← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 43/2004 van 17 maart 2004 Rolnummers 2692 en 2693 In zake
: de prejudiciële vragen betreffende artikel 37, tweede lid, 1, van de faillissementswet van 8 augustus
1997, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. He samengesteld uit de
voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters L. François, M. Bossuyt, A. (...)"
| Uittreksel uit arrest nr. 43/2004 van 17 maart 2004 Rolnummers 2692 en 2693 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 37, tweede lid, 1, van de faillissementswet van 8 augustus 1997, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. He samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters L. François, M. Bossuyt, A. (...) | Extrait de l'arrêt n° 43/2004 du 17 mars 2004 Numéros du rôle : 2692 et 2693 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 37, alinéa 2, 1, de la loi du 8 août 1997 sur les faillites, posées par la Cour d'appel de Gand. |
|---|---|
| ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
| Uittreksel uit arrest nr. 43/2004 van 17 maart 2004 | Extrait de l'arrêt n° 43/2004 du 17 mars 2004 |
| Rolnummers 2692 en 2693 | Numéros du rôle : 2692 et 2693 |
| In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 37, tweede lid, | En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 37, |
| 1, van de faillissementswet van 8 augustus 1997, gesteld door het Hof | alinéa 2, 1, de la loi du 8 août 1997 sur les faillites, posées par la |
| van Beroep te Gent. | Cour d'appel de Gand. |
| Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
| samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters | composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges L. |
| L. François, M. Bossuyt, A. Alen, J.-P. Moerman en E. Derycke, | François, M. Bossuyt, A. Alen, J.-P. Moerman et E. Derycke, assistée |
| bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, | du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Arts, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
| I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging | I. Objet des questions préjudicielles et procédure |
| Bij elk van de twee arresten van 14 april 2003 in zake J. Van | Par deux arrêts du 14 avril 2003 en cause de J. Van Kerrebroeck contre |
| Kerrebroeck tegen K. Creyf, waarvan de expedities ter griffie van het | K. Creyf, dont les expéditions sont parvenues au greffe de la Cour |
| Arbitragehof zijn ingekomen op 28 april 2003, heeft het Hof van Beroep | d'arbitrage le 28 avril 2003, la Cour d'appel de Gand a posé la |
| te Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : | question préjudicielle suivante : |
| « Is artikel 37 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, meer | « L'article 37 de la loi sur les faillites du 8 août 1997, et plus |
| bepaald zijn tweede onderdeel, strijdig met de artikelen 10 en 11 van | précisément sa deuxième partie, est-il contraire aux articles 10 et 11 |
| de Grondwet en het gelijkheidsbeginsel, waar het aan [de] curator die | de la Constitution et au principe d'égalité, dès lors qu'il prive le |
| zich verzet tegen zijn afzetting de mogelijkheid ontneemt om beroep | curateur qui s'oppose à sa révocation de la possibilité d'interjeter |
| aan te tekenen tegen het kwestieuze vonnis van afzetting ? » | appel du jugement de révocation litigieux ? » |
| Die zaken, ingeschreven onder de nummers 2692 en 2693 van de rol van | Ces affaires, inscrites sous les numéros 2692 et 2693 du rôle de la |
| het Hof, werden samengevoegd. | Cour, ont été jointes. |
| (...) | (...) |
| III. In rechte | III. En droit |
| (...) | (...) |
| B.1.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op de onderstaande | B.1.1. La question préjudicielle porte sur les dispositions |
| bepalingen van de faillissementswet van 8 augustus 1997, die luiden | reproduites ci-dessous de la loi du 8 août 1997 sur les faillites, qui |
| als volgt : | énoncent : |
| « Art. 31.De rechtbank van koophandel kan te allen tijde de rechter-commissaris vervangen door een van haar andere leden en de curators of een van hen vervangen of hun aantal vermeerderen of verminderen. De curators van wie de vervanging wordt overwogen, worden vooraf opgeroepen en, na verslag van de rechter-commissaris, gehoord in raadkamer. Het vonnis wordt uitgesproken in openbare terechtzitting. Het vonnis waarbij de vervanging van een curator wordt gelast, wordt door toedoen van de griffier te zijner kennis gebracht. Het wordt door toedoen van de griffier van de rechtbank van koophandel binnen vijf dagen na de dagtekening bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad . Een afschrift wordt eveneens ter kennisgeving aan het openbaar ministerie gezonden. |
