen en J.-P. Snappe, | Martens, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen et J.-P. Snappe, |
bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van | assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. |
voorzitter M. Melchior, | Melchior, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
Bij vonnis van 27 oktober 2003 in zake R. Recq de Malzine tegen de | Par jugement du 27 octobre 2003 en cause de R. Recq de Malzine contre |
Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof | l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour |
is ingekomen op 31 oktober 2003, heeft de Rechtbank van eerste aanleg | d'arbitrage le 31 octobre 2003, le Tribunal de première instance de |
te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : | Liège a posé la question préjudicielle suivante : |
« Is artikel 418 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, in | « L'article 418 du Code des impôts sur les revenus 1992 en sa version |
de versie die van toepassing was vóór de wet van 15 maart 1999, zo | applicable avant la loi du 15 mars 1999, interprété comme ne |
geïnterpreteerd dat het toestaat dat enkel moratoriumintresten worden | permettant d'allouer des intérêts moratoires qu'aux seuls |
toegekend bij de terugbetalingen van belastingen met uitsluiting van | remboursements d'impôts à l'exclusion de remboursements |
terugbetalingen van belastingverhogingen, strijdig met de artikelen 10 | d'accroissements d'impôts, est-il contraire aux articles 10 et 11 de |
en 11 van de Grondwet, in zoverre het een verschil in behandeling | la Constitution, en ce qu'il entraîne une différence de traitement |
teweegbrengt tussen de belastingplichtige als schuldeiser van de | entre le contribuable en tant que créancier du fisc auquel un impôt |
fiscus aan wie een onterecht betaalde belasting wordt terugbetaald en | payé indûment est remboursé et le contribuable en tant que créancier |
de belastingplichtige als schuldeiser van de fiscus aan wie een | |
onterecht betaalde belastingverhoging wordt terugbetaald ? » | du fisc auquel un accroissement d'impôt payé indûment est remboursé ? » |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1.1. Artikel 418, eerste lid, van het Wetboek van de | B.1.1. L'article 418, alinéa 1er, du Code des impôts sur les revenus |
inkomstenbelastingen 1992 (W.I.B. 1992) (het vroegere artikel 308, | 1992 (C.I.R. 1992) (anciennement article 308, alinéa 1er, du C.I.R. |
eerste lid, van het W.I.B. 1964), zoals het van toepassing was voor de | 1964), tel qu'il était applicable pour les exercices d'imposition sur |
aanslagjaren waarop het geschil voor de verwijzende rechter betrekking heeft, bepaalde : | lesquels porte le litige devant le juge a quo, disposait : |
« Bij terugbetaling van belastingen worden moratoriuminteresten | « En cas de restitution d'impôts, des intérêts moratoires sont alloués |
toegekend tegen een rentevoet van 0,8 pct. per kalendermaand. » | au taux de 0,8 p.c. par mois civil. » |
B.1.2. De verwijzende rechter ondervraagt het Hof over de | B.1.2. Le juge a quo interroge la Cour sur la compatibilité, avec les |
bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van de | articles 10 et 11 de la Constitution, de la disposition précitée, |
voormelde bepaling, in die zin geïnterpreteerd dat zij toestaat dat | interprétée comme ne permettant d'allouer des intérêts moratoires |
moratoriumintresten enkel worden toegekend bij terugbetalingen van | qu'aux seuls remboursements d'impôts, à l'exclusion de remboursements |
belastingen, met uitsluiting van terugbetalingen van | |
belastingverhogingen. | d'accroissements d'impôts. |
B.2.1. Het toekennen van moratoriumintresten in geval van | B.2.1. L'allocation d'intérêts moratoires en cas de restitution |
terugbetaling van belastingen (artikel 418, eerste lid, van het W.I.B. | d'impôts (article 418, alinéa 1er, du C.I.R. 1992, anciennement |
1992, het vroegere artikel 308, eerste lid, van het W.I.B. 1964) werd | article 308, alinéa 1er, du C.I.R. 1964) a été motivée par un souci |
gemotiveerd door een bekommernis van billijkheid : | d'équité : |
« De inning van de nalatigheidsinteresten steunt op de overweging dat | « La perception des intérêts de retard repose sur la considération |
het billijk is een civielrechtelijke schadevergoeding te eisen in de | qu'il est équitable d'exiger une réparation civile, consistant en la |
vorm van de recuperatie van een baat die de belastingplichtige behaalt | récupération d'un profit que le redevable retire de la détention de |
