← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 104/2004 van 16 juni 2004 Rolnummer 2714 In zake : het
beroep tot vernietiging van artikel 107 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor
loonarbeiders, zoals vervangen bij artikel 83 van de pr Het Arbitragehof, samengesteld
uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters L. Fran(...)"
| Uittreksel uit arrest nr. 104/2004 van 16 juni 2004 Rolnummer 2714 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 107 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, zoals vervangen bij artikel 83 van de pr Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters L. Fran(...) | Extrait de l'arrêt n° 104/2004 du 16 juin 2004 Numéro du rôle : 2714 En cause : le recours en annulation de l'article 107 des lois coordonnées relatives aux allocations familiales pour travailleurs salariés, tel qu'il a été remplacé par l'a La Cour d'arbitrage, composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges L. François, (...) |
|---|---|
| ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
| Uittreksel uit arrest nr. 104/2004 van 16 juni 2004 | Extrait de l'arrêt n° 104/2004 du 16 juin 2004 |
| Rolnummer 2714 | Numéro du rôle : 2714 |
| In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 107 van de | En cause : le recours en annulation de l'article 107 des lois |
| samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, | coordonnées relatives aux allocations familiales pour travailleurs |
| zoals vervangen bij artikel 83 van de programmawet (I) van 24 december | salariés, tel qu'il a été remplacé par l'article 83 de la |
| 2002, en van artikel 84 van dezelfde programmawet, ingesteld door de | loi-programme (I) du 24 décembre 2002, et de l'article 84 de la même |
| Vlaamse Regering. | loi-programme, introduit par le Gouvernement flamand. |
| Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
| samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters | composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges L. |
| L. François, P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. | François, P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. |
| Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman en E. Derycke, | Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman et E. Derycke, assistée |
| bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, | du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Arts, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
| I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging | I. Objet du recours et procédure |
| Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 11 juni 2003 | Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 11 |
| ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 12 juni | juin 2003 et parvenue au greffe le 12 juin 2003, le Gouvernement |
| 2003, heeft de Vlaamse Regering, Martelaarsplein 19, 1000 Brussel, | flamand, place des Martyrs 19, 1000 Bruxelles, a introduit un recours |
| beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 107 van de | en annulation de l'article 107 des lois coordonnées relatives aux |
| samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, | allocations familiales pour travailleurs salariés, tel qu'il a été |
| zoals vervangen bij artikel 83 van de programmawet (I) van 24 december | remplacé par l'article 83 de la loi-programme (I) du 24 décembre 2002, |
| 2002, en van artikel 84 van dezelfde programmawet (bekendgemaakt in | et de l'article 84 de la même loi-programme (publiée au Moniteur belge |
| het Belgisch Staatsblad van 31 december 2002). | du 31 décembre 2002). |
| (...) | (...) |
| II. In rechte | II. En droit |
| (...) | (...) |
| B.1. Het beroep tot vernietiging is gericht tegen de artikelen 83 en | B.1. Le recours en annulation est dirigé contre les articles 83 et 84 |