« Art. 31.Le tribunal de commerce peut, à tout moment, remplacer le juge-commissaire par un autre de ses membres ainsi que remplacer les curateurs ou l'un d'eux, en augmenter ou en diminuer le nombre. Les curateurs dont le remplacement est envisagé, sont préalablement appelés et, après rapport du juge-commissaire, entendus en chambre du Conseil. Le jugement est prononcé en audience publique. Le jugement ordonnant le remplacement d'un curateur lui est notifié à la diligence du greffier. Il est, à la diligence du greffier du tribunal de commerce et dans les cinq jours de sa date, publié par extrait au Moniteur belge . Une copie du jugement est également transmise pour information au ministère public. |
| [...] » | [...] » |
| « Art. 37.Tegen de vonnissen in faillissementszaken, die niet het |
« Art. 37.Les jugements prononcés en matière de faillite, autres que |
| vonnis van faillietverklaring en het vonnis tot vaststelling van de | le jugement déclaratif de la faillite et le jugement fixant la date de |
| datum van staking van betaling zijn, staat beroep open overeenkomstig | cessation de paiement sont susceptibles de recours conformément au |
| het Gerechtelijk Wetboek. Die vonnissen zijn uitvoerbaar bij voorraad. | Code judiciaire. Ces jugements sont exécutoires par provision. |
| Geen verzet of hoger beroep staat open tegen : | Ne sont susceptibles ni d'opposition, ni d'appel : |
| 1. de vonnissen waarbij rechters-commissarissen of curators worden benoemd of vervangen; 2. de vonnissen waarbij een uitspraak wordt gedaan over de betwistingen inzake de afgifte, aan de gefailleerde natuurlijke persoon en aan zijn gezin, van het huisraad en de voorwerpen nodig voor eigen gebruik, evenals inzake de toekenning van levensonderhoud aan de gefailleerde natuurlijke persoon en aan zijn gezin; 3. de vonnissen waarbij de verkoop van goederen en koopwaren die tot het faillissement behoren, wordt toegestaan of waarbij overeenkomstig artikel 25 uitstel of afstel wordt verleend voor de verkoop van in beslag genomen voorwerpen; | 1. les jugements relatifs à la nomination ou au remplacement de juges-commissaires ou de curateurs; 2. les jugements qui statuent sur les contestations relatives à la délivrance au failli, personne physique, et à sa famille des meubles et effets nécessaires à leur propre usage, ainsi que l'octroi de secours alimentaires au failli, personne physique, et à sa famille; 3. les jugements qui autorisent la vente des effets ou marchandises appartenant à la faillite, ou autorisent conformément à l'article 25, la remise ou l'abandon de la vente d'objets saisis; |
| 4. de vonnissen waarbij uitspraak wordt gedaan op het beroep tegen de | 4. les jugements statuant sur les recours formés contre les |
| beschikkingen die de rechter-commissaris heeft gegeven bij de | ordonnances du juge-commissaire rendues dans les limites de ses |
| vervulling van zijn opdracht ». | attributions. » |
| B.1.2. De verwijzende rechter vraagt het Hof of artikel 37, tweede | B.1.2. Le juge a quo demande à la Cour si l'article 37, alinéa 2, est |
| lid, strijdig is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, « waar het | contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution « dès lors qu'il |
| aan [de] curator die zich verzet tegen zijn afzetting de mogelijkheid | prive le curateur qui s'oppose à sa révocation de la possibilité |
| ontneemt om beroep aan te tekenen tegen het kwestieuze vonnis van afzetting ». | d'interjeter appel du jugement de révocation litigieux ». |
| De prejudiciële vraag behoeft nuancering, omdat de artikelen 31 en 37 | Il y a lieu de nuancer la question préjudicielle, car les articles 31 |
| niet voorzien in de « afzetting » van de curator maar wel in de | et 37 ne concernent pas la « révocation » du curateur, mais bien la |
| mogelijkheid van zijn vervanging. | possibilité de son remplacement. |
| B.1.3. Uit de bewoordingen van de prejudiciële vraag blijkt niet met | B.1.3. La formulation de la question préjudicielle ne fait pas |
| welke categorie van personen de curator, of met welke procedure de | apparaître avec quelle catégorie de personnes le curateur, ou avec |
| vervanging wordt vergeleken. In de motieven van de | quelle procédure le remplacement, est comparé. Dans les motifs de la |
| verwijzingsbeslissing overweegt het Hof van Beroep : | décision de renvoi, la Cour d'appel considère : |
