Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 38/2000 van 29 maart 2000 Rolnummer 1661 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 1 en 2 van het koninklijk besluit van 3 april 1953 tot samenordening van de wetsbepalingen inzake de slijterijen van g Het Arbitragehof, samengesteld uit voorzitters M. Melchior en G. De Baets, en de rechters H. Boe(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 38/2000 van 29 maart 2000 Rolnummer 1661 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 1 en 2 van het koninklijk besluit van 3 april 1953 tot samenordening van de wetsbepalingen inzake de slijterijen van g Het Arbitragehof, samengesteld uit voorzitters M. Melchior en G. De Baets, en de rechters H. Boe(...) Extrait de l'arrêt n° 38/2000 du 29 mars 2000 Numéro du rôle : 1661 En cause : la question préjudicielle relative aux articles 1 er et 2 de l'arrêté royal du(...)
ARBITRAGEHOF COUR D'ARBITRAGE
Uittreksel uit arrest nr. 38/2000 van 29 maart 2000 Extrait de l'arrêt n° 38/2000 du 29 mars 2000
Rolnummer 1661 Numéro du rôle : 1661
In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 1 en 2 van En cause : la question préjudicielle relative aux articles 1er et 2 de
het koninklijk besluit van 3 april 1953 tot samenordening van de l'arrêté royal du 3 avril 1953 coordonnant les dispositions légales
wetsbepalingen inzake de slijterijen van gegiste dranken, vervangen concernant les débits de boissons fermentées, remplacés par les
door de artikelen 1 en 2 van de wet van 6 juli 1967 tot wijziging van articles 1er et 2 de la loi du 6 juillet 1967 modifiant les
de wetsbepalingen inzake de slijterijen van gegiste dranken, dispositions légales concernant les débits de boissons fermentées,
gecoördineerd op 3 april 1953, gesteld door de Correctionele Rechtbank coordonnées le 3 avril 1953, posée par le Tribunal correctionnel de
te Charleroi. Charleroi.
Het Arbitragehof, La Cour d'arbitrage,
samengesteld uit voorzitters M. Melchior en G. De Baets, en de composée des présidents M. Melchior et G. De Baets, et des juges H.
rechters H. Boel, L. François, P. Martens, J. Delruelle, E. Cerexhe, Boel, L. François, P. Martens, J. Delruelle, E. Cerexhe, A. Arts, M.
A. Arts, M. Bossuyt en E. De Groot, bijgestaan door de griffier L. Bossuyt et E. De Groot, assistée du greffier L. Potoms, présidée par
Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, le président M. Melchior,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag I. Objet de la question préjudicielle
Bij vonnis van 15 maart 1999 in zake de Minister van Financiën en het Par jugement du 15 mars 1999 en cause du ministre des Finances et du
openbaar ministerie tegen F.R., waarvan de expeditie ter griffie van ministère public contre F.R., dont l'expédition est parvenue au greffe
het Arbitragehof is ingekomen op 21 april 1999, heeft de Correctionele de la Cour d'arbitrage le 21 avril 1999, le Tribunal correctionnel de
Rechtbank te Charleroi de volgende prejudiciële vraag gesteld : Charleroi a posé la question préjudicielle suivante :
« Schenden de bepalingen vervat in het koninklijk besluit van 3 april « Les dispositions contenues dans l'arrêté royal du 3 avril 1953,
1953, artikelen 1 en 2, bekrachtigd bij wet van 6 juli 1967 - die articles 1er et 2, confirmées par la loi du 6 juillet 1967 qui
bepalen dat in geval van veroordeling van een beklaagde wegens een van prévoient, en cas de condamnation d'un(e) prévenu(e) du chef d'une des
de misdrijven bedoeld in de hoofdstukken IV, V, VI en VII van titel infractions prévues aux chapitres IV, V, VI et VII du titre VII du
VII van boek II van het Strafwetboek, het hem (haar) verboden is livre II du Code pénal, une interdiction d'être débitant(e) soit par