| 84 van de programmawet (I) van 24 december 2002, die luiden : | de la loi-programme (I) du 24 décembre 2002, lesquels sont libellés |
| « Art. 83.Artikel 107 van de samengeordende wetten betreffende de |
comme suit : « Art. 83.L'article 107 des lois coordonnées relatives aux |
| kinderbijslag voor loonarbeiders, vervangen bij de wet van 22 februari | allocations familiales pour travailleurs salariés, remplacé par la loi |
| 1998 en gewijzigd bij de wet van 25 januari 1999, wordt vervangen door | du 22 février 1998 et modifié par la loi du 25 janvier 1999, est |
| de volgende bepaling : | remplacé par la disposition suivante : |
| ' Art. 107.§ 1. Bij de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers |
' Art 107. § 1er. Il est institué, à l'Office national d'allocations |
| wordt een Fonds voor collectieve uitrustingen en diensten ingesteld, | familiales pour travailleurs salariés, un Fonds d'équipements et de |
| dat kan tegemoetkomen in de opvangkosten voor elk kind dat volgens de | services collectifs qui peut intervenir dans les frais d'accueil de |
| huidige wetgeving recht geeft op kinderbijslag. Dat geldt voor de | chaque enfant bénéficiaire d'allocations familiales en vertu des |
| volgende diensten : 1° de diensten die instaan voor de opvang van kinderen van 2,5 tot 12 | présentes lois, au sein des services suivants : |
| jaar buiten de normale schooluren; | |
| 2° de diensten die instaan voor de opvang van zieke kinderen van 0 tot 12 jaar; | 1° les services chargés de l'accueil des enfants de 2,5 à 12 ans en dehors des heures régulières d'école; |
| 2° les services chargés de l'accueil d'enfants malades de 0 à 12 ans; | |
| 3° de diensten die, buiten hun normale openingsuren, instaan voor de | 3° les services qui, en dehors de leurs heures d'ouverture normales, |
| flexibele opvang van kinderen van 0 tot 12 jaar; | sont chargés d'accueillir avec souplesse des enfants de 0 à 12 ans; |
| 4° de diensten die instaan voor de urgentie-opvang van kinderen van 0 tot 3 jaar. | 4° les services chargés de l'accueil d'urgence d'enfants de 0 à 3 ans. |
| Het Fonds wordt beheerd door het Beheerscomité van de Rijksdienst. | Le Fonds est géré par le Comité de gestion de l'Office. |
| § 2. De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de | § 2. Le Roi détermine par arrêté délibéré en Conseil des Ministres, |
| Ministerraad, na advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst : | après avis du Comité de gestion de l'Office : |
| 1° de wijze waarop en de voorwaarden waaronder de financiering door | 1° les modalités et les conditions dans lesquelles le financement par |
| het Fonds mag gebeuren; | le Fonds peut être opéré; |
| 2° de voordelen waarop aanspraak kan gemaakt worden ten laste van het | 2° les avantages auxquels il peut être prétendu à charge du Fonds et |
| Fonds, en de toekenningsvoorwaarden van die voordelen. | les conditions d'octroi de ceux-ci. |
| § 3. Het Beheerscomité van de Rijksdienst bepaalt in een bijzonder | § 3. Le Comité de gestion de l'Office détermine dans un règlement |
| reglement alle andere toepassingsmodaliteiten in verband met de | spécial toutes les autres modalités d'application afférentes au |
| werking van het Fonds. Dat reglement treedt in werking na goedkeuring | fonctionnement du Fonds. Ce règlement entre en vigueur après |
| door de minister die bevoegd is voor Sociale Zaken. Deze goedkeuring | approbation du ministre qui a les Affaires sociales dans ses |
