Uittreksel uit arrest nr. 32/2003 van 12 maart 2003 Rolnummer 2399 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de wet van 30 april 1951 « op de handelshuurovereenkomsten met het oog op de bescherming van het handelsfonds », gelezen in sa Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters L. Fra(...) | Extrait de l'arrêt n° 32/2003 du 12 mars 2003 Numéro du rôle : 2399 En cause : la question préjudicielle relative à la loi du 30 avril 1951 « sur les baux commerciaux, en vue de la protection du fonds de commerce », combinée avec les art La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges L. François, (...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Uittreksel uit arrest nr. 32/2003 van 12 maart 2003 | Extrait de l'arrêt n° 32/2003 du 12 mars 2003 |
Rolnummer 2399 | Numéro du rôle : 2399 |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende de wet van 30 april 1951 « | En cause : la question préjudicielle relative à la loi du 30 avril |
op de handelshuurovereenkomsten met het oog op de bescherming van het | 1951 « sur les baux commerciaux, en vue de la protection du fonds de |
handelsfonds », gelezen in samenhang met de artikelen 537 en 1712 van | commerce », combinée avec les articles 537 et 1712 du Code civil, |
het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Dinant. | posée par le Tribunal de première instance de Dinant. |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters | composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges L. |
L. François, P. Martens, M. Bossuyt, A. Alen en J.-P. Moerman, | François, P. Martens, M. Bossuyt, A. Alen et J.-P. Moerman, assistée |
bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, | du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M. Melchior, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag | I. Objet de la question préjudicielle |
Bij vonnis van 20 maart 2002 in zake L. Vincent en zijn echtgenote J. | Par jugement du 20 mars 2002 en cause de L. Vincent et son épouse J. |
Vanderlinden tegen de gemeente Gedinne en anderen, waarvan de | Vanderlinden contre la commune de Gedinne et autres, dont l'expédition |
expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 26 maart | est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 26 mars 2002, le |
2002, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Dinant de prejudiciële | Tribunal de première instance de Dinant a posé la question |
vraag gesteld « of de wet van 30 april 1951 [op de | préjudicielle de savoir « si la loi du 30 avril 1951 [sur les baux |
handelshuurovereenkomsten met het oog op de bescherming van het | commerciaux, en vue de la protection du fonds de commerce] combinée |
handelsfonds], junctis de artikelen 537 en 1712 van het Burgerlijk | avec les articles 537 et 1712 du Code civil ne viole pas les articles |
Wetboek, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, in zoverre het | 10 et 11 de la Constitution dans la mesure où ces textes permettent |
ingevolge die teksten de overheid is toegestaan haar medecontractanten | aux pouvoirs publics de placer leurs cocontractants dans une situation |
in een precaire situatie te plaatsen, waarbij hun de met de | précaire, les privant de la protection attachée au bail commercial, et |
handelshuur verbonden bescherming wordt ontzegd, zelfs voor percelen | |
van haar privaat domein en/of om redenen die niet rechtstreeks verband | cela même pour des parcelles de leur domaine privé et/ou pour des |
houden met het behoud van de bestemming en het gebruik van het | raisons qui ne sont pas directement liées à la préservation de |
openbaar domein ». | l'affectation et de l'utilisation du domaine public ». |
(...) | (...) |
IV. In rechte | IV. En droit |
(...) | (...) |
B.1.1. Uit de bewoordingen van de prejudiciële vraag en de motivering | B.1.1. Il ressort du libellé de la question préjudicielle et de la |
van de verwijzingsbeslissing blijkt dat het Hof wordt ondervraagd over | motivation de la décision de renvoi que la Cour est interrogée sur la |
het door de in het geding zijnde bepalingen ingevoerde verschil in | |
