← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 130/99 van 7 december 1999 Rolnummer 1470 In zake : de prejudiciële
vraag betreffende artikel 3, § 1, van de arbeidswet van 16 maart 1971, gesteld door het Arbeidshof
te Brussel. Het Arbitragehof, samenges wijst na beraad het volgende arrest
: I. Onderwerp van de prejudiciële vraag Bij arrest van 1(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 130/99 van 7 december 1999 Rolnummer 1470 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 3, § 1, van de arbeidswet van 16 maart 1971, gesteld door het Arbeidshof te Brussel. Het Arbitragehof, samenges wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag Bij arrest van 1(...) | Extrait de l'arrêt n° 130/99 du 7 décembre 1999 Numéro du rôle : 1470 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 3, § 1 er , de la loi du 16 mars 1971 sur le travail, posée par la Cour du travail de Bruxelles. composée des présidents M. Melchior et G. De Baets, et des juges H. Boel, E. Cerexhe, H. Coremans, (...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Uittreksel uit arrest nr. 130/99 van 7 december 1999 | Extrait de l'arrêt n° 130/99 du 7 décembre 1999 |
Rolnummer 1470 | Numéro du rôle : 1470 |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 3, § 1, van de | En cause : la question préjudicielle relative à l'article 3, § 1er, de |
arbeidswet van 16 maart 1971, gesteld door het Arbeidshof te Brussel. | la loi du 16 mars 1971 sur le travail, posée par la Cour du travail de Bruxelles. |
Het Arbitragehof, | La Cour d'arbitrage, |
samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en G. De Baets, en de | composée des présidents M. Melchior et G. De Baets, et des juges H. |
rechters H. Boel, E. Cerexhe, H. Coremans, A. Arts en R. Henneuse, | Boel, E. Cerexhe, H. Coremans, A. Arts et R. Henneuse, assistée du |
bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, | greffier L. Potoms, présidée par le président M. Melchior, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag | I. Objet de la question préjudicielle |
Bij arrest van 17 november 1998 in zake de gemeente Villers-la-Ville | Par arrêt du 17 novembre 1998 en cause de la commune de |
tegen S. Mignolet, waarvan de expeditie ter griffie van het | Villers-la-Ville contre S. Mignolet, dont l'expédition est parvenue au |
Arbitragehof is ingekomen op 23 november 1998, heeft het Arbeidshof te | greffe de la Cour d'arbitrage le 23 novembre 1998, la Cour du travail |
Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : | de Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante : |
« Voert artikel 3, § 1, van de arbeidswet van 16 maart 1971, in | « L'article 3, § 1er, de la loi du 16 mars 1971 sur le travail, en ce |
zoverre het de werknemers die door een arbeidsovereenkomst met een | |
gemeente zijn verbonden, uitsluit van de toepassing van hoofdstuk III, | |
afdelingen 1 en 2, - en die dus niet de bescherming van een | qu'il exclut de l'application du chapitre III, sections 1 et 2, les |
administratiefrechtelijk statuut genieten - geen discriminatie in ten | travailleurs liés par un contrat de travail à une commune, - ne |
bénéficiant donc pas de la protection d'un statut de droit | |
opzichte van andere werknemers met een arbeidsovereenkomst, waardoor | administratif - n'opère-t-il pas une discrimination vis-à-vis d'autres |
de artikelen 10 en 11 van de Grondwet worden geschonden? » | travailleurs sous contrat de travail, violant les articles 10 et 11 de |
la Constitution ? » | |
(...) | (...) |
IV. In rechte | IV. En droit |
(...) | (...) |
B.1.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op het verschil in | B.1.1. La question préjudicielle porte sur la différence de traitement |
behandeling dat artikel 3, § 1, van de arbeidswet van 16 maart 1971 in | que crée l'article 3, § 1er, de la loi du 16 mars 1971 sur le travail |
