← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 99/2003 van 2 juli 2003 Rolnummer : 2662 en 2664. In zake
: de prejudiciële vraag betreffende artikel 5, tweede lid, van het Strafwetboek, zoals hersteld bij
de wet van 4 mei 1999 tot invoering van de strafrechtel Het Arbitragehof, samengesteld uit
de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters L. Fran(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 99/2003 van 2 juli 2003 Rolnummer : 2662 en 2664. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 5, tweede lid, van het Strafwetboek, zoals hersteld bij de wet van 4 mei 1999 tot invoering van de strafrechtel Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters L. Fran(...) | Extrait de l'arrêt n° 99/2003 du 2 juillet 2003 Numéros du rôle : 2662 et 2664. En cause : la question préjudicielle relative à l'article 5, alinéa 2, du Code pénal, tel qu'il a été rétabli par la loi du 4 mai 1999 instaurant la responsabil La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges L. François, M(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Uittreksel uit arrest nr. 99/2003 van 2 juli 2003 | Extrait de l'arrêt n° 99/2003 du 2 juillet 2003 |
Rolnummer : 2662 en 2664. | Numéros du rôle : 2662 et 2664. |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 5, tweede lid, van | En cause : la question préjudicielle relative à l'article 5, alinéa 2, |
het Strafwetboek, zoals hersteld bij de wet van 4 mei 1999 tot | du Code pénal, tel qu'il a été rétabli par la loi du 4 mai 1999 |
invoering van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van | instaurant la responsabilité pénale des personnes morales, posée par |
rechtspersonen, gesteld door de Correctionele Rechtbank te Luik. | le Tribunal correctionnel de Liège. |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters | composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges L. |
L. François, M. Bossuyt, L. Lavrysen, J.-P. Moerman en E. Derycke, | François, M. Bossuyt, L. Lavrysen, J.-P. Moerman et E. Derycke, |
bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van | assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. |
voorzitter M. Melchior, | Melchior, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
Bij twee vonnissen van 7 maart 2003 in zake de arbeidsauditeur tegen | Par deux jugements du 7 mars 2003 en cause de l'auditeur du travail |
respectievelijk L.W. en anderen en D.B. en de n.v. Soldo-Rama, waarvan | contre respectivement L.W. et autres et D.B. et la s.a. Soldo-Rama, |
dont les expéditions sont parvenues au greffe de la Cour d'arbitrage | |
de expedities ter griffie van het Arbitragehof zijn ingekomen op 12 | le 12 mars 2003, le Tribunal correctionnel de Liège a posé la question |
maart 2003, heeft de Correctionele Rechtbank te Luik de volgende | |
prejudiciële vraag gesteld : | préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 5, tweede lid, van het Strafwetboek, zoals gewijzigd | « L'article 5, alinéa 2, du Code pénal, tel que modifié par la loi du |
bij de wet van 4 mei 1999 tot invoering van de strafrechtelijke | 4 mai 1999 instaurant la responsabilité pénale des personnes morales, |
verantwoordelijkheid van rechtspersonen, de artikelen 10 en 11 van de | viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution combinés avec |
Grondwet in samenhang gelezen met artikel 7 van het Europees Verdrag | l'article 7 de la Convention européenne des droits de l'homme et |
voor de Rechten van de Mens en artikel 14 van het Internationaal | l'article 14 du Pacte international relatif aux droits civils et |
Verdrag van New York inzake burgerrechten en politieke rechten, in | politiques de New York en tant qu'il est interprété comme n'ayant pas |
zoverre het zo wordt geïnterpreteerd dat het geen terugwerkende kracht | |
heeft, waardoor een beklaagde, natuurlijke persoon, wordt verhinderd | d'effet rétroactif, ce qui empêche un prévenu, personne physique, de |
zich op de erin vervatte strafuitsluitingsgrond te beroepen voor | se prévaloir de la cause d'excuse absolutoire qu'il contient pour des |
misdrijven die zijn gepleegd vóór de inwerkingtreding van die wet, | infractions commises antérieurement à l'entrée en vigueur de cette loi |
terwijl die strafuitsluitingsgrond kan worden aangevoerd door | alors que cette cause d'excuse absolutoire peut être invoquée par des |
beklaagden die worden vervolgd voor misdrijven die zijn gepleegd na de | prévenus poursuivis pour des infractions commises postérieurement à |
