← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 10/2002 van 9 januari 2002 Rolnummer 2123 In zake : de prejudiciële
vragen betreffende artikel 13, § 5, van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, zoals gewijzigd
bij de wet van 29 april 1996, gesteld door d Het Arbitragehof, samengesteld
uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Mart(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 10/2002 van 9 januari 2002 Rolnummer 2123 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 13, § 5, van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, zoals gewijzigd bij de wet van 29 april 1996, gesteld door d Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Mart(...) | Extrait de l'arrêt n° 10/2002 du 9 janvier 2002 Numéro du rôle : 2123 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 13, § 5, de la loi du 10 avril 1971 sur les accidents du travail, modifié par la loi du 29 avril 1996, po La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. Martens, E.(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Uittreksel uit arrest nr. 10/2002 van 9 januari 2002 | Extrait de l'arrêt n° 10/2002 du 9 janvier 2002 |
Rolnummer 2123 | Numéro du rôle : 2123 |
In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 13, § 5, van de | En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 13, § 5, |
arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, zoals gewijzigd bij de wet van | de la loi du 10 avril 1971 sur les accidents du travail, modifié par |
29 april 1996, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Luik. | la loi du 29 avril 1996, posées par le Tribunal du travail de Liège. |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters | composée des présidents M. Melchior et A. Arts, et des juges P. |
P. Martens, E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe en E. Derycke, | Martens, E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe et E. Derycke, |
bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, | assistée du greffier L. Potoms, présidée par le président M. Melchior, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen | I. Objet des questions préjudicielles |
Bij vonnis van 25 januari 2001 in zake N. Palante tegen de n.v. Fortis | Par jugement du 25 janvier 2001 en cause de N. Palante contre la s.a. |
A.G., waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is | Fortis A.G., dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour |
ingekomen op 29 januari 2001, heeft de Arbeidsrechtbank te Luik de | d'arbitrage le 29 janvier 2001, le Tribunal du travail de Liège a posé |
volgende prejudiciële vragen gesteld : | les questions préjudicielles suivantes : |
« 1. Schendt artikel 13, § 5, van de arbeidsongevallenwet van 10 april | « 1. L'article 13, § 5, de la loi du 10 avril 1971 sur les accidents |
1971, zoals gewijzigd bij de wet van 29 april 1996, de artikelen 10 en | du travail, tel que modifié par la loi du 29 avril 1996, viole-t-il |
11 van de Grondwet, doordat het het voordeel van de rente bedoeld in | les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'il ne permet pas le |
paragraaf 1 ontzegt aan de kinderen die de vordering tot vaststelling | bénéfice de la rente visée au paragraphe premier, aux enfants ayant |
van de afstamming hebben ingesteld na het overlijden ten gevolge van | entamé l'action en établissement de la filiation après le décès |
het arbeidsongeval, terwijl diezelfde bepaling, gelezen in samenhang | consécutif à l'accident du travail, alors que cette même disposition, |
met paragraaf 1, een rente tot vergoeding van een dodelijk | combinée avec le paragraphe 1er, accorde une rente de réparation |
arbeidsongeval toekent aan de kinderen die een vordering tot | d'accident du travail mortel aux enfants ayant introduit une action en |
vaststelling van de afstamming hebben ingesteld vóór de datum van het | établissement de filiation avant la date du décès consécutif à |
overlijden ten gevolge van het arbeidsongeval ? | l'accident du travail ? |
2. Schendt artikel 13, § 5, van de arbeidsongevallenwet van 10 april | 2. L'article 13, § 5, de la loi du 10 avril 1971 sur les accidents du |
1971, zoals gewijzigd bij de wet van 29 april 1996, de artikelen 10 en | travail, tel que modifié par la loi du 29 avril 1996, viole-t-il les |