| wordt verleend binnen 3 maanden bij gebreke waarvan ze geacht wordt verleend te zijn. § 4. Het Fonds wordt gefinancierd met alle geldmiddelen die het krijgt toegewezen door of krachtens een wet. Indien de globale uitgaven voor de rechtgevende kinderen opgevangen in de in § 1 bedoelde diensten de globale geldmiddelen van het Fonds overschrijden, worden de tegemoetkomingen van dat Fonds proportioneel verminderd volgens de nadere regels die in het bijzonder reglement zijn vastgelegd. § 5. De werkingskosten van het Fonds worden op dat Fonds aangerekend. | attributions. Cette approbation est donnée dans les 3 mois, à défaut de laquelle elle est censée avoir été donnée. § 4. Le Fonds est financé par tous les moyens financiers qui lui sont alloués par ou en vertu d'une loi. Au cas où les dépenses globales à consentir en faveur des enfants bénéficiaires accueillis par les services visés au § 1er dépassent les moyens financiers globaux mis à la disposition du Fonds, les interventions de celui-ci sont diminuées proportionnellement selon les modalités fixées par le règlement spécial. § 5. Les frais de fonctionnement du Fonds sont mis à charge de ce Fonds. |
| § 6. Het Beheerscomité van de Rijksdienst geeft ieder jaar vóór 31 | § 6. Chaque année, avant le 31 mars, le Comité de gestion de l'Office |
| maart rekenschap over het beheer van het Fonds aan de minister die | rend compte au ministre qui a les Affaires sociales dans ses |
| bevoegd is voor Sociale Zaken. ' | attributions de la gestion de ce Fonds. ' |
Art. 84.Artikel 83 treedt in werking op een door de Koning bepaalde |
Art. 84.L'article 83 entre en vigueur à une date fixée par le Roi, |
| datum bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad. De | par arrêté délibéré en Conseil des Ministres. Le Roi détermine, par |
| Koning legt de overgangsbepalingen vast bij een besluit vastgesteld na | arrêté délibéré en Conseil des Ministres, les dispositions |
| overleg in de Ministerraad. » | transitoires. » |
| B.2. Op grond van het bestreden artikel 83 van de programmawet (I) van | B.2. Sur la base de l'article 83 attaqué de la loi-programme (I) du 24 |
| 24 december 2002 kan het Fonds voor collectieve uitrustingen en | décembre 2002, le Fonds d'équipements et de services collectifs |
| diensten (hierna : het Fonds) tegemoet komen in de opvangkosten voor | (ci-après : le Fonds) peut intervenir dans les frais d'accueil |
| kinderen die krachtens de gecoördineerde wetten betreffende de | d'enfants bénéficiaires d'allocations familiales en vertu des lois |
| kinderbijslag voor loonarbeiders recht geven op kinderbijslag. Volgens | coordonnées relatives aux allocations familiales pour travailleurs |
| de memorie van toelichting bij het bestreden artikel 83 wordt die | salariés. Selon l'exposé des motifs de l'article 83 entrepris, cette |
| tegemoetkoming, die wordt gefinancierd uit een werkgeversbijdrage die | intervention, qui est financée par une cotisation à charge des |
| gelijkstaat met een socialezekerheidsbijdrage, uitsluitend verstrekt | employeurs assimilée à une cotisation de sécurité sociale, est |
| op basis van de aanwezigheid van de voormelde rechtgevende kinderen in | uniquement payée sur la base de la présence des enfants bénéficiaires |
| opvangvoorzieningen waarvan de functie complementair is aan die van de | précités dans des structures d'accueil dont l'action est |
| gewone kinderdagverblijven die door de gemeenschappen worden | complémentaire par rapport à celle menée par les crèches classiques |
| gesubsidieerd. Nog volgens dezelfde parlementaire voorbereiding wordt | subsidiées, elles, par les communautés. Toujours selon les mêmes |
| zij uitgekeerd als forfaitair bedrag, bij koninklijk besluit in te | travaux préparatoires, cette intervention est payée au titre de |
| stellen per dag voor hun aanwezigheid in die opvangvoorzieningen. Het | montant forfaitaire, à instituer par arrêté royal, par journée de |
| mechanisme voor de toekenning van de tegemoetkoming aan | présence dans ces structures d'accueil. Le mécanisme d'octroi de |