inwerkingtreding van die wet, en zulks ofschoon diezelfde oplossing | l'entrée en vigueur de cette loi, et ce quand bien même cette solution |
zou kunnen leiden tot een strafrechtelijke immuniteit van de vervolgde | pourrait aboutir à une immunité pénale de la personne physique |
natuurlijke persoon, en terwijl, volgens de hiervoor vermelde regels | poursuivie et alors que, selon les règles de droit international |
van internationaal recht in samenhang gelezen met de beginselen van | précitées combinées avec les principes d'égalité et de |
gelijkheid en niet-discriminatie, elke beklaagde of verdachte het | non-discrimination, tout prévenu ou inculpé est en droit de se |
recht heeft om zich op een mildere strafwet te beroepen ? » | prévaloir d'une loi pénale plus douce ? » |
Op 9 april 2003 hebben de rechters-verslaggevers L. François en M. | Le 9 avril 2003, en application de l'article 72, alinéa 1er, de la loi |
Bossuyt, met toepassing van artikel 72, eerste lid, van de organieke | organique, les juges-rapporteurs L. François et M. Bossuyt ont informé |
wet, het Hof ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen | |
worden gebracht voor te stellen een arrest van onmiddellijk antwoord | la Cour qu'ils pourraient être amenés à proposer de rendre un arrêt de |
te wijzen. | réponse immédiate. |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1. De prejudiciële vraag betreft de wet van 4 mei 1999 tot invoering | B.1. La question préjudicielle porte sur la loi du 4 mai 1999 |
van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen, meer | instaurant la responsabilité pénale des personnes morales, et en |
in het bijzonder artikel 2, dat in het Strafwetboek een nieuw artikel | particulier sur son article 2 qui introduit dans le Code pénal un |
5 heeft ingevoegd, luidend als volgt : | nouvel article 5, lequel dispose : |
« Een rechtspersoon is strafrechtelijk verantwoordelijk voor | « Toute personne morale est pénalement responsable des infractions qui |
misdrijven die hetzij een intrinsiek verband hebben met de | sont intrinsèquement liées à la réalisation de son objet ou à la |
verwezenlijking van zijn doel of de waarneming van zijn belangen, of | défense de ses intérêts, ou de celles dont les faits concrets |
die, naar blijkt uit de concrete omstandigheden, voor zijn rekening | démontrent qu'elles ont été commises pour son compte. |
zijn gepleegd. Wanneer de rechtspersoon verantwoordelijk gesteld wordt uitsluitend | Lorsque la responsabilité de la personne morale est engagée |
wegens het optreden van een geïdentificeerde natuurlijke persoon, kan | exclusivement en raison de l'intervention d'une personne physique |
enkel degene die de zwaarste fout heeft begaan worden veroordeeld. | identifiée, seule la personne qui a commis la faute la plus grave peut |
Indien de geïdentificeerde natuurlijke persoon de fout wetens en | être condamnée. Si la personne physique identifiée a commis la faute |
willens heeft gepleegd kan hij samen met de verantwoordelijke | sciemment et volontairement, elle peut être condamnée en même temps |
rechtspersoon worden veroordeeld. | que la personne morale responsable. |
Met rechtspersonen worden gelijkgesteld : | Sont assimilées à des personnes morales : |
1o tijdelijke verenigingen en verenigingen bij wijze van deelneming; 2o vennootschappen bedoeld in artikel 2, derde lid van de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen, alsook handelsvennootschappen in oprichting; 3o burgerlijke vennootschappen die niet de vorm van een handelsvennootschap hebben aangenomen. Voor de toepassing van dit artikel kunnen niet als strafrechtelijk verantwoordelijke rechtspersoon worden beschouwd : de federale staat, de gewesten, de gemeenschappen, de provincies, de Brusselse agglomeratie, de gemeenten, de binnengemeentelijke territoriale organen, de Franse Gemeenschapscommissie, de Vlaamse Gemeenschapscommissie, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. » | 1o les associations momentanées et les associations en participation; 2o les sociétés visées à l'article 2, alinéa 3, des lois coordonnées sur les sociétés commerciales, ainsi que les sociétés commerciales en formation; 3o les sociétés civiles qui n'ont pas pris la forme d'une société commerciale. Ne peuvent pas être considérées comme des personnes morales responsables pénalement pour l'application du présent article : l'Etat fédéral, les régions, les communautés, les provinces, l'agglomération bruxelloise, les communes, les organes territoriaux intracommunaux, la Commission communautaire française, la Commission communautaire flamande, la Commission communautaire commune et les centres publics d'aide sociale. » |
