← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 25/2001 van 1 maart 2001 Rolnummer 1855 In zake : de prejudiciële
vraag over artikel 4, § 2, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel
en de probatie, gesteld door het Hof van Beroep te Het Arbitragehof, samengesteld
uit de voorzitters G. De Baets en M. Melchior, en de rechters P. (...)"
Uittreksel uit arrest nr. 25/2001 van 1 maart 2001 Rolnummer 1855 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 4, § 2, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, gesteld door het Hof van Beroep te Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters G. De Baets en M. Melchior, en de rechters P. (...) | Extrait de l'arrêt n° 25/2001 du 1 er mars 2001 Numéro du rôle : 1855 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 4, § 2, de la loi du 29 juin 1964 concernant la suspension, le sursis et la probation, posée par la La Cour d'arbitrage, composée des présidents G. De Baets et M. Melchior, et des juges P. Martens(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Uittreksel uit arrest nr. 25/2001 van 1 maart 2001 | Extrait de l'arrêt n° 25/2001 du 1er mars 2001 |
Rolnummer 1855 | Numéro du rôle : 1855 |
In zake : de prejudiciële vraag over artikel 4, § 2, van de wet van 29 | En cause : la question préjudicielle relative à l'article 4, § 2, de |
juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, | la loi du 29 juin 1964 concernant la suspension, le sursis et la |
gesteld door het Hof van Beroep te Gent. | probation, posée par la Cour d'appel de Gand. |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit de voorzitters G. De Baets en M. Melchior, en de | composée des présidents G. De Baets et M. Melchior, et des juges P. |
rechters P. Martens, J. Delruelle, R. Henneuse, M. Bossuyt en E. De | Martens, J. Delruelle, R. Henneuse, M. Bossuyt et E. De Groot, |
Groot, bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter G. De Baets, | assistée du greffier L. Potoms, présidée par le président G. De Baets, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag | I. Objet de la question préjudicielle |
Bij arrest van 16 december 1999 in zake het openbaar ministerie en I. | Par arrêt du 16 décembre 1999 en cause du ministère public et de I. |
Verleyen tegen P. Peckstadt, waarvan de expeditie ter griffie van het | Verleyen contre P. Peckstadt, dont l'expédition est parvenue au greffe |
Arbitragehof is ingekomen op 24 december 1999, heeft het Hof van | de la Cour d'arbitrage le 24 décembre 1999, la Cour d'appel de Gand a |
Beroep te Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : | posé la question préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 4, § 2, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de | « L'article 4, § 2, de la loi du 29 juin 1964 concernant la |
opschorting, het uitstel en de probatie de artikelen 10 en 11 van de | suspension, le sursis et la probation viole-t-il les articles 10 et 11 |
Grondwet in zoverre het aan de verdachte ten aanzien van wie door het | de la Constitution en tant qu'il permet, à titre de recours au pénal, |
onderzoeksgerecht de maatregel van opschorting wordt gelast, als | à l'inculpé faisant l'objet d'une mesure de suspension ordonnée par la |
rechtsmiddel op strafrechtelijk gebied het verzet voorziet dat binnen | |
de vierentwintig uur dient te worden ingesteld, terwijl eenzelfde | juridiction d'instruction de former opposition dans les vingt-quatre |
persoon die de opschorting bekomt voor het vonnisgerecht op | heures, cependant qu'une même personne qui obtient la suspension |
strafrechtelijk vlak hoger beroep kan instellen gedurende een termijn | devant la juridiction de jugement peut interjeter appel au pénal dans |
van vijftien dagen ? » | un délai de quinze jours ? » |
(...) | (...) |
IV. In rechte | IV. En droit |
(...) | (...) |
B.1. Artikel 4, § 2, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de | B.1. L'article 4, § 2, de la loi du 29 juin 1964 concernant la |
opschorting, het uitstel en de probatie bepaalt : | suspension, le sursis et la probation dispose : |
« De procureur des Konings en de verdachte kunnen tegen de beschikking | « Le procureur du Roi et l'inculpé peuvent faire opposition à |
van de raadkamer waarbij de opschorting wordt uitgesproken, verzet | l'ordonnance de la chambre du conseil prononçant la suspension, pour |
doen om reden dat aan de voorwaarden tot verlening van de opschorting | le motif que les conditions d'octroi de la suspension ne sont pas |
niet voldaan is. | réunies. |
Het verzet, dat binnen vierentwintig uren moet worden aangetekend, | L'opposition, qui doit être formée dans les vingt-quatre heures, est |
wordt voor de kamer van inbeschuldigingstelling gebracht. » | portée devant la chambre des mises en accusation. » |
B.2. De prejudiciële vraag strekt ertoe van het Hof te vernemen of de | B.2. Par sa question préjudicielle, le juge a quo demande à la Cour si |
verzetstermijn van vierentwintig uren waarin het tweede lid van die | le délai d'opposition de vingt-quatre heures, prévu à l'alinéa 2 de la |