het leven roept tussen de werknemers die door een arbeidsovereenkomst met een gemeente zijn verbonden, geen administratiefrechtelijk statuut genieten en door die bepaling uitgesloten zijn van de toepassing van de reglementering in verband met de arbeidsduur en de zondagsrust, en de andere werknemers met een arbeidsovereenkomst die daarvan niet uitgesloten zijn. Uit de dossiergegevens volgt dat de activiteit die het voorwerp uitmaakt van de betwiste overeenkomst, volgens het verwijzende rechtscollege, een culturele en niet een handelsactiviteit is en dat de vraag zo moet worden begrepen dat ze de vergelijking beoogt van de werknemers die door een arbeidsovereenkomst met een gemeente zijn verbonden met het oog op de uitoefening van een zodanige activiteit, met andere werknemers met een arbeidsovereenkomst. Het Hof zal zijn onderzoek tot die vergelijking beperken. | entre les travailleurs liés par un contrat de travail à une commune et qui ne bénéficient pas d'un statut de droit administratif, qui sont exclus par cette disposition de l'application de la réglementation relative à la durée du travail et du repos dominical, et d'autres travailleurs sous contrat de travail qui n'en sont pas exclus. Il résulte des éléments du dossier que l'activité qui fait l'objet du contrat litigieux est, selon la juridiction a quo, une activité culturelle et non pas commerciale et que la question doit être entendue comme visant la comparaison entre les travailleurs liés par un contrat de travail à une commune en vue de l'exercice d'une telle activité et d'autres travailleurs sous contrat de travail. La Cour limitera son examen à cette comparaison. |
B.1.2. Artikel 3, § 1, van de arbeidswet van 16 maart 1971 bepaalt : | B.1.2. L'article 3, § 1er, de la loi du 16 mars 1971 sur le travail dispose : |
« De bepalingen van hoofdstuk III, afdelingen I en II, die de | « Les dispositions du chapitre III, sections 1 et 2, qui concernent le |
zondagsrust en de arbeidsduur betreffen, zijn niet van toepassing op : | repos du dimanche et la durée du travail, ne sont pas applicables : |
1° de personen tewerkgesteld door het Rijk, de provinciën, de | 1° aux personnes occupées par l'Etat, les provinces, les communes, les |
gemeenten, de openbare instellingen die er onder ressorteren en de | établissements publics qui en dépendent et les organismes d'intérêt |
instellingen van openbaar nut, behoudens indien zij tewerkgesteld zijn | public, sauf si elles sont occupées par des établissements exerçant |
door instellingen die een industriële of commerciële activiteit | une activité industrielle ou commerciale ou par des établissements |
uitoefenen of door instellingen die geneeskundige, profylactische of | dispensant des soins de santé, de prophylaxie ou d'hygiène; |
hygiënische verzorging verlenen; | |
2° [...] » | 2° [...] » |
B.2. De verwijzende rechter is te dezen van mening dat de contractuele | B.2. Le juge a quo estime, en l'espèce, que la personne contractuelle |
persoon die betrokken is bij het geschil dat hem wordt voorgelegd niet | concernée par le litige qui lui est soumis n'était pas occupée dans un |
tewerkgesteld was in een instelling die een handelsactiviteit | établissement exerçant une activité commerciale et que, par |
uitoefent en dat die persoon bijgevolg niet de afwijking kon genieten | conséquent, elle ne pouvait pas bénéficier de la dérogation qui, si |
die, kon zij worden aangevoerd, de automatische toepassing met zich | elle pouvait être invoquée, aurait entraîné l'application automatique |
mee zou hebben gebracht van de bepalingen inzake de arbeidsduur en de | des dispositions en matière de durée du travail et de repos du |
zondagsrust. | dimanche. |
B.3. Uit de parlementaire voorbereiding van de wet van 15 juli 1964 | B.3. Il résulte des travaux préparatoires de la loi du 15 juillet 1964 |
betreffende de arbeidsduur in de openbare en particuliere sectors van | sur la durée du travail dans les secteurs publics et privés de |
's Lands bedrijfsleven en van de wet van 6 juli 1964 op de zondagsrust | l'économie nationale et de la loi du 6 juillet 1964 sur le repos du |
waarvan de wet van 16 maart 1971 een coördinatie vormt, volgt dat het | dimanche dont la loi du 16 mars 1971 constitue une coordination que le |
door de wetgever gekozen criterium om het in artikel 3, § 1, van de | critère choisi par le législateur pour établir la distinction de |
voormelde wet bepaalde onderscheid vast te stellen, niet in de aard | |