11 van de Grondwet, doordat het in geen geval toestaat - en dus ook | articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il ne permet en aucun |
niet indien zij bewijzen dat zij voordeel haalden uit het loon van de | cas - et donc même s'ils prouvent qu'ils bénéficiaient de la |
getroffene - dat de kinderen die de procedure tot vaststelling van de | rémunération de la victime - aux enfants ayant entamé la procédure |
afstamming na het overlijden ten gevolge van het arbeidsongeval hebben | d'établissement de la filiation après le décès consécutif à l'accident |
ingesteld, het voordeel genieten van een rente bedoeld in artikel 13, | du travail, de bénéficier d'une rente prévue à l'article 13, alors que |
terwijl artikel 20 van die wet, gelezen in samenhang met de artikelen | l'article 20 de cette loi, combiné avec les articles 15, 16 ou 17 de |
15, 16 of 17 van diezelfde wet, een rente tot vergoeding van het | cette même loi, accorde une rente en réparation d'accident du travail |
dodelijk arbeidsongeval toekent aan de ascendenten, kleinkinderen, | mortel aux ascendants, petits-enfants, frères et soeurs de la victime, |
broers en zusters van de getroffene, die het bewijs hebben kunnen | |
leveren dat zij voordeel haalden uit het loon van de getroffene ? » | ayant pu prouver avoir bénéficié de la rémunération de la victime ? » |
(...) | (...) |
IV. In rechte | IV. En droit |
(...) | (...) |
B.1. De prejudiciële vragen hebben betrekking op artikel 13 van de | B.1. Les questions préjudicielles concernent l'article 13 de la loi du |
arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, vervangen door artikel 2 van | 10 avril 1971 sur les accidents du travail, remplacé par l'article 2 |
de wet van 29 april 1996. Dat artikel bepaalt : | de la loi du 29 avril 1996. Cet article dispose : |
« § 1. De kinderen van de getroffene, die wees zijn van vader of | « § 1er. Les enfants de la victime, orphelins de père ou de mère, |
moeder, ontvangen elk een rente die gelijk is aan 15 % van het | reçoivent chacun une rente égale à 15 % de la rémunération de base, |
basisloon zonder dat het totaal 45 % van dit loon mag overschrijden. | sans que l'ensemble ne puisse dépasser 45 % de ladite rémunération. |
§ 2. De kinderen van de echtgenoot van de getroffene, die wees zijn | § 2. Les enfants du conjoint de la victime, orphelins de père ou de |
van vader of moeder, ontvangen elk een rente die gelijk is aan 15 % | mère, reçoivent chacun une rente égale à 15 % de la rémunération de |
van het basisloon zonder dat het totaal 45 % van dit loon mag | base, sans que l'ensemble ne puisse dépasser 45 % de ladite |
overschrijden, zo hun afstamming vaststaat op het ogenblik van het | rémunération, si leur filiation est établie au moment du décès de la |
overlijden van de getroffene. | victime. |
§ 3. De bij § 1 en § 2 bedoelde kinderen, die wees zijn van vader en | § 3. Les enfants visés au § 1er et au § 2, orphelins de père et de |
moeder, ontvangen elk een rente die gelijk is aan 20 % van het | mère, reçoivent chacun une rente égale à 20 % de la rémunération de |
basisloon zonder dat het totaal 60 % van dit loon mag overschrijden. | base, sans que l'ensemble ne puisse dépasser 60 % de ladite rémunération. |
[...] | [...] |
§ 5. Gerechtelijke vaststelling van afstamming komt voor de toepassing | § 5. L'établissement judiciaire de la filiation n'entre en ligne de |
van dit artikel slechts in aanmerking voor zover de procedure tot | compte pour l'application du présent article que dans la mesure où la |
vaststelling van de afstamming werd ingeleid vóór de datum van het | procédure d'établissement de la filiation a été entamée avant la date |
overlijden ten gevolge van een arbeidsongeval, behalve indien het kind | du décès consécutif à l'accident du travail, sauf si l'enfant était |
verwekt maar nog niet geboren was. | conçu mais n'était pas encore né. |
[...] » | [...] » |
Ten aanzien van de eerste prejudiciële vraag | Quant à la première question préjudicielle |
B.2. Uit het onderzoek van het dossier blijkt dat de eerste | B.2. Il ressort de l'examen du dossier que la première question |
