Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 27/2003 van 19 februari 2003 Rolnummer 2341 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 11 van de wet van 10 juni 1998 tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de verjaring, gesteld door de Arbeidsrechtb Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Mar(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 27/2003 van 19 februari 2003 Rolnummer 2341 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 11 van de wet van 10 juni 1998 tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de verjaring, gesteld door de Arbeidsrechtb Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Mar(...) Extrait de l'arrêt n° 27/2003 du 19 février 2003 Numéro du rôle : 2341 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 11 de la loi du 10 juin 1998 modifiant certaines dispositions en matière de prescription, posées par le Tr La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. Martens, (...)
ARBITRAGEHOF COUR D'ARBITRAGE
Uittreksel uit arrest nr. 27/2003 van 19 februari 2003 Extrait de l'arrêt n° 27/2003 du 19 février 2003
Rolnummer 2341 Numéro du rôle : 2341
In zake : de prejudiciële vragen over artikel 11 van de wet van 10 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 11 de la
juni 1998 tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de loi du 10 juin 1998 modifiant certaines dispositions en matière de
verjaring, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Nijvel. prescription, posées par le Tribunal du travail de Nivelles.
Het Arbitragehof, La Cour d'arbitrage,
samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P.
P. Martens, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen en J.-P. Moerman, Martens, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen et J.-P. Moerman,
bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président M.
voorzitter M. Melchior, Melchior,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen I. Objet des questions préjudicielles
Bij vonnis van 23 januari 2002 in zake J. Silva Salsinha tegen J. Par jugement du 23 janvier 2002 en cause de J. Silva Salsinha contre
Vanden Driesch en anderen en in zake J. Silva Salsinha tegen E. Ruiz J. Vanden Driesch et autres et en cause de J. Silva Salsinha contre E.
Loridan en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Ruiz Loridan et autres, dont l'expédition est parvenue au greffe de la
Arbitragehof is ingekomen op 31 januari 2002, heeft de Cour d'arbitrage le 31 janvier 2002, le Tribunal du travail de
Arbeidsrechtbank te Nijvel de volgende prejudiciële vragen gesteld : Nivelles a posé les questions préjudicielles suivantes :
1. « Roept artikel 11 van de wet van 10 juni 1998 [tot wijziging van 1. « L'article 11 de la loi du 10 juin 1998 [modifiant certaines
sommige bepalingen betreffende de verjaring] een met de artikelen 10 dispositions en matière de prescription] n'instaure-t-il pas une
en 11 van de Grondwet strijdige discriminatie in het leven tussen de discrimination contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution
rechtsvorderingen die bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing entre les actions qui ont été déclarées prescrites par une décision
verjaard zijn verklaard, en de rechtsvorderingen die volgens dezelfde passée en force de chose jugée et celles prescrites selon les mêmes
criteria en onder dezelfde voorwaarden op het ogenblik van de critères et les mêmes conditions au moment de l'entrée en vigueur de
inwerkingtreding van de wet van 10 juni 1998 zijn verjaard, doch die la loi du 10 juin 1998 mais qui n'ont pas fait l'objet d'une telle
niet het onderwerp van een dergelijke beslissing zijn geweest ? » décision ? »
2. « Zo ja, dient de rechtbank dan niet te beslissen dat voor de 2. « Dans l'affirmative, n'y a-t-il pas lieu pour le tribunal de
burgerlijke rechtsvorderingen tot vergoeding van de schade décider que pour les actions civiles en réparation des dommages commis
voortvloeiend uit een fout die een misdrijf vormt - die aan dezelfde par une faute constituant une infraction - qui répondent aux mêmes
criteria en aan dezelfde voorwaarden inzake de verjaring voldoen als critères et aux mêmes conditions de prescription que celles déclarées
de rechtsvorderingen die bij een in kracht van gewijsde gegane prescrites par une décision passée en force de chose jugée avant
beslissing verjaard zijn verklaard vóór de inwerkingtreding van de wet
van 10 juni 1998 - de inwerkingtreding niet tot gevolg kan hebben dat l'entrée en vigueur de la loi du 10 juin 1998 - l'entrée en vigueur ne
een nieuwe verjaringstermijn begint te lopen ? » peut avoir pour effet de faire courir un nouveau délai de prescription ? »
Bij beschikking van 19 november 2002, heeft het Hof de prejudiciële Par ordonnance du 19 novembre 2002, la Cour a reformulé les questions
vragen geherformuleerd als volgt : préjudicielles comme suit :
« Schenden de artikelen 10 en 11 van de wet van 10 juni 1998 tot « Les articles 10 et 11 de la loi du 10 juin 1998 modifiant certaines
wijziging van sommige bepalingen betreffende de verjaring niet de dispositions en matière de prescription, ne violent-ils pas les
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij onder de articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'ils opèrent une
vorderingen die zijn ontstaan vóór de inwerkingtreding van de wet een distinction parmi les actions qui ont pris naissance avant l'entrée en
onderscheid maken tussen de vorderingen die bij een in kracht van vigueur de la loi entre les actions qui ont été déclarées prescrites
gewijsde gegane beslissing verjaard zijn verklaard vóór de par une décision passée en force de chose jugée avant l'entrée en
inwerkingtreding van de wet en de anderen vorderingen ? » vigueur de la loi et les autres actions ? »
(...) (...)
IV. In rechte IV. En droit
(...) (...)
B.1. De artikelen 10 en 11 van de wet van 10 juni 1998 tot wijziging B.1. Les articles 10 et 11 de la loi du 10 juin 1998 modifiant
van sommige bepalingen betreffende de verjaring bepalen : certaines dispositions en matière de prescription disposent :
«

