← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 179/2002 van 5 december 2002 Rolnummer 2522 In zake :
de prejudiciële vragen over artikel 3 van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving
van voertuigen, gesteld door de Politierechtbank Het Arbitragehof, beperkte kamer,
samengesteld uit voorzitter M. Melchior en de rechters-versla(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 179/2002 van 5 december 2002 Rolnummer 2522 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 3 van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen, gesteld door de Politierechtbank Het Arbitragehof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter M. Melchior en de rechters-versla(...) | Extrait de l'arrêt n° 179/2002 du 5 décembre 2002 Numéro du rôle : 2522 En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 3 de l'arrêté royal du 20 juillet 2001 relatif à l'immatriculation de véhicules, posées par le Tribunal de La Cour d'arbitrage, chambre restreinte, composée du président M. Melchior et des juges-rapport(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Uittreksel uit arrest nr. 179/2002 van 5 december 2002 | Extrait de l'arrêt n° 179/2002 du 5 décembre 2002 |
Rolnummer 2522 | Numéro du rôle : 2522 |
In zake : de prejudiciële vragen over artikel 3 van het koninklijk | En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 3 de |
besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen, | l'arrêté royal du 20 juillet 2001 relatif à l'immatriculation de |
gesteld door de Politierechtbank te Eupen. | véhicules, posées par le Tribunal de police d'Eupen. |
Het Arbitragehof, beperkte kamer, | La Cour d'arbitrage, chambre restreinte, |
samengesteld uit voorzitter M. Melchior en de rechters-verslaggevers | composée du président M. Melchior et des juges-rapporteurs L. François |
L. François en M. Bossuyt, bijgestaan door de griffier L. Potoms, | et M. Bossuyt, assistée du greffier L. Potoms, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen | I. Objet des questions préjudicielles |
Bij vonnis van 17 september 2002 in zake de procureur des Konings | Par jugement du 17 septembre 2002 en cause du procureur du Roi contre |
tegen L. Maraite, waarvan de expeditie ter griffie van het | L. Maraite, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour |
Arbitragehof is ingekomen op 23 september 2002, heeft de | d'arbitrage le 23 septembre 2002, le Tribunal de police d'Eupen a posé |
Politierechtbank te Eupen de volgende prejudiciële vragen gesteld : | les questions préjudicielles suivantes : |
« 1. Schendt artikel 3 van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 | « 1. L'article 3 de l'arrêté royal du 20 juillet 2001 relatif à |
betreffende de inschrijving van voertuigen de artikelen 10 en 11 van | l'immatriculation de véhicules viole-t-il les articles 10 et 11 de la |
de Grondwet, in zoverre het de in België wonende zaakvoerders van een | Constitution, en tant qu'il discrimine les gérants demeurant en |
vennootschap met zetel in het buitenland discrimineert ten opzichte | Belgique d'une société ayant son siège à l'étranger par rapport aux |
van de in België wonende zaakvoerders van een vennootschap met zetel | gérants demeurant en Belgique d'une société ayant son siège en |
in België, aangezien de eerstgenoemden hun firmawagen die in het | Belgique, puisque les premiers nommés ne peuvent utiliser en Belgique |
buitenland op naam van de vennootschap is ingeschreven, in België niet | leur voiture de société qui est immatriculée à l'étranger au nom de la |
mogen gebruiken en hem op hun naam in België moeten laten inschrijven, | société et qu'ils doivent la faire immatriculer à leur nom en |
terwijl dit niet geldt voor de laatstgenoemden ? | Belgique, alors que cela ne s'applique pas aux derniers nommés ? |
2. Schendt artikel 3 van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 | 2. L'article 3 de l'arrêté royal du 20 juillet 2001 relatif à |
betreffende de inschrijving van voertuigen de artikelen 10 en 11 van | l'immatriculation de véhicules viole-t-il les articles 10 et 11 de la |
de Grondwet, in zoverre het de in België wonende zaakvoerders van een | Constitution, en tant qu'il discrimine les gérants demeurant en |
vennootschap met zetel in het buitenland discrimineert ten opzichte | Belgique d'une société ayant son siège à l'étranger par rapport aux |
van de in België wonende arbeiders en bedienden van een vennootschap | ouvriers et employés demeurant en Belgique d'une société ayant son |
met zetel in het buitenland, aangezien de eerstgenoemden hun | siège à l'étranger, puisque les premiers nommés ne peuvent utiliser en |
