Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 87/2001 van 21 juni 2001 Rolnummer 1938 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, gesteld door de Raad van State. Het Arbitragehof, I. Onderwerp van de prejudiciële vragen Bij arrest nr. "
Uittreksel uit arrest nr. 87/2001 van 21 juni 2001 Rolnummer 1938 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, gesteld door de Raad van State. Het Arbitragehof, I. Onderwerp van de prejudiciële vragen Bij arrest nr. Extrait de l'arrêt n° 87/2001 du 21 juin 2001 Numéro du rôle : 1938 En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 21, alinéa 2, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat, posées par le Conseil d'Etat. La Cour d'arbitrage,
ARBITRAGEHOF COUR D'ARBITRAGE
Uittreksel uit arrest nr. 87/2001 van 21 juni 2001 Extrait de l'arrêt n° 87/2001 du 21 juin 2001
Rolnummer 1938 Numéro du rôle : 1938
In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 21, tweede lid, En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 21,
van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, gesteld door de alinéa 2, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat, posées par le
Raad van State. Conseil d'Etat.
Het Arbitragehof, La Cour d'arbitrage,
samengesteld uit de voorzitters H. Boel en M. Melchior, de rechters L. composée des présidents H. Boel et M. Melchior, des juges L. François,
François, P. Martens, A. Arts en E. De Groot, en, overeenkomstig P. Martens, A. Arts et E. De Groot, et, conformément à l'article 60bis
artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage, du juge
Arbitragehof, emeritus rechter E. Cerexhe, bijgestaan door de griffier émérite E. Cerexhe, assistée du greffier L. Potoms, présidée par le
L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter H. Boel, président H. Boel,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen I. Objet des questions préjudicielles
Bij arrest nr. 85.743 van 1 maart 2000 in zake L. Quartier tegen het Par arrêt n° 85.743 du 1er mars 2000 en cause de L. Quartier contre la
Vlaamse Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof Région flamande, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour
is ingekomen op 4 april 2000, heeft de Raad van State de volgende d'arbitrage le 4 avril 2000, le Conseil d'Etat a posé les questions
prejudiciële vragen gesteld : préjudicielles suivantes :
« 1. Schendt artikel 21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op « 1. L'article 21, alinéa 2, des lois coordonnées sur le Conseil
de Raad van State de artikelen 10 en 11 van de Gecoördineerde d'Etat viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution coordonnée,
Grondwet, op zichzelf genomen en samengelezen met de artikelen 13 en pris isolément et en combinaison avec les articles 13 et 160 de la
160 van de Grondwet en artikel 6.1 van het E.V.R.M., doordat twee Constitution ainsi qu'avec l'article 6.1 de la Convention européenne
verschillende categorieën van personen, zijnde (1) de verzoekende des droits de l'homme en ce qu'il prévoit un traitement égal pour deux
partij die geen memorie indient, om reden dat hij geen belang meer catégories différentes de personnes, à savoir (1) la partie requérante
heeft bij de zaak, dit wil zeggen, geen interesse meer in de zaak qui ne dépose pas de mémoire au motif qu'elle n'a plus intérêt à la
betoont, en (2) de verzoekende partij die geen memorie indient, om cause, c'est-à-dire qu'elle ne manifeste plus son intérêt à la cause,
reden dat hij geen belang meer heeft bij de memorie, doordat hij, et (2) la partie requérante qui ne dépose pas de mémoire au motif
wegens afwezigheid van een antwoord van tegenpartij, niets meer toe te qu'elle ne justifie plus d'un intérêt au mémoire, dès lors qu'en
voegen heeft aan datgene wat reeds werd uiteengezet in het raison de l'absence de réponse de la partie adverse, elle n'a plus
verzoekschrift, op gelijke wijze worden behandeld ? rien à ajouter à ce qui a déjà été exposé dans la requête ?