slijter (slijtster) te zijn, hetzij persoonlijk, hetzij door middel soi-même soit par personnes interposées ou de participer d'une manière
van een derde persoon, of op enigerlei wijze deel te nemen aan de quelconque à l'exploitation d'un débit de boissons fermentées à
exploitatie van een slijterij van ter plaatse te verbruiken gegiste
dranken - de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, gelezen in samenhang consommer sur place, violent-elles les articles 10 et 11 de la
met de artikelen 6.1, 6.3 en 11 van het Europees Verdrag voor de Constitution, lus en combinaison avec les articles 6.1, 6.3 et 11 de
Rechten van de Mens, doordat : la Convention européenne des droits de l'homme en ce que :
- die veroordeling wordt uitgesproken zonder dat de veroordeelde - cette condamnation est prononcée sans que le condamné n'ait été
uitdrukkelijk is gedagvaard, noch is verzocht zich daarover te expressément cité ni invité à s'expliquer à son sujet;
verklaren; - zij als dusdanig niet voorkomt in het beschikkend gedeelte van de - elle ne figure pas comme telle dans le dispositif de la décision de
beslissing tot veroordeling en niet het gevolg is van een procedure op condamnation et n'est pas la suite d'une procédure contradictoire;
tegenspraak; - zij niet gepaard gaat met enige beperking in de tijd, en aldus - elle n'est assortie d'aucune limitation dans le temps, entrant ainsi
strijdig is met de bepalingen vervat in artikel 382 van het en contradiction avec les dispositions contenues à l'article 382 du
Strafwetboek; Code pénal;
- zij inbreuk maakt op het beginsel van de individualisering van de straffen; - elle porte atteinte au principe de l'individualisation des peines;
- zij inbreuk maakt op de vrijheid van vereniging van de veroordeelde - elle porte atteinte à la liberté d'association du condamné et à
en de duurzame uitoefening van een beroepsactiviteit ? » l'exercice durable d'une activité professionnelle ? »
(...) (...)
IV. In rechte IV. En droit
(...) (...)
B.1.1. De artikelen 1 en 2 van het koninklijk besluit van 3 april 1953 B.1.1. Les articles 1er et 2 de l'arrêté royal du 3 avril 1953
tot samenordening van de wetsbepalingen inzake de slijterijen van coordonnant les dispositions légales concernant les débits de boissons
gegiste dranken, vervangen door de artikelen 1 en 2 van de wet van 6 fermentées, remplacés par les articles 1er et 2 de la loi du 6 juillet
juli 1967 tot wijziging van de wetsbepalingen inzake de slijterijen 1967 modifiant les dispositions légales concernant les débits de
van gegiste dranken, gecoördineerd op 3 april 1953, bepalen : boissons fermentées, coordonnées le 3 avril 1953, disposent :
«

Art. 1.Mogen, hetzij zelf, hetzij door middel van een derde persoon, geen slijter van ter plaatse te verbruiken gegiste dranken zijn, in de betekenis van deze gecoördineerde wetten : 1° zij die niet ten volle hun openingsbelastingen of vijfjaarlijkse belastingen op de slijterijen van gegiste dranken, vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van deze gecoördineerde wetten, hebben betaald. Dit verval wordt opgeheven te rekenen van de betaling van die belastingen; een nieuwe openingsbelasting is verschuldigd voor de slijterijen die opnieuw worden geopend na ten minste één jaar sluiting; 2° zij die tot een criminele straf zijn veroordeeld; 3° zij die veroordeeld zijn wegens een van de misdrijven omschreven in de hoofdstukken IV, V, VI en VII, titel VII, boek II van het Strafwetboek; 4° zij die wegens heling zijn veroordeeld; 5° zij die veroordeeld zijn hetzij wegens het houden van een speelhuis, hetzij wegens het onwettig aanvaarden van weddenschappen op paardenwedrennen, hetzij wegens het houden van een kantoor voor andere weddenschappen dan op paardenwedrennen; 6° zij die driemaal veroordeeld zijn wegens het slijten van geestrijke dranken; 7° zij die vallen onder artikel 4 van de wet van 10 juni 1947 betreffende accijnzen en douanen; 8° zij die een huis van ontucht of een inrichting voor geheime prostitutie houden of hebben gehouden; het verval wordt opgelopen zodra het houden van zulk een huis of inrichting vastgesteld is door