behandeling tussen concessiehouders van een openbare dienst en | différence de traitement créée par les dispositions en cause entre |
huurders die gebonden zijn door een handelshuurovereenkomst, waarbij | concessionnaires de service public et locataires engagés dans les |
enkel de laatstgenoemden inzake opzegging in aanmerking komen voor de | liens d'un contrat de bail commercial, seuls les seconds bénéficiant, |
bescherming die door de wettelijke bepalingen inzake | en matière de congé, de la protection organisée par les dispositions |
handelshuurovereenkomsten wordt georganiseerd, terwijl een dergelijke | législatives relatives au bail commercial alors qu'une telle |
bescherming niet wordt georganiseerd door de artikelen 537 en 1712 van | protection n'est pas organisée par les articles 537 et 1712 du Code |
het Burgerlijk Wetboek. | civil. |
Die artikelen bepalen : « Art. 537.Bijzondere personen beschikken vrij over de hun toebehorende goederen, behoudens de door de wetten gestelde beperkingen. Goederen die niet aan bijzondere personen toebehoren, worden beheerd en kunnen alleen worden vervreemd met inachtneming van de vormen en overeenkomstig de regels die daarvoor in het bijzonder bepaald zijn. » « Art. 1712.De verhuring van de goederen van de Staat, van de gemeenten en van de openbare instellingen is aan bijzondere reglementen onderworpen. » B.1.2. In hun memorie van antwoord stellen de appellanten voor de verwijzende rechter dat het niet erom gaat het juridisch stelsel van de handelshuurovereenkomst te vergelijken met het juridisch stelsel van de overeenkomst inzake een concessie van openbare dienst, maar wel het lot dat is voorbehouden aan de handelaar die een privé-gebouw huurt en daar een handelsactiviteit uitoefent met privé-belang en het lot dat is voorbehouden aan de handelaar die een openbaar gebouw beheert en een activiteit uitoefent die wordt aangemerkt als zijnde « |
Ceux-ci disposent : « Art. 537.Les particuliers ont la libre disposition des biens qui leur appartiennent, sous les modifications établies par les lois. Les biens qui n'appartiennent pas à des particuliers, sont administrés et ne peuvent être aliénés que dans les formes et suivant les règles qui leur sont particulières. » « Art. 1712.Les baux des biens nationaux, des biens des communes et des établissements publics, sont soumis à des règlements particuliers. » B.1.2. Dans leur mémoire en réponse, les appelants devant le juge a quo exposent qu'il ne s'agit pas de comparer le régime juridique du contrat de bail commercial avec le régime juridique du contrat de concession de service public mais le sort réservé au commerçant locataire d'un immeuble privé qui exerce une activité commerciale d'intérêt privé et le sort réservé au commerçant gestionnaire d'un immeuble public qui exerce une activité qualifiée « d'utilité publique |
van openbaar nut », zelfs indien het gebouw onder het privaat domein | », même si l'immeuble relève du domaine privé ou si, alors qu'il |
valt of indien, wanneer het onder het openbaar domein valt, wordt | relève du domaine public, la rupture du contrat est décidée pour des |
beslist om de overeenkomst te verbreken om redenen die niets te maken | raisons qui n'ont rien à voir avec la préservation de l'affectation ou |
hebben met de vrijwaring van de bestemming of het gebruik van het | de l'utilisation du bien. |
goed. Het Hof stelt echter vast, enerzijds, dat uit de motivering van het | La Cour constate cependant, d'une part, qu'il apparaît de la |
verwijzingsvonnis blijkt dat de rechter van oordeel is dat het in het | motivation du jugement a quo que le juge estime que le bien en cause |
geding zijnde goed onder het openbaar domein valt en dat de in het | relève du domaine public et que la convention en cause est une |
geding zijnde overeenkomst een concessie van openbare dienst is en, | |
anderzijds, dat in de prejudiciële vraag de situatie van diegenen die | concession de service public et, d'autre part, que la question |
waarborgen genieten die samenhangen met de handelshuur wordt | préjudicielle compare la situation de ceux qui bénéficient des |