2. Schendt artikel 21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de 2. L'article 21, alinéa 2, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat
Raad van State de artikelen 10 en 11 van de Gecoördineerde Grondwet, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution coordonnée, pris
op zichzelf genomen en samengelezen met de artikelen 13 en 160 van de isolément et en combinaison avec les articles 13 et 160 de la
Grondwet en artikel 6.1 van het E.V.R.M., doordat een onderscheid in Constitution ainsi qu'avec l'article 6.1 de la Convention européenne
behandeling wordt ingevoerd tussen gelijke categorieën van personen, des droits de l'homme en ce qu'une différence de traitement est
zijnde (1) de verzoekende partij die tijdig een louter formele memorie instaurée entre des catégories égales de personnes, à savoir (1) la
indient, stellende dat hij niets meer toe te voegen heeft aan zijn partie requérante qui dépose dans les délais un mémoire purement
verzoekschrift, omdat de tegenpartij geen memorie van antwoord formel, dans lequel elle déclare n'avoir plus rien à ajouter à sa
requête, la partie adverse n'ayant déposé aucun mémoire en réponse, et
ingediend heeft, en zijn procesbelang alzo behoudt, en (2) de qui conserve ainsi son intérêt à l'instance, et (2) la partie
verzoekende partij die geen formele memorie indient, omwille van het requérante qui ne dépose aucun mémoire formel au motif que l'Etat
feit dat de Belgische Staat geen memorie heeft ingediend, en zijn belge n'a déposé aucun mémoire et qui perd ainsi son intérêt à
procesbelang alzo verliest ? » l'instance ? »
(...) (...)
IV. In rechte IV. En droit
(...) (...)
B.1. Artikel 21, eerste en tweede lid, van de gecoördineerde wetten op B.1. L'article 21, alinéas 1er et 2, des lois coordonnées sur le
de Raad van State, zoals ingevoegd bij wet van 17 oktober 1990 Conseil d'Etat, tel qu'il a été inséré par la loi du 17 octobre 1990,
bepaalde : disposait :
« De termijnen waarbinnen de partijen hun memories, het administratief « Les délais dans lesquels les parties doivent transmettre leurs
dossier of de door de afdeling administratie gevraagde stukken of mémoires, leurs dossiers administratifs ou les documents ou
inlichtingen moeten toesturen, worden bij in Ministerraad overlegd renseignements demandés par la section d'administration sont fixés par
koninklijk besluit vastgesteld. arrêté royal délibéré en Conseil des Ministres.
Wanneer de verzoekende partij de termijnen voor het toesturen van de Lorsque la partie requérante ne respecte pas les délais prévus pour
memories niet eerbiedigt, doet de afdeling, de partijen gehoord, l'envoi des mémoires, la section statue sans délai, les parties
zonder verwijl uitspraak op advies van het voor de betreffende zaak entendues, sur l'avis du membre de l'auditorat désigné en l'affaire,
aangestelde lid van het auditoraat, waarbij het ontbreken van het
vereiste belang wordt vastgesteld. » en constatant l'absence de l'intérêt requis. »
B.2. De Raad van State stelt twee prejudiciële vragen betreffende de B.2. Le Conseil d'Etat pose deux questions préjudicielles concernant
bestaanbaarheid van het tweede lid van artikel 21 met de artikelen 10 la compatibilité de l'alinéa 2 de l'article 21 avec les articles 10 et
en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de 11 de la Constitution, lus ou non en combinaison avec les articles 13
artikelen 13 en 160 van de Grondwet en met artikel 6.1 van het et 160 de la Constitution et avec l'article 6.1 de la Convention
Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. européenne des droits de l'homme.
B.3.1. De in het geding zijnde bepaling is bij artikel 1 van de wet B.3.1. La disposition en cause a été insérée dans les lois coordonnées
van 17 oktober 1990 ingevoegd in de gecoördineerde wetten op de Raad sur le Conseil d'Etat par l'article 1er de la loi du 17 octobre 1990.
van State. Zij maakt deel uit van een reeks maatregelen waarmee de Elle fait partie d'une série de mesures par lesquelles le législateur
wetgever beoogde de duur van de rechtspleging voor de afdeling entendait réduire la durée de la procédure devant la section
administratie van de Raad van State te beperken en de ontstane d'administration du Conseil d'Etat et en résorber l'arriéré (Doc.
achterstand weg te werken (Parl. St., Senaat, 1989-1990, nr. 984-1, p. parl., Sénat, 1989-1990, n° 984-1, p. 1, et n° 984-2, p. 2, et Ann.,
1, en nr. 984-2, p. 2, en Hand., Senaat, 12 juli 1990, pp. 2640 en Sénat, 12 juillet 1990, pp. 2640 et s.).
volgende). De parlementaire voorbereiding omtrent die bepaling preciseerde dat « Les travaux préparatoires de cette disposition précisaient que «
het [...] de bedoeling [is] te verhelpen aan de al dan niet door l'intention [...] est de remédier à la longueur voulue ou non par les
sommige gedingvoerende partijen gewilde langdurigheid van de parties en cause dans les recours introduits devant le Conseil d'Etat.
procedures die voor de Raad van State worden aangespannen. Het niet Le non-respect des délais pour l'envoi des mémoires sera assimilé,
respecteren van de termijnen voor het toesturen van de memories zal d'office, à l'absence de justification de l'intérêt requis à l'article
van rechtswege geacht worden gelijk te staan met het niet meer doen
blijken van het in artikel 19 vereiste belang » (Parl. St., Senaat, 19 » (Doc. parl., Sénat, 1989-1990, n° 984-1, p. 3).