prejudiciële vraag betrekking heeft op de vraag of artikel 13, § 5, | préjudicielle porte sur le point de savoir si l'article 13, § 5, de la |
van de voormelde wet van 10 april 1971 de artikelen 10 en 11 van de | loi du 10 avril 1971 précitée viole les articles 10 et 11 de la |
Grondwet schendt doordat het niet toestaat dat het voordeel van de in | Constitution en ce qu'il ne permet pas que soit accordé le bénéfice de |
de eerste paragraaf bedoelde rente wordt toegekend aan een natuurlijk | la rente visée au paragraphe 1er à un enfant naturel dont la |
kind van wie de erkenning gerechtelijk is vastgesteld ingevolge een | reconnaissance a été établie judiciairement à la suite d'une action en |
vordering tot erkenning van de afstamming ingesteld na het overlijden | établissement de la filiation introduite après le décès consécutif à |
als gevolg van het arbeidsongeval van zijn vader, terwijl dezelfde | l'accident du travail de son père, alors que la même rente est |
rente wordt toegekend aan de kinderen die dezelfde vordering hebben | accordée aux enfants ayant introduit la même action avant le décès |
ingesteld vóór het overlijden als gevolg van het arbeidsongeval. | consécutif à l'accident du travail. |
B.3.1. Volgens de parlementaire voorbereiding van de wet van 29 april | B.3.1. Selon les travaux préparatoires de la loi du 29 avril 1996 qui |
1996, die artikel 13 in de voormelde wet van 10 april 1971 heeft | a introduit l'article 13 dans la loi précitée du 10 avril 1971, le but |
ingevoerd, had de wetgever tot doel gevolgen te trekken uit zowel het | du législateur était de tirer les conséquences tant de l'arrêt Marckx |
arrest Marckx van 13 juni 1979, gewezen door het Europees Hof voor de | du 13 juin 1979, rendu par la Cour européenne des droits de l'homme, |
Rechten van de Mens, als uit de afstammingswet van 31 maart 1987. Uit | que de la loi sur la filiation du 31 mars 1987. L'exposé des motifs |
de memorie van toelichting blijkt bovendien dat het de bedoeling van | révèle en outre que l'intention du législateur était de supprimer la |
de wetgever was de discriminatie tussen kinderen die al dan niet uit | discrimination entre enfants issus ou non du mariage (Doc. parl., |
het huwelijk zijn voortgesproten, af te schaffen (Parl. St., Kamer, | |
1995-1996, nr. 352/1, pp. 26-27, en nr. 352/11, pp. 4 en 12). | Chambre, 1995-1996, n° 352/1, pp. 26-27, et n° 352/11, pp. 4 et 12). |
B.3.2. Behoudens indien het gaat om een kind dat vóór het overlijden | B.3.2. Sauf s'il s'agit d'un enfant conçu avant le décès mais né après |
is verwekt, maar erna is geboren, worden de kinderen wier afstamming | celui-ci, la loi exclut cependant du bénéfice de l'article 13 les |
na het overlijden van het slachtoffer van het arbeidsongeval zou | enfants dont la filiation serait établie après le décès de la victime |
worden vastgesteld, door de wet evenwel uitgesloten van het voordeel | de l'accident du travail. |
van artikel 13. B.4. De eerste en de tweede reden die zijn aangevoerd, namelijk het | B.4. Quant aux première et deuxième raisons invoquées, celle d'éviter |
vermijden van bedrieglijke erkenningen en het vermijden van procedures | les reconnaissances frauduleuses et celle d'éviter les procédures |
die louter met een financiële bedoeling worden ingeleid, zijn niet | entamées uniquement dans un but financier, elles ne sont pas |
pertinent. De vaststelling van een afstamming post mortem gebeurt | pertinentes. L'établissement d'une filiation post mortem se fait, en |
immers na een procedure tijdens welke de rechter zelfs ambtshalve « | effet, au terme d'une procédure au cours de laquelle le juge peut |
een bloedonderzoek of enig ander onderzoek volgens beproefde | ordonner, même d'office, « l'examen du sang ou tout autre examen selon |
wetenschappelijke methodes [kan] gelasten » (artikel 331octies van het | des méthodes scientifiques éprouvées » (article 331octies du Code |
Burgerlijk Wetboek) en houdt rekening met het bezit van staat, voor | civil) et il tient compte de la possession d'état, pour autant qu'elle |
zover het voortdurend is en bewezen wordt door feiten die « te samen | soit continue et établie par des faits qui « ensemble ou séparément, |
of afzonderlijk de betrekking van afstamming aantonen » (artikel | indiquent le rapport de filiation » (article 331nonies). Enfin, toute |
