Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 121/2000 van 29 november 2000 Rolnummers 1692 en 1693 In zake : de prejudiciële vragen over de artikelen 17, 20, 21 en volgende van de wet van 17 juli 1963 betreffende de overzeese sociale zekerheid, gesteld door de Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en G. De Baets, en de rechters P. (...)"
Uittreksel uit arrest nr. 121/2000 van 29 november 2000 Rolnummers 1692 en 1693 In zake : de prejudiciële vragen over de artikelen 17, 20, 21 en volgende van de wet van 17 juli 1963 betreffende de overzeese sociale zekerheid, gesteld door de Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en G. De Baets, en de rechters P. (...) Extrait de l'arrêt n° 121/2000 du 29 novembre 2000 Numéros du rôle : 1692 et 1693 En cause : les questions préjudicielles concernant les articles 17, 20, 21 et suivants de la loi du 17 juillet 1963 relative à la sécurité sociale d'outre-mer, La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et G. De Baets, et des juges P. Martens(...)
ARBITRAGEHOF COUR D'ARBITRAGE
Uittreksel uit arrest nr. 121/2000 van 29 november 2000 Extrait de l'arrêt n° 121/2000 du 29 novembre 2000
Rolnummers 1692 en 1693 Numéros du rôle : 1692 et 1693
In zake : de prejudiciële vragen over de artikelen 17, 20, 21 en En cause : les questions préjudicielles concernant les articles 17,
volgende van de wet van 17 juli 1963 betreffende de overzeese sociale 20, 21 et suivants de la loi du 17 juillet 1963 relative à la sécurité
zekerheid, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Brussel. sociale d'outre-mer, posées par le Tribunal du travail de Bruxelles.
Het Arbitragehof, La Cour d'arbitrage,
samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en G. De Baets, en de composée des présidents M. Melchior et G. De Baets, et des juges P.
rechters P. Martens, A. Arts, R. Henneuse, M. Bossuyt en E. De Groot, Martens, A. Arts, R. Henneuse, M. Bossuyt et E. De Groot, assistée du
bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, greffier L. Potoms, présidée par le président M. Melchior,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen I. Objet des questions préjudicielles
Bij elk der vonnissen van 20 mei 1999 in zake, enerzijds, S. Moreau Par chacun des jugements du 20 mai 1999 en cause de, d'une part, S.
en, anderzijds, L. Meunier tegen de Dienst voor de overzeese sociale Moreau et, d'autre part, L. Meunier contre l'Office de sécurité
zekerheid, waarvan de expedities ter griffie van het Arbitragehof zijn sociale d'outre-mer, dont les expéditions sont parvenues au greffe de
ingekomen op 3 juni 1999, heeft de Arbeidsrechtbank te Brussel de la Cour d'arbitrage le 3 juin 1999, le Tribunal du travail de
volgende prejudiciële vraag gesteld : Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante :
« Stelt de wet van 17 juli 1963 betreffende de overzeese sociale « La loi du 17 juillet 1963 relative à la sécurité sociale
zekerheid, inzonderheid in de artikelen 17, 20, 21 en volgende, een d'outre-mer, spécialement en ses articles 17, 20, 21 et suivants,
discriminatie op grond van het geslacht in en schendt die wet daardoor instaure-t-elle une discrimination en raison du sexe, et viole-t-elle
de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat zij de mannen uitsluit par là les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'elle exclut
van het recht op een overlevingspensioen uit hoofde van de rechten les hommes du droit à une pension de survie du chef des droits
gevestigd door hun echtgenote en een verschillende bestemming geeft constitués par leur épouse et donne une affectation différente aux
aan de bijdragen gestort in de socialezekerheidsregeling die zij cotisations versées au régime de sécurité sociale qu'elle organise,
organiseert, al naargelang de bijdrageplichtige een man of een vrouw is ? » selon que l'assujetti est un homme ou une femme ? »
(...) (...)
IV. In rechte IV. En droit
(...) (...)