| opvangvoorzieningen ten voordele van de uiteindelijke geadresseerden, | l'intervention aux structures d'accueil au bénéfice des destinataires |
| de kinderen die rechtgevend zijn op kinderbijslag, wordt geschikt | finaux que constituent les enfants bénéficiaires d'allocations |
| geacht omdat de door het Fonds uitgekeerde subsidies het uiteindelijk | familiales est jugé adéquat parce que les subsides versés par le Fonds |
| mogelijk zullen maken de bijdrage van de betrokken gezinnen aan de | vont finalement permettre d'alléger la contribution des familles |
| financiering van de opvang van hun kinderen te verlichten (Parl. St., | concernées au financement de l'accueil de leurs enfants (Doc. parl., |
| Kamer, 2002-2003, DOC 50-2124/001 en DOC 50-2125/001, pp. 70-72). | Chambre, 2002-2003, DOC 50-2124/001 et DOC 50-2125/001, pp. 70-72). |
| B.3.1. Het enige middel is afgeleid uit de schending van artikel 128, | B.3.1. Le moyen unique est pris de la violation de l'article 128, § 1er, |
| § 1, van de Grondwet en van artikel 5, § 1, II, 1°, van de bijzondere | de la Constitution et de l'article 5, § 1er, II, 1°, de la loi |
| wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, doordat de | spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, en ce qu'en |
| federale wetgever, door te voorzien in de organisatie en de | prévoyant l'organisation et le financement des services d'accueil |
| financiering van de in artikel 107, § 1, eerste lid, 1° tot 4°, van de | d'enfants visés à l'article 107, § 1er, alinéa 1er, 1° à 4°, des lois |
| voormelde samengeordende wetten bedoelde diensten voor kinderopvang, | coordonnées précitées, le législateur fédéral a réglé une matière qui |
| een aangelegenheid heeft geregeld die moet worden beschouwd als een | doit être considérée comme une forme d'aide et d'assistance aux |
| vorm van hulp en bijstand aan gezinnen en kinderen en die exclusief is | familles et aux enfants et qui est attribuée exclusivement aux |
| toegewezen aan de gemeenschappen. | communautés. |
| B.3.2. De Ministerraad voert aan dat de bestreden maatregel een | B.3.2. Le Conseil des ministres soutient que la mesure entreprise |
| aangelegenheid regelt die onder de sociale zekerheid valt, een materie | règle une matière qui relève de la sécurité sociale, matière qui entre |
| die tot de bevoegdheid van de federale wetgever behoort krachtens | dans la compétence du législateur fédéral selon l'article 6, § 1er, |
| artikel 6, § 1, VI, laatste lid, 12°, van de bijzondere wet van 8 | VI, dernier alinéa, 12°, de la loi spéciale du 8 août 1980. |
| augustus 1980. B.4.1. Artikel 128, § 1, van de Grondwet bepaalt : | B.4.1. L'article 128, § 1er, de la Constitution dispose : |
| « De Raden van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap regelen, ieder wat | « Les Conseils de la Communauté française et de la Communauté flamande |
| hem betreft, bij decreet, de persoonsgebonden aangelegenheden, alsook, | règlent par décret, chacun en ce qui le concerne, les matières |
| voor deze aangelegenheden, de samenwerking tussen de gemeenschappen en | personnalisables, de même qu'en ces matières, la coopération entre les |
| de internationale samenwerking, met inbegrip van het sluiten van | communautés et la coopération internationale, y compris la conclusion |
| verdragen. | de traités. |
| Een wet aangenomen met de in artikel 4, laatste lid, bepaalde | Une loi adoptée à la majorité prévue à l'article 4, dernier alinéa, |
| meerderheid, stelt deze persoonsgebonden aangelegenheden vast, alsook | arrête ces matières personnalisables, ainsi que les formes de |
| de vormen van samenwerking en de nadere regelen voor het sluiten van verdragen. » | coopération et les modalités de conclusion de traités. » |