Art. 10.Wanneer de rechtsvordering is ontstaan vóór de

«

Art. 10.Lorsque l'action a pris naissance avant l'entrée en vigueur

inwerkingtreding van deze wet, beginnen de nieuwe verjaringstermijnen de la présente loi, les nouveaux délais de prescription qu'elle
waarin zij voorziet slechts te lopen vanaf haar inwerkingtreding. De institue ne commencent à courir qu'à partir de son entrée en vigueur.
totale duur van de verjaringstermijn mag evenwel niet meer dan dertig Toutefois, la durée totale du délai de prescription ne peut dépasser
jaar bedragen. trente ans.

Art. 11.Wanneer de rechtsvordering bij een in kracht van gewijsde

Art. 11.Lorsque l'action a été déclarée prescrite par une décision

gegane beslissing verjaard is verklaard vóór de inwerkingtreding van passée en force de chose jugée avant l'entrée en vigueur de la
deze wet, kan deze inwerkingtreding niet tot gevolg hebben dat een présente loi, cette entrée en vigueur ne peut avoir pour effet de
nieuwe verjaringstermijn begint te lopen. » faire courir un nouveau délai de prescription. »
B.2. De prejudiciële vraag zoals ze is geherformuleerd door het Hof B.2. La question préjudicielle, telle qu'elle a été reformulée par la
heeft betrekking op de bestaanbaarheid met de artikelen 10 en 11 van Cour, porte sur la compatibilité avec les articles 10 et 11 de la
de Grondwet van de artikelen 10 en 11 van de wet van 10 juni 1998, in Constitution des articles 10 et 11 de la loi du 10 juin 1998 en ce
zoverre zij onder de rechtsvorderingen die zijn ontstaan vóór de qu'ils opèrent une distinction, parmi les actions qui ont pris
inwerkingtreding van de wet (27 juli 1998) een onderscheid maken naissance avant l'entrée en vigueur de la loi (27 juillet 1998), entre
tussen de vorderingen die verjaard zijn verklaard door een in kracht les actions qui ont été déclarées prescrites par une décision passée
van gewijsde gegane beslissing vóór de inwerkingtreding van de wet en en force de chose jugée avant l'entrée en vigueur de la loi et les
de andere rechtsvorderingen. autres actions.
Uit de motieven van het verwijzingsbeslissing blijkt dat die andere Il appert des motifs du jugement a quo que ces autres actions sont les
vorderingen vorderingen zijn die eveneens zijn verjaard vóór 27 juli 1998, zij het door het enkele feit van het verstrijken van de verjaringstermijn. B.3.1. De verzoekende partij voor de verwijzende rechter voert aan dat de prejudiciële vraag niet pertinent is voor de oplossing van het bodemgeschil omdat daarin twee categorieën van verjaarde vorderingen worden vergeleken terwijl haar vordering aan de gemeenrechtelijke verjaringstermijn van dertig jaar zou zijn onderworpen en derhalve nog niet zou zijn verjaard. B.3.2. Het staat in de regel aan de rechter die een prejudiciële vraag stelt te oordelen of het antwoord op die vraag nodig is voor de oplossing van het geschil dat hij moet beslechten. De exceptie van onontvankelijkheid wordt verworpen. B.4. Uit de motivering van het verwijzingsvonnis blijkt dat aan het Hof een vraag wordt gesteld in verband met de verjaring van een burgerlijke rechtsvordering tot vergoeding van schade die zou zijn veroorzaakt door een misdrijf dat onder het sociaal strafrecht valt. Het Hof beperkt zijn toetsing tot dit enkele geval. B.5. De verwijzende rechter vraagt het Hof of artikel 11 van de wet van 10 juni 1998 geen discriminatie