B.1. Naar luid van artikel 1 van de wet van 17 juli 1963 betreffende B.1. Aux termes de l'article 1er de la loi du 17 juillet 1963 relative
de overzeese sociale zekerheid is de Dienst voor de overzeese sociale à la sécurité sociale d'outre-mer, l'Office de sécurité sociale
zekerheid (D.O.S.Z.) een openbare instelling die belast is met het d'outre-mer (OSSOM) est un établissement public qui a pour mission de
uitvoeren van de verzekeringen waarin de wet voorziet. Artikel 12 réaliser les assurances organisées par la loi. L'article 12 dispose
bepaalt onder meer dat « aan de [ . ] facultatieve regeling van notamment que « peuvent participer au régime facultatif d'assurance
ouderdoms- en overlevingsverzekering [ . ] kunnen deelnemen » de vieillesse et survie » les personnes qui exercent leur activité
personen die hun beroepsactiviteit uitoefenen in de door de Koning professionnelle dans les pays d'outre-mer désignés par le Roi.
aangewezen overzeese landen.
B.2. Artikel 14 bepaalt dat de verzekerden of hun werkgevers, onder de B.2. L'article 14 dispose que les assurés ou leurs employeurs peuvent,
bij de wet bepaalde voorwaarden, aan de Dienst bijdragen kunnen dans les conditions déterminées par la loi, verser à l'Office des
storten die onder meer bestemd zijn voor de ouderdoms- en overlevingsverzekering. cotisations destinées notamment à l'assurance vieillesse et survie.
Naar luid van artikel 17, a), is de bijdrage bestemd « ten belope van Aux termes de l'article 17, a), la cotisation est affectée « à raison
70 % tot het financieren van de ouderdoms- en weduwenrenten, ten laste de 70 % au financement des rentes de retraite et de veuve qui sont à
van het Pensioenfonds ». la charge du Fonds des pensions ».
Artikel 20 bepaalt de levenslange ouderdomsrente die de verzekerde van L'article 20 détermine la rente viagère de retraite dont bénéficient,
het mannelijk geslacht (§ 1) en de verzekerde van het vrouwelijk
geslacht (§ 2) vanaf de leeftijd van 55 jaar genieten, met de à partir de l'âge de 55 ans, l'assuré de sexe masculin (§ 1er) et
verduidelijking dat het aandeel van 70 pct. waarin artikel 17 l'assuré de sexe féminin (§ 2), étant précisé que la quote-part de 70
voorziet, bestemd is om de betaling van de laatstvermelde rente p.c. prévue à l'article 17 est destinée à assurer le paiement de cette
verzekeren. dernière rente.
B.3. Artikel 21 bepaalt het bedrag waarop de weduwe van de verzekerde B.3. L'article 21 détermine le montant auquel a droit la veuve de
die een levenslange rente geniet, recht heeft. l'assuré bénéficiaire d'une rente viagère.
Het saldo van de bijdrage dient om de andere uitkeringen te
financieren, namelijk de ziekte- en invaliditeitsverzekering en de Le solde de la cotisation sert à financer les autres prestations, soit
verzekering voor geneeskundige verzorging (9,5 pct.) en de uitkeringen l'assurance pour maladie et invalidité et pour soins de santé (9,5
die ten laste komen van het solidariteits- en perequatiefonds vallen p.c.) et les prestations qui sont à charge du Fonds de solidarité et
(20,5 pct.). de péréquation (20,5 p.c.).
B.4. Uit die bepalingen blijkt dat de personen die hun B.4. Il ressort de ces dispositions que les personnes qui exercent
beroepsactiviteit uitoefenen in de overzeese landen die door de Koning leur activité professionnelle dans les pays d'outre-mer désignés par
zijn aangewezen, kunnen bijdragen in een facultatief le Roi peuvent cotiser à un régime de sécurité sociale facultatif, que
socialezekerheidsstelsel, dat 70 pct. van de inkomsten van de Dienst 70 p.c. des ressources de l'Office servent à financer les rentes de
dienen voor de financiering van het rustpensioen van de mannelijke en
vrouwelijke ambtenaren alsmede van de levenslange renten waarop de retraite des agents masculins et féminins de même que les rentes
weduwen recht hebben wanneer de ambtenaar is overleden, met viagères auxquelles, lorsque l'agent est décédé, les veuves ont droit,
uitsluiting van de weduwnaars. Dat laatstvermelde verschil in à l'exclusion des veufs. C'est sur cette dernière différence de
behandeling is aan de orde in de prejudiciële vragen waarin de traitement que portent les questions préjudicielles qui mentionnent