uit de inhouding van fondsen die in rechte aan de Staat toekomen. | fonds revenant de droit à l'Etat. [...] Par identité de motifs, il |
[...] Om dezelfde redenen is het dan ook billijk moratoire interesten | n'est que juste d'accorder des intérêts moratoires aux contribuables, |
aan de belastingplichtigen toe te kennen telkens de Staat een gekweten | chaque fois que l'Etat restitue un impôt payé, même dans le cas où la |
belasting terugbetaalt, zelfs indien de terugbetaling het gevolg is | restitution est la conséquence d'une erreur imputable au contribuable. |
van een aan de belastingplichtige toe te schrijven vergissing. » | |
(Parl. St., Kamer, 1952-1953, nr. 277, p. 10) | » (Doc. parl., Chambre, 1952-1953, n° 277, p. 10) |
B.2.2. Volgens het Hof van Cassatie is een belastingverhoging die, | B.2.2. Selon la Cour de cassation, un accroissement d'impôt dû, en |
krachtens artikel 444 van hetzelfde Wetboek, verschuldigd is in geval | vertu de l'article 444 du même Code, en cas d'absence de déclaration |
van niet-aangifte of in geval van een onvolledige of onjuiste | |
aangifte, geen belasting in de zin van het voormelde artikel 418, | ou en cas de déclaration incomplète ou inexacte, n'est pas un impôt au |
eerste lid, van het W.I.B. 1992 (Cass., 8 januari 1993, Pas., 1993, I, | sens de l'article 418, alinéa 1er, précité, du C.I.R. 1992 (Cass., 8 |
p. 28; 29 september 1997, Pas., I, 1997, p. 909; 26 maart 1998, Pas., | janvier 1993, Pas., 1993, I, p. 28; 29 septembre 1997, Pas., I, 1997, |
1998, I, p. 400). | p. 909; 26 mars 1998, Pas., 1998, I, p. 400). |
B.2.3. Artikel 444 van het W.I.B. 1992 (het vroegere artikel 334 van | B.2.3. L'article 444 du C.I.R. 1992 (anciennement l'article 334 du |
het W.I.B. 1964), zoals het van toepassing was op het ogenblik van de | C.I.R. 1964), tel qu'il était applicable au moment des faits soumis au |
feiten die aan de verwijzende rechter zijn voorgelegd, bepaalde : | juge a quo, disposait : |
« Bij niet-aangifte of in geval van onvolledige of onjuiste aangifte, | |
worden de op het niet aangegeven inkomstengedeelte verschuldigde | « En cas d'absence de déclaration ou en cas de déclaration incomplète |
belastingen vermeerderd met een belastingverhoging die wordt bepaald | ou inexacte, les impôts dus sur la portion des revenus non déclarés |
naargelang van de aard en de ernst van de overtreding, volgens een | sont majorés d'un accroissement d'impôt fixé d'après la nature et la |
schaal waarvan de trappen door de Koning worden vastgesteld en gaande | gravité de l'infraction, selon une échelle dont les graduations sont |
van 10 pct. tot 200 pct. van de op het niet aangegeven | déterminées par le Roi et allant de 10 p.c. à 200 p.c. des impôts dus |
inkomstengedeelte verschuldigde belastingen. | sur la portion des revenus non déclarés. |
Bij ontstentenis van kwade trouw kan worden afgezien van het minimum van 10 pct. belastingverhoging. | En l'absence de mauvaise foi, il peut être renoncé au minimum de 10 |
Het totaal van de op het niet aangegeven inkomstengedeelte | p.c. d'accroissement. |
verschuldigde belastingen en de belastingverhogingen mag niet hoger | Le total des impôts dus sur la portion des revenus non déclarés et de |
zijn dan het bedrag van de niet aangegeven inkomsten. | l'accroissement d'impôt ne peut dépasser le montant des revenus non |
De verhoging wordt slechts toegepast wanneer de niet aangegeven | déclarés. L'accroissement ne s'applique que si les revenus non déclarés |
inkomsten 25 000 frank bereiken. » | atteignent 25 000 francs. » |
B.2.4. Sedert de wijzigingen die zijn doorgevoerd bij de wet van 22 | B.2.4. Depuis les modifications réalisées par la loi du 22 décembre |
december 1998 en bij de wet van 15 maart 1999, bepaalt artikel 418, | 1998 et par la loi du 15 mars 1999, l'article 418, alinéa 1er, du |
eerste lid, van het W.I.B. 1992 : | C.I.R. 1992 dispose : |
« Bij terugbetaling van belastingen, voorheffingen, voorafbetalingen, | « En cas de remboursement d'impôts, de précomptes, de versements |
nalatigheidsinterest, belastingverhogingen of administratieve boeten, | anticipés, d'intérêts de retard, d'accroissements d'impôts ou |
wordt moratoriuminterest toegekend tegen de wettelijke rentevoet, | d'amendes administratives, un intérêt moratoire est alloué au taux de |
berekend per kalendermaand. » | l'intérêt légal, calculé par mois civil. » |
B.3. Er moet worden nagegaan of, gelet op het doel van de | B.3. Il convient de vérifier si, en considération de la finalité des |
moratoriumintresten, enerzijds, en de respectieve eigenschappen van de | intérêts moratoires, d'une part, et des caractéristiques respectives |