«

Art. 1er.Ne peuvent être débitants de boissons fermentées à consommer sur place, au sens des présentes lois coordonnées, soit par eux-mêmes, soit par personne interposée : 1° ceux qui n'ont pas acquitté la totalité de leurs taxes d'ouverture ou taxes quinquennales sur les débits de boissons fermentées, établies conformément aux dispositions des présentes lois coordonnées. Cette déchéance est levée à partir du paiement de ces impositions, une nouvelle taxe d'ouverture étant due pour les débits rouverts après avoir été fermés pendant un an au moins; 2° ceux qui ont été condamnés à une peine criminelle; 3° ceux qui ont été condamnés pour une des infractions prévues aux chapitres IV, V, VI et VII du titre VII du livre II du Code pénal; 4° ceux qui ont été condamnés pour recel; 5° ceux qui ont été condamnés soit pour tenue d'une maison de jeux, soit pour acceptation illicite de paris sur courses de chevaux, soit pour tenue d'une agence de paris autres que sur courses de chevaux; 6° ceux qui ont été condamnés trois fois pour avoir débité des boissons spiritueuses; 7° ceux qui tombent sous le coup de l'article 4 de la loi du 10 juin 1947 concernant les accises et les douanes; 8° ceux qui tiennent ou ont tenu une maison de débauche ou un établissement de prostitution clandestine; la déchéance est encourue dès que le fait de tenir une telle maison ou un tel établissement est établi par une décision du collège des bourgmestre et échevins prise

een vóór 24 september 1948 genomen beslissing van het college van avant le 24 septembre 1948 ou par une décision judiciaire;
burgemeester en schepenen, of door een rechterlijke beslissing;
9° zij die hun slijterij exploiteren in een gebouw waarin een 9° ceux qui exploitent leur débit dans un immeuble où est installé un
plaatsingskantoor, een bevrachtingskantoor of een aanwervingskantoor
is gevestigd, behalve wanneer dat kantoor slechts langs de openbare bureau de placement, d'affrètement ou d'embauche, sauf si ce bureau
weg verbinding met de slijterij heeft; n'a d'autre voie d'accès au débit que la voie publique;
10° de onbekwamen, met uitzondering van de ontvoogde minderjarigen die 10° les incapables, à l'exception des mineurs émancipés qui ont été
naar behoren gemachtigd zijn om handel te drijven. dûment autorisés à faire le commerce.
Dit verbod geldt niet wanneer de slijterij feitelijk geëxploiteerd Cette interdiction n'est pas applicable si le débit est en fait
wordt door een vertegenwoordiger van de onbekwame. exploité par un représentant de la personne incapable.

Art. 2.§ 1. Mogen op generlei wijze aan de exploitatie van een

Art. 2.§ 1er. Ne peuvent participer, d'une manière quelconque, à

slijterij van ter plaatse te verbruiken gegiste dranken deelnemen : l'exploitation d'un débit de boissons fermentées à consommer sur place
1° als zaakvoerder of aangestelde, in de zin van deze gecoördineerde : 1° à titre de gérants ou préposés, au sens des présentes lois
wetten, zij die zich bevinden in een van de gevallen bepaald in coordonnées, ceux qui se trouvent dans l'un des cas prévus à l'article
artikel 1, 1° tot 10°; 1er, 1° à 10°;
2° in om 't even welke hoedanigheid, zij die zich bevinden in een van 2° à tout autre titre, ceux qui se trouvent dans l'un des cas prévus à
de gevallen bepaald in artikel 1, 2° tot 9°. l'article 1er, 2° à 9°.
