Etaamb.openjustice.be
Arrest Van Het Grondwettelijk Hof
gepubliceerd op 07 juni 2021

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. 250.083 van 11 maart 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 21 april 2021, heeft de Raad van State de volgende prejudiciël « Schendt artikel 17, § 7, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State de artikelen 10 e(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2021202677
pub.
07/06/2021
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten Bij arrest nr. 250.083 van 11 maart 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 21 april 2021, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 17, § 7, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 14 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, in zoverre het zonder onderscheid van toepassing is op : - enerzijds, de verzoeker die heeft nagelaten een verzoek tot voortzetting van de procedure in te dienen na de afwijzing van een vordering tot het bevelen van voorlopige maatregelen die is ingediend volgens de procedure bij uiterst dringende noodzakelijkheid en is gericht tegen een akte die is afgeleid van de akte waarvan hij de nietigverklaring vordert, en - anderzijds, de verzoeker die heeft nagelaten een verzoek tot voortzetting van de procedure in te dienen na de afwijzing van een vordering tot het bevelen van voorlopige maatregelen die is ingediend volgens de procedure bij uiterst dringende noodzakelijkheid en is gericht tegen de akte waarvan hij de nietigverklaring vordert, of - de verzoeker die heeft nagelaten een verzoek tot voortzetting van de procedure in te dienen na de afwijzing van een vordering tot het bevelen van voorlopige maatregelen die is ingediend volgens de gewone procedure tegen een akte die is afgeleid van de akte waarvan hij de nietigverklaring vordert, of - de verzoeker die heeft nagelaten een verzoek tot voortzetting van de procedure in te dienen na de afwijzing van een volgens de gewone procedure of volgens de procedure bij uiterst dringende noodzakelijkheid ingediende vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van de akte waarvan hij de nietigverklaring vordert, of - de verzoeker die heeft nagelaten een verzoek tot voortzetting van de procedure in te dienen na de afwijzing van een volgens de gewone procedure of volgens de procedure bij uiterst dringende noodzakelijkheid ingediende vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van een akte die is afgeleid van de akte waarvan hij de nietigverklaring vordert ? ».

Die zaak is ingeschreven onder nummer 7563 van de rol van het Hof.

De griffier, P.-Y. Dutilleux

^