belasting en de belastingverhoging, anderzijds, het verantwoord is | de l'impôt et de l'accroissement d'impôt, d'autre part, il est |
enkel moratoriumintresten toe te kennen in geval van terugbetaling van | justifié de n'allouer des intérêts moratoires qu'en cas de restitution |
belastingen. | d'impôt. |
B.4.1. De belasting is een heffing die gezagshalve door de Staat wordt | B.4.1. L'impôt constitue un prélèvement pratiqué par voie d'autorité |
opgelegd. Zij wordt op zijn begroting ingeschreven en is niet de | par l'Etat. Il est inscrit à son budget et ne constitue pas la |
tegenprestatie voor een dienst die door de overheid wordt geleverd ten | contrepartie d'un service accompli par l'autorité au bénéfice du |
voordele van de afzonderlijk beschouwde heffingsplichtige. | redevable considéré isolément. |
Wat de belastingverhoging betreft, blijkt zowel uit de tekst van | Quant à l'accroissement d'impôt, il ressort tant du texte de l'article |
artikel 444 van het W.I.B. 1992 zelf als uit de parlementaire | 444 du C.I.R. 1992 lui-même que des travaux préparatoires des |
voorbereiding van de wetsbepalingen die aan de oorsprong ervan liggen, | dispositions législatives qui en sont à l'origine, que le législateur |
dat heeft de wetgever een administratieve sanctie willen instellen om | a entendu établir une sanction administrative en vue de prévenir et |
de strafrechtelijke fraude te voorkomen en te bestraffen die zou | réprimer la fraude pénale qui découlerait de l'absence de déclaration |
voortvloeien uit de niet-aangifte of uit het onvolledige of onjuiste karakter van de aangifte. Zij wordt geïnd volgens dezelfde regels als de belasting. B.4.2. Rekening houdend met de doelstelling van de moratoriumintresten die in B.2.1 in herinnering is gebracht, blijkt het niet verantwoord moratoriumintresten toe te kennen in het geval van terugbetaling van een belasting en niet in het geval van een belastingverhoging. In beide gevallen gaat het immers om het terugbetalen van een door de Staat onterecht ontvangen som, die door de belastingadministratie is geïnd en die aan de belastingplichtigen intresten ontzegt op de sommen die hun onterecht zijn ontnomen. De eigen kenmerken van de belasting en van de belastingverhoging zijn niet relevant om te verantwoorden dat de terugbetaling ervan het voorwerp zou zijn van een verschillende behandeling wat de moratoriumintresten betreft. B.5. De prejudiciële vraag dient bevestigend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof | fiscale ou de son caractère incomplet ou inexact. Il est recouvré selon les mêmes règles que l'impôt. B.4.2. Compte tenu de la finalité des intérêts moratoires qui a été rappelée en B.2.1, il n'apparaît pas justifié d'accorder des intérêts moratoires dans le cas du remboursement d'un impôt et non dans celui d'un accroissement d'impôt. Il s'agit, en effet, dans les deux cas, de restituer une somme indûment perçue par l'Etat, qui a été détenue par l'administration fiscale, privant les contribuables d'intérêts sur les sommes dont ils ont été indûment privés. Les caractéristiques propres à l'impôt et à l'accroissement d'impôt sont sans pertinence pour justifier que leur remboursement fasse l'objet d'un traitement différent en ce qui concerne les intérêts moratoires. B.5. La question préjudicielle appelle une réponse positive. Par ces motifs, la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
Artikel 418 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (het | L'article 418 du Code des impôts sur les revenus 1992 (anciennement |
vroegere artikel 308 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen | l'article 308 du Code des impôts sur les revenus 1964), avant sa |
1964), vóór de wijziging ervan bij artikel 43 van de wet van 15 maart | modification par l'article 43 de la loi du 15 mars 1999 relative au |
1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen, in die zin | contentieux en matière fiscale, interprété comme ne permettant pas |
geïnterpreteerd dat het niet toestaat dat moratoriumintresten worden | |
toegekend bij de terugbetaling van belastingverhogingen, schendt de | d'allouer des intérêts moratoires en cas de remboursement |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet. | d'accroissements d'impôts, viole les articles 10 et 11 de la |
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig | Constitution. Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 12 mei 2004. | la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 12 mai 2004. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
De voorzitter, | Le président, |
M. Melchior. | M. Melchior. |