331nonies). Tot slot kan elke persoon aan wie de rechterlijke | personne à laquelle la décision judiciaire est opposée peut former |
beslissing wordt tegengeworpen, derdenverzet instellen (artikel | contre elle tierce opposition (article 331decies). Il apparaît ainsi |
331decies). Aldus blijkt dat de procedure, inzonderheid sedert men een | que la procédure, spécialement depuis qu'il est permis de recourir à |
beroep kan doen op betrouwbare wetenschappelijke bewijsmethoden, | des modes de preuve scientifiques fiables, fournit des garanties qui |
garanties biedt die het risico van valse erkenningen uitsluiten. | écartent le risque de fausses reconnaissances. |
B.5.1. De derde verantwoording die wordt aangevoerd, is de noodzaak de | B.5.1. La troisième justification invoquée est la nécessité de ne pas |
rechtszekerheid niet in het gedrang te brengen, dat wil zeggen de | compromettre la sécurité juridique, c'est-à-dire de ne pas mettre en |
rechten die, op de dag van het overlijden van het slachtoffer, door de | cause les droits définitivement acquis, au jour du décès de la |
andere begunstigen van renten definitief zijn verworven, niet in het | victime, par les autres bénéficiaires de rentes. |
geding te brengen. | |
B.5.2. De niet-tijdige ontdekking van een begunstigde van renten kan | B.5.2. La découverte tardive d'un bénéficiaire de rente peut remettre |
ofwel het beginsel zelf van het recht van andere begunstigden, ofwel | en cause, soit le principe même du droit d'autres bénéficiaires, soit |
het bedrag van hun renten in het geding brengen. Vermits de wetgever | le montant de leur rente. Dès lors que le législateur veut éviter |
die rechtsonzekerheid wil vermijden, is het pertinent enkel rekening | cette insécurité juridique, il est pertinent de ne tenir compte que |
te houden met erkenningen die vóór het overlijden zijn gebeurd. | des reconnaissances faites avant le décès. |
B.5.3. Aangezien die maatregel ertoe kan leiden de rente te weigeren | B.5.3. Toutefois, cette mesure pouvant aboutir à refuser la rente à un |
aan een kind van wie de afstamming zal zijn vastgesteld, dient men | enfant dont la filiation sera établie, il convient de se demander si |
zich evenwel af te vragen of de radicale maatregel die erin bestaat | la mesure radicale qui consiste à rejeter toute reconnaissance |
elke vordering tot gerechtelijke erkenning ingesteld na het overlijden | judiciaire établie à la suite d'une procédure postérieure au décès de |
van het slachtoffer te verwerpen, niet onevenredig is met het | la victime n'est pas disproportionnée par rapport à l'objectif |
nagestreefde doel. | poursuivi. |
B.5.4. Men zou kunnen begrijpen dat de wetgever, om het creëren van | B.5.4. Il pourrait se concevoir que, pour éviter de créer une |
rechtsonzekerheid te vermijden, maatregelen zou nemen om te | insécurité juridique, le législateur prenne des mesures pour éviter |
verhinderen dat niet-tijdige eisen de rechten in het geding zouden | que des revendications tardives ne viennent remettre en cause les |
brengen van degenen van wie de afstamming vóór het overlijden was | droits de ceux dont la filiation était établie avant le décès. La Cour |
vastgesteld. Het Hof stelt hieromtrent vast dat de vorderingen tot | constate, à ce sujet, que les demandes d'indemnités sont prescrites en |
betaling van vergoedingen in beginsel verjaren na het verstrijken van | principe après l'expiration d'un délai de trois ans (article 69 de la |
een termijn van drie jaar (artikel 69 van de wet van 10 april 1971), | loi du 10 avril 1971), ce qui implique une certaine insécurité |
wat een bepaalde rechtsonzekerheid gedurende die termijn inhoudt. | juridique tout au long de ce délai. |
B.5.5. Het is onevenredig met de nagestreefde doelstelling elke | B.5.5. Il est disproportionné à l'objectif poursuivi d'exclure toute |
aanvraag om rente door een kind dat vóór de datum van het overlijden | demande de rente formulée par un enfant né avant le décès mais pour |
geboren is maar waarvoor de procedure tot vaststelling van de | lequel la procédure d'établissement de la filiation n'a pas été |
afstamming niet werd ingeleid vóór die datum, uit te sluiten. Een | entamée avant la date du décès. Une telle mesure peut aboutir à priver |
