← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 173/2002 van 27 november 2002 Rolnummer 2381 In zake
: de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 2 en 12 van de faillissementswet van 8 augustus 1997,
gesteld door de Rechtbank van Koophandel te Brugge. samengesteld
uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Martens, R. Henneuse, M. (...)"
Uittreksel uit arrest nr. 173/2002 van 27 november 2002 Rolnummer 2381 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 2 en 12 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, gesteld door de Rechtbank van Koophandel te Brugge. samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Martens, R. Henneuse, M. (...) | Extrait de l'arrêt n° 173/2002 du 27 novembre 2002 Numéro du rôle : 2381 En cause : la question préjudicielle relative aux articles 2 et 12 de la loi du 8 août 1997 sur les faillites, posée par le Tribunal de commerce de Bruges. La Cou composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Uittreksel uit arrest nr. 173/2002 van 27 november 2002 | Extrait de l'arrêt n° 173/2002 du 27 novembre 2002 |
Rolnummer 2381 | Numéro du rôle : 2381 |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 2 en 12 van | En cause : la question préjudicielle relative aux articles 2 et 12 de |
de faillissementswet van 8 augustus 1997, gesteld door de Rechtbank | la loi du 8 août 1997 sur les faillites, posée par le Tribunal de |
van Koophandel te Brugge. | commerce de Bruges. |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters | composée des présidents A. Arts et M. Melchior, et des juges P. |
P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot en J.-P. Moerman, | Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot et J.-P. Moerman, |
bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van | assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. |
voorzitter A. Arts, | Arts, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag | I. Objet de la question préjudicielle |
Bij vonnis van 20 februari 2002 in zake de n.v. Guy Gryp tegen E. | Par jugement du 20 février 2002 en cause de la s.a. Guy Gryp contre E. |
Vanpamel, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is | Vanpamel, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour |
ingekomen op 5 maart 2002, heeft de Rechtbank van Koophandel te Brugge | d'arbitrage le 5 mars 2002, le Tribunal de commerce de Bruges a posé |
de volgende prejudiciële vraag gesteld : | la question préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 12 van de faillissementswet de artikelen 10 en 11 | « L'article 12 de la loi sur les faillites viole-t-il les articles 10 |
van de Grondwet in zoverre dat artikel 12, laatste lid, van de | et 11 de la Constitution en tant que cet article 12, dernier alinéa, |
faillissementswet bepaalt dat het vonnis het tijdstip van staking van | de la loi sur les faillites dispose que le jugement ne peut fixer la |
betaling niet mag vaststellen op meer dan zes maanden voor het vonnis | date de la cessation de paiement à une date précédant de plus de six |
van faillietverklaring, tenzij dit vonnis het faillissement betreft | mois le jugement déclaratif de faillite, sauf si ce jugement a trait à |
van een meer dan zes maanden voor de faillietverklaring ontbonden | une faillite d'une personne morale dissoute plus de six mois avant le |
rechtspersoon waarvan de vereffening al dan niet werd afgesloten en | jugement déclaratif de faillite, dont la liquidation est clôturée ou |
waarvoor aanwijzingen bestaan dat deze is of wordt bewerkstelligd met | non, et s'il existe des indices qu'elle a été ou est menée dans |
de bedoeling nadeel te berokkenen aan de schuldeisers en daardoor | l'intention de nuire aux créanciers et que, de ce fait, en vertu de |
krachtens artikel 2 van de faillissementswet de handelaar, natuurlijk | l'article 2 de la loi sur les faillites, le commerçant, personne |
persoon die sinds meer dan zes maanden voor het vonnis van | physique, qui, depuis plus de six mois avant le jugement déclaratif de |
faillietverklaring geen handel meer drijft en waarvoor aanwijzingen | faillite, n'exerce plus le commerce et pour lequel il existe des |