1989-1990, nr. 984-1, p. 3).
In het arrest nr. 48.624 van 13 juli 1994 kwam de Raad van State, na Dans l'arrêt n° 48.624 du 13 juillet 1994, le Conseil d'Etat, après
een analyse van de parlementaire voorbereiding en inzonderheid de une analyse des travaux préparatoires et en particulier après
vaststelling dat een amendement dat een meer soepele behandeling constatation du rejet d'un amendement prévoyant un traitement plus
voorstelde werd verworpen (Parl. St., Senaat, 1989-1990, nr. 984-5, en souple (Doc. parl., Sénat, 1989-1990, n° 984-5, et Ann., Sénat, 12
Hand., Senaat, 12 juli 1990, pp. 2646, 2648, 2650 en 2651), tot de juillet 1990, pp. 2646, 2648, 2650 et 2651), a abouti à la conclusion
conclusie « dat de wetgever heeft gewild dat onder geen beding een que « le législateur a entendu qu'il ne soit, à aucune condition,
excuus voor het niet of het niet tijdig insturen van een memorie
aanvaard zou worden; door de door hem opgelegde sanctie te omschrijven accepté d'excuse pour la non-transmission ou la transmission tardive
als het ' ontbreken van het vereiste belang ' heeft hij te kennen d'un mémoire; en définissant la sanction qu'il inflige comme `
gegeven dat hij het indienen van een memorie zag als een formele blijk l'absence de l'intérêt requis ', il a indiqué qu'il regardait le dépôt
van gebleven belangstelling. Het geven van die formele blijk van d'un mémoire comme la manifestation formelle de la persistance de
gebleven belangstelling is uiteraard ook dan zinvol wanneer de l'intérêt. Par conséquent, il se justifie de même à l'évidence que la
verzoekende partij niets meent te moeten toevoegen aan haar partie requérante marque ainsi formellement la persistance de son
verzoekschrift, bijvoorbeeld omdat de verwerende partij geen memorie intérêt lorsqu'elle estime n'avoir rien à ajouter à sa requête, par
van antwoord en zelfs geen administratief dossier heeft ingediend ». exemple parce que la partie défenderesse n'a pas déposé de mémoire en
B.3.2. Het indienen van een memorie binnen de gestelde termijn is réponse, voire de dossier administratif. »
aldus door artikel 21, tweede lid, tot een verplichting gemaakt voor B.3.2. L'article 21, alinéa 2, fait ainsi du dépôt d'un mémoire dans
de verzoekende partij, indien ze wil vermijden dat de afwezigheid van le délai prescrit une obligation pour la partie requérante si elle
het vereiste belang zou worden « vastgesteld ». veut éviter que l'absence de l'intérêt requis soit « constatée ».
Nu die verplichting uit de wet voortspruit, dienen de artikelen 7 en 8 Dès lors que cette obligation résulte de la loi, les articles 7 et 8
van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling administratie van de Raad van State ook zo te worden gelezen dat de griffier, bij gebrek aan tijdige neerlegging van het administratief dossier of van een memorie van antwoord, is gehouden de verzoekende partij hiervan in kennis te stellen, onder vermelding, conform artikel 14bis, § 2, van dat besluit, van artikel 21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State. Uit de parlementaire voorbereiding blijkt bovendien dat de wetgever de bedoeling had strenge gevolgen te verbinden aan het niet respecteren van de termijnen en dat hij ervan uitging dat de Raad van State, bij de kennisgevingen van de griffier, de verzoekende partij zou de l'arrêté du Régent du 23 août 1948 déterminant la procédure devant la section d'administration du Conseil d'Etat doivent être lus en ce sens que le greffier, à défaut du dépôt du dossier administratif ou d'un mémoire en réponse dans le délai prescrit, est tenu d'en aviser la partie requérante en faisant mention, conformément à l'article 14bis, § 2, de cet arrêté, de l'article 21, alinéa 2, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat. En outre, il ressort des travaux préparatoires que le législateur avait l'intention d'attacher des conséquences sévères au non-respect des délais et qu'il entendait que le Conseil d'Etat, dans les notifications du greffier, rappelle à la partie requérante les effets
herinneren aan de wettelijke gevolgen van de afwezigheid of de légaux de son absence de réponse ou de la tardiveté de celle-ci (Doc.