vergeleken met de situatie van diegenen die die waarborgen niet genieten. B.2. Hoewel de goederen die het voorwerp uitmaken van het geschil dat voor de verwijzende rechter is gebracht, volgens de motivering van het vonnis, deel uitmaken van het openbaar domein aangezien ze worden aangewend voor een openbare dienst, en daartoe speciaal werden ingericht, verwijst de vraag eveneens naar « percelen van [het] privaat domein » van de overheid. B.3. De overheid die een concessie toekent betreffende een goed dat onder haar openbaar domein valt of die, wanneer zij een huurovereenkomst sluit betreffende een goed dat onder haar privaat domein valt, aan die huurovereenkomst clausules toevoegt die afwijken | garanties attachées au bail commercial à la situation de ceux qui n'en bénéficient pas. B.2. Quoique les biens qui font l'objet du litige dont le juge a quo est saisi fassent, selon la motivation du jugement, partie du domaine public parce qu'ils sont affectés à un service public et ont spécialement été aménagés à cet effet, la question se réfère aussi aux « parcelles [du] domaine privé » des autorités publiques. B.3. L'autorité publique qui accorde une concession portant sur un bien relevant de son domaine public ou qui, lorsqu'elle conclut un bail portant sur un bien relevant de son domaine privé, assortit ce bail de clauses dérogatoires au droit commun, auxquelles les « |
van het gemeen recht, waarnaar de in het voormelde artikel 1712 | règlements particuliers » visés à l'article 1712 précité font |
beoogde « bijzondere reglementen » verwijzen, onderscheidt zich van de | référence, se distingue des bailleurs, personnes privées, en ce que |
verhuurders, privé-personen, doordat het algemeen belang dat zij tot | l'intérêt général qu'elle a pour mission de défendre requiert et |
taak heeft te verdedigen, vereist en verantwoordt dat een eind kan | justifie qu'il puisse être mis fin aux conventions ainsi conclues. La |
worden gemaakt aan de aldus gesloten overeenkomsten. Het precaire | précarité de la situation des concessionnaires et, le cas échéant, des |
karakter van de situatie van de concessiehouders, en in voorkomend | locataires, constitue dès lors une norme en rapport avec l'objectif |
geval van de huurders, vormt bijgevolg een norm die in verband staat | |
met de nagestreefde doelstelling, waarbij de in het geding zijnde | poursuivi, les dispositions en cause ne pouvant être isolées du |
bepalingen niet uit de context waarbinnen zij passen kunnen worden | contexte dans lequel elles s'inscrivent, à savoir la subordination de |
gehaald, namelijk de ondergeschiktheid van elk particulier belang - | tout intérêt particulier - fût-il légitime - à l'intérêt général |
zij het legitiem - aan het algemeen belang waarop elke handeling van | |
de overheid geacht wordt betrekking te hebben. | auquel tout acte de l'autorité publique est censé se rapporter. |
B.4. De in het geding zijnde bepalingen vormen geen onevenredige | B.4. Les dispositions en cause ne constituent pas une mesure |
maatregel aangezien de door de overheid genomen beslissingen in het | disproportionnée puisque les décisions prises par l'autorité dans le |
kader van de uitoefening van haar discretionaire - maar niet | cadre de l'exercice de son pouvoir discrétionnaire - mais non |
arbitraire - bevoegdheid zijn onderworpen aan de toetsing van de | arbitraire - sont soumises au contrôle du juge, auquel une annulation |
rechter, aan wie een vernietiging of een schadeloosstelling kan worden gevraagd. | ou une indemnisation peut être demandée. |
B.5. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | B.5. La question préjudicielle appelle une réponse négative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
De artikelen 537 en 1712 van het Burgerlijk Wetboek schenden de | Les articles 537 et 1712 du Code civil ne violent pas les articles 10 |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. | et 11 de la Constitution. |
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 12 maart 2003. | la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 12 mars 2003. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
De voorzitter, | Le président, |
M. Melchior. | M. Melchior. |