bestaan dat hij toen zijn schuldeisers bewust benadeelde, niet in de | indices qu'il a sciemment nui à ses créanciers à l'époque, ne remplit |
voorwaarden is om te worden failliet verklaard ? » | pas les conditions pour être déclaré en faillite ? » |
(...) | (...) |
IV. In rechte | IV. En droit |
(...) | (...) |
B.1. De prejudiciële vraag betreft artikel 12 van de faillissementswet | B.1. La question préjudicielle porte sur l'article 12 de la loi du 8 |
van 8 augustus 1997, dat luidt : | août 1997 sur les faillites, lequel dispose : |
« De gefailleerde wordt geacht op te houden te betalen vanaf het | « La cessation de paiement est réputée avoir lieu à partir du jugement |
vonnis van faillietverklaring of vanaf de dag van zijn overlijden | déclaratif de faillite, ou à partir du décès, quand la faillite est |
wanneer de faillietverklaring nadien is uitgesproken. | déclarée après le décès du failli. |
Dit tijdstip mag door de rechtbank alleen worden vervroegd wanneer | Le tribunal ne peut fixer à une date antérieure la cessation de |
ernstige en objectieve omstandigheden ondubbelzinnig aangeven dat de | paiement, sauf si des éléments sérieux et objectifs indiquent |
betalingen voor het vonnis hebben opgehouden; deze omstandigheden | clairement que la cessation de paiement a eu lieu avant le jugement; |
moeten in het vonnis worden vermeld. | ces éléments doivent être mentionnés dans le jugement. |
Op dagvaarding van de curators betekend aan de gefailleerde of op | Le tribunal peut, sur citation des curateurs dirigée contre le failli |
dagvaarding van iedere belanghebbende betekend aan de gefailleerde en | ou sur citation de tout intéressé dirigée contre le failli et les |
aan de curators, kan de rechtbank, bij een later vonnis, beslissen die datum te wijzigen. Het vonnis vermeldt de gegevens op basis waarvan de rechtbank het tijdstip bepaalt waarop de betalingen hebben opgehouden. Een vordering om te doen vaststellen dat de gefailleerde heeft opgehouden te betalen op een ander tijdstip dan blijkt uit het vonnis van faillietverklaring of uit een later vonnis, is niet meer ontvankelijk meer dan zes maanden na de datum van het vonnis van faillietverklaring, onverminderd evenwel de rechtsmiddelen die openstaan tegen het vonnis van faillietverklaring zelf. Het vonnis mag het tijdstip van staking van betaling niet vaststellen | curateurs, modifier ultérieurement la date de cessation de paiement. Le jugement mentionne les données sur lesquelles le tribunal s'est fondé pour déterminer la date de la cessation de paiement. Aucune demande tendant à faire fixer la cessation de paiement à une époque, autre que celle qui résulte du jugement déclaratif ou d'un jugement ultérieur, n'est recevable plus de six mois après le jugement déclaratif de faillite, sans préjudice toutefois de l'exercice des voies de recours contre le jugement déclaratif de faillite. Le jugement ne peut fixer la date de la cessation de paiement à une |
op meer dan zes maanden voor het vonnis van faillietverklaring, tenzij | date précédant de plus de six mois le jugement déclaratif de faillite, |
dit vonnis het faillissement betreft van een meer dan zes maanden voor | sauf si ce jugement a trait à une faillite d'une personne morale |
de faillietverklaring ontbonden rechtspersoon waarvan de vereffening | dissoute plus de six mois avant le jugement déclaratif de faillite, |
al dan niet werd afgesloten, en waarvoor aanwijzingen bestaan dat deze | dont la liquidation est clôturée ou non, et s'il existe des indices |
is of wordt bewerkstelligd met de bedoeling nadeel te berokkenen aan | qu'elle a été ou est menée dans l'intention de nuire aux créanciers. |
de schuldeisers. In dat geval kan het tijdstip van de staking van | Dans ce cas, la date de la cessation de paiement peut être fixée au |
betaling worden vastgesteld op de dag van het ontbindingsbesluit. » | jour de la décision de dissolution. » |
B.2.1. Artikel 2, eerste lid, van de faillissementswet bepaalt de | B.2.1. L'article 2, alinéa 1er, de la loi sur les faillites détermine |
voorwaarden van faillietverklaring : om failliet te kunnen worden | les conditions de la déclaration de faillite : pour pouvoir être |
verklaard moet de natuurlijke persoon of de rechtspersoon koopman | déclarée faillie, la personne physique ou la personne morale doit être |