| « Op het eerste gezicht is de afzetting van een faillissementscurator | « A première vue, la révocation du curateur d'une faillite pour des |
| om redenen van zijn beleid en beheer van het faillissement, een | raisons afférentes à sa gestion de la faillite, est une mesure qui a |
| maatregel die op dermate verregaande wijze invloed heeft op de persoon | une telle influence sur la personne et sur la vie professionnelle du |
| en medegaand ingrijpt op het professionele leven van de afgezette | curateur révoqué qu'une appréciation en second ressort paraît |
| curator, dat een beoordeling in tweede aanleg passend voorkomt zoals | s'imposer comme c'est le cas pour diverses catégories professionnelles |
| dit het geval is in diverse beroepscategorieën waar een tuchtmaatregel | où une mesure disciplinaire est, en règle générale, susceptible |
| in de regel vatbaar is voor beroep. » | d'appel. » |
| B.2.1. De curator is een gerechtelijk lasthebber die de bij de wet | B.2.1. Le curateur est un mandataire judiciaire qui exerce les |
| bepaalde machten uitoefent in het belang zowel van de gezamenlijke | pouvoirs prévus par la loi dans l'intérêt commun des créanciers comme |
| schuldeisers als van de gefailleerde. De curatoren worden gekozen uit | dans celui du failli. Les curateurs sont choisis parmi les personnes |
| de personen ingeschreven op een lijst opgesteld door de algemene | inscrites sur une liste établie par l'assemblée générale du tribunal |
| vergadering van de rechtbank van koophandel. De vermelding op die | de commerce. La mention sur cette liste est réservée aux avocats |
| lijst is voorbehouden aan advocaten ingeschreven op het tableau van de | inscrits au tableau de l'ordre d'un barreau belge (article 27). Pour |
| orde van een Belgische balie (artikel 27). Voor elk faillissement | chaque faillite, il est désigné un ou plusieurs curateurs. Leur |
| worden één of meer curatoren aangesteld. Aan hun opdracht komt een | |
| einde met de vereffening van het faillissement. | mission prend fin lors de la liquidation de la faillite. |
| B.2.2. Uit de totstandkoming van de faillissementswet van 8 augustus | B.2.2. Les travaux préparatoires de la loi du 8 août 1997 sur les |
| 1997 blijkt dat de wetgever niet gewild heeft dat de curatoren een | faillites font apparaître que le législateur n'a pas voulu que les |
| georganiseerde beroepsgroep zouden worden met een eigen | curateurs deviennent une catégorie professionnelle organisée dotée |
| beroepsinstituut en deontologie (Parl. St., Senaat, 1996-1997, nr. | d'un institut professionnel et d'une déontologie propres (Doc. parl., |
| 1-498/11, pp. 107 en 108). In dat opzicht kan hun situatie dan ook | Sénat, 1996-1997, n° 1-498/11, pp. 107 et 108). A cet égard, leur |
| niet worden vergeleken met die van georganiseerde beroepsgroepen. | situation ne peut dès lors être comparée à celle de catégories |
| professionnelles organisées. | |
| B.3.1. Het Hof dient te onderzoeken of de vervanging van de curator | B.3.1. La Cour doit examiner si le remplacement du curateur peut être |
| kan worden beschouwd als een tuchtmaatregel of een sanctie. | considéré comme une mesure disciplinaire ou une sanction. |
| De wet specificeert niet in welke gevallen de curator kan worden | La loi ne précise pas dans quels cas le curateur peut être remplacé. |
| vervangen. De prejudiciële vraag beoogt het geval waarin de curator | La question préjudicielle vise la situation où le curateur ne demande |
| niet zelf verzoekt om zijn vervanging, maar wel het geval waarin hij | pas lui-même son remplacement, mais la situation où il s'oppose au |
| zich tegen de vervanging verzet. | remplacement. |
| B.3.2. Met de faillissementswet van 8 augustus 1997 beoogde de wetgever een snelle en vlotte afwikkeling van de faillissementsprocedure teneinde het normale marktmechanisme zo weinig mogelijk te verstoren en teneinde de situatie van alle betrokkenen, en vooral van de schuldeisers, zo snel mogelijk uit te klaren (Parl. St., Kamer, 1991-1992, nr. 631/1, p. 29). B.3.3. Wanneer iemand als curator wordt aangesteld, impliceert dit dat hij zich onderwerpt aan het toezicht van de organen van het faillissement, zijnde de rechtbank van koophandel en de rechter-commissaris. De rechter-commissaris houdt toezicht op het beheer en de vereffening van het faillissement en moet de afwikkeling ervan bespoedigen (artikel 35). De curator beheert het faillissement als een goede huisvader (artikel 40) en moet bij de afwikkeling van het faillissement regelmatig verslag uitbrengen (artikel 34). Wanneer de rechtbank van koophandel overweegt dat de curator, om welke reden ook, dient