firmawagen die in het buitenland op naam van de vennootschap is | Belgique leur voiture de société qui est immatriculée à l'étranger au |
ingeschreven, in België niet mogen gebruiken en hem op hun naam in | |
België moeten laten inschrijven, terwijl dit niet geldt voor de | nom de la société et qu'ils doivent la faire immatriculer à leur nom |
laatstgenoemden, die het voordeel van een uitzonderingsregeling kunnen | en Belgique, alors que cela ne s'applique pas aux derniers nommés, qui |
genieten ? » | peuvent bénéficier de l'avantage d'un régime dérogatoire ? » |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1. De prejudiciële vragen hebben betrekking op de overeenstemming | B.1. Les questions préjudicielles portent sur la conformité avec les |
articles 10 et 11 de la Constitution de l'article 3 de l'arrêté royal | |
van artikel 3 van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende | du 20 juillet 2001 relatif à l'immatriculation de véhicules. |
de inschrijving van voertuigen met de artikelen 10 en 11 van de | B.2. Aux termes de l'article 26, § 1er, de la loi spéciale du 6 |
Grondwet. B.2. Luidens artikel 26, § 1, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 | janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, adoptée en exécution de |
op het Arbitragehof, aangenomen ter uitvoering van artikel 142 van de | l'article 142 de la Constitution, la Cour statue, à titre préjudiciel, |
Grondwet, doet het Hof, bij wijze van prejudiciële beslissing, | |
uitspraak bij wege van arrest op vragen omtrent : | par voie d'arrêt, sur les questions relatives à : |
« 1o de schending door een wet, een decreet of een in artikel 26bis | « 1° la violation par une loi, un décret ou une règle visée à |
[thans artikel 134] van de Grondwet bedoelde regel van de regels die | l'article 26bis [devenu l'article 134] de la Constitution, des règles |
door of krachtens de Grondwet zijn vastgesteld voor het bepalen van de | qui sont établies par la Constitution ou en vertu de celle-ci pour |
onderscheiden bevoegdheid van de Staat, de Gemeenschappen en de | déterminer les compétences respectives de l'Etat, des Communautés et |
Gewesten; | des Régions; |
2o onverminderd 1°, elk conflict tussen decreten of tussen regels | 2° sans préjudice du 1°, tout conflit entre décrets ou entre règles |
bedoeld in artikel 26bis [thans artikel 134] van de Grondwet, die | visées à l'article 26bis [devenu l'article 134] de la Constitution |
uitgaan van verschillende wetgevers en voor zover het conflict | émanant de législateurs distincts et pour autant que le conflit |
ontstaan is uit hun onderscheiden werkingssfeer; | résulte de leur champ d'application respectif; |
3o de schending door een wet, een decreet of een in artikel 26bis | 3° la violation par une loi, un décret ou une règle visée à l'article |
[thans artikel 134] van de Grondwet bedoelde regel van de artikelen 6, | 26bis [devenu l'article 134] de la Constitution, des articles 6, 6bis |
6bis en 17 [thans de artikelen 10, 11 en 24] van de Grondwet ». | et 17 [devenu les articles 10, 11 et 24] de la Constitution ». |
B.3. Noch dat artikel, noch enige andere grondwets- of wetsbepaling | B.3. Ni cet article ni aucune autre disposition constitutionnelle ou |
verleent het Hof de bevoegdheid om bij wijze van prejudiciële | législative ne confèrent à la Cour le pouvoir de statuer, à titre |
beslissing uitspraak te doen over de vraag of een koninklijk besluit | préjudiciel, sur la question de savoir si un arrêté royal est |
al dan niet strijdig is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. B.4. De prejudiciële vragen behoren dus klaarblijkelijk niet tot de bevoegdheid van het Hof. Om die redenen, het Hof, beperkte kamer, met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, verklaart dat het Hof niet bevoegd is om de gestelde prejudiciële vragen te beantwoorden. Aldus uitgesproken in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 5 december 2002. De griffier, L. Potoms. De voorzitter, | contraire ou non aux articles 10 et 11 de la Constitution. B.4. Les questions préjudicielles ne relèvent donc manifestement pas de la compétence de la Cour. Par ces motifs, la Cour, chambre restreinte, statuant à l'unanimité des voix, déclare que la Cour est incompétente pour répondre aux questions préjudicielles posées. Ainsi prononcé en langue française, en langue néerlandaise et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 5 décembre 2002. Le greffier, L. Potoms. Le président, |
M. Melchior. | M. Melchior. |