zijn, moet hij op duurzame wijze hebben opgehouden te betalen en moet | commerçante, elle doit avoir cessé ses paiements de manière |
zijn krediet geschokt zijn. | persistante et son crédit doit être ébranlé. |
Luidens artikel 2, tweede lid, van dezelfde wet kan degene die geen | Aux termes de l'article 2, alinéa 2, de la même loi, celui qui |
handel meer drijft toch nog failliet worden verklaard op voorwaarde | n'exerce plus le commerce peut encore être déclaré en faillite si la |
dat hij heeft opgehouden te betalen toen hij nog koopman was. Ofschoon | cessation de ses paiements remonte à une époque où il était encore |
die bepaling niet uitdrukkelijk in een tijdslimiet voorziet, moet ze | commerçant. Bien que cette disposition ne fixe explicitement aucune |
worden gelezen in samenhang met artikel 12, laatste lid, van de | limite de temps, elle doit être lue en combinaison avec l'article 12, |
faillissementswet. Artikel 12, eerste lid, bepaalt als algemene regel | dernier alinéa, de la loi sur les faillites. L'article 12, alinéa 1er, |
dat de gefailleerde wordt geacht op te houden te betalen vanaf het | énonce, comme règle générale, que la cessation de paiement est réputée |
vonnis van faillietverklaring. De rechtbank mag het tijdstip van | avoir lieu à partir du jugement déclaratif de faillite. Le tribunal ne |
staking van betaling enkel vervroegen indien er ernstige en objectieve | peut fixer à une date antérieure la date de cessation de paiements que |
omstandigheden voorhanden zijn die op ondubbelzinnige wijze aantonen | si des éléments sérieux et objectifs indiquent clairement que la |
dat de betalingen vóór het vonnis van faillietverklaring hebben | cessation de paiement a eu lieu avant le jugement déclaratif de |
opgehouden (artikel 12, tweede lid). Artikel 12, laatste lid, verbiedt | faillite (article 12, alinéa 2). L'article 12, dernier alinéa, |
de rechter evenwel het tijdstip van staking van betaling vast te | interdit toutefois au juge de fixer la date de la cessation de |
stellen op meer dan zes maanden vóór het vonnis van | paiement à une date antérieure de plus de six mois au jugement |
faillietverklaring. Hieruit volgt dat een handelaar die gedurende zes | déclaratif de faillite. Il s'ensuit qu'un commerçant qui, pendant six |
maanden geen handel meer drijft, niet meer failliet kan worden | mois, n'exerce plus de commerce, ne peut plus être déclaré en |
verklaard omdat niet is voldaan aan de voorwaarden van | faillite, vu que les conditions pour la déclaration de faillite ne |
faillietverklaring. Luidens artikel 12, laatste lid, van de | sont pas réunies. En vertu de l'article 12, dernier alinéa, de cette |
faillissementswet bestaat op die regel één uitzondering : in het geval | loi sur les faillites, il existe une seule exception à cette règle : |
van een meer dan zes maanden vóór de faillietverklaring ontbonden | dans le cas d'une personne morale dissoute plus de six mois avant la |
rechtspersoon, waarvan de vereffening al dan niet werd afgesloten en | déclaration de faillite, dont la liquidation est clôturée ou non, et |
waarvan aanwijzingen bestaan dat de vereffening is of wordt | s'il existe des indices qu'elle a été ou est menée dans l'intention de |
bewerkstelligd met de bedoeling nadeel te berokkenen aan de | nuire aux créanciers, la date de la cessation de paiement peut être |
schuldeisers, kan het tijdstip van staking van betaling worden | |
vastgesteld op de dag van het ontbindingsbesluit. | fixée au jour de la décision de dissolution. |
B.2.2. De verwijzende rechter wenst te vernemen of artikel 12, laatste | B.2.2. Le juge a quo demande si l'article 12, dernier alinéa, de la |
lid, van de faillissementswet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet | loi sur les faillites viole les articles 10 et 11 de la Constitution, |
schendt, in zoverre het niet toestaat het tijdstip van staking van | en tant qu'il ne permet pas de fixer la date de cessation de paiements |
betaling van een handelaar « natuurlijke persoon » die geen handel | d'un commerçant « personne physique » qui n'exerce plus le commerce à |
meer drijft vast te stellen op meer dan zes maanden vóór het vonnis | une date précédant de plus de six mois le jugement déclaratif de |