Onder zaakvoerder of aangestelde wordt verstaan de persoon die een On entend par gérant ou préposé, la personne qui tient un débit dont
slijterij houdt waarvan de slijter lastgever is in de zin van artikel 21 of van artikel 22. le débitant est commettant au sens de l'article 21 ou 22. § 2. Aussi longtemps que des personnes frappées d'exclusion en vertu
§ 2. Zolang iemand in strijd met § 1 aan de exploitatie van een du § 1er participent à l'exploitation d'un débit de boissons
slijterij van ter plaatse te verbruiken gegiste dranken deelneemt, is fermentées à consommer sur place, le débitant lui-même est déchu du
de slijter zelf vervallen van het recht om die slijterij te houden. » droit de tenir ledit débit. »
B.1.2. Uit de feiten van de zaak en uit de formulering van de B.1.2. Il apparaît des faits de l'espèce comme du libellé de la
prejudiciële vraag blijkt dat deze enkel betrekking heeft op het question préjudicielle que celle-ci porte uniquement sur
verbod dat bij artikel 1, eerste lid, 3°, van de wetsbepalingen die l'interdiction faite par l'article 1er, alinéa 1er, 3°, des
zijn vervat in het koninklijk besluit van 3 april 1953 wordt opgelegd dispositions législatives contenues dans l'arrêté royal du 3 avril
aan de personen die veroordeeld zijn wegens misdrijven tegen de 1953 aux personnes ayant été condamnées pour infraction aux chapitres
hoofdstukken IV (ontvoering van minderjarigen), V (aanranding van de eerbaarheid en verkrachting), VI (bederf van de jeugd en prostitutie) en VII (openbare schennis van de goede zeden) van titel VII van boek II van het Strafwetboek om, hetzij zelf, hetzij door middel van een derde persoon, slijter van ter plaatse te verbruiken gegiste dranken te zijn. B.2. De grondwettelijke regels van de gelijkheid en de niet-discriminatie sluiten niet uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer vaststaat dat er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel. B.3. De in het geding zijnde maatregel houdt een beperking in van de vrijheid van handel en nijverheid, en zelfs van de vrijheid van vereniging. Er dient te worden nagegaan of de maatregel pertinent is en of er een redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de maatregel en het nagestreefde doel. B.4. In dat opzicht dient in de eerste plaats te worden opgemerkt dat de beperking enkel geldt voor een zeer specifieke activiteit die, met name in zoverre de slijterijen van gegiste dranken door de jeugd kunnen worden bezocht, een maatschappelijk gevaar kan inhouden. De feiten die voor de auteur ervan aanleiding hebben gegeven tot het in het geding zijnde verbod, behoren tot het soort feiten waarvan de wetgever, zonder kennelijke vergissing, kan denken dat degenen die ze hebben gepleegd, indien zij een slijterij van ter plaatse te verbruiken gegiste dranken uitbaten, meer dan anderen het risico IV (enlèvement des mineurs), V (attentat à la pudeur et viol), VI (corruption de la jeunesse et prostitution) et VII (outrages publics aux bonnes moeurs) du titre VII du livre II du Code pénal d'être débitantes de boissons fermentées à consommer sur place, soit par elles-mêmes soit par personne interposée. B.2. Les règles constitutionnelles de l'égalité et de la non-discrimination n'excluent pas qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et qu'elle soit raisonnablement justifiée. L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la nature des principes en cause; le principe d'égalité est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés et le but visé. B.3. La mesure en cause apporte une restriction à la liberté du commerce et de l'industrie, voire à la liberté d'association. Il y a lieu de vérifier si elle est pertinente et s'il existe un rapport raisonnable de proportionnalité entre elle et l'objectif poursuivi. B.4. Il faut à cet égard observer d'abord que la restriction est limitée à une activité tout à fait spécifique et qui, dans la mesure notamment où les débits de boissons fermentées peuvent être fréquentés par la jeunesse, est susceptible de représenter un danger social. Les faits qui valent à leur auteur l'interdiction en cause sont de ceux dont le législateur peut penser, sans erreur manifeste, que ceux qui les ont commis risquent plus que d'autres, s'ils tiennent un débit de boissons fermentées à consommer sur place, de favoriser ou de
inhouden soortgelijke feiten in de hand te werken of te plegen. commettre des faits de même nature.