Die bepaling is in werking getreden op 2 juli 1999, dit is de tiende | Cette disposition est entrée en vigueur le 2 juillet 1999, |
dag na de bekendmaking van de wet in het Belgisch Staatsblad van 22 juni 1999. Zij wordt slechts in het geding gebracht in zoverre de wetgever aan het tweede lid van die bepaling geen terugwerkende kracht heeft verleend. B.2. Door in de eerste zin van de in het geding zijnde bepaling te bepalen dat de strafrechter, wanneer hij vaststelt dat een misdrijf niet wetens en willens is gepleegd en tegelijkertijd door een natuurlijke persoon en een rechtspersoon is gepleegd, alleen die persoon veroordeelt die de « zwaarste fout » heeft begaan, heeft de wetgever een strafuitsluitingsgrond ingevoerd voor wie van hen beiden de minst zware fout heeft begaan. | c'est-à-dire 10 jours après la publication de la loi au Moniteur belge du 22 juin 1999. Elle n'est contestée que dans la mesure où le législateur n'a pas conféré d'effet rétroactif au deuxième alinéa. B.2. En prévoyant, dans la première phrase de la disposition en cause, que le juge pénal, lorsqu'il constate qu'une infraction qui n'a été commise ni sciemment ni volontairement l'a été à la fois par une personne physique et par une personne morale, peut seulement condamner la personne qui a commis la faute « la plus grave », le législateur a instauré une cause exclusive de peine pour celle des deux personnes qui a commis la faute la moins grave. |
B.3. Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid van de | B.3. Il est demandé à la Cour si l'absence de rétroactivité de |
afwezigheid van terugwerkende kracht van artikel 5, tweede lid, van | l'article 5, alinéa 2, du Code pénal est compatible avec les articles |
het Strafwetboek, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in | 10 et 11 de la Constitution lus en combinaison avec l'article 7 de la |
samenhang gelezen met artikel 7 van het Europees Verdrag voor de | |
Rechten van de Mens en artikel 14 van het Internationaal Verdrag | Convention européenne des droits de l'homme et avec l'article 14 du |
inzake burgerrechten en politieke rechten, doordat aan een verdachte | Pacte international relatif aux droits civils et politiques, en ce |
die wordt vervolgd voor misdrijven die niet wetens en willens en vóór | qu'un prévenu qui est poursuivi pour des infractions commises, ni |
de inwerkingtreding van de wet van 4 mei 1999 werden gepleegd, niet de | sciemment ni volontairement, avant l'entrée en vigueur de la loi du 4 |
mogelijkheid wordt verleend om het bestaan in te roepen van de | mai 1999 ne se voit pas offrir la possibilité d'invoquer l'existence |
strafuitsluitingsgrond, waarin die bepaling voorziet, terwijl die | de la cause exclusive de peine prévue par cette disposition, alors que |
strafuitsluitingsgrond wel kan worden aangevoerd door verdachten die | cette cause exclusive de peine peut être invoquée par les prévenus qui |
na de inwerkingtreding van die bepaling dergelijke misdrijven hebben | ont commis de telles infractions après l'entrée en vigueur de cette |
gepleegd. | disposition. |
B.4. De wetgever heeft niet gepreciseerd of die bepaling met | B.4. Le législateur n'a pas précisé si cette disposition doit |
terugwerkende kracht moet worden toegepast, maar de verwijzende | s'appliquer rétroactivement mais le juge a quo se réfère, tout en |
rechter verwijst, rekening houdend ook met de voormelde | visant les dispositions de droit international précitées, à |
internationaalrechtelijke bepalingen, naar de interpretatie van het | l'interprétation de la Cour de cassation selon laquelle elle n'a pas |
Hof van Cassatie (Cass., 3 oktober 2000; in dezelfde zin Cass., 26 | d'effet rétroactif (Cass., 3 octobre 2000; dans le même sens : Cass., |
februari 2002) volgens welke zij geen terugwerkende kracht heeft. Het | 26 février 2002). C'est dans cette interprétation que la Cour |
is in die interpretatie dat het Hof de in het geding zijnde bepaling | examinera la disposition en cause. |
onderzoekt. B.5.1. De natuurlijke persoon die wordt vervolgd wegens misdrijven die | B.5.1. La personne physique qui est poursuivie pour des infractions |