van faillietverklaring indien er aanwijzingen bestaan dat die | faillite s'il existe des indices que ce commerçant a sciemment lésé |
handelaar zijn schuldeisers bewust benadeelde, terwijl dit wel | ses créanciers, alors que cela est possible en ce qui concerne une |
mogelijk is ten opzichte van een meer dan zes maanden vóór de | |
faillietverklaring ontbonden rechtspersoon waarvan de vereffening al | personne morale dissoute plus de six mois avant la déclaration de |
dan niet werd afgesloten en waarvoor aanwijzingen bestaan dat de | faillite, dont la liquidation est clôturée ou non, s'il existe des |
vereffening is of wordt bewerkstelligd met de bedoeling nadeel te | indices qu'elle a été ou est menée dans l'intention de nuire aux |
berokkenen aan de schuldeisers. | créanciers. |
Ofschoon de prejudiciële vraag het volledige artikel 12 van de | Bien que la question préjudicielle mentionne l'article 12 de la loi |
faillissementwet vermeldt, zal het Hof zijn onderzoek beperken tot het | sur les faillites dans son ensemble, la Cour limitera son examen au |
laatste lid ervan. | dernier alinéa de cet article. |
B.3.1. Uit de motivering van het verwijzende vonnis blijkt dat aan het | B.3.1. Il ressort de la motivation du jugement de renvoi qu'est |
Hof de vergelijking wordt voorgelegd van, enerzijds, de categorie van | soumise à la Cour la comparaison entre, d'une part, la catégorie des |
de schuldeisers van een handelaar « natuurlijke persoon » die | créanciers d'un commerçant « personne physique » qui a cessé d'exercer |
gedurende meer dan zes maanden vóór de datum waarop hij failliet zou | son activité commerciale plus de six mois avant la date à laquelle |
worden verklaard geen handel meer drijft en waarvan aanwijzingen | serait prononcé le jugement déclaratif de faillite et au sujet duquel |
bestaan dat hij vóór die datum handelingen heeft gesteld met de | existent des indices qu'il a posé, avant cette date, des actes dans |
bedoeling nadeel te berokkenen aan de schuldeisers, met, anderzijds, | l'intention de nuire aux créanciers, et, d'autre part, la catégorie |
de categorie van de schuldeisers van een meer dan zes maanden vóór de | des créanciers d'une personne morale dissoute plus de six mois avant |
faillietverklaring ontbonden rechtspersoon waarvan de vereffening al | la déclaration de faillite, dont la liquidation est clôturée ou non et |
dan niet werd afgesloten en waarvan aanwijzingen bestaan dat de | à propos de laquelle existent des indices qu'elle a été ou est menée |
vereffening is of wordt bewerkstelligd met de bedoeling nadeel te | dans l'intention de nuire aux créanciers. Dans le premier cas, le |
berokkenen aan de schuldeisers. In het eerste geval vermag het vonnis | jugement déclaratif de faillite ne peut fixer la date de cessation de |
van faillietverklaring het tijdstip van staking van betaling niet vast | paiements à une date antérieure de plus de six mois au jugement |
te stellen op meer dan zes maanden vóór het vonnis van | |
faillietverklaring. In het tweede geval kan het tijdstip van staking | déclaratif de faillite. Dans le deuxième cas, la date de cessation de |
van betaling wel worden vastgesteld op een tijdstip dat verder | paiements peut être fixée à une date antérieure de plus de six mois au |
teruggaat in de tijd dan zes maanden sedert het vonnis van | jugement déclaratif de faillite et peut notamment être reportée |
faillietverklaring en met name tot op de dag van het | jusqu'au jour de la décision de dissolution. Ce traitement inégal de |
ontbindingsbesluit. Die ongelijke behandeling van beide categorieën | deux catégories de créanciers constituerait une violation des articles |
van schuldeisers zou een schending inhouden van de artikelen 10 en 11 | 10 et 11 de la Constitution. |
van de Grondwet. B.3.2. Volgens de Ministerraad gaat de verwijzende rechter ten | B.3.2. Selon le Conseil des ministres, c'est à tort que le juge a quo |
onrechte uit van een vergelijking tussen handelaars « natuurlijke | se base sur une comparaison entre les commerçants « personnes |
persoon » en handelaars « rechtspersoon » daar de betrokken bepalingen | physiques » et les commerçants « personnes morales », vu que les |
een onderscheid inhouden tussen handelaars « natuurlijke persoon » en | dispositions en cause contiennent une distinction entre les |
handelaars « ontbonden rechtspersoon » waarvan de vereffening al dan | commerçants « personnes physiques » et les commerçants « personnes |
niet werd afgesloten. Die categorieën van handelaars zouden niet met | morales dissoutes » dont la liquidation a été clôturée ou non. Ces |
elkaar vergelijkbaar zijn vermits een ontbonden rechtspersoon die in | |
vereffening wordt gesteld de hoedanigheid van handelaar blijft | catégories de commerçants ne seraient pas comparables entre elles |
behouden, wat niet het geval is voor een handelaar die overlijdt of | puisqu'une personne morale dissoute placée en liquidation conserve la |
zijn handelsactiviteiten staakt. | qualité de commerçant, ce qui n'est pas le cas d'un commerçant qui |
B.3.3. Voor wat betreft het vaststellen van het tijdstip van staking | décède ou cesse ses activités commerciales. |
van betaling en de mogelijkheid waarover de rechter beschikt om dat | B.3.3. En ce qui concerne la détermination de la date de cessation de |
tijdstip al dan niet te vervroegen wanneer de rechter de bedoeling om | paiements et la possibilité dont dispose le juge d'avancer ou non |
de schuldeisers te benadelen heeft vastgesteld, zijn de te vergelijken | cette date s'il a constaté l'intention de nuire aux créanciers, les |
categorieën van personen, namelijk de handelaar « natuurlijke persoon | catégories de personnes à comparer, à savoir le commerçant « personne |
» die sinds meer dan zes maanden geen handelsactiviteiten meer | physique » qui a cessé ses activités commerciales depuis plus de six |
verricht en de meer dan zes maanden vóór de faillietverklaring | mois et la personne morale dissoute depuis plus de six mois avant la |
ontbonden rechtspersoon waarvan de vereffening al dan niet is | déclaration de faillite et dont la liquidation est clôturée ou non, |
beëindigd, vergelijkbaar. | sont comparables. |
De exceptie van de Ministerraad wordt verworpen. | L'exception soulevée par le Conseil des ministres est rejetée. |
B.4. Luidens de parlementaire voorbereiding past de uitzondering | B.4. Selon les travaux préparatoires, l'exception prévue à l'article |
waarin artikel 12, laatste lid, van de faillissementswet voorziet, in | 12, dernier alinéa, de la loi sur les faillites s'inscrit dans le |
het kader van de strijd tegen frauduleuze faillissementen (Parl. St ., | cadre de la lutte contre les faillites frauduleuses (Doc. parl. , |
Kamer, 1995-1996, nr. 329/17, pp. 27 tot 37). Volgens de wetgever : | Chambre, 1995-1996, n° 329/17, pp. 27 à 37). Selon le législateur : |
« [zijn] twijfelachtige vereffeningen[...] vaak het voorgeborchte van | « Des liquidations douteuses aboutissent souvent à une procédure de |
een uiteindelijke faillissementsprocedure. Het spreekt voor zich dat | |
in deze gevallen de voorgaande vereffeningsactiviteiten veelal leidden | faillite. Dans ces cas, les opérations de liquidation préalables |
tot vervreemdingen ten koste van de schuldeisers en van de latere | auront généralement conduit à des aliénations aux dépens des |
faillissementsboedel. Om de recuperatie van dergelijke nadelige | créanciers et de la liquidation ultérieure de la faillite. Afin de |
vervreemdingen te vergemakkelijken kan de verdachte periode worden | remédier plus facilement à ces aliénations préjudiciables, la période |
uitgebreid tot voorbij het maximum van zes maanden. Derwijze zouden de | suspecte peut être prolongée au-delà du délai maximum de six mois. |
in de wet bepaalde niet-tegenwerpbaarheden kunnen worden ingeroepen, | Ainsi, il pourrait être recouru à la non-opposabilité prévue dans la |
zelfs indien de datum van de staking van betaling zich verder | loi lorsque la date de la cessation de paiement dépasse la limite |
uitstrekt dan de voorgeschreven tijdlimiet, zonder dat (overeenkomstig | imposée dans le temps, sans qu'il soit nécessaire (conformément à |
artikel 18)[lees : huidig artikel 20] noodzakelijk een bedrieglijk | l'article 18)[lire : l'actuel article 20] de prouver l'intention de |
inzicht of derde-medeplichtigheid dient te worden aangetoond » (Parl. | fraude ou la complicité d'un tiers » (Doc. parl. , Chambre, 1995-1996, |
St ., Kamer, 1995-1996, nr. 330/7). | n° 330/7). |
Volgens de wetgever sloot die uitbreiding tevens aan bij de evolutie | Selon le législateur, cette prolongation s'inscrivait aussi dans |
in de rechtspraak waarbij de termijn van zes maanden niet wordt | l'évolution de la jurisprudence en ce sens que le délai de six mois |
toegepast op de ontbonden vennootschap waarvan de vereffening nog niet | n'est pas appliqué à la société dissoute dont la liquidation n'est pas |
werd afgesloten (Parl. St ., Kamer, 1995-1996, nr. 329/17, pp. 35 en | encore clôturée (Doc. parl. , Chambre, 1995-1996, n° 329/17, pp. 35 et |
36). Immers, luidens de vaste rechtspraak van het Hof van Cassatie | 36). En effet, selon la jurisprudence constante de la Cour de |
verliest een vennootschap de door haar statutair doel bepaalde | cassation, une société conserve le caractère commercial déterminé par |
hoedanigheid van handelaar niet zolang de vereffening niet is | |
afgesloten (Cass., 5 mei 1911, Pas. , 1911, I, 233, en Cass., 17 juni | son objet statutaire jusqu'à sa liquidation totale (Cass., 5 mai 1911, |
1994, Pas. , 1994, I, 624). | Pas. , 1911, I, 233, et Cass., 17 juin 1994, Pas. , 1994, I, 624). |
B.5. Het in B.3 vermelde onderscheid berust op een objectief | B.5. La distinction mentionnée en B.3 repose sur un critère objectif, |
criterium, namelijk het feit of de handelaar die zijn | à savoir le fait qu'un commerçant qui cesse son activité commerciale |
handelsactiviteit stopzet een natuurlijke persoon is dan wel een | soit une personne physique ou une personne morale. La qualité de |
rechtspersoon. De hoedanigheid van handelaar van een natuurlijke | commerçant d'une personne physique disparaît avec la cessation de son |
persoon neemt een einde door stopzetting van zijn handelsactiviteit. | activité commerciale. Une société qui souhaite mettre fin à ses |
Een vennootschap die haar activiteiten wenst te beëindigen, wordt | activités est dissoute et liquidée et conserve son caractère |
ontbonden en vereffend en verliest haar hoedanigheid van koopman niet | commercial durant tout le temps que dure sa liquidation. |
gedurende de volledige periode van vereffening. | Ce critère de distinction est pertinent par rapport à l'objectif de la |
Dat criterium van onderscheid is pertinent ten opzichte van het doel | mesure. Le législateur pouvait se montrer plus méfiant à l'égard des |
van de maatregel. De wetgever vermocht ten opzichte van de vereffening | liquidations de sociétés commerciales qu'à l'égard de la cessation |
van een handelsvennootschap wantrouwiger te zijn dan ten opzichte van | d'activité d'un commerçant personne physique, puisqu'il était apparu |
de stopzetting van een handelsactiviteit van een handelaar die een | dans la pratique que les premières étaient fréquemment frauduleuses et |
natuurlijke persoon is, vermits in de praktijk was gebleken dat | menées dans le but d'échapper à une faillite, les activités de |
eerstgenoemde vereffeningen frequent frauduleus waren en werden opgezet om aan een faillissement te ontsnappen, waarbij de vereffeningsactiviteiten leidden tot vervreemdingen ten koste van de schuldeisers en de latere faillissementsboedel, zonder mogelijkheid van externe controle, soortgelijk aan die tijdens de faillissementsprocedure. De mogelijke uitbreiding van het tijdstip van staking van betaling tot meer dan zes maanden in het geval van een meer dan zes maanden vóór het vonnis van faillietverklaring ontbonden rechtspersoon in vereffening moet bijgevolg worden beschouwd als een adequaat middel om de recuperatie van nadelige vervreemdingen ten gevolge van dergelijke bedrieglijke vereffeningen te vergemakkelijken. B.6. Gelet op de in artikel 12, laatste lid, van de faillissementswet bepaalde beperkende voorwaarde dat er aanwijzingen moeten bestaan dat de vereffening is of wordt bewerkstelligd met de bedoeling nadeel te berokkenen aan de schuldeisers, is de in het geding zijnde maatregel niet onevenredig ten opzichte van het in B.4 uiteengezette doel. Dit is tevens uitdrukkelijk beklemtoond tijdens de parlementaire | liquidation conduisant alors à des aliénations aux dépens des créanciers et de la liquidation ultérieure de la faillite, sans aucune possibilité d'un contrôle externe équivalent à celui exercé au cours de la procédure de faillite. La possibilité d'étendre la période de cessation de paiements au-delà de six mois dans le cas d'une personne morale en liquidation dissoute plus de six mois avant le jugement déclaratif de la faillite doit par conséquent être considérée comme un moyen adéquat pour remédier plus facilement aux aliénations préjudiciables résultant de ces liquidations frauduleuses. B.6. Compte tenu des conditions restrictives fixées dans l'article 12, dernier alinéa, de la loi sur les faillites, à savoir qu'il doit exister des indices que la liquidation a été ou est menée dans l'intention de nuire aux créanciers, la mesure en cause n'est pas disproportionnée à l'objectif exposé au B.4. Ceci a du reste été |
voorbereiding : | souligné explicitement au cours des travaux préparatoires : |
« Dit amendement beperkt de uitbreiding van de verdachte periode tot | « Cet amendement limite l'extension de la période suspecte aux seuls |
enkel die gevallen waar een frauduleuze vereffening het faillissement | cas où la faillite a été précédée d'une liquidation frauduleuse. En |
is voorafgegaan. Indien inderdaad het tijdstip van de staking van | effet, si le moment de la cessation de paiement devait pouvoir être |
betaling kan worden vastgesteld op meer dan zes maanden voor elke | établi plus de six mois avant la faillite pour toute liquidation, la |
vereffening, zal in de toekomst boven alle vereffeningen de dreiging | menace planera sur l'ensemble des liquidations de voir certains actes |
hangen dat bepaalde handelingen niet-tegenwerpbaar worden verklaard. | déclarés inopposables. Les liquidations amiables s'effectueraient de |
Minnelijke vereffeningen zullen derwijze aanzienlijk moeilijker | manière considérablement plus difficile, alors que le ratio legis de |
verlopen, terwijl de ratio legis van het ingediende amendement nr. 40 | l'amendement n° 40 est précisément limité à la lutte contre les |
nu net beperkt was tot de bestrijding van frauduleuze vereffeningen. » | liquidations frauduleuses. » (Doc. parl. , Chambre, 1995-1996, n° |
(Parl. St ., Kamer, 1995-1996, nr. 330/13, p. 1, amendement nr. 128 | 330/13, p. 1, amendement n° 128 du Gouvernement) |
van de Regering) | |
Daarenboven moet tevens rekening worden gehouden met artikel 489bis | Il doit en outre être tenu compte de l'article 489bis du Code pénal |
van het Strafwetboek, ingevoerd bij artikel 119, 4°, van de | introduit par l'article 119, 4°, de la loi sur les faillites, en vertu |
faillissementswet, volgens hetwelk de koopman die binnen de maand | duquel est puni le commerçant qui, dans le mois de la cessation de ses |
nadat hij heeft opgehouden te betalen en daarvan geen aangifte doet, | paiements, omet d'en faire l'aveu, s'il est prouvé qu'il s'est abstenu |
wordt gestraft, indien bewezen is dat hij die aangifte niet heeft | |
gedaan met het oogmerk de faillietverklaring uit te stellen, alsmede | de faire cet aveu dans l'intention de retarder la déclaration de |
met artikel 20 van de faillissementswet, volgens welke handelingen of | faillite, ainsi que de l'article 20 de la loi sur les faillites, en |
betalingen verricht met bedrieglijke benadelingen van de rechten van | vertu duquel tous actes ou paiements faits en fraude des créanciers |
schuldeisers niet kunnen worden tegengeworpen onverschillig op welke | sont inopposables, quelle que soit la date à laquelle ils ont eu lieu. |
datum zij hebben plaatsgehad. | |
B.7. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | B.7. La question préjudicielle appelle une réponse négative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
Artikel 12, laatste lid, van de faillissementswet van 8 augustus 1997 | L'article 12, dernier alinéa, de la loi du 8 août 1997 sur les |
schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. | faillites ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution. |
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 27 november 2002. | la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 27 novembre 2002. |
De griffier, De voorzitter, | Le greffier, Le président, |
P.-Y. Dutilleux. A. Arts. | P.-Y. Dutilleux. A. Arts. |