ligt van de juridische band tussen het personeelslid en diegene die | l'article 3, § 1er, de la loi précitée, ne réside pas dans la nature |
dat personeelslid tewerkstelt maar in de aard van de activiteit die | du lien juridique entre le membre du personnel et celui qui l'occupe |
wordt uitgeoefend door degene die de werknemer tewerkstelt. Bovendien | mais dans la nature de l'activité exercée par celui qui occupe le |
moet het woord « instelling » dat wordt gebruikt in de in datzelfde | travailleur. Par ailleurs, le terme « établissement » utilisé dans les |
artikel 3 bedoelde afwijkingen begrepen worden in de algemene zin van | dérogations prévues par ce même article 3 doit être compris dans le |
elke entiteit die, binnen de overheid waaruit ze voortkomt, een | sens général de toute entité qui, au sein du pouvoir public dont elle |
activiteit uitoefent die, als dusdanig, geen overheidsambt is maar een | émane, exerce une activité qui, comme telle, n'est pas une fonction du |
activiteit van commerciële of industriële aard, of een activiteit van | pouvoir public mais une activité à caractère commercial ou industriel, |
geneeskundige of profylactische verzorging (Parl. St., Kamer, | ou une activité de soins de santé ou de prophylaxie (Doc. parl., |
1969-1970, nr. 556/1, p. 5; Parl. St., Kamer, 1962-1963, nr. 476/1, p. | Chambre, 1969-1970, n° 556/1, p. 5; Doc. parl., Chambre, 1962-1963, n° |
3). | 476/1, p. 3). |
B.4. Doordat de wetgever een principieel verschil in behandeling maakt | B.4. En établissant une différence de traitement de principe entre les |
tussen de contractuelen van een openbare dienst die geen | contractuels d'un service public qui exerce une activité non |
handelsactiviteit uitoefent en de andere werknemers met een | commerciale et les autres travailleurs sous contrat de travail, le |
arbeidsovereenkomst, heeft hij zich op een objectief en relevant | législateur s'est fondé sur un critère objectif et pertinent, à savoir |
criterium gebaseerd, namelijk de organisatie, de werking en de eigen | l'organisation, le fonctionnement et les exigences propres des |
vereisten van de openbare diensten, die onder meer worden geregeld door het algemene beginsel van bestendigheid. Dat beginsel verantwoordt dat de bepalingen van de wet van 16 maart 1971 betreffende de arbeidsduur en de zondagsrust algemeen genomen niet van toepassing zijn op de personen die in een openbare dienst zijn tewerkgesteld, aangezien die permanent borg moet staan voor de bevrediging van de behoeften van algemeen belang. Het verschil in behandeling dat daaruit voortvloeit onder de werknemers met een arbeidsovereenkomst staat in verhouding tot het door de wetgever nagestreefde doel, in zoverre hij de openbare diensten organiseert. Dit verschil in behandeling is niet onevenredig rekening houdend met de vereisten van de openbare dienst. Om die redenen, het Hof zegt voor recht : | services publics qui sont régis, notamment, par le principe général de continuité. Ce principe justifie que les dispositions de la loi du 16 mars 1971 relatives à la durée du travail et au repos du dimanche ne s'appliquent pas en règle générale aux personnes occupées par un service public, celui-ci devant garantir en permanence la satisfaction des besoins d'intérêt général. La différence de traitement qui en résulte entre les travailleurs sous contrat est en rapport avec le but poursuivi par le législateur en tant qu'il organise les services publics. Cette différence de traitement n'est pas disproportionnée compte tenu des impératifs du service public. Par ces motifs, la Cour dit pour droit : |
Artikel 3, § 1, van de arbeidswet van 16 maart 1971 schendt de | L'article 3, § 1er, de la loi du 16 mars 1971 sur le travail ne viole |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. | pas les articles 10 et 11 de la Constitution. |
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig | Ainsi prononcé en langue française et en langue néerlandaise, |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 7 december 1999. | la Cour d'arbitrage, à l'audience publique du 7 décembre 1999. |
De griffier, | Le greffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
De voorzitter, | Le président, |
M. Melchior. | M. Melchior. |