laattijdigheid van antwoord (Parl. St., Senaat, 1989-1990, nr. 984-1, pp. 4 en 43). parl., Sénat, 1989-1990, n° 984-1, pp. 4 et 43).
B.4.1. De eerste prejudiciële vraag noopt tot een toetsing van artikel B.4.1. La première question préjudicielle invite la Cour à contrôler
21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State aan l'article 21, alinéa 2, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat au
de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang met de regard des articles 10 et 11 de la Constitution, lus ou non en
artikelen 13 en 160 van de Grondwet en met artikel 6.1 van het combinaison avec les articles 13 et 160 de la Constitution et avec
Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens in zoverre die bepaling « l'article 6.1 de la Convention européenne des droits de l'homme en
tant que cette disposition « prévoit un traitement égal pour deux
twee verschillende categorieën van personen, zijnde (1) de verzoekende catégories différentes de personnes, à savoir (1) la partie requérante
partij die geen memorie indient, om reden dat hij geen belang meer qui ne dépose pas de mémoire au motif qu'elle n'a plus intérêt à la
heeft bij de zaak, dit wil zeggen, geen interesse meer in de zaak cause, c'est-à-dire qu'elle ne manifeste plus son intérêt à la cause,
betoont, en (2) de verzoekende partij die geen memorie indient, om et (2) la partie requérante qui ne dépose pas de mémoire au motif
reden dat hij geen belang meer heeft bij de memorie, doordat hij, qu'elle ne justifie plus d'un intérêt au mémoire, dès lors qu'en
wegens afwezigheid van een antwoord van de tegenpartij, niets meer toe raison de l'absence de réponse de la partie adverse, elle n'a plus
te voegen heeft aan datgene wat reeds werd uiteengezet in het rien à ajouter à ce qui a déjà été exposé dans la requête ».
verzoekschrift, op gelijke wijze » behandelt.
B.4.2. De tweede prejudiciële vraag noopt tot een toetsing van artikel B.4.2. La deuxième question préjudicielle invite la Cour à contrôler
21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State aan l'article 21, alinéa 2, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat au
de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang met de regard des articles 10 et 11 de la Constitution, pris isolément ou en
artikelen 13 en 160 van de Grondwet en met artikel 6.1 van het combinaison avec les articles 13 et 160 de la Constitution ainsi
Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens in zoverre die bepaling « qu'avec l'article 6.1 de la Convention européenne des droits de
l'homme « en ce qu'une différence de traitement est instaurée [par
gelijke categorieën van personen, zijnde (1) de verzoekende partij die cette disposition] entre des catégories égales de personnes, à savoir
tijdig een louter formele memorie indient, stellende dat hij niets (1) la partie requérante qui dépose dans les délais un mémoire
meer toe te voegen heeft aan zijn verzoekschrift, omdat de tegenpartij purement formel, dans lequel elle déclare n'avoir plus rien à ajouter
geen memorie van antwoord ingediend heeft, en zijn procesbelang alzo à sa requête, la partie adverse n'ayant déposé aucun mémoire en
behoudt, en (2) de verzoekende partij die geen formele memorie réponse, et qui conserve ainsi son intérêt à l'instance, et (2) la
indient, omwille van het feit dat de Belgische Staat geen memorie partie requérante qui ne dépose aucun mémoire formel au motif que
heeft ingediend, en zijn procesbelang alzo verliest » onderscheiden l'Etat belge n'a déposé aucun mémoire et qui perd ainsi son intérêt à
behandelt. l'instance ».