artikelen 17, 20 en 21 van de wet zijn vermeld. B.5. De in het geding zijnde bepalingen stellen een verschil in behandeling op grond van het geslacht in; dat onderscheid werd destijds verklaard door het feit dat de vrouw toen over het algemeen geen bezoldigde beroepsactiviteit uitoefende. Gelet op de economische en sociale ontwikkeling, waarbij de vrouw zich in het arbeidsproces ging inschakelen, is die ongelijke behandeling onverantwoord geworden. B.6. Het facultatieve karakter van het in het geding zijnde stelsel houdt niet in dat de wetgever de vrijheid zou hebben om het te organiseren in strijd met het gelijkheidsbeginsel of het van kracht te houden terwijl het discriminerend is geworden als gevolg van een evolutie van de maatschappij waarmee hij trouwens sedert verschillende jaren rekening heeft gehouden bij de organisatie van andere socialezekerheidsstelsels. B.7. Evenmin kan rekening worden gehouden met het feit dat de organisatie van een stelsel in overeenstemming met het beginsel van gelijkheid tussen mannen en vrouwen een fundamentele reorganisatie van dat stelsel en van de financiering ervan noodzakelijk zou maken. Die overwegingen verantwoorden weliswaar dat de wetgever kon beschikken over een redelijke termijn om de noodzakelijke wijzigingen door te voeren, maar zij kunnen geen verantwoording bieden voor het feit dat het stelsel in 1996 nog van kracht was. B.8. Dezelfde motieven beletten dat het Hof - gesteld dat het die les articles 17, 20 et 21 de la loi. B.5. Les dispositions en cause établissent une différence de traitement fondée sur le sexe qui à l'époque pouvait se comprendre par le fait que la femme n'exerçait alors généralement pas d'activité professionnelle rémunérée. L'évolution économique et sociale, qui a vu la femme accéder aux activités professionnelles, a rendu injustifié ce traitement inégal. B.6. Le caractère facultatif du régime en cause n'implique pas que le législateur aurait la liberté de l'organiser au mépris du principe d'égalité ou de le maintenir en vigueur alors qu'il est devenu discriminatoire à la suite d'une évolution de la société dont il a d'ailleurs tenu compte, depuis plusieurs années, dans l'organisation d'autres régimes de sécurité sociale. B.7. Il ne peut davantage être tenu compte de ce que l'organisation d'un régime compatible avec le principe d'égalité entre hommes et femmes nécessiterait un réaménagement fondamental de ce système et de son financement. Si ces considérations justifient que le législateur ait pu disposer d'un délai raisonnable pour procéder aux modifications qui s'imposent, elles ne peuvent justifier que ce régime fût encore en vigueur en 1996. B.8. Les mêmes motifs empêchent que la Cour - à supposer qu'elle ait
bevoegdheid zou hebben - aan de wetgever een termijn zou toekennen of cette compétence - accorde un délai au législateur ou indique les
de uitvoeringsmodaliteiten van zijn arrest zou bepalen, die subsidiair modalités d'exécution de son arrêt demandées à titre subsidiaire par
door de Ministerraad en door de D.O.S.Z. werden gevraagd. le Conseil des ministres et par l'OSSOM.
B.9. De prejudiciële vragen dienen bevestigend te worden beantwoord, B.9. Les questions préjudicielles appellent une réponse positive mais
doch enkel in zoverre zij betrekking hebben op artikel 21 van de wet, uniquement en ce qu'elles portent sur l'article 21 de la loi qui ne
dat niet toestaat dat de weduwnaar van de verzekerde vrouw een permet pas que le veuf de l'assurée bénéficie d'une rente viagère. Il
levenslange rente krijgt. Het staat aan de wetgever, en niet aan het appartient au législateur et non à la Cour de décider si le
Hof, te beslissen of het herstel van de gelijkheid een wijziging van rétablissement de l'égalité nécessite une modification des
de bepalingen in de artikelen 17 en 21 van de wet noodzakelijk maakt. dispositions inscrites aux articles 17 et 21 de la loi.
Om die redenen, Par ces motifs,
het Hof la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
Artikel 21 van de wet van 17 juli 1963 betreffende de overzeese L'article 21 de la loi du 17 juillet 1963 relative à la sécurité
sociale zekerheid schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet sociale d'outre-mer viole les articles 10 et 11 de la Constitution en
doordat het van het recht op overlevingspensioen de mannen uitsluit ce qu'il exclut du droit à une pension de survie les hommes dont
van wie de echtgenote in het bij die wet georganiseerde stelsel had l'épouse avait cotisé au régime que cette loi organise.
bijgedragen. Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise,
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 29 november 2000. la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 29 novembre 2000.
De griffier, De voorzitter, Le greffier, Le président,
L. Potoms. M. Melchior. L. Potoms. M. Melchior.
^