niet wetens en willens en na de inwerkingtreding van de wet van 4 mei | commises, ni sciemment ni volontairement, après l'entrée en vigueur de |
1999 zijn gepleegd, kan eventueel de bij artikel 2, tweede lid, eerste | la loi du 4 mai 1999 peut éventuellement bénéficier de la cause |
zin ervan, ingevoerde strafuitsluitingsgrond genieten, omdat die wet | exclusive de peine créée par son article 2, alinéa 2, 1ère phrase, |
voortaan twee mogelijke daders voor een strafbaar feit aanwijst : de | parce que cette loi désigne désormais deux auteurs possibles d'une |
natuurlijke persoon en de rechtspersoon voor wiens rekening deze heeft | infraction pénale : la personne physique et la personne morale pour le |
gehandeld. Het is uitsluitend rekening houdend met dat meervoudig | compte de laquelle elle a agi. C'est uniquement en considération de |
daderschap dat de wetgever de cumulatie van de strafrechtelijke | cette dualité d'auteurs d'une même infraction que le législateur a |
verantwoordelijkheden heeft geweerd wanneer het misdrijf niet wetens | écarté le cumul des responsabilités pénales lorsque l'infraction n'a |
en willens is gepleegd (Parl. St. , Senaat, 1998-1999, nr. 1-1217/6, | pas été commise sciemment et volontairement (Doc. parl. , Sénat, |
pp. 10, 11 en 42). | 1998-1999, no 1-1217/6, pp. 10, 11 et 42). |
B.5.2. De natuurlijke persoon die wordt vervolgd wegens misdrijven die | B.5.2. La personne physique qui est poursuivie pour des infractions |
commises, ni sciemment ni volontairement, avant l'entrée en vigueur de | |
niet wetens en willens en vóór de inwerkingtreding van de wet van 4 | la loi du 4 mai 1999, et qui ne peut bénéficier de la même cause |
mei 1999 zijn gepleegd en die niet dezelfde strafuitsluitingsgrond kan | exclusive de peine, se trouve dans une situation qui ne permet pas de |
genieten, bevindt zich in een situatie waarin hij zich niet kan | |
vergelijken met de persoon wiens situatie is beschreven in B.5.1 : het | la comparer à la personne dont la situation est décrite en B.5.1 : le |
vóór de wet van 4 mei 1999 vigerende recht sloot het meervoudig | droit en vigueur avant la loi du 4 mai 1999 excluait la dualité |
daderschap uit, vermits de rechtspersonen niet strafbaar waren. Het | d'auteurs puisque les personnes morales n'étaient pas punissables. Il |
zou voor het Hof onlogisch zijn te onderzoeken of de wetgever het | serait illogique pour la Cour d'examiner si le législateur ne viole |
gelijkheidsbeginsel schendt door aan de natuurlijke persoon, terwijl | pas le principe d'égalité en refusant à la personne physique, alors |
die alleen strafbaar is, een strafuitsluitingsgrond te weigeren die | qu'elle est seule punissable, une cause exclusive de peine qui n'a de |
enkel zin heeft omdat hij een samenloop van verantwoordelijkheid heeft ingevoerd. | sens que parce qu'il a instauré un concours de responsabilités. |
B.6. Aangezien de in de prejudiciële vraag vermelde categorieën van | B.6. Les catégories de personnes mentionnées dans la question |
personen niet voldoende vergelijkbaar zijn, zelfs rekening houdende | préjudicielle n'étant pas suffisamment comparables, même en prenant en |
met de internationaalrechtelijke bepalingen waarnaar in B.4 is | compte les dispositions de droit international auxquelles il est fait |
verwezen, dient de vraag ontkennend te worden beantwoord. | référence en B.4, la question appelle une réponse négative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
Artikel 5, tweede lid, van het Strafwetboek schendt niet de artikelen | L'article 5, alinéa 2, du Code pénal ne viole pas les articles 10 et |
10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 7 van het | 11 de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 7 de la |
Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en artikel 14 van het | Convention européenne des droits de l'homme et avec l'article 14 du |
Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, in | Pacte international relatif aux droits civils et politiques, en tant |
zoverre het niet van toepassing is op de feiten gepleegd vóór de inwerkingtreding ervan. | qu'il ne s'applique pas aux faits commis avant son entrée en vigueur. |
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 2 juli 2003. | la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 2 juillet 2003. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
De voorzitter, | Le président, |
M. Melchior. | M. Melchior. |