Ten aanzien van de beide prejudiciële vragen Sur les deux questions préjudicielles réunies
B.5.1. Uit artikel 19 van de gecoördineerde wetten op de Raad van B.5.1. Il ressort de l'article 19 des lois coordonnées sur le Conseil
State volgt dat de mogelijkheid om bij de Raad van State, afdeling d'Etat que la possibilité de demander au Conseil d'Etat, section
administratie, de nietigverklaring van een administratieve d'administration, l'annulation d'un acte administratif est réservée
rechtshandeling te vorderen voorbehouden is aan de personen die doen aux personnes qui justifient d'un intérêt. Bien que la loi ne
blijken van een belang. Ofschoon dat « belang » door de wet niet wordt définisse pas cet « intérêt » et que le législateur ait laissé au
omschreven en de wetgever aan de Raad van State de zorg heeft gelaten Conseil d'Etat le soin de préciser le contenu de cette notion (Doc.
om dat begrip inhoud te geven (Parl. St., Kamer, 1936-1937, nr. 211, parl., Chambre, 1936-1937, n° 211, p. 34, et n° 299, p. 18) ainsi que
p. 34, en nr. 299, p. 18) alsmede om te oordelen of de verzoekers die d'apprécier si les requérants qui saisissent le Conseil d'Etat
een zaak voor de Raad van State brengen, doen blijken van een belang justifient d'un intérêt à leur recours, il est demandé aux requérants
bij hun beroep, blijkt dat van de verzoekers wordt verlangd dat zij qu'ils coopèrent au procès mené devant le Conseil d'Etat et qu'ils
hun medewerking verlenen aan de procesvoering bij de Raad van State en justifient de leur intérêt de façon permanente.
op blijvende wijze van hun belang laten blijken. L'article 21, alinéa 2, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat
Artikel 21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van impose aux parties requérantes de respecter les délais fixés pour
State verplicht de verzoekende partijen ertoe de termijnen voor het l'envoi du mémoire et de manifester ainsi la persistance de leur intérêt.
toesturen van de memorie in acht te nemen en aldus te doen blijken van En obligeant la partie requérante à transmettre, dans le délai
hun aanhoudend belang.
Met die verplichting om binnen de gestelde termijn een memorie in te prescrit, un mémoire dont le contenu peut se limiter à la simple
dienen, waarvan de inhoud zich kan beperken tot de loutere bevestiging confirmation de ce qu'elle persiste dans sa requête, le législateur
dat de verzoekende partij in haar vordering volhardt, legt de wetgever impose une exigence de forme qui peut permettre de savoir, dès le
een vormvoorschrift op waaruit, in een vroeg stadium van de procedure, début de la procédure, si la partie requérante manifeste la
kan worden afgeleid of de verzoekende partij een blijvende persistance de son intérêt à poursuivre la procédure.
belangstelling vertoont in de voortzetting van de rechtspleging. B.5.2. Dans cette conception de la mesure en cause, il n'existe pas,
B.5.2. Ten aanzien van de aldus beschouwde maatregel is er geen entre les situations des parties requérantes selon que la partie
zodanig belangrijk verschil tussen de situaties van de verzoekende défenderesse leur a ou non adressé un mémoire en réponse, de
partijen naargelang zij al dan niet over een memorie van antwoord van différence à ce point importante que le législateur doive prévoir un
de verwerende partij beschikken, dat dit voor de wetgever de traitement distinct. Le législateur peut attendre de toute partie
verplichting zou meebrengen daarvoor in een onderscheiden behandeling requérante qu'elle coopère au déroulement rapide et efficace de la
te voorzien. De wetgever kan van iedere verzoekende partij verwachten procédure devant le Conseil d'Etat, ce qui implique que tout requérant
dat zij haar medewerking verleent aan een snelle en efficiënte soit attentif aux diverses étapes de la procédure et manifeste la
procesvoering voor de Raad van State, hetgeen impliceert dat iedere persistance de son intérêt à poursuivre la procédure, quel que soit le
verzoeker de diverse stadia in de procedure nauwgezet opvolgt en op comportement de la partie défenderesse au cours de celle-ci. Etant
blijvende wijze uiting geeft van zijn belangstelling voor de donné que l'absence d'un mémoire en réponse de la partie défenderesse
voortzetting van de rechtspleging, ongeacht de houding van de est susceptible de plusieurs interprétations, pouvant par exemple