dergelijke maatregel kan ertoe leiden een erkend kind van de rente te | de la rente un enfant reconnu, alors même qu'aucun autre ayant droit |
beroven, zelfs wanneer geen enkele andere rechthebbende zich kenbaar | |
zou hebben gemaakt en zelfs in de veronderstelling dat de vordering | ne se serait manifesté et même dans l'hypothèse où l'action en |
tot erkenning is ingesteld en de afstamming is vastgesteld binnen | reconnaissance est introduite et la filiation établie dans des délais |
termijnen die geen overdreven inbreuk maken op de rechtmatige belangen | tels qu'il n'est pas porté d'atteinte excessive aux intérêts légitimes |
van de andere begunstigden. | des autres bénéficiaires. |
B.5.6. Overigens kan worden opgemerkt dat het Europees Hof voor de | B.5.6. Il est à remarquer par ailleurs que la Cour européenne des |
Rechten van de Mens heeft nagegaan of de bepaling die het kind dat de | droits de l'homme a examiné si la disposition qui exclut de la |
vader tijdens zijn leven niet had erkend van zijn erfopvolging | succession de son père l'enfant que celui-ci n'avait pas reconnu de |
uitsluit, bestaanbaar was met de artikelen 8 en 14 van het Verdrag. | son vivant était compatible avec les articles 8 et 14 de la |
Artikel 8 waarborgt het recht op eerbiediging van het privé-leven en | Convention. Le premier garantit le respect de la vie privée et de la |
het gezinsleven; artikel 14 verbiedt elke discriminatie in het genot | vie familiale; le second interdit toute discrimination dans la |
van de rechten en vrijheden welke in dat Verdrag zijn vermeld, onder | jouissance des droits et libertés reconnus par la Convention, |
meer die welke op de geboorte zou zijn gegrond. Het Europees Hof heeft | notamment celle qui serait fondée sur la naissance. La Cour européenne |
geoordeeld dat een dergelijke uitsluiting onevenredig was met de | a considéré qu'une telle exclusion était disproportionnée par rapport |
doelstelling van bescherming van de rechten van de andere | à l'objectif de protéger les droits des autres successibles (arrêt |
erfgerechtigden (arrest Camp en Bourimi t/ Nederland van 3 oktober | Camp et Bourimi c/ Pays-Bas du 3 octobre 2000). |
2000). B.6. De prejudiciële vraag dient bevestigend te worden beantwoord. | B.6. La première question préjudicielle appelle une réponse affirmative. |
Ten aanzien van de tweede prejudiciële vraag | Quant à la seconde question préjudicielle |
B.7. Uit de feiten van de zaak en uit het onderzoek van het dossier | B.7. Il résulte des faits de la cause et de l'examen du dossier que, |
blijkt dat, rekening houdend met het antwoord op de eerste | compte tenu de la réponse donnée à la première question préjudicielle, |
prejudiciële vraag, de tweede prejudiciële vraag niet tot een ruimere | la deuxième question préjudicielle ne saurait conduire à un plus ample |
vaststelling van ongrondwettigheid zou kunnen leiden, zodat het Hof ze | constat d'inconstitutionnalité, de sorte que la Cour ne doit pas |
niet hoeft te onderzoeken. | l'examiner. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
Artikel 13, § 5, van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, | L'article 13, § 5, de la loi du 10 avril 1971 sur les accidents du |
gewijzigd bij de wet van 29 april 1996, schendt de artikelen 10 en 11 | travail, modifié par la loi du 29 avril 1996, viole les articles 10 et |
van de Grondwet, in zoverre het het voordeel van de in paragraaf 1 | 11 de la Constitution en tant qu'il ne permet pas le bénéfice de la |
bedoelde rente niet toekent aan de kinderen waarvan de afstamming is | rente visée au paragraphe 1er aux enfants dont la filiation est |
vastgesteld ten gevolge van een vordering tot vaststelling van de | établie au terme d'une action en établissement de la filiation |
afstamming die werd ingeleid na het overlijden als gevolg van het | introduite après le décès consécutif à l'accident du travail. |
arbeidsongeval. | |
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 9 januari 2002. | la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 9 janvier 2002. |
De griffier, De voorzitter, | Le greffier, Le président, |
L. Potoms. M. Melchior. | L. Potoms. M. Melchior. |