← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest
nr. 250.083 van 11 maart 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 21 april
2021, heeft de Raad van State de volgende prejudiciël « Schendt artikel 17,
§ 7, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State de artikelen 10 e(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 250.083 van 11 maart 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 21 april 2021, heeft de Raad van State de volgende prejudiciël « Schendt artikel 17, § 7, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State de artikelen 10 e(...) | Avis prescrit par l'article de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par arrêt n° 250.083 du 11 mars 2021, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 21 avril 2021, le Conseil d'Etat a posé la question préjudicielle suivante : « L'a - d'une part, au requérant qui a omis d'introduire une demande de poursuite de la procédure après l(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
januari 1989 Bij arrest nr. 250.083 van 11 maart 2021, waarvan de expeditie ter | Par arrêt n° 250.083 du 11 mars 2021, dont l'expédition est parvenue |
griffie van het Hof is ingekomen op 21 april 2021, heeft de Raad van | au greffe de la Cour le 21 avril 2021, le Conseil d'Etat a posé la |
State de volgende prejudiciële vraag gesteld : | question préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 17, § 7, van de gecoördineerde wetten op de Raad van | « L'article 17, § 7, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat |
State de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 14 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in zoverre het zonder onderscheid van toepassing is op : - enerzijds, de verzoeker die heeft nagelaten een verzoek tot voortzetting van de procedure in te dienen na de afwijzing van een vordering tot het bevelen van voorlopige maatregelen die is ingediend volgens de procedure bij uiterst dringende noodzakelijkheid en is gericht tegen een akte die is afgeleid van de akte waarvan hij de nietigverklaring vordert, en - anderzijds, de verzoeker die heeft nagelaten een verzoek tot voortzetting van de procedure in te dienen na de afwijzing van een vordering tot het bevelen van voorlopige maatregelen die is ingediend volgens de procedure bij uiterst dringende noodzakelijkheid en is gericht tegen de akte waarvan hij de nietigverklaring vordert, of - de verzoeker die heeft nagelaten een verzoek tot voortzetting van de procedure in te dienen na de afwijzing van een vordering tot het bevelen van voorlopige maatregelen die is ingediend volgens de gewone procedure tegen een akte die is afgeleid van de akte waarvan hij de nietigverklaring vordert, of - de verzoeker die heeft nagelaten een verzoek tot voortzetting van de procedure in te dienen na de afwijzing van een volgens de gewone procedure of volgens de procedure bij uiterst dringende noodzakelijkheid ingediende vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van de akte waarvan hij de nietigverklaring vordert, of - de verzoeker die heeft nagelaten een verzoek tot voortzetting van de procedure in te dienen na de afwijzing van een volgens de gewone procedure of volgens de procedure bij uiterst dringende noodzakelijkheid ingediende vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van een akte die is afgeleid van de akte waarvan hij de nietigverklaring vordert ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 7563 van de rol van het Hof. De griffier, | viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison avec les articles 6 et 14 de la Convention de sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales, en ce qu'il s'applique indistinctement : - d'une part, au requérant qui a omis d'introduire une demande de poursuite de la procédure après le rejet d'une demande de mesures provisoires, introduite selon la procédure d'extrême urgence, dirigée contre un acte dérivé de celui dont il demande l'annulation, et, - d'autre part, au requérant qui a omis d'introduire une demande de poursuite de la procédure après le rejet d'une demande de mesures provisoires, introduite selon la procédure d'extrême urgence, dirigée contre l'acte dont il demande l'annulation, ou - au requérant qui a omis d'introduire une demande de poursuite de la procédure après le rejet d'une demande de mesures provisoires, introduite selon la procédure ordinaire, contre un acte dérivé de celui dont il demande l'annulation, ou - au requérant qui a omis d'introduire une demande de poursuite de la procédure après le rejet d'une demande de suspension de l'exécution, introduite selon la procédure ordinaire ou selon la procédure d'extrême urgence, de l'acte dont il demande l'annulation, ou - au requérant qui a omis d'introduire une demande de poursuite de la procédure après le rejet d'une demande de suspension de l'exécution, introduite selon la procédure ordinaire ou selon la procédure d'extrême urgence, d'un acte dérivé de celui dont il demande l'annulation ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 7563 du rôle de la Cour. Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |