Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 27/2000 van 21 maart 2000 Rolnummers 1469, 1576 en 1705 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 67bis van de wegverkeerswet Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en G. De Baets, en de rechters H. (...)"
Uittreksel uit arrest nr. 27/2000 van 21 maart 2000 Rolnummers 1469, 1576 en 1705 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 67bis van de wegverkeerswet Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en G. De Baets, en de rechters H. (...) Extrait de l'arrêt n° 27/2000 du 21 mars 2000 Numéros du rôle : 1469, 1576 et 1705 En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 67bis de la loi relative à la police de la circulation routière La Cour d'arbitrage, composée des présidents M. Melchior et G. De Baets, et des juges H. Boel, L(...)
ARBITRAGEHOF COUR D'ARBITRAGE
Uittreksel uit arrest nr. 27/2000 van 21 maart 2000 Extrait de l'arrêt n° 27/2000 du 21 mars 2000
Rolnummers 1469, 1576 en 1705 Numéros du rôle : 1469, 1576 et 1705
In zake : de prejudiciële vragen over artikel 67bis van de En cause : les questions préjudicielles concernant l'article 67bis de
la loi relative à la police de la circulation routière (arrêté royal
wegverkeerswet (koninklijk besluit van 16 maart 1968 « tot coördinatie du 16 mars 1968 « portant coordination des lois relatives à la police
van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer »), zoals de la circulation routière »), tel qu'il a été inséré par l'article 10
ingevoegd bij artikel 10 van de wet van 4 augustus 1996, gesteld door de la loi du 4 août 1996, posées par le Tribunal de police d'Arlon,
de Politierechtbank te Aarlen, de Correctionele Rechtbank te Aarlen en par le Tribunal correctionnel d'Arlon et par le Tribunal de police de
de Politierechtbank te Gent. Gand. La Cour d'arbitrage,
Het Arbitragehof,
samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en G. De Baets, en de composée des présidents M. Melchior et G. De Baets, et des juges H.
rechters H. Boel, L. François, P. Martens, J. Delruelle, E. Cerexhe, Boel, L. François, P. Martens, J. Delruelle, E. Cerexhe, A. Arts, M.
A. Arts, M. Bossuyt en E. De Groot, bijgestaan door de griffier L. Bossuyt et E. De Groot, assistée du greffier L. Potoms, présidée par
Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, le président M. Melchior,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen I. Objet des questions préjudicielles
a. Bij vonnis van 29 oktober 1998 in zake het openbaar ministerie a. Par jugement du 29 octobre 1998 en cause du ministère public contre
tegen T. Wuidart, waarvan de expeditie ter griffie van het T. Wuidart, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour
Arbitragehof is ingekomen op 23 november 1998, heeft de d'arbitrage le 23 novembre 1998, le Tribunal de police d'Arlon a posé
Politierechtbank te Aarlen de volgende prejudiciële vraag gesteld : la question préjudicielle suivante :
« Schendt artikel 67bis, in de wet betreffende de politie over het « En ce qu'il instaure une présomption de culpabilité à charge du
wegverkeer ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1996, de artikelen 10 titulaire de la plaque d'immatriculation d'un véhicule à moteur avec
en 11 van de Grondwet doordat het een vermoeden van schuld instelt ten lequel a été commise une infraction, l'article 67bis inséré dans la
laste van de houder van de nummerplaat van een motorvoertuig waarmee loi relative à la police de la circulation routière par la loi du 4
een overtreding is begaan ? » août 1996 viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution ? »
Die zaak is ingeschreven onder nummer 1469 van de rol van het Hof. Cette affaire est inscrite sous le numéro 1469 du rôle de la Cour.
b. Bij vonnis van 16 december 1998 in zake het openbaar ministerie b. Par jugement du 16 décembre 1998 en cause du ministère public
tegen A. Ramdedovic, waarvan de expeditie ter griffie van het contre A. Ramdedovic, dont l'expédition est parvenue au greffe de la
Arbitragehof is ingekomen op 21 december 1998, heeft de Correctionele Cour d'arbitrage le 21 décembre 1998, le Tribunal correctionnel
Rechtbank te Aarlen de volgende prejudiciële vraag gesteld : d'Arlon a posé la question préjudicielle suivante :
« Schendt artikel 67bis, ingevoegd in het koninklijk besluit van 16 « En ce qu'il instaure une présomption de culpabilité à charge du
maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over titulaire de la plaque d'immatriculation d'un véhicule à moteur avec
het wegverkeer (Belgisch Staatsblad van 27 maart 1968) bij de wet van lequel a été commise une infraction à la loi relative à la police de
la circulation routière et à ses arrêtés d'exécution, l'article 67bis
4 augustus 1996, artikel 10 (Belgisch Staatsblad van 12 september inséré dans l'arrêté royal du 16 mars 1968 portant coordination des
1996), de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het een vermoeden lois relatives à la police de la circulation routière (Moniteur belge
van schuld instelt ten laste van de houder van de nummerplaat van een du 27 mars 1968) par la loi du 4 août 1996, article 10 (Moniteur belge
motorvoertuig waarmee een overtreding is begaan op de wet betreffende du 12 septembre 1996) viole-t-il les articles 10 et 11 de la
de politie over het wegverkeer en de uitvoeringsbesluiten ervan ? » Constitution ? »
Die zaak is ingeschreven onder nummer 1576 van de rol van het Hof. Cette affaire est inscrite sous le numéro 1576 du rôle de la Cour.
c. Bij vonnis van 1 juni 1999 in zake het openbaar ministerie tegen H. c. Par jugement du 1er juin 1999 en cause du ministère public contre
Van Belle, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is H. Van Belle, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour
ingekomen op 17 juni 1999, heeft de Politierechtbank te Gent de d'arbitrage le 17 juin 1999, le Tribunal de police de Gand a posé la
volgende prejudiciële vraag gesteld : question préjudicielle suivante :
« Worden de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet, « Les articles 10 et 11 de la Constitution coordonnée, lus isolément
afzonderlijk of in samenhang met artikel 6.2 van het Europees Verdrag ou en combinaison avec l'article 6.2 de la Convention européenne des
voor de Rechten van de Mens, geschonden door artikel 67bis
Wegverkeerswet van 16 maart 1968, in zover dit artikel ten laste van droits de l'homme, sont-ils violés par l'article 67bis de la loi du 16
mars 1968 relative à la police de la circulation routière en tant que
de titularis van een nummerplaat waarvan het voertuig betrokken is bij cet article instaure une présomption de culpabilité à charge du
een verkeersovertreding, een vermoeden van schuld invoert, terwijl een titulaire de la plaque d'immatriculation d'un véhicule avec lequel a
dergelijk vermoeden van schuld niet bestaat in hoofde van andere été commise une infraction au Code de la route, alors qu'une telle
présomption de culpabilité n'existe pas dans le chef d'autres prévenus
beklaagden van een misdrijf ? » d'une infraction ? »
Die zaak is ingeschreven onder nummer 1705 van de rol van het Hof. Cette affaire est inscrite sous le numéro 1705 du rôle de la Cour.
(...) (...)
IV. In rechte IV. En droit
(...) (...)
B.1. La Cour est interrogée sur la compatibilité, avec les articles 10
B.1. Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid van artikel et 11 de la Constitution, éventuellement combinés avec l'article 6.2
67bis van de gecoördineerde wetten betreffende de politie over het de la Convention européenne des droits de l'homme, de l'article 67bis
des lois coordonnées relatives à la police de la circulation routière,
wegverkeer, zoals ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1996, dat « een tel qu'il a été inséré par la loi du 4 août 1996, en ce qu'il instaure
vermoeden van schuld » invoert ten laste van de houder van een « une présomption de culpabilité » à charge du titulaire de la plaque
nummerplaat van een motorvoertuig waarmee een overtreding is begaan, d'immatriculation d'un véhicule à moteur avec lequel a été commise une
met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, eventueel in samenhang met infraction.
artikel 6.2 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
B.2. Artikel 67bis van de gecoördineerde wetten betreffende de politie B.2. L'article 67bis des lois coordonnées relatives à la police de la
over het wegverkeer bepaalt : circulation routière dispose :
« Wanneer een overtreding van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten is « Lorsqu'une infraction à la présente loi et à ses arrêtés d'exécution
est commise avec un véhicule à moteur, immatriculé au nom d'une
begaan met een motorvoertuig, ingeschreven op naam van een natuurlijke personne physique et que le conducteur n'a pas été identifié au moment
persoon, en de bestuurder bij de vaststelling van de overtreding niet de la constatation de l'infraction, cette infraction est censée avoir
geïdentificeerd werd, wordt vermoed dat deze is begaan door de été commise par le titulaire de la plaque d'immatriculation du
titularis van de nummerplaat van het voertuig. Het vermoeden van véhicule. La présomption de culpabilité peut être renversée par tout
schuld kan worden weerlegd met elk middel. » moyen de droit. »
B.3. Uit de parlementaire voorbereiding van de wet van 4 augustus 1996 B.3. Il ressort des travaux préparatoires de la loi du 4 août 1996 qui
die de betwiste bepaling heeft ingevoegd in de wetten betreffende de a inséré la disposition litigieuse dans les lois relatives à la police
politie over het wegverkeer, blijkt dat de wetgever maatregelen heeft de la circulation routière, que le législateur a entendu prendre des
willen nemen om de verkeersonveiligheid te bestrijden. Hij heeft de mesures pour combattre l'insécurité routière. Il a voulu rendre
vaststelling van overtredingen zonder de aanwezigheid van een agent possible juridiquement et techniquement la constatation d'infractions
zowel juridisch als technisch mogelijk willen maken, uit zorg voor sans la présence d'agents, dans un souci de prévention, le risque
preventie, aangezien de « pakkans » de bestuurders ertoe aanzet de d'être contrôlé incitant les conducteurs au respect des règles de
verkeersregels in acht te nemen. Hij heeft eveneens een circulation. Il a aussi voulu permettre une technique de contrôle qui
controletechniek mogelijk willen maken waarbij minder mensen moeten entraîne moins d'affectation de moyens humains (Doc. parl., Chambre,
worden ingezet (Parl. St., Kamer, 1995-1996, nr. 577/1, pp. 1 en 2; 1995-1996, n° 577/1, pp. 1 et 2; n° 577/7, p. 4).
nr. 577/7, p. 4).
Wat de in het geding zijnde wet een « vermoeden van schuld » noemt, Ce que la loi en cause appelle une « présomption de culpabilité »
betreft een verlichting van de bewijslast die rust op het openbaar consiste en un allégement de la charge de la preuve qui pèse sur le
ministerie. ministère public.
B.4. Wanneer vaststaat dat een overtreding is begaan met een motorvoertuig, vermag de wetgever op wettige wijze aan te nemen dat de dader van die overtreding normalerwijze de persoon is die het voertuig op zijn naam heeft laten inschrijven. Die regel stelt weliswaar een verschil in behandeling in, in zoverre hij afwijkt van het beginsel volgens hetwelk de bewijslast op de vervolgende partij weegt. Die afwijking is echter verantwoord, in het licht van de in B.3 vermelde redenen, door de onmogelijkheid om, in een aangelegenheid waarin er talloze en vaak slechts vluchtig vast te stellen overtredingen zijn, de identiteit van de dader anders en met zekerheid vast te stellen. Het kan weliswaar voorkomen dat het voertuig gebruikt is door een andere persoon dan die welke de inschrijving heeft gevraagd, maar B.4. Lorsqu'il est établi qu'une infraction a été commise au moyen d'un véhicule automoteur, le législateur peut légitimement considérer que cette infraction a normalement pour auteur la personne qui a fait immatriculer le véhicule à son nom. Sans doute cette règle établit-elle une différence de traitement en ce qu'elle déroge au principe selon lequel la charge de la preuve pèse sur la partie poursuivante. Cette dérogation est toutefois justifiée, compte tenu des raisons mentionnées au B.3, par l'impossibilité, dans une matière où les infractions sont innombrables et ne sont souvent apparentes que de manière fugitive, d'établir autrement, avec certitude, l'identité de l'auteur. Certes, il peut arriver que le véhicule ait été utilisé par une personne autre que celle qui a demandé l'immatriculation, mais dès
aangezien de in het geding zijnde regel het bewijs van het tegendeel « lors qu'elle permet la preuve contraire « par tout moyen de droit »,
met elk rechtsmiddel » mogelijk maakt, maakt hij geen onverantwoorde la règle en cause ne porte pas une atteinte injustifiée à la
inbreuk op het vermoeden van onschuld waarvan artikel 6.2 van het présomption d'innocence dont l'article 6.2 de la Convention européenne
Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens de uitdrukking is. des droits de l'homme est l'expression.
Om die redenen, Par ces motifs,
het Hof la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
L'article 67bis de la loi relative à la police de la circulation
Artikel 67bis van de wegverkeerswet, ingevoegd bij de wet van 4 routière, inséré par la loi du 4 août 1996, ne viole pas les articles
augustus 1996, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet, 10 et 11 de la Constitution lus isolément ou en combinaison avec
noch afzonderlijk, noch gelezen in samenhang met artikel 6.2 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. l'article 6.2 de la Convention européenne des droits de l'homme.
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise,
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 21 maart 2000. la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 21 mars 2000.
De griffier, Le greffier,
L. Potoms. L. Potoms.
De voorzitter, Le président,
M. Melchior. M. Melchior.
^