B.5.1. In de vraag, die impliciet verwijst naar het begrip van het B.5.1. La question, se référant implicitement à la notion de procès
eerlijk proces, wordt, als uiting van een misschien overdreven équitable, relève, comme autant de manifestations d'une sévérité
strengheid, opgemerkt dat de « veroordeling wordt uitgesproken zonder peut-être excessive, que la « condamnation est prononcée sans que le
dat de veroordeelde uitdrukkelijk is gedagvaard, noch is verzocht zich condamné n'ait été expressément cité ni invité à s'exprimer à son
daarover te verklaren » en dat de veroordeling « als dusdanig niet sujet » et qu'elle « ne figure pas comme telle dans le dispositif de
voorkomt in het beschikkend gedeelte van de beslissing tot la décision de condamnation et n'est pas la suite d'une procédure
veroordeling en niet het gevolg is van een procedure op tegenspraak ». B.5.2. Er dient te worden opgemerkt dat wat de verwijzende rechter een « uitgesproken veroordeling » noemt, in werkelijkheid een gevolg is dat door de wet aan een rechterlijke beslissing is verbonden, zonder dat dit gevolg in de beslissing moet worden vermeld. B.5.3. Er kan niet worden ontkend dat een verbod, door het automatische karakter ervan, onevenredig kan zijn ten opzichte van het nagestreefde doel, in het bijzonder wanneer dat verbod verreikende gevolgen heeft, hetgeen te dezen niet het geval is. Onder voorbehoud van de verificatie die volgt, is een dergelijke keuze op zich niet kennelijk onredelijk. B.5.4. Bovendien kent de beklaagde het risico dat hij loopt, aangezien het verbod duidelijk blijkt uit de wettekst : niets verbiedt hem, met name wanneer hij een opschorting van de uitspraak vraagt, voor de contradictoire ». B.5.2. Il y a lieu de relever que ce que le juge a quo appelle une « condamnation [ . ] prononcée » est en réalité un effet attaché par la loi à une décision judiciaire, sans que cet effet doive être mentionné dans la décision. B.5.3. Il est vrai que le caractère automatique d'une interdiction peut la rendre disproportionnée à l'objectif poursuivi, particulièrement lorsque cette interdiction est large, ce qui n'est pas le cas en l'espèce. Sous réserve des vérifications qui suivent, une telle orientation n'est pas en soi manifestement déraisonnable. B.5.4. En outre, comme l'interdiction ressort clairement du texte de la loi, le prévenu connaît le risque qu'il encourt : rien ne lui interdit, notamment lorsqu'il demande une suspension du prononcé, de
rechter gewag te maken van de gevolgen die de wet verbindt aan de faire état, devant le juge, des effets que la loi attache aux
veroordelingen die deze zou kunnen uitspreken. condamnations qu'il pourrait prononcer.
B.6.1. De verwijzende rechter voert ook aan dat de maatregel « inbreuk B.6.1. Le juge a quo retient aussi que la mesure « porte atteinte au
maakt op het beginsel van de individualisering van de straffen ». B.6.2. De individualisering van de straffen is veeleer een vorm van repressief beleid die werd gekozen uit meerdere mogelijke vormen ervan, dan wel een algemeen rechtsbeginsel dat aan de wetgever wordt opgelegd. Onder voorbehoud dat hij geen maatregel mag nemen die kennelijk onredelijk is, vermag de democratisch verkozen wetgever het repressieve beleid zelf vast te stellen en aldus de beoordelingsvrijheid van de rechter uit te sluiten. Die overwegingen gelden zowel voor de veiligheidsmaatregelen als voor de eigenlijke straffen. Uiteraard heeft de wetgever meermaals geopteerd voor de individualisering van straffen, door de rechter de keuze te laten (die echter begrensd is door een minimum en een maximum) wat de strengheid van de straf betreft, door het hem mogelijk te maken rekening te houden met verzachtende omstandigheden en door hem toe te staan principe de l'individualisation des peines ». B.6.2. L'individualisation des peines est une politique répressive choisie parmi plusieurs concevables, plutôt qu'un principe général de droit s'imposant au législateur. Sous la réserve qu'il ne peut prendre une mesure manifestement déraisonnable, le législateur démocratiquement élu peut vouloir déterminer lui-même la politique répressive et exclure ainsi le pouvoir d'appréciation du juge. Ces considérations valent autant pour les mesures de sûreté que pour les peines proprement dites. Sans doute le législateur a-t-il opté à diverses reprises pour l'individualisation des peines, en abandonnant au juge un choix (limité toutefois par un maximum et un minimum) quant à la sévérité de la peine, en lui permettant de tenir compte de circonstances