| B.4.2. Naar luid van artikel 5, § 1, II, 1°, van de bijzondere wet van | B.4.2. Aux termes de l'article 5, § 1er, II, 1°, de la loi spéciale du |
| 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen zijn de | 8 août 1980 de réformes institutionnelles, les matières |
| persoonsgebonden aangelegenheden, wat de bijstand aan personen betreft : | personnalisables sont, en matière d'aide aux personnes : |
| « Het gezinsbeleid met inbegrip van alle vormen van hulp en bijstand | « La politique familiale en ce compris toutes les formes d'aide et |
| aan gezinnen en kinderen; ». | d'assistance aux familles et aux enfants; ». |
| B.4.3. Uit die bepalingen kan worden afgeleid dat de Grondwetgever en | B.4.3. Il se déduit de ces dispositions que le Constituant et le |
| de bijzondere wetgever aan de gemeenschappen de hele materie | législateur spécial ont entendu confier aux communautés, au titre des |
| betreffende de bijstand aan personen als persoonsgebonden | matières personnalisables, toute la matière de l'aide aux personnes et |
| aangelegenheden wilden toevertrouwen en dat die onder meer de hulp en | que celle-ci comprend notamment l'aide et l'assistance aux familles et |
| bijstand aan gezinnen en kinderen omvat. Op die grond zijn de | aux enfants. Pour ce motif, les communautés sont notamment compétentes |
| gemeenschappen onder meer bevoegd voor de materiële, sociale, | pour l'aide et l'assistance matérielle, sociale, psychologique, morale |
| psychologische, morele en opvoedende bijstand en hulpverlening aan de | et éducative aux enfants, en ce compris la politique d'accueil des |
| kinderen, met inbegrip van het kinderopvangbeleid, waarbij die | enfants, soit que cette aide et cette assistance soient données |
| bijstand en hulpverlening hetzij rechtstreeks, hetzij via verenigingen | directement, soit qu'elle se fasse par la voie d'associations et |
| en instellingen verstrekt worden, alsook voor de morele en sociale | d'institutions, ainsi que pour l'aide morale et sociale à la famille, |
| hulp aan het gezin, meer bepaald door de erkenning en de toekenning | |
| van toelagen aan de diensten voor gezinshulp, aan de opleidingscentra | notamment par l'agréation et la subsidiation des services d'aide aux |
| voor gezinshulp en aan de tehuizen voor moeders (Parl. St., Senaat, | familles, des centres de formation d'aides familiales et des maisons |
| 1979-1980, nr. 434/1, p. 7). | maternelles (Doc. parl., Sénat, 1979-1980, n° 434/1, p. 7). |
| B.4.4. Artikel 6, § 1, VI, laatste lid, 12°, van de voormelde | B.4.4. L'article 6, § 1er, VI, dernier alinéa, 12°, de la loi spéciale |
| bijzondere wet van 8 augustus 1980 bepaalt : | du 8 août 1980 précitée dispose : |
| « [...] | « [...] |
| Bovendien is alleen de federale overheid bevoegd voor : | L'autorité fédérale est, en outre, seule compétente pour : |
| [...] | [...] |
| 12° het arbeidsrecht en de sociale zekerheid. » | 12° le droit du travail et la sécurité sociale. » |
| B.4.5. Volgens de parlementaire voorbereiding van de bijzondere wet | B.4.5. Selon les travaux préparatoires de la loi spéciale du 8 août |
| van 8 augustus 1980 worden de gezinsbijslagen beschouwd als een van de | 1980, les prestations familiales sont considérées comme une des |
| takken van de sociale zekerheid (Parl. St., Senaat, 1979-1980, nr. | branches de la sécurité sociale (Doc. parl., Sénat, 1979-1980, n° |
| 434/2, p. 125). | 434/2, p. 125). |
| B.5. Het Fonds voor collectieve uitrustingen en diensten, dat bij de | B.5. Le Fonds d'équipements et de services collectifs, qui a été |
| Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers is ingesteld, wordt | institué à l'Office national d'allocations familiales pour |
| beheerd door het beheerscomité van die Rijksdienst (huidig artikel | travailleurs salariés, est géré par le comité de gestion de cet Office |