in het leven roept ten nadele van de ijverige schuldeiser, dit wil zeggen diegene die een rechtsvordering die bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing verjaard is verklaard, heeft ingesteld, en of de gelijkheid niet zou kunnen worden hersteld door te beslissen dat de schuldeiser aan wie een dergelijk vonnis niet kan worden tegengesteld evenmin de actions qui ont également été prescrites avant le 27 juillet 1998, par le simple fait de la venue à échéance du délai de prescription. B.3.1. La partie requérante devant le juge a quo soutient que la question préjudicielle n'est pas pertinente pour résoudre le litige au fond parce qu'elle compare deux catégories d'actions prescrites, alors que son action aurait été soumise au délai de prescription de droit commun de trente ans et ne serait, dès lors, pas encore prescrite. B.3.2. C'est, en règle, au juge qui pose une question préjudicielle qu'il appartient d'apprécier si la réponse à cette question est utile à la solution du litige qu'il doit trancher. L'exception d'irrecevabilité est rejetée. B.4. Il ressort de la motivation du jugement a quo que la Cour est interrogée au sujet de la prescription d'une action civile en réparation du préjudice qui serait causé par une infraction relevant du droit pénal social. La Cour limite son examen à cette seule hypothèse. B.5. Le juge a quo demande à la Cour si l'article 11 de la loi du 10 juin 1998 n'établit pas une discrimination au détriment du créancier diligent, c'est-à-dire celui qui a intenté une action déclarée prescrite par une décision passée en force de chose jugée, et si l'égalité ne pourrait être rétablie en décidant que le créancier auquel ne peut être opposé un tel jugement ne pourrait bénéficier lui
verjaringstermijn zou kunnen genieten die artikel 10 doet ingaan vanaf non plus du délai de prescription que l'article 10 fait courir à
de inwerkingtreding van de wet. partir de l'entrée en vigueur de la loi.
B.6.1. Uit de parlementaire voorbereiding van de wet van 10 juni 1998 B.6.1. Il ressort des travaux préparatoires de la loi du 10 juin 1998
blijkt dat de wetgever niet heeft willen afwijken van de gangbare que le législateur n'a pas voulu déroger aux règles usuelles en
regels inzake overgangsrecht en, inzonderheid, dat hij geen matière de droit transitoire et en particulier qu'il n'a pas voulu
terugwerkende kracht wilde verlenen aan de nieuwe verjaringsregels conférer d'effet rétroactif aux nouvelles règles de prescription (Doc.
(Parl. St. , Kamer, 1996-1997, nr. 1087/1, 13). parl. , Chambre, 1996-1997, no 1087/1, p. 13).
Uit die wil van de wetgever zou kunnen worden afgeleid dat artikel 10 On pourrait déduire de cette volonté du législateur que l'article 10
geen nieuwe verjaringstermijn doet lopen ten aanzien van vorderingen ne fait pas courir un nouveau délai de prescription à l'égard des
tot vergoeding van schade die is veroorzaakt door een misdrijf van actions en réparation du préjudice causé par une infraction du droit
sociaal strafrecht die verjaard waren na het verstrijken van een pénal social qui étaient prescrites après l'écoulement d'un délai de
termijn van vijf jaar, nu het Hof, in zijn arrest nr. 13/97, heeft cinq ans, la Cour ayant jugé, dans son arrêt no 13/97, que ce délai
geoordeeld dat die termijn niet onbestaanbaar was met de artikelen 10 n'était pas incompatible avec les articles 10 et 11 de la