maatregelen tot uitstel en tot opschorting van de uitspraak toe te kennen. Dat de wetgever het gelijkheidsbeginsel zou hebben geschonden, kan echter niet worden afgeleid uit het feit dat hij, in de aangelegenheid die het onderwerp vormt van de prejudiciële vraag, het niet mogelijk maakt het verbod te wijzigen naar gelang van de persoon van de beklaagde of de in het geding zijnde omstandigheden. Het komt alleen de wetgever toe te beoordelen of er streng moet worden opgetreden wanneer een misdrijf het algemeen belang in het bijzonder schaadt. Het Hof zou die keuze alleen kunnen censureren indien deze kennelijk onredelijk zou zijn, wat te dezen niet het geval is, om de redenen vermeld in B.4. B.7.1. De tussenkomende partij ziet een bewijs dat de in het geding zijnde maatregel onevenredig is in het feit dat die maatregel ingaat tegen de evolutie van de zeden. atténuantes et en l'autorisant à accorder des mesures de sursis et de suspension du prononcé. Toutefois, de ce que, dans la matière qui fait l'objet de la question préjudicielle, il ne permet pas de moduler l'interdiction en fonction de la personne du prévenu ou des circonstances en cause, il ne se déduit pas que le législateur aurait violé le principe d'égalité. C'est à lui qu'il appartient d'apprécier s'il y a lieu de se montrer sévère quand une infraction nuit particulièrement à l'intérêt général. La Cour ne pourrait censurer ce choix que s'il était manifestement déraisonnable, ce qui, pour les raisons rappelées en B.4, n'est pas le cas en l'espèce. B.7.1. La partie intervenante voit une preuve que la mesure en cause est disproportionnée dans le fait que cette mesure va à l'encontre de l'évolution des moeurs.
B.7.2. Die bewering gaat uit van het standpunt dat de wetgever steeds B.7.2. Cette allégation part du point de vue que le législateur
de evolutie van de zeden en van de mentaliteit zou moeten volgen en ze devrait en toute matière suivre et ne devrait donc jamais combattre
dus nooit zou mogen bestrijden; het komt hem toe dat standpunt aan te l'évolution des moeurs et des mentalités, point de vue qu'il lui
nemen of te verwerpen.
B.8.1. De auteur van de vraag voert vervolgens aan dat de in het appartient d'adopter ou de rejeter.
geding zijnde maatregel « niet gepaard gaat met enige beperking in de B.8.1. L'auteur de la question retient ensuite que la mesure en cause
tijd, en aldus strijdig is met de bepalingen die zijn vervat in « n'est assortie d'aucune limitation dans le temps, entrant ainsi en
artikel 382 van het Strafwetboek ». contradiction avec les dispositions contenues à l'article 382 du Code
B.8.2. Aangezien de maatregel « niet gepaard gaat met enige » pénal ». B.8.2. En assurant que la mesure n'est assortie « d'aucune »
beperking in de tijd, wijkt de in het geding zijnde bepaling volgens limitation dans le temps, le juge a quo interprète la disposition en
de verwijzende rechter af van artikel 634, eerste lid, van het Wetboek cause comme dérogeant à l'article 634, alinéa 1er, du Code
van Strafvordering, dat bepaalt dat herstel in eer en rechten voor de d'instruction criminelle, portant que la réhabilitation fait cesser
toekomst « alle gevolgen van de veroordeling » doet ophouden voor de pour l'avenir, dans la personne du condamné, « tous les effets de la
veroordeelde, en « met name [ . ] de onbekwaamheden die [hieruit] zijn condamnation » et « notamment [ . ] les incapacités qui résulteraient
voortgevloeid ». » de celle-ci.