bepaling voorziet, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt. | disposition précitée, viole les articles 10 et 11 de la Constitution. |
Wanneer de opschorting door een vonnisgerecht wordt gelast, beschikt | Lorsque la suspension est ordonnée par une juridiction de jugement, le |
de beklaagde over een termijn van vijftien dagen om hoger beroep in te stellen. | prévenu dispose d'un délai de quinze jours pour interjeter appel. |
B.3. Het verschil in behandeling tussen bepaalde categorieën van | B.3. La différence de traitement entre certaines catégories de |
personen dat voortvloeit uit de toepassing van verschillende | personnes qui résulte de l'application de procédures différentes |
procedures voor verschillende rechtscolleges in minstens gedeeltelijk | |
verschillende omstandigheden, houdt op zich geen discriminatie in. Van | devant des juridictions différentes et dans des circonstances au moins |
discriminatie zou slechts sprake kunnen zijn, indien het verschil in | partiellement différentes n'est pas discriminatoire en soi. Il ne |
behandeling dat voortvloeit uit de toepassing van die procedures | pourrait y avoir de discrimination que si la différence de traitement |
gepaard zou gaan met een onevenredige beperking van de rechten van de | résultant de l'application de ces procédures allait de pair avec une |
daarbij betrokken personen. | limitation disproportionnée des droits des parties concernées. |
B.4. De opschorting van de uitspraak van de veroordeling is een wijze | B.4. La suspension du prononcé de la condamnation est une sorte de |
van opdeproefstelling van een delinquent, met diens instemming, | |
waarbij de rechter de ten laste gelegde feiten bewezen verklaart, | mise à l'épreuve d'un délinquant, ordonnée de l'accord de l'inculpé, |
zonder dat een veroordeling wordt uitgesproken en waarbij de | par laquelle le juge déclare les préventions établies sans prononcer |
vervolging wordt beëindigd indien de beslissing niet wordt herroepen. | de condamnation et qui met fin aux poursuites si la décision n'est pas |
Aan de opschorting kunnen eventueel probatievoorwaarden worden | révoquée. Des conditions probatoires peuvent éventuellement être |
gekoppeld. | attachées à la suspension. |
In de regel wordt de opschorting gelast door de vonnisgerechten, | En règle, la suspension est ordonnée par les juridictions de jugement, |
aangezien over de strafvordering uitspraak moet worden gedaan door de | étant donné qu'il doit être statué sur l'action pénale en déclarant |
feiten bewezen te verklaren. De opschorting kan eveneens door de | les faits établis. La suspension peut également être ordonnée par les |
onderzoeksgerechten worden gelast wanneer zij van oordeel zijn dat de | juridictions d'instruction lorsque celles-ci estiment que la publicité |
openbaarheid van de debatten de declassering van de verdachte zou | des débats pourrait provoquer le déclassement de l'inculpé ou |
kunnen veroorzaken of zijn reclassering in gevaar zou kunnen brengen | compromettre son reclassement (article 3, alinéa 2, de la loi précitée |
(artikel 3, tweede lid, van de voormelde wet van 29 juni 1964). | du 29 juin 1964). |
B.5.1. Krachtens de in het geding zijnde bepaling kunnen de procureur | B.5.1. En vertu de la disposition litigieuse, le procureur du Roi et |
des Konings en de verdachte verzet doen tegen de beschikking waarbij | l'inculpé peuvent faire opposition à l'ordonnance prononçant la |
de opschorting wordt uitgesproken om reden dat aan de voorwaarden tot | suspension, pour le motif que les conditions d'octroi de la suspension |
verlening van de opschorting niet zou zijn voldaan. | ne seraient pas réunies. |
B.5.2. Een algemeen rechtsbeginsel van de dubbele aanleg bestaat niet. | B.5.2. Il n'existe pas de principe général de droit assurant un double |
Wanneer de wetgever evenwel in het rechtsmiddel van hoger beroep of | degré de juridiction. Toutefois, lorsqu'il prévoit la voie de recours |
verzet voorziet, moet hij daarbij een eerlijk verloop van de procedure waarborgen. | de l'appel ou de l'opposition, le législateur doit garantir à cette |
B.5.3. Het recht op toegang tot de rechter, dat een onderdeel is van | occasion un déroulement équitable de la procédure. |
het recht op een eerlijk proces, kan worden onderworpen aan | B.5.3. Le droit d'accès au juge, qui constitue un aspect du droit à un |
ontvankelijkheidsvoorwaarden, met name wat betreft het instellen van | procès équitable, peut être soumis à des conditions de recevabilité, |
een rechtsmiddel binnen een bepaalde termijn. Die voorwaarden mogen | notamment en ce qui concerne l'introduction d'une voie de recours dans |
echter niet ertoe leiden dat het recht op zodanige wijze wordt beperkt | un certain délai. Ces conditions ne peuvent cependant aboutir à |
dat de kern ervan wordt aangetast. Het recht op het aanwenden van het | restreindre le droit de manière telle que celui-ci s'en trouve atteint |
rechtsmiddel waarin de wetgever heeft voorzien zou zijn geschonden | dans sa substance même. Le droit de faire usage d'une voie de recours |