en 11 van de Grondwet. Constitution.
B.6.2. Het staat echter niet aan het Hof te beslissen of artikel 10 B.6.2. Il n'appartient cependant pas à la Cour de décider si l'article
van de wet van 10 juni 1998 zo moet worden geïnterpreteerd dat het de 10 de la loi du 10 juin 1998 doit s'interpréter comme offrant aux
houders van een dergelijke vordering die verjaard was vóór de titulaires d'une telle action, qui était prescrite avant l'entrée en
inwerkingtreding van de nieuwe wet, maar tegen wie niet een in kracht vigueur de la nouvelle loi mais auxquels ne peut être opposée une
van gewijsde gegane beslissing kan worden tegengeworpen, de in dat décision passée en force de chose jugée, le nouveau délai prévu par
artikel bedoelde nieuwe termijn biedt. Het komt het Hof enkel toe te cet article. Il lui revient seulement d'examiner si, dans cette
onderzoeken of, in die interpretatie van de verwijzende rechter, de in interprétation qui est celle du juge a quo , les dispositions en cause
het geding zijnde bepalingen discriminerend zijn. sont discriminatoires.
B.7. Het verschil in behandeling tussen die beide categorieën van B.7. La différence de traitement entre ces deux catégories de
schuldeisers is in redelijkheid verantwoord ten aanzien van de créanciers est raisonnablement justifiée au regard de l'objectif
nagestreefde doelstelling, die erin bestaat de rechtszekerheid niet te poursuivi qui est de ne pas compromettre la sécurité juridique (Doc.
verstoren (Parl. St. , Kamer, 1997-1998, nr. 1087/7, p. 22). Het is in parl ., Chambre, 1997-1998, no 1087/7, p. 22). Il est conforme à un
overeenstemming met het fundamentele beginsel van onze rechtsorde dat principe fondamental de notre ordre juridique que les décisions
de rechterlijke beslissingen niet kunnen worden gewijzigd dan judiciaires ne puissent être modifiées que par la mise en oeuvre de
ingevolge de aanwending van rechtsmiddelen. voies de recours.
B.8. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. B.8. La question préjudicielle appelle une réponse négative.
Om die redenen, Par ces motifs,
het Hof la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
De artikelen 10 en 11 van de wet van 10 juni 1998 tot wijziging van Les articles 10 et 11 de la loi du 10 juin 1998 modifiant certaines
sommige bepalingen betreffende de verjaring schenden de artikelen 10 dispositions en matière de prescription ne violent pas les articles 10
en 11 van de Grondwet niet, in zoverre zij onder de rechtsvorderingen et 11 de la Constitution en ce qu'ils opèrent une distinction, parmi
die zijn ontstaan vóór de inwerkingtreding van de wet, een onderscheid
maken tussen de rechtsvorderingen die verjaard zijn verklaard bij een les actions qui ont pris naissance avant l'entrée en vigueur de la
in kracht van gewijsde gegane beslissing vóór de inwerkingtreding van loi, entre les actions qui ont été déclarées prescrites par une
de wet en de andere rechtsvorderingen. décision passée en force de chose jugée avant l'entrée en vigueur de
la loi et les autres actions.
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise,
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 19 februari 2003. la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 19 février 2003.
De griffier, Le greffier,
P.-Y. Dutilleux. P.-Y. Dutilleux.
De voorzitter, Le président,
M. Melchior. M. Melchior.
^