B.8.3. De vergelijking met artikel 382 van het Strafwetboek brengt B.8.3. La comparaison avec l'article 382 du Code pénal ne fait
geen enkele discriminatie aan het licht. Die bepaling staat de rechter apparaître aucune discrimination. Cette disposition permet au juge de
toe, voor een beperkte duur, ruimere verboden uit te spreken dan prononcer, pour une durée limitée, des interdictions plus amples que
datgene waarin de in het geding zijnde maatregel voorziet. Zij strekt celle que contient la mesure en cause. Elle s'étend à l'exploitation
zich uit tot de uitbating van een drankgelegenheid (voor al dan niet de débits de boissons (fermentées ou non), de bureaux de placement, de
gegiste dranken), een bureau voor arbeidsbemiddeling, een tabakswinkel débits de tabac ou d'articles pour fumeurs, de cafés-concerts, de bals
of winkel van rookartikelen, een café-concert, een openbare publics, d'établissements de massage et de cabinets de manucure. La
dansinrichting, een massage-inrichting en een manicure-inrichting. De mesure en cause, confirmée par le législateur cinq ans après qu'il eut
in het geding zijnde maatregel, bekrachtigd door de wetgever vijf jaar réexaminé cet article 382, s'en prend, de façon beaucoup plus
nadat hij dat artikel 382 opnieuw heeft onderzocht, is veel radicaler radicale, à ceux-là seuls qui voudraient participer à l'exploitation
voor degenen die een slijterij van ter plaatse te verbruiken gegiste d'un débit de boissons fermentées à consommer sur place, ce qui
dranken zouden willen uitbaten, wat duidelijk inhoudt dat de wetgever implique manifestement que le législateur considère qu'une telle
een dergelijke activiteit veel gevaarlijker acht en dat zij niet zou activité est beaucoup plus dangereuse et ne devrait donc pas être
mogen worden uitgeoefend door personen wier veroordeling voor hem een exercée par des personnes dont la condamnation lui paraît un signe à
niet te verwaarlozen teken lijkt te zijn aangezien hij een maximum aan ne pas négliger dès lors qu'il entend prendre un maximum de
voorzorgen wil nemen. précautions.
B.8.4. Wat het beroepsverbod betreft, moet bij de B.8.4. A propos des interdictions professionnelles, le contrôle de
evenredigheidstoetsing meer bepaald rekening worden gehouden met de proportionnalité doit tenir compte notamment de la mesure dans
mate waarin de kansen op sociale reïntegratie op het spel worden laquelle les chances de réinsertion sociale sont compromises, mesure
gezet, wat in beperkte mate gebeurt wanneer, zoals te dezen, het réduite lorsque, comme en l'espèce, l'interdiction professionnelle
beroepsverbod zich beperkt tot één welbepaald type van activiteit. Het zou kunnen dat de doelstelling waarvoor de wetgever heeft geopteerd rekening houdend met het bijzondere maatschappelijke gevaar dat verbonden is met de slijterijen van ter plaatse te verbruiken gegiste dranken, en die erin bestaat zoveel mogelijk voorzorgsmaatregelen te nemen, niet wordt bereikt indien het de personen die het bovenvermelde risico inhouden, alleen gedurende een vooraf bepaalde termijn verboden is dergelijke slijterijen uit te baten. Daarentegen is het ten opzichte van het nagestreefde doel onevenredig streng indien het diegene aan wie het in het geding zijnde verbod is opgelegd, al zij het na het verstrijken van een aanzienlijke termijn, zelfs onmogelijk zou worden gemaakt om een daartoe bevoegde overheid te vragen vast te stellen dat zijn gedrag van die aard is dat de veronderstelling dat hij een bijzonder risico inhoudt, die volgens de wet gebaseerd is op het feit dat aanleiding heeft gegeven tot dat verbod, wordt ontkend. Volgens de interpretatie van B.8.2 moet de vraag positief worden beantwoord, in zoverre in geen enkele mogelijkheid is voorzien om het verbod in de tijd te beperken. B.8.5. De onevenredigheid waarop zopas werd gewezen, kan niet worden vastgesteld in de interpretatie die op grond van de tekst van artikel porte sur un