verwerende partij in die rechtspleging. Vermits het uitblijven van een memorie van antwoord van de verwerende partij voor diverse interpretaties vatbaar is en ook bijvoorbeeld kan wijzen op het feit dat de bestuurshandeling ingetrokken is of geen voorwerp meer heeft, is de verplichting opgelegd aan de verzoekende partij om binnen de termijn een memorie in te dienen, ook wanneer de verwerende partij geen memorie van antwoord indient, zinvol aangezien het indienen ervan uiting geeft aan zijn volgehouden belang. In tegenstelling tot wat de verzoekende partij in het bodemgeschil beweert, draagt de in het geding zijnde bepaling bij tot de beoogde inperking van de achterstand doordat zij voorkomt dat verder onderzoek wordt gewijd aan zaken waarin de verzoekende partij kan worden geacht geen interesse meer te hebben. B.5.3. Uit het voorgaande volgt dat de identieke behandeling van verzoekende partijen die geen memorie hebben ingediend omdat ze geen interesse meer hebben voor de zaak en van verzoekende partijen die geen memorie hebben ingediend omdat ze niets toe te voegen hebben indiquer aussi que l'acte administratif a été rapporté ou n'a plus d'objet, le requérant est contraint d'introduire un mémoire dans les délais, même lorsque la partie défenderesse n'a pas déposé de mémoire en réponse, obligation qui a un sens, puisque l'introduction de ce mémoire exprime la persistance de l'intérêt du requérant à la poursuite de la procédure. Contrairement à ce que soutient la partie requérante dans l'instance principale, la disposition en cause contribue à la résorption recherchée de l'arriéré, en ce qu'elle dispense de poursuivre l'examen d'affaires dans lesquelles la partie requérante peut être censée ne plus avoir d'intérêt. B.5.3. Il résulte de ce qui précède que le traitement identique des parties requérantes qui n'ont pas introduit de mémoire parce qu'elles ne portent plus intérêt à la cause et des parties requérantes qui n'ont pas déposé de mémoire parce qu'elles n'ont rien à ajouter du
gelet op het feit dat de verweerder geen memorie heeft ingediend, naar fait que la partie défenderesse n'a pas déposé de mémoire, est
redelijkheid is verantwoord. raisonnablement justifié.
B.6. De in artikel 21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de B.6. Les règles de procédure inscrites à l'article 21, alinéa 2, des
Raad van State neergelegde procedureregels verhinderen geenszins dat lois coordonnées sur le Conseil d'Etat n'empêchent nullement que la
de verzoekende partij, die bij gebreke aan tijdige reactie vanwege de partie requérante qui souhaite maintenir sa demande lorsque la partie
verwerende partij haar vordering wenst te handhaven, effectief toegang défenderesse s'abstient de réagir dans les délais ait conservé un
behoudt tot de administratieve rechter. Het volstaat dat zij daartoe accès effectif au juge administratif. Il lui suffit d'introduire, dans
binnen de voorgeschreven termijn een memorie indient, waarin zij zich le délai prescrit, un mémoire dans lequel elle peut se limiter à
ertoe kan beperken mee te delen dat zij haar beroep handhaaft. communiquer qu'elle maintient son recours.
In de gevallen waarin artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de Dans les cas où l'article 6.1 de la Convention européenne des droits
Rechten van de Mens toepasselijk is op geschillen voor de Raad van State, kunnen de in artikel 21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State neergelegde procedureregels geenszins worden beschouwd als een door die bepaling verboden belemmering van de toegang tot de rechter, temeer daar de verzoekende partij door de griffier van de Raad van State uitdrukkelijk wordt gewezen op de gevolgen van het niet in acht nemen van die formaliteit. B.7. De beide prejudiciële vragen dienen ontkennend te worden beantwoord. Om die redenen, het Hof zegt voor recht : de l'homme est applicable aux litiges portés devant le Conseil d'Etat, les règles de procédure prévues à l'article 21, alinéa 2, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat ne peuvent nullement être considérées comme une entrave à l'accès au juge prohibée par cette disposition, d'autant que la partie requérante est explicitement avisée par le greffier du Conseil d'Etat des conséquences du non-respect de cette formalité. B.7. Les deux questions préjudicielles appellent une réponse négative. Par ces motifs, la Cour dit pour droit :
Artikel 21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van L'article 21, alinéa 2, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat ne
State schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet, op zichzelf viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution, pris isolément ou
genomen noch gelezen in samenhang met de artikelen 13 en 160 van de lus en combinaison avec les articles 13 et 160 de la Constitution
Grondwet en met artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de Rechten ainsi qu'avec l'article 6.1 de la Convention européenne des droits de
van de Mens. l'homme.
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française,
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 21 juni 2001. la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 21 juin 2001.
De griffier, Le greffier,
L. Potoms. L. Potoms.
De voorzitter, Le président,
H. Boel. H. Boel.
^