indien de beperkingen geen wettig doel nastreven of indien er geen | prévue par le législateur serait violé si les restrictions imposées ne |
redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende | tendaient pas vers un but légitime et s'il n'existait pas un rapport |
middelen en het nagestreefde doel (cf. Europees Hof voor de Rechten | raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés et le but |
van de Mens, 19 december 1997, Brualla Gómez de la Torre t/ Spanje, § | visé (cf. Cour européenne des droits de l'homme, 19 décembre 1997, |
33). | Brualla Gómez de la Torre c. Espagne, § 33). |
B.5.4. De regels betreffende de termijnen om beroep of verzet in te | B.5.4. Les règles relatives aux délais fixés pour former un recours ou |
stellen zijn gericht op een goede rechtsbedeling en het weren van de | faire opposition visent à assurer une bonne administration de la |
justice et à écarter les risques d'insécurité juridique. Toutefois, | |
risico's van rechtsonzekerheid. Die regels mogen de rechtzoekenden | ces règles ne peuvent empêcher les justiciables de se prévaloir des |
echter niet verhinderen de beschikbare rechtsmiddelen te doen gelden | voies de recours disponibles (cf. Cour européenne des droits de |
(cf. Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 28 oktober 1998, Pérez de Rada Cavanilles t/ Spanje, § 45). B.5.5. De wetgever vermocht te oordelen dat, teneinde het verloop van het onderzoek niet te vertragen, de door de raadkamer gelaste opschorting moest worden aangevochten binnen een bijzonder korte termijn, die hij op vierentwintig uur heeft vastgesteld. Het verschil tussen die termijn en de termijn van vijftien dagen die betrekking heeft op het hoger beroep dat is gericht tegen een opschorting waartoe is besloten door de correctionele rechtbank kan niet als discriminerend worden beschouwd. De betrokken termijn streeft immers een wettig doel na en houdt geen onevenredige beperking in van de | l'homme, 28 octobre 1998, Pérez de Rada Cavanilles c. Espagne, § 45). B.5.5. Le législateur a pu estimer que, afin de ne pas retarder le cours de l'instruction, la suspension ordonnée par la chambre du conseil devait être entreprise dans un délai particulièrement bref qu'il a fixé à vingt-quatre heures. La différence entre ce délai et le délai de quinzaine qui concerne l'appel dirigé contre une suspension décidée par le tribunal correctionnel ne peut être considérée comme discriminatoire. En effet, le délai en cause poursuit un but légitime et n'implique aucune limitation disproportionnée des droits des inculpés à l'égard desquels la juridiction d'instruction ordonne la |
rechten van de verdachten ten aanzien van wie door het | mesure de la suspension. |
onderzoeksgerecht de maatregel van opschorting wordt gelast. | |
B.5.6. Het feit dat de wet van 12 maart 1998 de termijn waarbinnen | B.5.6. Le fait que la loi du 12 mars 1998 a porté à quinze jours le |
hoger beroep moet worden ingesteld tegen de beschikkingen van de | délai dans lequel doit être interjeté l'appel contre les ordonnances |
raadkamer vermeld in artikel 135 van het Wetboek van Strafvordering op | de la chambre du conseil mentionnées à l'article 135 du Code |
vijftien dagen heeft gebracht, verplicht de wetgever niet, op straffe | d'instruction criminelle n'oblige pas le législateur, sous peine de |
van schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, een | violation des articles 10 et 11 de la Constitution, à établir un délai |
eenvormige termijn vast te stellen voor alle beschikkingen van de | uniforme pour l'appel de toutes les ordonnances de la chambre du |
raadkamer waartegen hoger beroep wordt ingesteld. | conseil. |
B.6. De prejudiciële vraag moet ontkennend worden beantwoord. | B.6. La question préjudicielle appelle une réponse négative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
Artikel 4, § 2, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de | L'article 4, § 2, de la loi du 29 juin 1964 concernant la suspension, |
opschorting, het uitstel en de probatie schendt de artikelen 10 en 11 | le sursis et la probation ne viole pas les articles 10 et 11 de la |
van de Grondwet niet in zoverre het voor de verdachte ten aanzien van | Constitution en tant qu'il prévoit, comme voie de recours au pénal en |
wie door het onderzoeksgerecht de maatregel van opschorting wordt | faveur de l'inculpé faisant l'objet d'une mesure de suspension |
gelast, als rechtsmiddel op strafrechtelijk gebied in het verzet | ordonnée par la juridiction d'instruction, la voie de l'opposition, |
voorziet dat binnen vierentwintig uur dient te worden ingesteld. | qui doit être formée dans les vingt-quatre heures. |
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue néerlandaise et en langue française, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 1 maart 2001. | la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 1er mars 2001. |
De griffier, De voorzitter, | Le greffier, Le président, |
L. Potoms G. De Baets | L. Potoms G. De Baets |