type très restreint d'activité. L'objectif, choisi par le législateur en présence du danger social particulier qu'offrent les débits de boissons fermentées à consommer sur place, de prendre un maximum de précautions, pourrait n'être pas atteint si les personnes présentant le risque exposé plus haut ne se voyaient interdire la tenue de tels débits que durant un délai fixé d'avance. En revanche, il est d'une rigueur disproportionnée à l'objectif poursuivi de ne pas même permettre, fût-ce après l'écoulement d'un délai important, à celui qui subit l'interdiction en cause de demander à une autorité habilitée à cet effet de constater que sa conduite est de nature à démentir la supposition, fondée selon la loi sur le fait générateur de cette interdiction, qu'il représente un risque particulier. Dans l'interprétation relevée en B.8.2, la question appelle une réponse positive en ce qu'aucune possibilité n'est prévue de limiter l'interdiction dans le temps. B.8.5. La disproportion qui vient d'être indiquée ne peut être constatée dans l'interprétation, permise par le texte de l'article
634, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, in samenhang met 634, alinéa 1er, du Code d'instruction criminelle, combiné avec la
de in het geding zijnde bepaling, mogelijk is en volgens welke herstel disposition en cause, selon laquelle la réhabilitation fait cesser
in eer en rechten het verbod waarin die bepaling voorziet, doet l'interdiction portée par celle-ci.
ophouden. B.9. In de interpretatie aangegeven onder B.8.5, dient de vraag B.9. Dans l'interprétation indiquée en B.8.5, la question appelle une
ontkennend te worden beantwoord. réponse négative.
Om die redenen, Par ces motifs,
het Hof la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
- De artikelen 1, eerste lid, 3°, en 2 van het koninklijk besluit van - Les articles 1er, alinéa 1er, 3°, et 2 de l'arrêté royal du 3 avril
3 april 1953 tot samenordening van de wetsbepalingen inzake de 1953 coordonnant les dispositions légales concernant les débits de
slijterijen van gegiste dranken, in de redactie die eraan is gegeven boissons fermentées, dans la rédaction qui leur a été donnée par les
bij de artikelen 1 en 2 van de wet van 6 juli 1967 tot wijziging van articles 1er et 2 de la loi du 6 juillet 1967 modifiant les
de wetsbepalingen inzake de slijterijen van gegiste dranken, dispositions légales concernant les débits de boissons fermentées,
gecoördineerd op 3 april 1953, in de interpretatie volgens welke in coordonnées le 3 avril 1953, dans l'interprétation selon laquelle
geen enkele mogelijkheid wordt voorzien om het beroepsverbod in de aucune possibilité n'est prévue de limiter l'interdiction
tijd te beperken, schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, professionnelle dans le temps, violent les articles 10 et 11 de la
gelezen in samenhang met artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de Constitution combinés avec l'article 6.1 de la Convention européenne
Rechten van de Mens. des droits de l'homme.
- Dezelfde bepalingen, in de interpretatie volgens welke herstel in - Les mêmes dispositions, dans l'interprétation selon laquelle la
eer en rechten het beroepsverbod doet ophouden, schenden de artikelen réhabilitation fait cesser l'interdiction professionnelle, ne violent
10 en 11 van de Grondwet, gelezen in samenhang met de artikelen 6.1, pas les articles 10 et 11 de la Constitution combinés avec les
6.3 en 11 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, niet. articles 6.1, 6.3 et 11 de la Convention européenne des droits de
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig l'homme. Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise,
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 29 maart 2000. la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 29 mars 2000.
De griffier, Le greffier,
L. Potoms. L. Potoms.
De voorzitter, Le président,
M. Melchior. M. Melchior.
^