te worden vervangen, wordt hij vooraf opgeroepen en gehoord in raadkamer. De vervanging gebeurt op verslag van de rechter-commissaris, belast met het toezicht op het beheer van het faillissement, die geen deel uitmaakt van de zetel die over de vervanging beslist (artikel 35). De onmogelijkheid om tegen het vonnis van vervanging beroep aan te tekenen past volgens de wetgever in de algemene opzet van de wet zoals uiteengezet onder B.3.2 en moet beletten dat de afwikkeling van het faillissement nodeloos wordt vertraagd (Parl. St., Senaat, 1996-1997, nr. 1-498/11, p. 116). B.3.4. De vervanging van de curator is geen tuchtmaatregel doch een interne maatregel van de rechtbank van koophandel gericht op de snelle en efficiënte afwikkeling van het faillissement. De positie van de curator moet steeds tegen die achtergrond worden gezien. De vervanging geldt voor één welbepaald faillissement en moet worden onderscheiden van de procedure tot schrapping van de lijst van curatoren op dagvaarding door het openbaar ministerie, die tot gevolg heeft dat de betrokkene niet meer als curator kan worden aangesteld. Tegen die schrapping kunnen rechtsmiddelen worden aangewend. De vervanging belet ook niet dat de curator voor de door hem gepresteerde diensten wordt vergoed. B.4. Uit het bovenstaande blijkt dat de curatoren niet kunnen worden beschouwd als een specifieke beroepsgroep met een eigen deontologie en dat de vervanging van de curator niet als een tuchtsanctie kan worden opgevat. De situatie van de curator bij vervanging kan dan ook niet op pertinente wijze worden vergeleken met het tuchtrecht dat geldt voor bepaalde beroepsgroepen. Om die redenen, het Hof zegt voor recht : De prejudiciële vraag behoeft geen antwoord. Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 17 maart 2004. De griffier, P.-Y. Dutilleux. De voorzitter, | B.3.2. En adoptant la loi du 8 août 1997 sur les faillites, le législateur visait à un règlement rapide et aisé de la procédure de faillite afin de perturber le moins possible les mécanismes normaux du marché et afin de clarifier le plus rapidement possible la situation de toutes les personnes concernées et avant tout celle des créanciers (Doc. parl., Chambre, 1991-1992, n° 631/1, p. 29). B.3.3. Lorsqu'une personne est désignée en tant que curateur, cela implique qu'elle se soumet à l'autorité des organes de la faillite, c'est-à-dire le tribunal de commerce et le juge-commissaire. Le juge-commissaire surveille la gestion et la liquidation de la faillite et est chargé de les accélérer (article 35). Le curateur gère la faillite en bon père de famille (article 40) et doit régulièrement faire rapport au cours de la procédure de faillite (article 34). Lorsque le tribunal de commerce estime que le curateur doit, pour un motif quelconque, être remplacé, il est convoqué au préalable et entendu en chambre du conseil. Le remplacement se fait sur rapport du juge-commissaire chargé de la surveillance de la gestion de la faillite, qui ne fait pas partie du siège décidant du remplacement (article 35). Selon le législateur, l'impossibilité de former appel du jugement de remplacement s'inscrit dans l'économie générale de la loi, exposée au B.3.2, et doit empêcher que le règlement de la faillite soit inutilement ralenti (Doc. parl., Sénat, 1996-1997, n° 1-498/11, p. 116). B.3.4. Le remplacement du curateur n'est pas une mesure disciplinaire, mais une mesure interne du tribunal de commerce visant au règlement rapide et efficace de la faillite. La position du curateur doit toujours être examinée sous cet éclairage. Le remplacement vaut pour une faillite déterminée et doit se distinguer de la procédure de l'omission de la liste des curateurs sur citation du ministère public, qui a pour effet que l'intéressé ne peut plus être désigné comme curateur. Des voies de recours sont ouvertes contre cette omission. Le remplacement n'empêche pas davantage que le curateur soit rémunéré pour les services qu'il a fournis. B.4. Il résulte de ce qui précède que les curateurs ne peuvent être considérés comme une catégorie professionnelle spécifique dotée d'une déontologie propre et que le remplacement du curateur ne peut être considéré comme une sanction disciplinaire. La situation du curateur remplacé ne peut dès lors être comparée utilement au droit disciplinaire régissant certaines catégories professionnelles. Par ces motifs, la Cour dit pour droit : La question préjudicielle n'appelle pas de réponse. Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 17 mars 2004. Le greffier, P.-Y. Dutilleux. Le président, |
| A. Arts. | A. Arts. |