| 107, § 1, laatste lid) en wordt thans gefinancierd door middel van een | (article 107, § 1er, dernier alinéa actuel) et est actuellement |
| bijdrage van 0,05 pct. ten laste van de werkgevers, bijdrage die | financé par une cotisation de 0,05 p.c. à charge des employeurs, |
| gelijkstaat met een socialezekerheidsbijdrage (Parl. St., Kamer, | cotisation qui est assimilée à une cotisation de sécurité sociale |
| 2002-2003, DOC 50-2124/001 en DOC 50-2125/001, pp. 70-71). Het Fonds | (Doc. parl., Chambre, 2002-2003, DOC 50-2124/001 et DOC 50-2125/001, |
| is overigens het resultaat van sociaal overleg dat onder meer tot doel | pp. 70-71). Le Fonds est par ailleurs le résultat d'une concertation |
| sociale dont l'objectif était, notamment, de favoriser la flexibilité | |
| du marché de l'emploi. | |
| had de flexibiliteit van de arbeidsmarkt te verhogen. | A cet égard, le Fonds relève de la matière réservée à l'autorité |
| In dat opzicht behoort het Fonds tot de bij artikel 6, § 1, VI, | fédérale par l'article 6, § 1er, VI, dernier alinéa, 12°, de la loi |
| laatste lid, 12°, van de voormelde bijzondere wet van 8 augustus 1980 | spéciale précitée du 8 août 1980. |
| aan de federale overheid voorbehouden aangelegenheid. | Le législateur fédéral était donc compétent pour adopter la première |
| De federale wetgever was derhalve bevoegd om de eerste zin (in de | phrase de l'alinéa 1er du paragraphe 1er, jusqu'aux mots « en vertu |
| Nederlandse versie) van het eerste lid van paragraaf 1, paragraaf 2, | des présentes lois » (dans la version française), le paragraphe 2, le |
| paragraaf 3, paragraaf 5 en paragraaf 6 van het bestreden artikel 107 | paragraphe 3, le paragraphe 5 et le paragraphe 6 de l'article 107 |
| aan te nemen. | attaqué. |
| B.6. Het Hof moet echter nog onderzoeken of de aan het Fonds | B.6. Toutefois, la Cour doit encore examiner si la mission confiée au |
| toevertrouwde opdracht, zoals zij in de wet is omschreven, tot de | Fonds, telle qu'elle est décrite dans la loi, relève de la compétence |
| bevoegdheid van de federale overheid behoort. | de l'autorité fédérale. |
| B.7.1. Paragraaf 4 van artikel 107 is verenigbaar met de bevoegdheidverdelende regels op voorwaarde dat de woorden « door of krachtens een wet », die in de eerste zin worden gebruikt, zo worden opgevat dat zij het mogelijk maken het Fonds te stijven met inkomsten uit socialezekerheidsbijdragen en ermee gelijkgestelde inkomsten. B.7.2. De regeling vervat in de tweede zin van paragraaf 4 is verenigbaar met het begrip « kinderbijslag » dat de tegemoetkoming kenmerkt, op voorwaarde dat, zoals in de Franse tekst van die bepaling ondubbelzinnig wordt aangegeven, de eventuele vermindering van de tegemoetkomingen betrekking heeft op de « te verrichten » uitgaven voor de rechtgevende kinderen, en niet op een terugvordering van reeds toegekende tegemoetkomingen. B.8.1. De tweede zin (in de Nederlandse versie) van artikel 107, § 1, eerste lid, is voor meerdere interpretaties vatbaar. B.8.2. Indien het begrip « diensten » dat in die bepaling wordt aangewend, zou worden opgevat in die zin dat het Fonds wordt gemachtigd rechtstreeks aan « diensten » subsidies te verstrekken, zou die bepaling niet verenigbaar zijn met de bevoegdheidverdelende bepalingen, nu het op grond van artikel 5, § 1, II, 1°, van de voormelde bijzondere wet van 8 augustus 1980 uitsluitend aan de gemeenschappen toekomt het beleid met betrekking tot voorzieningen inzake kinderopvang te voeren, met inbegrip van de subsidiëring en de tarifering ervan. B.8.3. Indien datzelfde begrip « diensten » wordt opgevat in die zin dat aanvullende kinderbijslag wordt uitbetaald ten behoeve van de rechthebbenden op kinderbijslag voor werknemers, als tegemoetkoming in de opvangkosten voor kinderen die volgens de huidige wetgeving recht geven op kinderbijslag en die onder de wettelijk vastgelegde omstandigheden worden toevertrouwd aan kinderopvangvoorzieningen waarvoor de gemeenschappen bevoegd zijn, moet de tegemoetkoming worden beschouwd als een socialezekerheidsprestatie die tot de federale bevoegdheid behoort. B.9. Nu ervan moet worden uitgegaan dat de wetgever beoogd heeft de grenzen van de hem toegewezen bevoegdheden in acht te nemen, moet de bestreden wet worden uitgelegd op de wijze die in B.7.1, B.7.2 en B.8.3 is aangegeven en die haar bestaanbaar maakt met de bevoegdheidverdelende bepalingen. B.10. Onder voorbehoud van die interpretatie, is het enige middel niet gegrond. Om die redenen, het Hof onder voorbehoud van de interpretatie aangegeven in B.7.1, B.7.2 en B.8.3, verwerpt het beroep. Aldus uitgesproken in het Nederlands, het Frans en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 16 juni 2004. De griffier, P.-Y. Dutilleux. De voorzitter, | B.7.1. Le paragraphe 4 de l'article 107 est compatible avec les règles répartitrices de compétences à condition que les termes « par ou en vertu d'une loi », utilisés à la première phrase, soient interprétés comme permettant d'alimenter le Fonds à l'aide de revenus provenant des cotisations de sécurité sociale ou de recettes assimilées à ces cotisations. B.7.2. La réglementation contenue dans la deuxième phrase du paragraphe 4 est compatible avec la notion d'allocations familiales qui caractérise l'intervention, à condition que, ainsi que l'indique sans équivoque le texte français de cette disposition, la diminution éventuelle des interventions concerne les dépenses « à consentir » en faveur des enfants bénéficiaires et non une récupération des interventions passées. B.8.1. La suite de la première phrase (dans sa version française) de l'alinéa 1er du paragraphe 1er de l'article 107 est susceptible de plusieurs interprétations. B.8.2. Si la notion de « services » utilisée dans cette disposition devait être interprétée en ce sens que le Fonds est habilité à accorder des subsides, directement à des « services », cette disposition serait incompatible avec les dispositions répartitrices de compétences, dès lors que, sur la base de l'article 5, § 1er, II, 1°, de la loi spéciale précitée du 8 août 1980, il appartient aux seules communautés de mener la politique relative aux structures d'accueil des enfants, en ce compris leur subventionnement et leur tarification. B.8.3. Si cette même notion de « services » est interprétée en ce sens qu'un complément d'allocations familiales est payé en faveur des attributaires d'allocations familiales pour travailleurs salariés, au titre d'intervention dans les frais d'accueil d'enfants qui sont bénéficiaires d'allocations familiales en vertu de la législation actuelle et qui sont confiés, aux conditions mentionnées dans la loi, à des structures d'accueil d'enfants pour lesquelles les communautés sont compétentes, l'intervention doit être considérée comme une prestation de sécurité sociale relevant de la compétence fédérale. B.9. Dès lors qu'il faut postuler que le législateur a entendu respecter les limites des compétences qui lui sont attribuées, la loi attaquée doit s'interpréter de la manière, indiquée en B.7.1, B.7.2 et B.8.3, qui la rend compatible avec les dispositions répartitrices de compétences. B.10. Sous ces réserves d'interprétation, le moyen unique n'est pas fondé. Par ces motifs, la Cour sous les réserves d'interprétation exprimées en B.7.1, B.7.2 et B.8.3, rejette le recours. Ainsi prononcé en langue néerlandaise, en langue française et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 16 juin 2004. Le greffier, P.-Y. Dutilleux. Le président, |
| A. Arts. | A. Arts. |